Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR734815
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR734815/1
Beleidsregels tegemoetkoming kosten kinderopvang op basis van Sociaal Medische Indicatie gemeente Zoeterwoude 2025
Geldend van 31-01-2025 t/m heden
Intitulé
Beleidsregels tegemoetkoming kosten kinderopvang op basis van Sociaal Medische Indicatie gemeente Zoeterwoude 2025Artikel 1. Begripsbepalingen
Alle begrippen en definities die in deze beleidsregels worden gebruikt, hebben dezelfde betekenis als in de Wet kinderopvang, de Participatiewet en de Algemene wet bestuursrecht en zijn daarmee bindend voor deze beleidsregels.
In deze beleidsregels worden aanvullend de onderstaande begrippen gebruikt:
- a.
Inkomensafhankelijke eigen bijdrage: Een bijdrage in de kosten voor de kinderopvang.
- b.
Kind: Een in de gemeente Zoeterwoude ingeschrevene in de leeftijd van 0 tot en met 12 jaar, dan wel een kind dat in de laatste groep van de basisschool zit.
- c.
Kinderopvang: Opvang van kinderen tot en met 12 jaar gedurende werkdagen, ter ondersteuning van arbeidstoeleiding of ter ondersteuning van specifieke gezinssituaties of op grond van een Sociaal Medische Indicatie.
- d.
Ouder: Gezaghebbende ouder(s), pleegouder(s), adoptiefouder(s), verzorgers van het kind dat woonachtig is in de gemeente Zoeterwoude.
- e.
Sociaal Medische Indicatie (SMI): Een tijdelijke indicatie waaruit blijkt dat kinderopvang noodzakelijk is vanwege sociale, psychische of medische redenen. De redenen kunnen gelegen zijn bij de ouder en/of het kind.
- f.
Voorliggende voorziening: Elke passende (opvang)voorziening waarop de ouder aanspraak kan maken of een beroep op kan doen voor de bekostiging van de kinderopvang of opvang in de informele sfeer voordat aanspraak kan worden gemaakt op beleidsregel tegemoetkoming kosten kinderopvang op basis van Sociaal Medische Indicatie.
Artikel 2. Voorwaarden tegemoetkoming
-
1. Om voor een tegemoetkoming kosten kinderopvang op grond van Sociaal Medische Indicatie in aanmerking te komen, moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
- a.
Het kind is in de leeftijd 0 tot en met 12 jaar;
- b.
Eén of meerdere van onderstaande situaties is van toepassing:
- 1.
De betrokken ouder behoort tot de categorie personen met lichamelijke, zintuigelijke, verstandelijke en/of psychische beperking waardoor hij/zij niet in staat is de (volledige) verzorging van het kind op zich te nemen; dan wel
- 2.
In het gezin is een sociale en/of medische crisissituatie waardoor de ouder tijdelijk niet in staat is de verzorging van het kind op zich te nemen; dan wel
- 3.
Als gevolg van de thuissituatie loopt het kind een ontwikkelingsachterstand op of dreigt het kind een ontwikkelingsachterstand op te lopen;
- 1.
- c.
In geval van een lichamelijke, verstandelijke en/of psychische beperking van de ouder(s) is er sprake van een medisch behandeltraject en/of professionele begeleiding om de problematiek weg te nemen;
- a.
-
2. De medische of sociale noodzaak voor kinderopvang dient ondersteund te worden door een advies van een professional van een organisatie die een sociaal of medisch oordeel kan vormen over het kind en/of de ouder. Hieronder worden professionals gerekend behorende tot Jeugdteams Leidse regio, Sociaal Team Zoeterwoude, Centrum Jeugd en Gezin en zorgorganisaties betrokken bij het kind en/of het gezin.
-
3. De opvang dient plaats te vinden bij een kinderopvangorganisatie die gevestigd is in de gemeente Zoeterwoude en die geregistreerd is in het Landelijk Register Kinderopvang (LRK).
Artikel 3. Aanvraag
-
1. De aanvraag moet door de ouder(s) worden gedaan door middel van het gemeentelijk (digitaal) aanvraagformulier Tegemoetkoming kosten kinderopvang.
-
2. Op het aanvraagformulier vermeldt de aanvrager de volgende gegevens:
- a.
De reden waarom kinderopvang gewenst is en het aantal gewenste dagdelen;
- b.
De reden waarom niet zelf in de kinderopvang kan worden voorzien, geen beroep kan worden gedaan op een andere voorliggende voorziening en geen beroep kan worden gedaan op de kinderopvangtoeslag;
- c.
Een plan van aanpak om te komen tot een situatie waarin ondersteuning via een gemeentelijke tegemoetkoming kinderopvang op basis Sociaal Medische Indicatie niet meer nodig is.
- a.
-
3. Bij een aanvraag overlegt de aanvrager de volgende gegevens:
- a.
Gegevens omtrent het toetsingsinkomen (jaaropgave en/of salarisspecificatie);
- b.
Gegevens ontvangen kinderopvangtoeslag van de Belastingdienst.
- a.
Artikel 4. Onderzoek
-
1. Voor aanvang van het onderzoek beoordeelt het college of alle informatie die nodig is voor een onderzoek beschikbaar is.
-
2. Het college onderzoekt in samenspraak met degene die de aanvraag heeft gedaan de gezinssituatie, de problematiek en oplossingen.
-
3. In het kader van het onderzoek kan het nodig zijn om een (medisch) advies in te winnen van een onafhankelijk (medisch) deskundige.
Artikel 5. Besluit
-
1. Het college besluit met inachtneming van deze beleidsregels op aanvragen.
Artikel 6. Inhoud beschikking
-
1. Het besluit over een aanvraag wordt schriftelijk bekendgemaakt. De beschikking bevat in ieder geval de volgende gegevens:
- a.
Naam en adres van ouder(s);
- b.
Naam en geboortedatum van het kind of de kinderen voor wie de opvang is geïndiceerd;
- c.
De reden waarom de tegemoetkoming wordt verstrekt;
- d.
De inspanning(en) die door de ouder(s) gepleegd moeten worden om te komen tot een situatie waarin een tegemoetkoming niet meer nodig is (plan van aanpak):
- e.
De omvang en de locatie van de opvang;
- f.
De geldigheidsduur van het besluit;
- g.
De wijze waarop de tegemoetkoming wordt uitbetaald;
- a.
-
2. In geval van een (gedeeltelijke) afwijzing wordt de reden van de (gedeeltelijke) afwijzing vermeld.
Artikel 7. Afwijzing tegemoetkoming
-
1. Het college wijst een aanvraag voor een tegemoetkoming kosten kinderopvang op grond van Sociaal Medische Indicatie in ieder geval af indien sprake is van één van onderstaande gronden:
- a.
Aan de in artikel 3 lid 1 en lid 2 vermelde voorwaarden wordt niet voldaan;
- b.
Er is sprake van een voorliggende voorziening;
- c.
Er is sprake van ondersteuning vanuit het netwerk rond het gezin waardoor geen noodzaak tot kinderopvang aanwezig is.
- a.
-
2. Het (netto-)inkomen mag niet hoger zijn dan de van toepassing zijnde bijstandsnormen zoals genoemd in artikel 20 tot en met artikel 24 van de Participatiewet, waarbij de kostendelersnorm niet van toepassing is.
-
3. Het vermogen mag niet hoger zijn dan de van toepassing zijnde vermogensgrens van artikel 34 derde lid van de Participatiewet.
Artikel 8. Omvang en duur tegemoetkoming
-
1. De tegemoetkoming wordt verleend met ingang vanaf de eerste dag dat plaatsing op een kinderopvanglocatie, zoals bedoeld in artikel 3 derde lid, gerealiseerd is en gemeld is aan het college.
-
2. Het college stelt de omvang van het aantal uur opvang vast op maximaal drie dagen of zes dagdelen per week voor kinderopvang en maximaal drie dagen per week voor buitenschoolse opvang.
-
3. De tegemoetkoming wordt voor een periode van maximaal 12 maanden verstrekt.
-
4. Een tegemoetkoming wordt niet met terugwerkende kracht verstrekt. De kosten van kinderopvang mogen alleen betrekking hebben op een periode na de indiening van de aanvraag voor tegemoetkoming of vanaf de eerste dag van plaatsing zoals bedoeld in het eerste lid.
Artikel 9. Eigen bijdrage
-
1. De ouder die in aanmerking komt voor de tegemoetkoming is hiervoor maandelijks een eigen bijdrage verschuldigd. De hoogte van de eigen bijdrage is gelijk aan de door de Belastingdienst gehanteerde tarieventabel.
-
2. De eigen bijdrage kan worden kwijtgescholden indien er sprake is van een schuldhulpverleningstraject. De aanvrager dient hiervoor bewijslast aan te leveren.
-
3. Als het inkomen van de ouder(s) lager is dan 120% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm kan er op grond van de Participatiewet door de ouder(s) bijzondere bijstand aangevraagd worden voor vergoeding van de eigen bijdrage.
Artikel 10. Inlichtingen- en medewerkingsplicht
-
1. De ouder doet al het mogelijke om de inzet van de noodzakelijke kinderopvang zo beperkt mogelijk te houden.
-
2. De ouder doet aan het college uit eigen beweging of op verzoek direct mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze van invloed kunnen zijn op het recht van een tegemoetkoming.
-
3. De ouder verstrekt desgevraagd aan het college, binnen een door het college te stellen redelijke termijn, alle gegevens en inlichtingen die voor de aanspraak op en de hoogte van de tegemoetkoming van de gemeente van belang zijn.
-
4. De ouder aan wie het college een tegemoetkoming in de kinderopvang op basis van Sociaal Medische Indicatie heeft toegekend, is verplicht om iedere vorm van hulpverlening te accepteren die er op gericht is om de oorzaak van de noodzaak tot kinderopvang aan te pakken en mee te werken aan een plan van aanpak van de hulpverlener.
-
5. De ouder dient in het kader van de in lid 4 genoemde hulpverlening mee te werken aan een tussentijdse evaluatie.
Artikel 11. Verlenging indicatie
-
1. Indien na de einddatum een verlenging noodzakelijk is, zal daarvoor een nieuwe aanvraag gedaan moeten worden. De aanvraag dient minimaal zes (6) weken voor het verstrijken van het geldende besluit ingediend te worden.
-
2. De aanvraag voor verlenging dient:
- a.
te voldoen aan het in artikel 5 gestelde;
- b.
een onderbouwing te bevatten waarom het plan van aanpak als onderdeel van de eerdere aanvraag (zoals beschreven in artikel 5 tweede lid sub c) niet heeft geleid tot het resultaat dat ondersteuning via een gemeentelijke tegemoetkoming niet meer nodig is;
- c.
een plan van aanpak te bevatten om – middels de verlenging – alsnog te komen tot een situatie waarin ondersteuning via een gemeentelijke tegemoetkoming kinderopvang op basis Sociaal Medische Indicatie niet meer nodig is.
- a.
-
3. Het college beslist binnen zes (6) weken op de verlengingsaanvraag.
Artikel 12. Hardheidsclausule
-
1. Het college kan in bijzondere gevallen besluiten af te wijken van deze beleidsregels, indien toepassing hiervan leidt tot onbillijkheden van overwegende aard.
-
2. In gevallen waarin deze beleidsregels niet voorzien, beslist het college.
Artikel 13. Inwerkingtreding en citeertitel
-
1. Deze beleidsregels treden in werking op 1 januari 2025.
-
2. Deze beleidsregels worden aangehaald als beleidsregels tegemoetkoming kosten kinderopvang op basis van Sociaal Medische Indicatie gemeente Zoeterwoude 2025.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl