Actualisatie van de archeologische beleidsadvieskaart van de gemeente Borger-Odoorn

Geldend van 31-01-2025 t/m heden

Intitulé

Actualisatie van de archeologische beleidsadvieskaart van de gemeente Borger-Odoorn

Samenvatting

Dit rapport geeft een toelichting en verantwoording op de totstandkoming van de actualisatie van de archeologische verwachtings- en beleidskaart van de gemeente Borger-Odoorn. Doel van de actualisatie is onder meer het zorgen dat bij de invoering van de Omgevingswet de gemeente over actuele archeologische beleidsgegevens beschikt. Sinds het verschijnen van de oude kaart, zijn namelijk 156 archeologische veldonderzoeken uitgevoerd, waarvan de gegevens, voor zover mogelijk en relevant, in de huidige kaartproducten zijn verwerkt. Naast de uitkomsten van archeologische onderzoeken zijn ook verschillende provinciale inventarisaties in de kaart verwerkt, waaronder Celtic fields, voordenlocaties, karrensporen en erfgoed uit de Tweede Wereldoorlog. Daarnaast zijn voor de landschappelijke onderligger de geomorfologische eenheden geactualiseerd op basis van de huidige geomorfologische kaart van Nederland (2019) en de geomorfologische kaart van de Hondsrug (2020). De actualisatie bouwt zoveel mogelijk voort op de oude archeologische beleidsadvieskaart, maar gezien gebruik van voorgenoemde bronnen moesten onvermijdelijk ook de kaarten aangepast worden waarop deze kaart is gebaseerd: de archeologische bronnenkaart en de landschaps- en archeologische verwachtingskaart.

1 Inleiding

Sinds 2011 beschikt de gemeente Borger-Odoorn over een gedetailleerde archeologische verwachtings- en beleidsadvieskaart. Deze kaarten zijn destijds opgesteld door RAAP B.V. Sinds de vaststelling van deze kaarten is een groot aantal archeologische onderzoeken in de gemeente Borger-Odoorn uitgevoerd (volgens gegevens in ARCHIS 156 veldonderzoeken) en zijn nieuwe provinciale inventarisaties uitgevoerd, gericht op Celtic fields, karrensporen, voordenlocaties en erfgoed uit de Tweede Wereldoorlog. Ook zijn nieuwe bronnen beschikbaar gekomen, waaronder de geomorfologische kaart van de Hondsrug (1:25.000) en de actualisatie van de geomorfologische kaart van Nederland (1:50.000, Alterra). De karrensporen waren sowieso nog niet opgenomen in de oude beleidskaart, en voor Celtic fields, voordenlocaties en WO2-erfgoed leverden deze inventarisaties belangrijke aanvullingen. Aan de hand van voorgenoemde aanpassingen en aanvullingen kan de gemeente bij de invoering van de Omgevingswet beschikken over een actuele archeologische beleidskaart.

De actualisatie bouwt zoveel mogelijk voort op de oude archeologische beleidsadvieskaart. Voor de beknopte gebiedsbeschrijving (fysische landschap, landschaps- en bewoningsgeschiedenis van de gemeente) en de achterliggende systematiek van de archeologische beleidsadvieskaart, wordt verwezen naar wat daarover reeds eerder gemeld is (zie Aalbersberg & Van Beek, 2011). Het betreft hier een actualisatie van de archeologische beleidsadvieskaart in strikte zin, dus de kaart zelf, en daarmee onvermijdelijk ook van de kaarten waarop deze kaart gebaseerd is: de archeologische bronnenkaart en de landschaps- en archeologische verwachtingskaart. Het onderhavige rapport geeft een toelichting op/verantwoording van de actualisatie en bevat een handreiking ten aanzien van het archeologische beleid.

afbeelding binnen de regeling

Figuur 1. Onderzoeksgebied gemeente Borger-Odoorn. Inzet: ligging in Nederland (ster).

2 Bronnen

Voor de actualisatie van de archeologische verwachtings- en beleidskaart zijn de volgende bronnen geraadpleegd:

Archeologie

  • -

    recente (2011-2021) archeologische onderzoeks- en vindplaatsgegevens uit de vigerende Archis-versie (https://archisarchief.cultureelerfgoed.nl/Archis3);

  • -

    de rapportages van de in Archis vermelde recente archeologische veldonderzoeken (2011-2021);

  • -

    provinciale inventarisatie van karrensporen (Van der Veen & Ten Anscher, 2018);

  • -

    provinciale inventarisatie/actualisatie van Celtic fields (idem);

  • -

    provinciale inventarisatie van voordenlocaties (Van der Veen & Ten Anscher, 2019);

  • -

    provinciale inventarisatie van erfgoed uit de Tweede Wereldoorlog (Ten Anscher et al., 2021);

  • -

    bijeenkomst op het gemeentehuis te Exloo met leden van de historische vereniging Carspel Oderen (dhr. J. Geerts) en Stichting Harm Tiesing (dhr. B. Liewes en dhr. H. Boezen).

Landschap

  • -

    de actualisatie van de geomorfologische kaart van Nederland (1:50.000) door Alterra (2019);

  • -

    de geomorfologische kaart van de Hondsrug (1:25.000, opgesteld in 2020);

  • -

    inventarisatie van depressies/laagten in het kader van het Pingo Programma (alleen bronnenkaart);

Remote sensing

  • -

    actueel Hoogtebestand Nederland (versie 3);

  • -

    actuele luchtfoto’s en satellietfoto’s;

  • -

    vergraven Gronden (Alterra);

  • -

    kadastrale minuutplans 1832 (via beeldbank.rce.nl);

  • -

    luchtfoto’s van de RAF (via voormalig watwaswaar.nl);

  • -

    Canadese kaarten.

3 Actualisatie: aanvullingen en aanpassingen

3.1 Inleiding

Aan de oude archeologische beleidsadvieskaart (Aalbersberg & Van Beek, 2011, kaartbijlage 3) liggen twee basiskaarten ten grondslag (zie Aalbersberg & Van Beek, 2011, hoofdstukken 3 en 4), te weten:

  • -

    de archeologische bronnenkaart met onder meer de archeologische terreinen en (cultuur)historische terreinen en objecten (Aalbersberg & Van Beek, 2011, kaartbijlage 1);

  • -

    de landschaps- en archeologische verwachtingskaart waarop de archeologische verwachting per landschappelijke eenheid is opgenomen (idem, kaartbijlage 2).

De werkzaamheden en aanpassingen/aanvullingen die het kader van de actualisatie aan deze kaarten gedaan zijn, worden hieronder besproken.

3.2 Aanpassingen aan de bronnenkaart

3.2.1 Archis3 registraties

Onderzoeksmeldingen

Archis (het nationale digitale archeologische archief) is geraadpleegd voor een overzicht van de afgeronde archeologische onderzoeken in de gemeente Borger-Odoorn (peildatum: 19-10-2021). Na het verschijnen van de oude beleidskaart zijn in Archis 156 nieuwe onderzoeken opgenomen (zie bijlage 2). In totaal bevat Archis 425 meldingen van veldonderzoeken die binnen de grenzen van de gemeente Borger-Odoorn zijn uitgevoerd. Bureaustudies zijn buiten beschouwing gelaten, aangezien ze geen direct bewijs leveren over het al dan niet in stand houden van bestaande verwachtingswaarden; daartoe zijn altijd inzichten vanuit het veld nodig.

Om de relatie te zien tussen archeologische en cultuurhistorische elementen en al dan niet archeologisch onderzocht gebied, zijn op de bronnenkaart (kaartbijlage 1a) de begrenzingen van alle Archis-onderzoeksgebieden overgenomen. Het kaartbeeld (zie figuur 2 voor een overzicht) lijkt te suggereren dat grote delen van de gemeente al archeologisch onderzocht zijn, en daarmee wat archeologie betreft klaar zijn. Onderzoeksgebieden in Archis3 zijn echter met regelmaat inaccuraat wat ligging en grootte betreft. In veel gevallen is het daadwerkelijk ‘archeologisch onderzocht terrein’ kleiner dan de begrenzing in Archis3 suggereert. Ter illustratie: in het geval van een archeologische begeleiding zou de begrenzing van het onderzochte terrein de begeleidingssleuf moeten zijn, maar met regelmaat wordt in plaats daarvan de begrenzing uit het bureauonderzoek of een globale inschatting van het onderzochte gebied als begrenzing in Archis3 geplaatst. Ook komt het veelvuldig voor dat het in Archis3 weergegeven onderzoeksgebied op een andere plek ligt dan waar daadwerkelijk gegraven is.

Dat in een gebied archeologisch onderzoek is uitgevoerd, betekent dus niet automatisch dat het daarmee geen verder archeologisch onderzoek meer behoeft. Eén en ander is afhankelijk van de aard van het uitgevoerde onderzoek, de bevindingen en het terreingedeelte waarop die betrekking hebben. De (deel)gebieden die op basis van het uitgevoerde onderzoek wel al archeologisch vrijgegeven kunnen worden, zijn ook op kaartbijlage 3 aangegeven (zie ook de onderzoekentabel in bijlage 2).

afbeelding binnen de regeling

Figuur 2. Overzicht van alle 425 onderzoeksmeldingen van veldonderzoek binnen de grenzen van de gemeente Borger-Odoorn.

Vondstlocaties

Sinds het verschijnen van de oude beleidsadvieskaart is Archis ingrijpend geherstructureerd (destijds was Archis2 vigerend, tegenwoordig is dat Archis3). De oude Archis-waarnemingen (vindplaatsen aangegeven met puntlocaties) zijn in de nieuwe Archissystematiek als ‘vondstlocaties’ onderverdeeld in complexen, sporen (niet samenvallend met complexen) en vondsten (niet samenvallend met complexen). De nauwkeurigheid van de bijbehorende puntcoördinaten loopt sterk uiteen, van vrij nauwkeurig (op 5 m of minder) tot een nauwkeurigheid op 100 m of aanzienlijk meer. Dat laatste geldt met name voor oude vondsten die in Archis ingevoerd zijn. Op de oude bronnenkaart van de gemeente Borger-Odoorn staan de Archis-waarnemingen niet afgebeeld. In bijbehorende rapport staat enkel vermeld dat in 2010 1313 waarnemingen binnen het gebied bekend waren, waarvan 855 als zelfstandige ‘vindplaats’ (niet binnen een AMK-terrein gelegen). Ook werd de kanttekening geplaatst dat een groot deel van de waarnemingen uit ‘losse vondsten’ bestaat, waarvan geen gedetailleerde contextinformatie beschikbaar is (Aalbersberg & Van Beek, 2011: 28). Dat een deel daarvan is komen te vervallen, blijkt uit het feit dat op de huidige peildatum (2021) nog 1277 vondstlocaties binnen de gemeentegrenzen geregistreerd staan. Daartoe behoren ook 57 complexen, sporen en vondsten, die er sinds 2011 nieuw zijn bijgekomen als gevolg van de sindsdien uitgevoerde archeologische onderzoeken. Alle vondstlocaties (complexen, sporen en vondsten), ook die van voor 2011, zijn op de bronnenkaart (kaartbijlage 1a) geplaatst. Om te voorkomen dat de bronnenkaart onleesbaar wordt vanwege de lange zaakidentificatienummers van de vele vondstlocaties, is besloten deze niet van een label te voorzien. Voor het achterhalen van de gegevens van iedere vondstlocatie wordt daarom verwezen naar de attributes die zijn opgenomen in de digitale bestanden (shapefiles) en naar de registraties in Archis3.

afbeelding binnen de regeling

Figuur 3. AMK-terrein 8627 (grafheuvel) ligt op basis van de Archis-geometrie te ver naar het noordwesten. 

AMK-terreinen

De terreinen van archeologische waarde (in de oude terminologie de AMK-terreinen) vormen een eigen categorie binnen Archis. Zij zijn op basis van ‘waarde’ onderverdeeld in vier categorieën: beschermde terreinen van zeer hoge archeologische waarde (dit zijn in de regel nu archeologische rijksmonumenten), terreinen van zeer hoge archeologische waarde, terreinen van hoge archeologische waarde en terreinen van archeologische waarde. Het gaat in de gemeente Borger-Odoorn om 175 terreinen, waarvan 9 rijksmonumenten, 44 terreinen van zeer hoge archeologische waarde, 43 terreinen van hoge archeologische waarde en 78 terreinen van archeologische waarde. Ten opzichte van de oude kaart is één nieuw terrein toegevoegd: het betreft de locatie van de Valtherschans. Hoewel dit geen officieel ‘AMK-terrein’ is, heeft de gemeente besloten de schans als dusdanig te beschouwen en er een terrein van hoge archeologische waarde van te maken. Het terrein wordt voortaan op basis van die waarde beschermd. Ook zijn zes terreinen van (hoge) archeologische waarde komen te vervallen; het gaat hierbij om Celtic fields waarvan de AMK-geometrie niet correct was (onder andere AMK-terreinen 9663 en 14320 nabij Ees) en die op basis van de Celtic field-inventarisatie alsnog op de kaart zijn opgenomen (figuur 4). Daarnaast is van een tiental grafheuvel (terreinen van zeer hoge en hoge archeologische waarde) de geometrie aangepast dan wel verplaatst. Uit een handmatige controle van al deze terreinen met behulp van het AHN4 bleek namelijk dat het te beschermen terrein in werkelijkheid naast de daadwerkelijke heuvel lag (figuur 3). Helaas wordt Archis voor wat de terreinen van archeologische waarde betreft, niet meer onderhouden/up to date gehouden. Dat betekent dat de geometrieën alleen voor deze kaart zijn aangepast, en dat terreinen volgens ARCHIS nog gewoon blijven bestaan, ook als aangetoond is dat zij geen bestaansrecht hebben.

3.2.2 Celtic fields

In 2018 is in opdracht van de Provincie Drenthe een onderzoek uitgevoerd naar Celtic fields in Drenthe (Van der Veen & Ten Anscher, 2018). Bij dit onderzoek is een aantal ‘nieuwe’ Celtic fields ontdekt, terwijl andere kleiner of groter bleken te zijn dan gedacht was, of geen Celtic field bleken te zijn. De balans is voor de gemeente Borger-Odoorn als volgt (vergelijk Aalbersberg & Van Beek, 2011, kaartbijlage 1 met de nieuwe kaartbijlage 1).

  • -

    in totaal zijn binnen de gemeentegrenzen 41 Celtic field-locaties aangeduid, waarvan 11 mogelijke Celtic fields en 30 zekere Celtic fields;

  • -

    tien (delen van) Celtic fields op de oude bronnenkaart bleken bij nader onderzoek geen Celtic field te zijn. Deze gebieden zijn op de huidige kaart verwijderd;

  • -

    vier AMK-terreinen bleken geen Celtic field te zijn, maar zijn wel behouden om deze terreinen ook andere vindplaatstypen bevatten;

  • -

    zes mogelijke Celtic fields zijn aan de bronnenkaart toegevoegd op basis van het voorgenoemde onderzoek;

  • -

    zeventien zekere Celtic fields zijn aan de bronnenkaart toegevoegd op basis van het voorgenoemde onderzoek.

afbeelding binnen de regeling

Figuur 4. Voorbeeld van een Celtic field, direct ten zuidwesten van Ees gelegen, waarvan de AMK-begrenzing onjuist bleek te zijn. Als gevolg daarvan is het AMK-terrein komen te vervallen en is de juist begrenzing uit het onderzoek van Van der Veen & Ten Anscher (2018) overgenomen.

3.2.3 Karrensporen

Tot voorkort ontbrak een overzicht van karrensporen in Drenthe. Dit fenomeen bleef ook onvermeld op de oude archeologische beleidsadvieskaart van de gemeente Borger-Odoorn. Uit de recente provinciale inventarisatie (Van der Veen & Ten Anscher, 2018) blijkt dat in de gemeente relatief veel karrensporen bewaard gebleven zijn. Een verklaring hiervoor is dat karrensporen vooral zijn bewaard in gebieden waar de grond niet of nauwelijks is omgezet, met name natuurgebieden (bos en heide, zie figuur 5). Grote structuren van karrensporen zijn te vinden op het Drouwenerzand, ten noordwesten van Exloo (Boswachterij Exloo) en langs de Borgerderweg (N34) tussen Borger en Odoorn. De karrensporen zijn verwerkt in de bronnenkaart.

afbeelding binnen de regeling

Figuur 5. Nagenoeg alle karrensporen liggen op de hei of in het bos, zoals valt af te lezen van de topografische onderlegger.

3.2.4 Voordenlocaties

Binnen de gemeente Borger-Odoorn zijn 17 voordenlocaties herkend (Van der Veen & Ten Anscher, 2019). Zij hebben een hoge archeologische verwachting en zijn als vlakken op de beleidsadvieskaart overgenomen. Verder zijn op de bronnenkaart ook 41 kansrijke voordenlocaties opgenomen, waarvan de mogelijke/eventuele ligging is bepaald op basis van historische kaarten uit onder andere 1832 en 1845. Het gaat dan om de ligging van bruggen, watermolens en wegen ten opzichte van waterlopen. Aangezien het enkel om kansrijke locaties gaat zonder duidelijke geometrie, is besloten deze mogelijke voorden als puntlocaties af te beelden.

Archeologische sporen uit de Tweede Wereldoorlog

In 2020 is in opdracht van de Provincie Drenthe een studie uitgevoerd naar archeologische sporen uit de Tweede Wereldoorlog (Ten Anscher, Van Popta & Scholte Lubberink, 2021; bijlage 5). Bij dit onderzoek is een groot aantal WO2-objecten en elementen geïnventariseerd, die goed te lokaliseren waren, een archeologische component bezitten en substantiële sporen in het bodemarchief kunnen hebben achtergelaten vanwege langdurig gebruik of omdat ze vrij lang zichtbaar gebleven zijn. Binnen de gemeente Borger-Odoorn gaat het onder andere om de Nederlandse Q-lijn (linie) die op basis van gevechtsverslagen uit mei 1940, AHN-beelden en de TOP-10 is ingetekend. Daarnaast zijn twee werkkampen van de Nederlandse Arbeidsdienst (NAD) aan de bronnenkaart toegevoegd, zijnde Kamp Odoorn (‘De Hertenkei’) en Kamp Borger (‘Drouwener Zand’), evenals de locatie van het onderduikershol bij Valthe. Op de bronnenkaart zijn de buitencontouren van de elementen en objecten weergegeven. Verdere informatie van individuele objecten kan verkregen worden uit Ten Anscher, Van Popta & Scholte Lubberink (2021). De objecten en elementen die op de oude bronnenkaart waren afgebeeld (Aalbersberg & Van Beek, 2011, kaartbijlage 1), waaronder ook herdenkingsmonumenten, zijn met deze update vervangen door de nieuwe contouren. Ten slotte is nog een drietal (veronderstelde) locaties van onderduikersholen op de bronnenkaart weergegeven (bron: Tinus Huizinga via de gemeente). Het onderduikershol in bosvak 82 (Odoorn) is herkend op basis van het AHN en daarom ook aan de beleidsadvieskaart toegevoegd.

3.2.5Archeologisch vrijgegeven gronden

De uitgebrachte rapportages van de 156 recente archeologische onderzoeken zijn bestudeerd om te bezien of de betreffende gebieden geheel of gedeeltelijk kunnen worden vrijgegeven, zie kaartbijlage 1b en tabel 1.

type onderzoek

aantal

advies

booronderzoek (inclusief 1 kartering)

110

vervolgonderzoek: 39

geheel/gedeeltelijk vrijgegeven*: 11

vrijgegeven: 39

onbekend / nog niet bekend: 21

begeleiding

19

vervolgonderzoek: 5

geheel/gedeeltelijk vrijgegeven*: 1

vrijgegeven: 9

onbekend / nog niet bekend: 4

proefsleuven/-putten

12

vervolgonderzoek: 6

geheel / gedeeltelijk vrijgegeven*: 1

vrijgegeven: 5

opgravingen

15

vervolgonderzoek: 2

vrijgegeven: 13

Tabel 1. Samenvatting van de archeologische onderzoeken en adviezen binnen de gemeente Borger-Odoorn sinds 2011. * Hiertoe zijn ook onderzoeken gerekend die tot een bepaalde diepte/oppervlakte zijn vrijgegeven, maar die nog steeds een archeologische verwachting bezitten voor de diepere ondergrond en/of gebieden waar geen ingreep was gepland.

Een terrein(deel) kan worden vrijgegeven indien uit het uitgevoerde onderzoek blijkt dat hier geen archeologische waarden meer te verwachten zijn. Voor onderzochte terreinen die alleen tot een bepaalde diepte vrijgegeven konden worden (bijvoorbeeld de einddiepte van een proefsleuf of begeleiddingsleuf), maar die nog steeds een archeologische verwachting bezitten voor de diepere ondergrond, geldt dit advies vanzelfsprekend niet. Daar waar de einddiepte bekend is, is deze als attribute aan de desbetreffende polygoon (plangebied) gekoppeld. Eerdere onderzoeken waren al verwerkt in de oude archeologische beleidsadvieskaart. Zij zijn niet opnieuw beoordeeld.

3.3 Aanpassingen aan de landschaps- en archeologische verwachtingskaart

De landschaps- en archeologische verwachtingskaart (zie kaartbijlage 2) is verfijnd en aangevuld op basis van de actualisatie van de geomorfologische kaart van Nederland (1:50.000) en de nieuwe geomorfologische kaart van de Hondsrug (1:25.000) die door de Universiteit van Wageningen (WUR; Alterra) in opdracht van de Provincie Drenthe is opgesteld. In overleg met de gemeente is namelijk besloten voor de actualisatie gebruik te maken van de meest gedetailleerde en nauwkeurige datasets, waartoe de voorgenoemde bronnen behoren, ongeacht of dit gevolgen heeft voor het bestaande archeologiebeleid. In een eerste oogopslag lijken de oude en nieuwe kaart nog op elkaar te lijken, maar in meer detail zijn de veranderingen duidelijk zichtbaar. Zo heeft de WUR begrenzingen van veel landschapsvormen verbeterd, zijn er meer individuele vormen gekarteerd, zijn de classificaties waar nodig verbeterd en komt de ontstaanswijze van het landschap beter tot zijn recht in het kaartbeeld. Daarnaast is er ook onder bebouwing en water door gekarteerd, waardoor de opvallende gaten in de oude geomorfologische kaart nu zijn opgevuld.

Voor het westelijke deel van de gemeente, daar waar de nieuwe kaart van de Hondsrug mee overlapt, schetst dit het volgende landschapsbeeld. In hoofdlijnen geeft het de Hondsrug weer als ijsstroomheuvelrug (‘megaflute’), met aan weerszijden daarvan relatief smalle droogdalen, en ten westen een uitgesleten dal dat is gevuld met ijssmeltwater- en sneeuwsmeltwaterafzettingen. Zowel de ijsstroomheuvelrug als het dal wordt doorkruist door het Holocene beekdal van de Hunze (Voorste Diep). De verbeteringen en verdere detaillering van de ondergrond heeft ervoor gezorgd dat de grenzen van geomorfologische eenheden anders zijn komen te liggen, en dat er meer (nieuwe) eenheden op de kaart voorkomen. Als bijvoorbeeld wordt gekeken naar het gebied ten zuiden van Borger (vergelijk figuren 6 en 7), dan heeft de ‘oude’ glaciale eenheid ‘grondmorene’ (gwd) plaatsgemaakt voor een ‘welving in sneeuwsmeltwaterrestanten’ (L21) met daarin ook verschillende laagtes/depressies (N21) en ‘plateau-achtige smeltwaterterrasresten’ (F21). Het kaartbeeld heeft dus een veel hogere resolutie gekregen. Uit dit voorbeeld blijkt ook direct dat met het digitaliseren van de nieuwe geomorfologische kaart een serie nieuwe geomorfologische eenheden is ontstaan die qua verwachting en beleid niet altijd één-op-één over te nemen zijn van de oude kaarteenheden (tabel 2). Getracht is om de oude en nieuwe eenheden zoveel mogelijk aan elkaar te koppelen, met het oog op het geven van een archeologische verwachting (zie volgende paragraaf).

Voor het oostelijke deel van het onderzoeksgebied, de Hunzevlakte, is de actualisatie van de geomorfologische kaart van Nederland als uitgangspunt gebruikt. Dat houdt in dat de legendaeenheden niet zozeer zijn veranderd, en dat ook de begrenzingen van de geomorfologische eenheden minder sterk van elkaar (oud vs. nieuw) verschillen dan dat het geval is in het andere deel van de gemeente. Zo is het meest oostelijke deel van het gebied (veenkoloniale ontginningsvlakte, al dan niet met dekzand), nagenoeg onveranderd gebleven. De grootste verschillen tussen de oude en nieuwe kaart bevinden zich binnen het beekdal van het Achterste Diep dat direct ten oosten van de Hondsrug ligt (vergelijk figuren 8 en 9). Niet zozeer omdat op de nieuwe geomorfologische kaart daar meer detail is aangebracht, maar omdat met behulp van het AHN de dekzandkoppen en -ruggen in en langs het beekdal (Bk, Drb, Dre, Drv) in kaart zijn gebracht. Ook is met behulp van het AHN het stroomgebied van het Achterste Diep (het daadwerkelijke beekdal) beter in kaart gebracht. De flanken daarvan zijn niet langer als ‘beekdal’ gekarteerd maar als ‘met veen gevulde laagtes’ (Bdv).

afbeelding binnen de regeling

Figuur 6. Uitsnede van de oude landschaps- en verwachtingskaart van de gemeente Borger-Odoorn. Donkerrood: grondmoreneruggen, lichtrood: droogdalen (insnijdingen) en grondmorenes, lichtgroen: beekdalbodem zonder veen, donkergroen: beekdalbodem met veen, lichtpaars: veenkoloniale ontginningsvlakte.

afbeelding binnen de regeling

Figuur 7. Uitsnede van de nieuwe landschaps- en verwachtingskaart op basis van de geomorfologische kaart van de Hondsrug. De legendaeenheden zijn terug te vinden in tabel 2.

afbeelding binnen de regeling

Figuur 8. Uitsnede van de oude landschaps- en verwachtingskaart voor het beekdal van het Achterste diep, ten zuiden van Bronnegerveen. De legendaeenheden zijn terug te vinden in tabel 2.

afbeelding binnen de regeling

Figuur 9. Uitsnede van de nieuwe landschaps- en verwachtingskaart voor het beekdal van het Achterste diep, ten zuiden van Bronnegerveen. De legendaeenheden zijn terug te vinden in tabel 2.

GEOMORFOLOGISCHE KAART HONDSRUG

OUDE LANDSCHAPS- EN VERWACHTINGSKAART

code

landschapseenheid

code

landschapseenheid

B14

IJstroomrug, megaflute

Grd

Grondmoreneruggen, bedekt met dekzand, al dan niet met oud bouwlanddek

B15

Smeltwaterheuvel

 
 

B53

Dekzandrug

Dre

Dekzandruggen en -koppen, al dan niet met oud bouwlanddek

B58

Landduin

Sd

(geïsoleerde) lage landduinen

B92

Storthoop

 
 

F12

Plateau-achtige smeltwaterterrasrest

 
 

F81

Plateau-achtige veenrest

 
 

F91

Plateau-achtige storthoop/opgespoten terrein

 
 

G21

Daluitspoelingswaaier

Gu

Daluitspoelingswaaier

H13

Grondmoreneglooiing of smeltwaterglooiing met resten van grondmorene

Ggd

Glooiing van afgespoeld materiaal, al dan niet met dekzand

H21

Glooiing van sneeuwsmeltwaterafzettingen

Gwd

Grondmorene, al dan niet met welvingen, bedekt met (zwak golvend) dekzand

L11

Grondmorenewelvingen

Gwd

Grondmorene, al dan niet met welvingen, bedekt met (zwak golvend) dekzand

L21

Welvingen in sneeuwsmeltwaterafzettingen

Gwd

Grondmorene, al dan niet met welvingen, bedekt met (zwak golvend) dekzand

L51

Complex van dekzandwelvingen

Gwd

Grondmorene, al dan niet met welvingen, bedekt met (zwak golvend) dekzand

L54

Landduinen met bijbehorende vlakten en laagten

Sdv

hoge en lage landduinen met bijbehorende vlakten en laagten

L91

Storthopen

 
 

L92

Kunstmatig gecreëerd reliëf voor recreatiedoeleinden

 
 

M21

Vlakte van sneeuwsmeltwaterafzettingen

Vvo

(relatief hooggelegen) veenkoloniale ontginningsvlakte

M44

Beekoverstromingsvlakte

Bd

Dalvormige laagte zonder veen

M51

Dekzandvlakte

 
 

M53

Vlakte van ten dele verspoelde dekzanden of löss

Gwd

Grondmorene, al dan niet met welvingen, bedekt met (zwak golvend) dekzand

M54

Stuifzandvlakte

Sdv

hoge en lage landduinen met bijbehorende vlakten en laagten

N21

Pingoruïnes

L

Laagte/depressie (veentje)

N22

Periglaciale laagte

L

Laagte/depressie (veentje)

N51

Uitblazingskom

Gwd

Grondmorene, al dan niet met welvingen, bedekt met (zwak golvend) dekzand

N91

Groeve

 
 

N94

Laagte ontstaan door afgraving

nvt

afgegraven/verstoord

R21

Droogdal

Gdd

Droog dal, al dan niet met dekzand of loss

R23

Dalvormige laagte

Gdd

Droog dal, al dan niet met dekzand of loss

R42

Beekdalbodem

Bbv

Beekdalbodem met veen

Tabel 2. Overzicht van de verschillende legendaeenheden van de oude en nieuwe landschaps- en verwachtingskaart. In de tabel is getracht de oude en nieuwe eenheden zoveel mogelijk te koppelen (links en rechts); zo staat de nieuwe eenheid ‘beekdalbodem’ (R42) gelijk aan de oude eenheid ‘beekdalbodem met veen’ (Bbv). In het geval een koppeling niet mogelijk was, is dit aangegeven met een grijze balk.

Archeologische verwachting per geomorfologische eenheid

Voor de nieuwe geomorfologische eenheden geldt dat deze nog niet waren voorzien van een archeologische verwachting. Getracht is om de verwachting, zoals deze in 2011 voor de oude eenheden is opgesteld, inhoudelijk gezien niet te wijzigen. Dat wil zeggen, de hoogste delen van de Hondsrug krijgen nog steeds een middelhoge tot hoge verwachting, ongeacht of sprake is van een ‘megaflute’ of ‘grondmorenerug’. Daar waar geen koppeling tussen oude en nieuwe eenheden mogelijk was, is een afweging gemaakt van de archeologische verwachting op basis van hoogteligging, type bodem, afstand tot water, conserveringsomstandigheden en mate van aantasting (tabel 3).

GEOMORFOLOGISCHE KAART HONDSRUG

VERWACHTING

VERANTWOORDING

code

landschapseenheid

 
 

B14

IJstroomrug, megaflute

hoog of middelhoog

Aalbersberg & Van Beek, 2011

B15

Smeltwaterheuvel

hoog of middelhoog

gunstige ligging (hoog, nabij water) in het landschap maakt kans op archeologie relatief hoog.

B53

Dekzandrug

hoog (stuifzandgebieden)

Aalbersberg & Van Beek, 2011

B58

Landduin

hoog (stuifzandgebieden)

Aalbersberg & Van Beek, 2011

B92

Storthoop

geen

n.v.t.

F12

Plateau-achtige smeltwaterterrasrest

middelhoog

relatief hooggelegen, maar minder gunstig dan de koppen en ruggen.

F81

Plateau-achtige veenrest

hoog (beekdal)

gelegen in beekdal (nat) met afdekkend veen.

F91

Plateau-achtige storthoop/opgespoten terrein

geen

n.v.t.

G21

Daluitspoelingswaaier

hoog of middelhoog

Aalbersberg & Van Beek, 2011

H13

Grondmoreneglooiing of smeltwaterglooiing met resten van grondmorene

hoog of middelhoog

Aalbersberg & Van Beek, 2011

H21

Glooiing van sneeuwsmeltwaterafzettingen

middelhoog

Aalbersberg & Van Beek, 2011

L11

Grondmorenewelvingen

middelhoog

Aalbersberg & Van Beek, 2011

L21

Welvingen in sneeuwsmeltwaterafzettingen

middelhoog

Aalbersberg & Van Beek, 2011

L51

Complex van dekzandwelvingen

hoog of middelhoog

Aalbersberg & Van Beek, 2011

L54

Landduinen met bijbehorende vlakten en laagten

hoog (stuifzandgebieden)

Aalbersberg & Van Beek, 2011

L91

Storthopen

geen

n.v.t.

L92

Kunstmatig gecreëerd reliëf voor recreatiedoeleinden

geen

n.v.t.

M21

Vlakte van sneeuwsmeltwaterafzettingen

laag

Aalbersberg & Van Beek, 2011

M44

Beekoverstromingsvlakte

middelhoog (beekdal)

Aalbersberg & Van Beek, 2011

M51

Dekzandvlakte

middelhoog

Aalbersberg & Van Beek, 2011

M54

Stuifzandvlakte

hoog (stuifzandgebieden)

Aalbersberg & Van Beek, 2011

N21

Pingoruïnes

hoog of middelhoog

Aalbersberg & Van Beek, 2011

N22

Periglaciale laagte

hoog of middelhoog

Aalbersberg & Van Beek, 2011

N51

Uitblazingskom

hoog of middelhoog

Aalbersberg & Van Beek, 2011

N91

Groeve

geen

n.v.t.

N94

Laagte ontstaan door afgraving

geen

n.v.t.

R21

Droogdal

hoog of middelhoog

Aalbersberg & Van Beek, 2011

R23

Dalvormige laagte

middelhoog

Aalbersberg & Van Beek, 2011

R42

Beekdalbodem

hoog (beekdal)

Aalbersberg & Van Beek, 2011

Tabel 3. Overzicht van de archeologische verwachting per nieuwe legendaeenheid, evenals de verantwoording waarop deze gebaseerd is.

3.4 Aanpassingen aan de archeologische beleidsadvieskaart

In de beleidsadviezen worden vrijstellingsgrenzen op basis van oppervlakte in m2 (horizontaal) en diepte ten opzichte van maaiveld in centimeters (verticaal) vermeld. Voor ingrepen met een grotere oppervlakte dan de horizontale vrijstellingsgrens en die dieper gaan dan de vermelde verticale vrijstellingsgrens geldt een onderzoeksverplichting. De vrijstellingsgrenzen van het archeologisch onderzoek zijn per legenda-eenheid verwerkt in een tabel op de beleidsadvieskaart (kaartbijlage 3). In het onderstaande wordt een overzicht gegeven van aanpassingen en aanvullingen ten opzichte van de oude beleidsadvieskaart wat vrijstellingen en adviezen betreft.

3.4.1 Onderzoeksvrijstellingen in agrarisch gebied

Na het verschijnen van de oude beleidsadvieskaart is door alle Drentse gemeenten, de provincie en LTO-Noord een convenant ondertekend (bijlage 3). Daarin is geregeld welke agrarische werkzaamheden/bodemingrepen als normaal landgebruik beschouwd dienen te worden, waarvoor dus geen horizontale onderzoeksverplichting geldt. Grofweg komt het erop neer dat in gebieden met een agrarische bestemming tot 30 cm geploegd mag worden en tot 10 cm daaronder niet-kerend gewoeld mag worden (de “30 + 10 cm-regel”). Drainage-aanleg is meestal niet vergunningsplichtig, maar wel ter plaatse van essen, terreinen van archeologische waarde en overige vindplaatsen (waaronder ook Celtic fields vallen). Overige ingrepen (diepploegen, mengwoelen, egaliseren, ontginnen, aanleggen of rooien van bos of boomgaard (indien de stobben worden verwijderd), aanleggen vergraven (verbreden) van sloten, aanplant van bomen of houtig gewas) zijn vergunningsplichtig, waarbij de onderzoeksvrijstellingsgrenzen van de archeologische beleidsadvieskaart gelden.

3.4.2 Oude legenda-eenheden

Voor wat de legenda-eenheden betreft die ook al op de oude archeologische beleidsadvieskaart voorkwamen, is getracht de adviezen in de nieuwe beleidsadvieskaart (kaartbijlage 3) inhoudelijk zoveel mogelijk hetzelfde te laten. Wel is in overleg met de gemeente besloten de horizontale vrijstellingsgrens van zones met een middelhoge tot hoge archeologische verwachting aan te passen van 500 m2 naar 1000 m2; dit conform de vrijstellingsgrenzen in de vigerende bestemmingsplannen (Waarde Archeologie 4). Ook zijn zones met een lage verwachting (met name in de veenkoloniale vlaktes) vrijgesteld van onderzoek (eerder was daar nog sprake van een inspectie bij ingrepen groter dan 2 ha), al geldt nog wel steeds een meldingsplicht voor archeologische vondsten. Daarnaast zijn de verticale onderzoeksvrijstellingen verwerkt van wat in het convenant (zie 3.4.1) is afgesproken.

Omdat de beleidsadvieskaart is opgebouwd uit elementen van de bronnenkaart en de landschaps- en archeologische verwachtingskaart, zijn de eerder besproken aanpassingen en aanvullingen op die kaarten doorvertaald naar de beleidsadvieskaart. Dat betekent dat veel contouren van bestaande legenda-eenheden gewijzigd moesten worden. Het gaat daarbij met name om landschapszones, maar in mindere mate ook om archeologisch waardevolle terreinen, waaronder Celtic fields. Als gevolg daarvan hebben delen van het onderzoeksgebied een zwaarder of minder zwaar regime gekregen (onder andere gebieden die ten onrechte als Celtic field waren aangemerkt en zones met een lage verwachting).

3.4.3 Nieuwe legenda-eenheden

Er zijn ook enkele nieuwe legenda-eenheden toegevoegd: aan de beleidsadvieskaart. Het gaat dan om voordenlocaties, karrensporen en sporen uit de Tweede Wereldoorlog. Hier horen dus ook nieuwe beleids- en onderzoeksadviezen bij. Daarbij is zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij wat er elders al over geadviseerd is (zie Van der Veen & Ten Anscher, 2018; 2019; Ten Anscher et al., 2021).

Voordenlocaties

Voorden zijn binnen de beekdalen (die al een middelhoge tot hoge archeologische verwachting hebben) zeer belangrijke elementen met een toegevoegde hoge verwachting. Het gaat om een kwetsbare categorie: voorden en voorde-gerelateerde verschijnselen zijn in beddingen, in oeverzones en in het beekdal in zijn algemeenheid al vlak onder het maaiveld te verwachten, en in beddingen, al dan niet vrijgespoeld, zowel direct op de beddingbodem als er onder. Mede gelet op hun relatief geringe omvang en hun kwetsbaarheid wordt archeologisch onderzoek geadviseerd voor ingrepen groter dan 500 m2 . Er geldt buiten de natuurgebieden een verticale vrijstelling van 30 cm -mv. Voor het uitgebreide onderzoeksadvies zie Van Veen & Ten Anscher, 2019, § 4.2. Het is van belang om hierbij op te merken dat de voordenlocaties op de oude beleidsadvieskaart enkel ‘verwachtingszones’ waren. Deze zijn vervangen door de voordelocaties uit de provinciale inventarisatie.

Sporen uit de Tweede Wereldoorlog

Voor alle bestaande en verdwenen WOII-elementen wordt planologisch bescherming geadviseerd. Voor zowel bestaande, zichtbare (delen van) WOII-elementen als verdwenen niet-zichtbare elementen wordt, mede gelet op hun relatief geringe omvang en hun kwetsbaarheid, archeologisch onderzoek geadviseerd voor elke ingreep. Er gelden dan ook geen horizontale en verticale vrijstellingen. Uitzondering hierop zijn de buitengrenzen van de voormalige NAD-kampen, waarbinnen in eerste instantie vrijstellingen van 100 m2 en 0,3 m -mv gelden. Indien binnen de voormalige kampgrenzen ter hoogte van een kleiner element (bijvoorbeeld een gebouw) bodemingrepen worden gepland, geldt wel weer dat er geen horizontale of verticale vrijstellingen zijn. Geadviseerd wordt om archeologisch veldonderzoek pas uit te voeren nadat OOO-onderzoek (‘Opsporen Ontplofbare Oorlogsresten’) is uitgevoerd door een WSCS OOO-gecertificeerd bedrijf, en het gebied is vrijgegeven.

Karrensporen

Karrensporen bestaan uit langgerekte, smalle geultjes. Zij zijn buitengewoon kwetsbaar omdat zij direct aan het maaiveld liggen. Hun oppervlakte is relatief beperkt, waardoor vrij kleine ingrepen al grote schade kunnen aanrichten. De resterende karrensporen bevinden zich hoofdzakelijk in natuurgebieden, waarde bedreiging door ruimtelijke ingrepen en normaal landgebruik geringer is dan daarbuiten. Mede gelet op hun relatief geringe omvang en hun kwetsbaarheid wordt archeologisch onderzoek geadviseerd bij elke ingreep. Er geldt geen verticale vrijstelling. Voor het uitgebreide onderzoeksadvies zie Van Veen & Ten Anscher, 2019, § 6.1 en bijlage 3.

3.4.4 Overige onderzoeksvrijstellingen

Geadviseerd wordt om de algemene verticale vrijstelling van de vergunningsplicht voor bodemroerende ingrepen tot 30 cm onder het huidige maaiveld voor agrarische gebieden buiten natuurgebieden te handhaven. N.B. Deze vrijstelling geldt nadrukkelijk niet voor afplagwerkzaamheden, afgravingen en ontgrondingen.

3.4.5 Actualisatie

Met de actualisatie van de beleidsadvieskaart van de gemeente Borger-Odoorn verschijnt weliswaar een product dat weer bij de tijd is, maar feit blijft ook dat na de eerste serie bodemingrepen en archeologische onderzoeken het product in zekere zin al niet meer up-to-date is. Dergelijke kaarten zijn en blijven statische producten. Derhalve wordt geadviseerd om na vijf jaar een korte update van het product uit te voeren, door de archeologische onderzoeken uit die periode te inventariseren en de resultaten daarvan (wat graaf- en booronderzoek betreft) te verwerken in de kaartbijlage ‘Archeologische Onderzoeken’ en de archeologische beleidskaart. Laatstgenoemde hoeft dan inhoudelijk verder niet aangepast worden; enkel de laag ‘onderzoeksresultaten’ (vrijgegeven, vindplaats, vervolgonderzoek) krijgt een update. Ook is het raadzaam om op basis van de onlangs beschikbaar gestelde hoogtekaarten van het AHN4 de bestaande/verwachte Celtic fields en karrensporen na te lopen: in andere delen van Drenthe (onder andere op het Balloërveld) is gebleken dat op basis van de nieuwe data meer elementen zichtbaar zijn geworden. Na tien jaar is het raadzaam om zowel de onderzoeksresultaten (tweede periode van vijf jaar) als de landschappelijke verwachtingen en beleidsadviezen onder de loep te nemen middels een nieuwe algehele actualisatie.

Literatuur

Aalbersberg, G. & J.L. van Beek, 2011. Gemeente Borger-Odoorn. Een archeologische verwachtingen- en beleidsadvieskaart. RAAP-rapport 2186. RAAP BV, Weesp.

Anscher, T.J. ten, & S. van der Veen, 2019. Een inventarisatie van voordenlocaties in de Provincie Drenthe. RAAP-rapport 3616. Weesp.

Anscher, T.J. ten, Y.T. van Popta & M. Scholte Lubberink, 2021. Erfgoed uit de Tweede Wereldoorlog in Drenthe. RAAP-rapport 4613. Weesp.

Van der Veen, S. & T.J. ten Anscher, 2018. Een actualisatie van de Drentse Celtic fields en een inventarisatie van Drentse karrensporen. RAAP-rapport 3554. Weesp.

Versfelt, H.J., & M. Schroor, 2001. De Franse kaarten van Drenthe en de noordelijke kust 1811-1813, Groningen.

Ondertekening

Bijlage 1. Tijdschaal

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 2. Veldonderzoeken 2011-2021 (ARCHIS3)

zaakID

type

resultaat

verstoring

advies

vrijgave

2313143100

ABO

In het hele plangebied kunnen beekdal-gerelateerde archeologische resten aanwezig zijn

n.v.t.

archeologische begeleiding voor het gehele plangebied

nee

2313151100

ABO

n.v.t.

n.v.t.

valt buiten onderzoeksgebied

onbekend

2321121100

ABO

AMK-terrein is niet juist geprojecteerd; de boringen en inspectie hebben geen vondsten opgeleverd

tot in het pleistocene oppervlak

vrijgegeven

deels

2328826100

ABO

Onderzoek uit 2004; onjuist weergegeven in Archis

n.v.t.

n.v.t.

onbekend

2328923100

ABO

Geen archeologische indicatoren

0,5 m -mv

vrijgegeven

deels

2328931100

ABO

Geen archeologische indicatoren

0,25 m -mv

vrijgegeven

deels

2328948100

ABO

Geen archeologische indicatoren

0,25 m -mv

vrijgegeven

deels

2328948100

ABO

Geen archeologische indicatoren

0,25 m -mv

vrijgegeven

deels

2328948100

ABO

Resultaten niet in rapport vermeld

n.v.t.

n.v.t.

onbekend

2328956100

ABO

Resultaten niet in rapport vermeld

n.v.t.

n.v.t.

onbekend

2328956100

ABO

Geen archeologische indicatoren

0,5 m -mv

vrijgegeven

deels

2328964100

ABO

Resultaten niet in rapport vermeld

n.v.t.

n.v.t.

onbekend

2329499100

AOP

Enkele vondsten die wijzen op prehistorische activiteiten in de omgeving van het hunebed. De vondsten dateren uit MESO, NEO en BRO.

n.v.t.

vrijgegeven (sleuven tot in de C-horizont gegraven)

ja

2340384100

ABO

Onderzoek uit 2004; onjuist weergegeven in Archis

n.v.t.

n.v.t.

onbekend

2343519100

ABO

Mogelijke prehistorische vindplaats aanwezig: de bodem is nog redelijk intact en aan het maaiveld zijn acht stukken vuursteen gevonden

n.v.t.

proefsleuven in het geval verstoringen dieper gaan dan 30 cm -mv

nee

2350663100

ABE

Geen archeologische indicatoren, maar de ingrepen zijn te klein om de status van het AMK-terrein aan te passen

0,8 m -mv

handhaving status AMK-terrein, alleen vrijgave plantengaten

nee

2352801100

ABE

Enkele archeologische indicatoren in het westelijke deel, maar de ingrepen waren te klein om de status van het AMK-terrein aan te passen

n.v.t.

handhaving status AMK-terrein

nee

2356909100

ABE

Verstoring tot op het keileem, maar de ingrepen zijn te klein om de status van het AMK-terrein aan te passen

n.v.t.

vrijgegeven (plantgaten)

ja

2356999100

ABO

Plangebied komt niet overeen met contouren Archis

n.v.t.

n.v.t.

onbekend

2357005100

ABO

Plangebied wordt niet in het rapport vermeld

n.v.t.

n.v.t.

onbekend

2357013100

ABO

Plangebied wordt niet in het rapport vermeld

n.v.t.

n.v.t.

onbekend

2357021100

ABO

Plangebied wordt niet in het rapport vermeld

n.v.t.

n.v.t.

onbekend

2357038100

ABO

Geen archeologische indicatoren

0,25 m -mv

vrijgegeven

deels

2357046100

ABO

Geen archeologische indicatoren

0,25 m -mv

vrijgegeven

deels

2357857100

ABO

Geen archeologische indicatoren

n.v.t.

vrijgegeven

ja

2359371100

ABO

Geen archeologische indicatoren

n.v.t.

vrijgegeven

ja

2367666100

AOP

Vindplaats (NEO, IJZ), ondanks opgraving nog steeds sporen aanwezig (greppels, hekken, Celtic field in bouwvoor)

n.v.t.

hoge verwachting, begeleiding

nee

2368987100

ABO

Geen archeologische indicatoren

n.v.t.

vrijgegeven

ja

2372533100

ABO

Geen archeologische indicatoren

n.v.t.

vrijgegeven

ja

2375766100

ABO

Gezien de vondst van bewerkt vuursteen wordt aanvullend onderzoek aanbevolen in het uiterste noordwesten van het plangebied

n.v.t.

vervolgonderzoek in het noordwesten, de rest is vrijgegeven

nee

2377515100

ABE

Binnen het onderzoeksgebied zijn verschillende vindplaatsen aanwezig

n.v.t.

vindplaatsen opnemen op nieuwe beleidsadvieskaart, terrein niet vrijgegeven

nee

2386425100

ABO

Geen archeologische indicatoren, maar wel intact veen op intact dekzand in het Hunzedal

n.v.t.

vervolgonderzoek d.m.v. begeleiding

nee

2387608100

ABO

Geen archeologische indicatoren

n.v.t.

vrijgegeven

ja

2387616100

ABO

Archeologische indicatoren waargenomen (aardewerk)

n.v.t.

proefsleuvenonderzoek

nee

2387616100

ABO

Archeologische indicatoren waargenomen (mogelijke structuren zoals putten en kuilen)

n.v.t.

proefsleuvenonderzoek

nee

2387616100

ABO

Geen archeologische indicatoren waargenomen

n.v.t.

vrijgegeven

ja

2396567100

ABE

Verstoorde eslaag tot op het keizand, geen archeologische indicatoren aangetroffen

n.v.t.

vrijgegeven

ja

2396575100

ABE

Plangebied wordt niet in het rapport vermeld

n.v.t.

n.v.t.

onbekend

2405573100

AOP

Vindplaats (activiteiten) uit het midden-neolithicum en mogelijk ook ijzertijd gevonden

n.v.t.

terrein is geheel opgegraven (vrijgegeven)

ja

2408602100

ABO

Geen archeologische indicatoren/verstoord

n.v.t.

vrijgegeven

ja

2408602100

ABO

Intacte B-horizont

n.v.t.

karterend booronderzoek

nee

2408602100

ABO

Intacte B-horizont

n.v.t.

karterend booronderzoek

nee

2410124100

ABE

Geen archeologische indicatoren

n.v.t.

vrijgegeven

ja

2430456100

ABO

Geen archeologische indicatoren, ondanks eerdere vuursteenvondsten (die bleken onbewerkt te zijn)

n.v.t.

vrijgegeven

ja

2430553100

ABO

Geen archeologische indicatoren/verstoord

n.v.t.

vrijgegeven

ja

2431696100

ABO

Nagenoeg het gehele plangebied bevat intacte archeologische lagen (esdek)

n.v.t.

karterend proefsleuvenonderzoek

nee

2438995100

ABO

Geen archeologische indicatoren, lage archeologische verwachting

n.v.t.

vrijgegeven

ja

2439318100

ABO

Bodem voornamelijk verstoord tot in de C-horizont

n.v.t.

vrijgegeven

ja

2443238100

ABO

Met veen afgedekte dekzandrug, hoge archeologische verwachting

n.v.t.

vervolgonderzoek (niet benoemd)

nee

2443310100

ABE

valt buiten onderzoeksgebied

n.v.t.

valt buiten onderzoeksgebied

onbekend

2451249100

ABO

Geen archeologische indicatoren

n.v.t.

vrijgegeven

ja

2462695100

ABE

Vier vindplaatsen (haardkuil, kolenkelder, fundamenten, afvalkuilen); echter, locatie is onduidelijk weergegeven in rapport en niet in Archis verwerkt

n.v.t.

vrijgegeven, maar plangebied komt niet overeen met werkelijkheid

ja

2468916100

APP

in werkput 3 zijn enkele greppels en een kuil uit de late ijzertijd met crematieresten (mogelijk meer graven ten westen van plangebied)

n.v.t.

rekening houden met eventuele graven direct ten westen van de kuil in werkput 3

ja

2479405100

AOP

in werkput 3 zijn enkele greppels en een kuil uit de late ijzertijd met crematieresten

n.v.t.

rekening houden met eventuele graven direct ten westen van de kuil in werkput 3

ja

2479640100

ABO

bodemopbouw is intact onder bouwvoor; middelhoge tot hoge verwachting ongewijzigd

0,5 m -mv

archeologische begeleiding

nee

2483836100

ABO

bodemopbouw verstoord; polygoon Archis klopt overigens niet (aangepast)

n.v.t.

vrijgegeven

ja

3987286100

ABO

gracht van de Valtherschans aangetroffen

n.v.t.

proefsleuven/opgraving

nee

3990785100

ABO

geen archeologische indicatoren, bodem is verstoord

n.v.t.

vrijgegeven

ja

3996503100

ABO

geen archeologische indicatoren

n.v.t.

vrijgegeven

ja

3999785100

APP

geen archeologische indicatoren, bodem ten dele verstoord

n.v.t.

vrijgegeven

ja

3999785100

APP

nederzetting uit de late ijzertijd-romeinse tijd

n.v.t.

opgraving

nee

4014135100

ABO

archeologische indicatoren

n.v.t.

proefsleuven

nee

4014135100

ABO

Geen archeologische indicatoren in dit deel van het plangebied

n.v.t.

vrijgegeven

ja

4018720100

ABO

Nog ten dele intacte BC-horizont

n.v.t.

karterend booronderzoek

nee

4018720100

ABO

bodem verstoord, geen archeologische indicatoren

n.v.t.

vrijgegeven

ja

4018729100

ABO

vrijgegeven gezien mate van bodemverstoring, ondanks twee vuursteenvondsten

n.v.t.

vrijgegeven

ja

4034661100

ABO

hoge verwachting bijgesteld naar middelhoog tot laag

n.v.t.

veldinspectie

nee

4037294100

APP

Geen behoudenswaardige vindplaats, alleen enkele onduidelijke sporen met aardewerk uit de periode prehistorie-middeleeuwen

n.v.t.

vrijgegeven

ja

4039513100

ABO

Vondstlaag verstoord, eventuele grondsporen kunnen nog in het dekzand aanwezig zijn. De verwachting voor neo-ijz blijft hoog

n.v.t.

proefsleuvenonderzoek

nee

4543455100

ABO

Polygoon plangebied klopt niet; staat dubbel in Archis3 (deze kan weg)

n.v.t.

n.v.t.

onbekend

4548194100

ABO

Vervolgonderzoek aanbevolen daar waar de bodemopbouw nog intact is

0,35 m -mv

karterend booronderzoek

nee

4560498100

ABO

Resten van podzolvorming waargenomen

n.v.t.

karterend booronderzoek

nee

4560498100

ABO

Geen archeologische indicatoren aangetroffen

n.v.t.

vrijgegeven

ja

4563098100

ABE

Geen archeologische indicatoren aangetroffen

n.v.t.

vrijgegeven

ja

4578797100

ABO

Geen archeologische indicatoren aangetroffen

0,8 m -mv

vrijgegeven tot 0,8 m -mv; bij ingrepen dieper dan 0,8 m -mv karterend bo

deels

4613706100

ABO

Hoge kans op archeologische waarden

n.v.t.

t.p.v. dekzand proefsleuven, t.p.v. beekafzettingen begeleiding

nee

4615967100

ABO

Egalisatie en ploegen hebben de bodemopbouw aangetast; geen archeologische indicatoren aangetroffen

n.v.t.

vrijgegeven

ja

4616622100

ABO

Ten dele hoge verwachting voor beekdalactiviteiten en dekzandvindplaatsen

n.v.t.

archeologische begeleiding (uitgevoerd)

nee

4616671100

ABO

Slechts beperkte ingrepen (0,3 m -mv) uitgevoerd; op westelijke perceel bevindt zich een dekzandkop

0,3 m -mv

westelijke perceel: karterend bo, oostelijke perceel: begeleiding

deels

4619563100

ABO

Geen archeologische indicatoren aangetroffen, podzol is verstoord

n.v.t.

vrijgegeven

ja

4619660100

ABO

Voor het hele plangebied is de trefkans op archeologische vondsten uit MESO-BRONS hoog

n.v.t.

vervolgonderzoek d.m.v. proefsleuven of opgraving

nee

4620680100

ABO

Geen archeologische indicatoren

n.v.t.

vrijgegeven

ja

4620680100

ABO

Dekzandkop aangetroffen

n.v.t.

hoge verwachting (WA-4) blijft gehandhaafd

nee

4620680100

ABO

Beekdalbodem aangetroffen

n.v.t.

hoge verwachting (WA-4) blijft gehandhaafd

nee

4634767100

ABO

Verwachte ligging vuursteenvindplaats

n.v.t.

proefsleuvenonderzoek

nee

4634767100

ABO

Geen geschikte ondergrond voor bewoning

n.v.t.

vrijgegeven

ja

4634767100

ABO

Middelhoge tot hoge verwachting voor beekdalresten

0,3 m -mv

begeleiding

nee

4634767100

ABO

Hoge verwachting voor zandkoppen in beekdal

n.v.t.

karterend booronderzoek

nee

4638355100

ABE

Het onderzoek heeft een middeleeuws paalspoor opgeleverd, evenals enkele kuilen uit de 19e- en 20e eeuw

n.v.t.

vrijgegeven

ja

4651225100

ABO

Geen archeologische indicatoren (plangebied aangepast, polygoon klopte niet)

n.v.t.

vrijgegeven

ja

4675145100

ABO

Ten dele intacte podzolbodem aangetroffen

n.v.t.

Karterend booronderzoek t.p.v podzolbodems, veldkartering t.h.v. geploegde delen

nee

4676166100

APP

Proefsleuvenonderzoek heeft geen sporen en vondsten opgeleverd

n.v.t.

vrijgegeven

ja

4677827100

ABO

geen archeologische indicatoren aangetroffen, grondsporen kunnen nog wel aanwezig zijn

n.v.t.

archeologische begeleiding

nee

4679099100

ABO

archeologische indicatoren

n.v.t.

proefsleuven

nee

4679099100

ABO

Geen archeologische indicatoren in dit deel van het plangebied

n.v.t.

vrijgegeven

ja

4679099100

ABO

Geen archeologische indicatoren in dit deel van het plangebied

n.v.t.

vrijgegeven

ja

4679099100

ABO

op diverse plekken is een intacte podzol aangetroffen (geen rapport beschikbaar)

n.v.t.

proefsleuven aanbevolen (uitgevoerd)

nee

4679099100

ABO

op diverse plekken is een intacte podzol aangetroffen (geen rapport beschikbaar)

n.v.t.

proefsleuven aanbevolen (uitgevoerd)

nee

4679099100

ABO

op diverse plekken is een intacte podzol aangetroffen (geen rapport beschikbaar)

n.v.t.

proefsleuven aanbevolen (uitgevoerd)

nee

4704442100

ABO

Geen archeologische indicatoren

n.v.t.

vrijgegeven

ja

4721817100

ABO

Geen archeologische indicatoren

n.v.t.

vrijgegeven

ja

4721817100

ABO

Mogelijk archeologische resten aanwezig (dekzandkop, veen)

n.v.t.

archeologische begeleiding (uitgevoerd)

nee

4723348100

ABO

Geen archeologische indicatoren (staat dubbel in Archis3)

n.v.t.

vrijgegeven

ja

4728905100

ABO

Geen archeologische indicatoren

n.v.t.

vrijgegeven

ja

4728905100

ABO

Niet onderzocht deel van plangebied (polygoon komt ook niet overeen met werkelijke ligging plangebied)

n.v.t.

n.v.t.

onbekend

4729245100

ABO

Mogelijk bewoning in LME of later (akkerlaag)

n.v.t.

proefsleuven (uitgevoerd)

nee

4750978100

ABO

Geen archeologische indicatoren aangetroffen

n.v.t.

vrijgegeven

ja

4758202100

AOP

archeologisch onderzocht terrein, niet vrijgegeven

0,9 m -mv

 

nee

4763979100

ABO

Onderzoek uit 2000, onjuist aangegeven in Archis3

n.v.t.

n.v.t.

onbekend

4774224100

AOP

huisplattegronden, spiekers en kuilen uit late bronstijd-late ijzertijd gevonden

n.v.t.

vrijgegeven na graafwerkzaamheden

ja

4774387100

ABO

Geen archeologische indicatoren

n.v.t.

vrijgegeven

ja

4774387100

ABO

Archeologische indicatoren

n.v.t.

Aanvullend onderzoek d.m.v. zeefvakken

nee

4776290100

ABO

Geen archeologische indicatoren

n.v.t.

vrijgegeven

ja

4856926100

APP

Enkele mesolithische vuursteenvondsten (ruis verstoorde vindplaatsen N34) en een mogelijke crematiekuil

n.v.t.

Crematiekuil opgraven, de overige delen zijn vrijgegeven

nee

4869246100

ABE

Geen archeologische indicatoren aangetroffen

n.v.t.

vrijgegeven (enkel de vergraven delen van het plangebied)

ja

4878772100

ABE

Geen sporen/vondsten, echter: rapport is na 2 jaar nog niet beschikbaar. Exacte graaflocatie is dus ook nog niet bekend

n.n.b.

n.n.b.

onbekend

4889594100

ABE

Geen resten van voorden aangetroffen

n.v.t.

vrijgegeven

ja

4895117100

ABO

Geen archeologische indicatoren

n.v.t.

vrijgegeven

ja

4895117100

ABO

Geen archeologische indicatoren

n.v.t.

vrijgegeven

ja

4895117100

ABO

Kans op archeologische resten is middelhoog tot hoog

n.v.t.

archeologische begeleiding

nee

4905930100

AKA

Rapport niet beschikbaar

n.n.b.

n.n.b.

onbekend

4906027100

ABO

Redelijk intacte podzol aangetroffen

n.v.t.

archeologische begeleiding

nee

4906027100

ABO

Geen archeologische indicatoren

n.v.t.

vrijgegeven

ja

4906027100

ABO

Geen archeologische indicatoren

n.v.t.

vrijgegeven

ja

4929801100

ABO

Rapport nog niet beschikbaar

n.n.b.

n.n.b.

onbekend

4931194100

ABE

Verschillende prehistorische sporen aangetroffen die niet gedateerd kunnen worden (paalkuilen, brandkuil)

n.v.t.

vrijgegeven (vlak volledig afgewerkt tot in C-horizont)

ja

4933973100

ABE

Opgegraven

tot diepte huidige ingreep

vrijgegeven na graafwerkzaamheden

deels

4933973100

ABE

Niet onderzocht

n.v.t.

verwachting blijft staan

nee

4936346100

ABO

Rapport nog niet beschikbaar

n.n.b.

n.n.b.

onbekend

4942275100

ABO

Rapport nog niet beschikbaar

n.n.b.

n.n.b.

onbekend

4942283100

ABO

Rapport nog niet beschikbaar

n.n.b.

n.n.b.

onbekend

4955210100

AOP

ijzertijdnederzetting

n.v.t.

vrijgegeven na graafwerkzaamheden

ja

4964429100

ABO

Geen archeologische indicatoren

n.v.t.

vrijgegeven

ja

4975056100

ABO

Geen archeologische indicatoren

n.v.t.

vrijgegeven

ja

5038462100

APP

Enkele bewoningssporen uit de 19e en 20e eeuw gevonden

n.v.t.

vrijgegeven na graafwerkzaamheden

ja

5042617100

ABO

Nog niet onderzocht, of opnieuw te onderzoeken

n.v.t.

Huidige verwachting (middelhoog tot hoog) handhaven

nee

5042617100

ABO

Archeologische indicatoren

n.v.t.

begeleiding

nee

5073413100

APP

vindplaats (LPALEO-NEOB) op basis van gidsartefacten

n.n.b.

overnemen als vindplaats

nee

5074742100

APP

Archeologische verwachting blijft staan

n.v.t.

proefsleuven

nee

5074742100

APP

Archeologische verwachting blijft staan

n.v.t.

proefsleuven

nee

5074742100

APP

Archeologische verwachting blijft staan

n.v.t.

proefsleuven

nee

5078996100

ABE

Archeologische verwachting blijft staan

 

proefsleuven

nee

5080793100

AOP

Geen nieuwe sporen en vondsten aangetroffen

n.v.t.

vrijgegeven

ja

5084081100

ABO

Rapport nog niet beschikbaar

n.n.b.

n.n.b.

onbekend

5087265100

ABE

Rapport nog niet beschikbaar, maar wel bekend dat archeologische sporen en vondsten zijn gedaan

n.n.b.

n.n.b.

onbekend

5090983100

ABO

Archeologisch relevante niveaus veelal verstoord, diepte ingrepen bedreigt eventuele archeologische resten niet

0,9 m -mv

vrijgegeven

deels

5092862100

ABO

Rapport nog niet beschikbaar

n.n.b.

n.n.b.

onbekend

5116392100

AOP

Bodem geheel verstoord

n.v.t.

vrijgegeven

ja

5116392100

AOP

Tijdens begeleiding tot in C-horizont gegraven

n.v.t.

vrijgegeven na graafwerkzaamheden

ja

5116392100

AOP

Tijdens begeleiding tot in C-horizont gegraven

n.v.t.

vrijgegeven na graafwerkzaamheden

ja

5116392100

AOP

Tijdens begeleiding tot in C-horizont gegraven

n.v.t.

vrijgegeven na graafwerkzaamheden

ja

5116392100

AOP

Tijdens begeleiding tot in C-horizont gegraven

n.v.t.

vrijgegeven na graafwerkzaamheden

ja

5123471100

ABO

Rapport nog niet beschikbaar, maar vermoedelijk geen archeologische indicatoren

n.n.b.

n.n.b.

onbekend

5125820100

AOP

individuele huisplaats uit de late bronstijd

n.v.t.

vrijgegeven na graafwerkzaamheden

ja

5163412100

APP

Restanten gracht gevonden

onderkant proefsleuf

vervolgonderzoek

deels (tot onderkant sleuf)

5339020100

AOP

Nederzetting uit bronstijd gevonden

 

vrijgegeven na graafwerkzaamheden

ja

Bijlage 3. Adviezen Celtic fields en karrensporen

Onderstaande adviezen zijn overgenomen uit de rapportage over de actualisatie van Celtic fields en inventarisatie van karrensporen in Drenthe (Van der Veen & Ten Anscher , 2018).

Karrensporen als verbindingssnoer van archeologische en cultuurhistorische parels

De aan het maaiveld nog zichtbare karrensporen zijn behoudenswaardige archeologische overblijfselen en een categorie die vanwege de kwetsbare ligging aan het maaiveld bedreigd is. Met name in gebieden waarbinnen de economische druk gering of afwezig is (de facto de Drentse natuurgebieden), is sprake van karrensporen die nog een grote onderlinge samenhang vertonen, ook met andere karrenspoor-routes. Hier laat zich de samenhang met landschap en met archeologische en cultuurhistorische waarden (akker- en nederzettingspatronen, bezitsverhoudingen (domeinen), enzovoorts) het best bestuderen. Hier vormen de karrensporen vaak nog een goed herkenbaar en beleefbaar onderdeel van het grote verhaal van Drenthe. Vergeleken met de situatie in andere provincies is het Drentse karrensporenbestand betrekkelijk intact, met herkenbare hoofdpatronen. De karrensporen verdienen dan ook veel meer aandacht (en uitleg); ook vanuit een economisch-toeristisch perspectief, als één van de typisch Drentse selling points.

Vanwege het bovenstaande wordt geadviseerd de karrensporen in de natuurgebieden aan te merken als provinciaal archeologisch belang.

Geadviseerd wordt het karrensporenbestand te verwerken in de actualisaties van gemeentelijke archeologische en cultuurhistorische verwachtingskaarten, en in elk geval de karrensporen die zich in natuurgebieden bevinden (en niet in gronden met een agrarische hoofdbestemming), ook op te nemen als archeologische waarden in ruimtelijke plannen. Zodoende kunnen deze karrensporen via een vergunningenstelsel planologisch beschermd worden.

Celtic fields

Geadviseerd wordt de onderhavige actualisatie van de Celtic fields te verwerken in nieuwe gemeentelijke en provinciale beleidskaarten, en in nieuwe ruimtelijke plannen. De contouren, inclusief de 50 m-buffers rondom de zekere Celtic fields, dienen hierin opgenomen te worden.

De ‘af te voeren’ terreinen moeten afgevoerd worden van de gemeentelijke en provinciale beleidskaarten. Deze gebieden moeten op nieuwe gemeentelijke en provinciale archeologische beleidskaarten een afgezwakte archeologische verwachting krijgen, die gebaseerd is op hun landschappelijke ligging (een lage, middelhoge of middelhoge landschappelijke verwachting). Vervolgens moet dit verwerkt worden in nieuwe ruimtelijke plannen. Geadviseerd wordt bij het beoordelen van bestaande ruimtelijke plannen met het bovenstaande – een inmiddels achterhaalde, te zware planologische bescherming – rekening te houden.