Voorbeschermingsregels Net op zee Nederwiek 3 voor Gemeente Goeree-Overflakkee.

Deze regeling is juridisch onderdeel van Omgevingsplan gemeente Goeree-Overflakkee.
Geldend van 30-01-2025 t/m heden

Voorrangsbepaling

Deze voorbeschermingsregels gelden aanvullend op de regels van het omgevingsplan van de gemeente Goeree-Overflakkee. Voor zover de regels van het omgevingsplan van de gemeente Goeree-Overflakkee in strijd zijn met deze voorbeschermingsregels, gelden primair de voorbeschermingsregels.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Afdeling 1.1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

Voor de begrippen die in deze regels gebruikt worden, wordt verwezen naar bijlage II.

Artikel 1.2 Doelen

De voorbeschermingsregels hebben tot doel het creëren en behouden van ruimte voor de ontwikkeling van het Net op zee Nederwiek 3.

Hoofdstuk 2 Voorbeschermingsregels

Artikel 2.1 Vergunningplicht ruimtelijke bouwactiviteiten

  • 1.

    Het is verboden zonder omgevingsvergunning in het projectgebied bouwwerken te bouwen, in stand te houden en te gebruiken.

  • 2.

    De omgevingsvergunning, bedoeld in het eerste lid, wordt geweigerd indien de activiteiten naar het oordeel van het bevoegd gezag de locatie minder geschikt maken voor de verwezenlijking van de bij het in voorbereiding zijnde projectbesluit daaraan te geven regels in het omgevingsplan.

  • 3.

    Het bevoegd gezag vraagt ten behoeve van het oordeel, bedoeld in het tweede lid, om advies:

    • a.

      de Minister;

    • b.

      de toekomstige beheerder van de hoogspanningsverbinding die onderdeel gaat uitmaken van het projectbesluit.

  • 4.

    Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing op ruimtelijke bouwactiviteiten die:

    • a.

      het normale onderhoud en beheer betreffen ten dienste van de functies en activiteiten die op grond van het omgevingsplan zijn toegelaten;

    • b.

      reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van deze voorbeschermingsregels in overeenstemming met de op dat moment geldende toepasselijke regelgeving.

Artikel 2.2 Vergunningplicht uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden

  • 1.

    Het is verboden zonder omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:

    • a.

      het aanbrengen of rooien van hoog opgaande of diep wortelende beplantingen en bomen;

    • b.

      het aanleggen van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen, waaronder bodembeschermingen of bestortingen op de bodem van het oppervlaktewaterlichaam;

    • c.

      het indrijven van voorwerpen in de bodem, uitgezonderd het vervangen van bestaand met de bodem verbonden vistuig en/of het gebruik van spudpalen op het Haringvliet, het Hollands Diep en/of de Amer;

    • d.

      het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage. Dit met uitzondering van onderhoudswerkzaamheden aan oevers, vaarwegen en of waterkeringen door de beheerder;

    • e.

      het permanent opslaan van goederen, uitgezonderd reguliere onderhoudswerkzaamheden door Rijkswaterstaat en/of Havenbedrijf Rotterdam waaronder in ieder geval zandsuppletie en/of het storten van zand of bagger in het Haringvliet, het Hollands Diep en/of de Amer en in of nabij het Slijkgat, alsook het plaatsen/aanpassen van vaarwegmarkering (o.a. betonning);

    • f.

      het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren, behoudens het verruimen, verleggen of vergraven (waaronder baggeren) van vaarwegen in het Haringvliet, het Hollands Diep en/of de Amer;

    • g.

      het aanleggen van kabels & leidingen, anders dan ten behoeve van het Net op zee Nederwiek 3.

  • 2.

    De omgevingsvergunning, bedoeld in het eerste lid, wordt geweigerd indien de werken en werkzaamheden naar het oordeel van het bevoegd gezag de locatie minder geschikt maken voor de verwezenlijking van de bij het in voorbereiding zijnde projectbesluit daaraan te geven regels in het omgevingsplan.

  • 3.

    Het bevoegd gezag vraagt ten behoeve van het oordeel, bedoeld in het tweede lid, om advies:

    • a.

      de Minister;

    • b.

      de toekomstige beheerder van de hoogspanningsverbinding die onderdeel gaat uitmaken van het projectbesluit.

  • 4.

    Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing op activiteiten die:

    • a.

      het normale onderhoud en beheer betreffen ten dienste van de functies en activiteiten die op grond van het omgevingsplan zijn toegelaten;

    • b.

      bestaande activiteiten betreffen;

    • c.

      reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van deze voorbeschermingsregels in overeenstemming met de op dat moment geldende toepasselijke regelgeving;

    • d.

      graafwerkzaamheden betreffen als bedoeld in de Wet informatie-uitwisseling bovengrondse en ondergrondse netten en netwerken;

    • e.

      de uitvoering van werkzaamheden ter voorbereiding van de uitvoering van het vast te stellen projectbesluit betreffen.

Artikel 2.3 Vergunningplicht wijziging gebruik

  • 1.

    Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning het gebruik van gronden en bouwwerken te wijzigen.

  • 2.

    De vergunning, bedoeld in het eerste lid, wordt geweigerd indien het voorgenomen gebruik naar het oordeel van het bevoegd gezag de locatie minder geschikt maakt voor de verwezenlijking van de bij het in voorbereiding zijnde projectbesluit daaraan te geven regels in het omgevingsplan.

  • 3.

    Het bevoegd gezag raadpleegt ten behoeve van het oordeel, bedoeld in het tweede lid, de Minister, alsmede de toekomstige beheerder van de hoogspanningsverbinding die onderdeel gaat uitmaken van het projectbesluit.

Hoofdstuk 3 Overige bepalingen

Artikel 3.1 Algemene beoordelingsregels aanvraag omgevingsvergunning

  • 1.

    Een omgevingsvergunning op grond van het omgevingsplan wordt verleend als deze geen onevenredige afbreuk doet aan het belang dat gediend wordt met de doelen als opgenomen in artikel 1.2.

  • 2.

    Voor een activiteit waarvoor overeenkomstig de daarop toepasselijke beoordelingsregels, bedoeld in hoofdstuk 2, geen omgevingsvergunning kan worden verleend, of die niet overeenkomstig de voor de activiteit geldende algemene regels in dit hoofdstuk kan worden uitgevoerd, wordt een omgevingsvergunning verleend als wordt voldaan aan de volgende criteria:

    • a.

      er zijn geen geschikte alternatieven; en,

    • b.

      het doorgang vinden van de activiteit is noodzakelijk met het oog op een van de doelen zoals benoemd in artikel 1.2.

Artikel 3.2 Eerbiedigende werking

  • 1.

    Een bestaande activiteit die in strijd is met de voorbeschermingsregels, mag worden voortgezet.

  • 2.

    Het is verboden een strijdige activiteit zoals bedoeld in het eerste lid te veranderen, tenzij:

    • a.

      door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;

    • b.

      de activiteit hiermee in overeenstemming met de voorbeschermingsregels wordt gebracht.

Bijlage I Overzicht informatieobjecten

Net op zee Nederwiek 3 - gemeente Goeree Overflakkee

/join/id/regdata/mnre1182/2025/vb_Nederwiek3_GoereeOverflakkee/nld@2025‑01‑17

Bijlage II Begrippen

Bestaand

bij bebouwing: bebouwing zoals legaal aanwezig op het tijdstip van vaststelling van de voorbeschermingsregels, dan wel mag worden gebouwd krachtens een voor dat tijdstip verleende omgevingsvergunning;

bij gebruik: gebruik zoals legaal aanwezig op het tijdstip van inwerkingtreding van de voorbeschermingsregels;

de Minister

De Minister van Klimaat en Groene Groei

Algemene toelichting

Toelichting op de regeling

De voorbeschermingsregels waarmee het omgevingsplan wordt gewijzigd, bestaan uit regels en geografische informatieobjecten (locaties), vergezeld van een toelichting en bijlagen. De regels en de geografische informatieobjecten vormen het juridisch bindende deel. De voorbeschermingsregels zijn gericht op het voorkomen dat zich in het gebied van het in voorbereiding zijnde projectbesluit Net op zee Nederwiek 3 ruimtelijke ontwikkelingen voordoen die het gebied minder geschikt maken voor de verwezenlijking van het project. De toelichting heeft geen bindende werking, maar heeft wel een belangrijke functie bij de uitleg van de regels.

Opbouw van de regels

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Dit hoofdstuk omvat twee artikelen:

  • Artikel 1.1: Begripsbepalingen. Dit artikel bevat alle noodzakelijke begripsbepalingen. Hierdoor wordt de interpretatie van de diverse begrippen vastgelegd, waardoor de duidelijkheid wordt vergroot;

  • Artikel 1.2: Doelen. Dit artikel bevat het doel in verband waarmee regels zijn gesteld die het omgevingsplan wijzigen.

Hoofdstuk 2 Voorbeschermingsregels

In hoofdstuk 2 zijn de vergunningplichtige activiteiten opgenomen die de locatie minder geschikt kunnen maken voor de verwezenlijking van de bij het in voorbereiding zijnde projectbesluit daaraan te geven regels in het omgevingsplan. Hierbij wordt het volgende stramien gevolgd:

  • de aanwijzing van vergunningplichtige activiteiten op basis van artikel 4.14, derde lid onder a Ow;

  • de beoordelingsregels waaraan een aanvraag voor de betreffende activiteit wordt getoetst. In dit kader vindt de afweging plaats of de aangevraagde activiteit naar het oordeel van het bevoegd gezag de locatie minder geschikt maken voor de verwezenlijking van de bij het in voorbereiding zijnde projectbesluit daaraan te geven regels in het omgevingsplan;

  • de aanwijzing van een bestuursorgaan of andere instantie die in de gelegenheid worden gesteld om aan het bevoegd gezag advies uit te brengen over een aanvraag op basis van artikel 4.14, derde lid onder c Ow.