Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR734697
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR734697/1
Verordening bedrijveninvesteringszone Hazeldonk 2025-2029
Geldend van 29-01-2025 t/m heden
Intitulé
Verordening bedrijveninvesteringszone Hazeldonk 2025-2029De raad van de gemeente Breda
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 1 oktober 2024, kenmerk 4643322;
Gelet op de Wet op de bedrijveninvesteringszones;
Gezien de tussen de gemeente Breda en Stichting BIZ Hazeldonk gesloten Uitvoeringsovereenkomst van 17 september 2024;
B E S L U I T:
vast te stellen de:
Verordening bedrijveninvesteringszoneHazeldonk 2025-2029
HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1 Definities
Deze verordening verstaat onder:
- -
bedrijveninvesteringszone: het bij deze verordening aangewezen gebied in de gemeente Breda. Het aangewezen gebied is vermeld op de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende kaart;
- -
college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda;
- -
uitvoeringsovereenkomst: de tussen de gemeente Breda en de Stichting BIZ Hazeldonk op 1 oktober 2024 respectievelijk gesloten overeenkomst als bedoeld in artikel 7, derde lid, van de wet;
- -
wet: de Wet op de bedrijveninvesteringszones.
HOOFDSTUK II BELASTINGBEPALINGEN
Artikel 2 Belastbaar feit en aard van de belasting
-
1. Onder de naam ‘BIZ-bijdrage’ wordt jaarlijks een directe belasting geheven ter zake van binnen de bedrijveninvesteringszone gelegen onroerende zaken die op grond van artikel 220a van de Gemeentewet niet in hoofdzaak tot woning dienen.
-
2. De BIZ-bijdrage wordt geheven ter bestrijding van de kosten die zijn verbonden aan activiteiten in de openbare ruimte en op internet, die zijn gericht op het bevorderen van de leefbaarheid of de veiligheid in de bedrijveninvesteringszone of de ruimtelijke kwaliteit of de economische ontwikkeling van de bedrijveninvesteringszone.
Artikel 3 Belastingobject
Belastingobject is de onroerende zaak, bedoeld in artikel 16 van de Wet waardering onroerende zaken.
Artikel 4 Belastingplicht
-
1. De BIZ-bijdrage wordt geheven van de gebruiker; zijnde degene die bij het begin van het kalenderjaar al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht een in de bedrijveninvesteringszone gelegen onroerende zaak gebruikt.
-
2. Voor de toepassing van dit artikel wordt:
- a.
gebruik door degene aan wie een deel van een belastingobject in gebruik is gegeven, aangemerkt als gebruik door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven. Degene die het deel in gebruik heeft gegeven, is bevoegd de BIZ-bijdrage als zodanig te verhalen op degene aan wie dat deel in gebruik is gegeven;
- b.
het ter beschikking stellen van een belastingobject voor volgtijdelijk gebruik aangemerkt als gebruik door degene die het belastingobject ter beschikking heeft gesteld. Degene die het belastingobject ter beschikking heeft gesteld is bevoegd de BIZ-bijdrage als zodanig te verhalen op degene aan wie dat belastingobject ter beschikking is gesteld.
- a.
-
3. Indien een belastingobject bij het begin van een kalenderjaar geen gebruiker kent, wordt de van de gebruiker te heffen BIZ-bijdrage geheven van de eigenaar. Voor de toepassing van dit artikel wordt als eigenaar aangemerkt degene die bij het begin van het kalenderjaar als zodanig in de basisregistratie van het kadaster is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.
Artikel 5. Maatstaf van heffing
-
1. De BIZ-bijdrage wordt geheven naar de op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken voor het belastingobject vastgestelde waarde, zoals deze geldt voor het kalenderjaar waarvoor de BIZ-bijdrage wordt geheven.
-
2. Bij de bepaling van de heffingsmaatstaf wordt buiten aanmerking gelaten de waarde van gedeelten van het belastingobject die in hoofdzaak tot woning dienen, dan wel in hoofdzaak dienstbaar zijn aan woondoeleinden.
-
3. Indien met betrekking tot het belastingobject geen waarde is vastgesteld op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken, wordt de heffingsmaatstaf van dat belastingobject bepaald met toepassing van artikel 6, alsmede met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18 en 20, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken.
Artikel 6 Vrijstellingen
-
1. In afwijking in zoverre van artikel 5 wordt bij de bepaling van de heffingsmaatstaf buiten aanmerking gelaten, voor zover dit niet al is gebeurd bij de bepaling van de in dat artikel bedoelde waarde, de waarde van:
- a.
voor de land- of bosbouw bedrijfsmatig geëxploiteerde cultuurgrond, daaronder mede begrepen de open grond, alsmede de ondergrond van glasopstanden, die bedrijfsmatig aangewend wordt voor de kweek of teelt van gewassen, zonder daarbij de ondergrond als voedingsbodem te gebruiken;
- b.
glasopstanden, die bedrijfsmatig worden aangewend voor de kweek of teelt van gewassen, voor zover de ondergrond daarvan bestaat uit de in onderdeel a bedoelde grond;
- c.
onroerende zaken die in hoofdzaak zijn bestemd voor de openbare eredienst of voor het houden van openbare bezinningssamenkomsten van levensbeschouwelijke aard, een en ander met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die dienen als woning;
- d.
één of meer onroerende zaken die deel uitmaken van een op de voet van de Natuurschoonwet 1928 aangewezen landgoed dat voldoet aan de voorwaarden genoemd in artikel 8 van het Rangschikkingsbesluit Natuurschoonwet 1928, met uitzondering van de daarop voorkomende gebouwde eigendommen;
- e.
natuurterreinen, waaronder mede worden verstaan duinen, heidevelden, zandverstuivingen, moerassen en plassen, die door rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid welke zich uitsluitend of nagenoeg uitsluitend het behoud van natuurschoon ten doel stellen, beheerd worden;
- f.
openbare land- en waterwegen en banen voor openbaar vervoer per rail, een en ander met inbegrip van kunstwerken;
- g.
waterverdedigings- en waterbeheersingswerken die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen, met uitzondering van de delen van zodanige werken die dienen als woning;
- h.
werken die zijn bestemd voor de zuivering van riool- en ander afvalwater en die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen, met uitzondering van de delen van zodanige werken die dienen als woning;
- i.
werktuigen die van een onroerende zaak kunnen worden afgescheiden zonder dat beschadiging van betekenis aan die werktuigen wordt toegebracht en die niet op zichzelf als gebouwde eigendommen zijn aan te merken;
- j.
straatmeubilair, waaronder begrepen alle zodanige gebouwde eigendommen - niet zijnde gebouwen - welke zijn geplaatst voor het belang van het publiek, ten dienste van het verkeer of ter verfraaiing van de gemeente, zoals lichtmasten, verkeersinstallaties, standbeelden, monumenten, fonteinen, banken, abri's, hekken en palen;
- a.
Artikel 7 Tarief BIZ-bijdrage
-
1. Het tarief van de BIZ-bijdrage bedraagt minimaal per jaar per belastingobject voor:
2025
2026
2027
2028
2029
€ 536,00
€ 541,36
€ 546,77
€ 552,24
€ 557,76
-
2. Het bedrag genoemd in lid 1 van dit artikel wordt vermeerderd met een percentage van de heffingsmaatstaf berekend over de waarde hoger dan € 75.000,00. Het percentage bedraagt voor:
2025
2026
2027
2028
2029
0,040%
0,0404%
0,0408%
0,0412%
0,0416%
Artikel 8 Wijze van heffing
De BIZ-bijdrage wordt jaarlijks bij wege van aanslag geheven.
Artikel 9 Termijnen van betaling
-
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 worden de aanslagen betaald uiterlijk op de laatste dag van de tweede maand na de dagtekening van het aanslagbiljet.
-
2. Betaling via automatische incasso is voor alle aanslagen mogelijk. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid geldt, ingeval machtiging is verleend tot automatische incasso en het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen meer dan € 100,00 doch niet meer dan € 10.000,00 bedraagt, dat de aanslagen moeten worden betaald in maximaal tien gelijke bedragen waarvan de eerste termijn vervalt op de 28e dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
-
3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.
Artikel 10 Looptijd belastingheffing
De looptijd van de belastingheffing bedraagt vijf jaren met ingang van het jaar 2025 en derhalve eindigend met het jaar 2029.
Artikel 11 Nadere regels door het dagelijks bestuur
Het Dagelijks Bestuur van de Belastingsamenwerking West-Brabant kan nadere regels stellen met betrekking tot de heffing en de invordering van de BIZ-bijdrage.
HOOFDSTUK III SUBSIDIEBEPALINGEN
Artikel 12 Buiten toepassing algemene subsidieverordening
Op de subsidie op grond van deze verordening is de Algemene subsidieverordening Breda 2025 (of zoals deze nadien is gewijzigd) niet van toepassing.
Artikel 13 Aanwijzing stichting
De Stichting BIZ Hazeldonk wordt aangewezen als stichting als bedoeld in artikel 7 van de wet.
Artikel 14 Subsidieverlening
-
1. De subsidie voor de uitvoering van de activiteiten die zijn opgenomen in de uitvoeringsovereenkomst wordt jaarlijks door het college verstrekt aan de in artikel 13 aangewezen stichting voor de uitvoering van de activiteiten die zijn opgenomen in de uitvoeringsovereenkomst. De subsidie wordt verleend op een daartoe gedane aanvraag, die vergezeld moet gaan van de in de uitvoeringsovereenkomst genoemde stukken.
-
2. De subsidie bedraagt maximaal het bedrag van de jaarlijks ontvangen BIZ-bijdragen.
Artikel 15 Subsidieverplichtingen
Naast de in artikel 4:37 van de Algemene wet bestuursrecht genoemde verplichtingen kunnen aan de stichting ook andere doelgebonden verplichtingen worden opgelegd. Deze verplichtingen zijn opgenomen in de uitvoeringsovereenkomst.
Artikel 16 Subsidievaststelling
-
1. De Stichting BIZ Hazeldonk is verplicht om binnen vier maanden na afloop van het subsidiejaar de in de uitvoeringsovereenkomst opgenomen stukken te overleggen.
-
2. De subsidie wordt vastgesteld uiterlijk 13 weken na ontvangst van de in het voorgaande lid genoemde stukken.
Artikel 17 Melding van relevante wijzigingen
De Stichting BIZ Hazeldonk stelt het college zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte van:
- -
meer dan ondergeschikte veranderingen in haar financiële situatie;
- -
een wijziging van de statuten;
- -
verandering of beëindiging van activiteiten.
Artikel 18 Reglement draagvlakmeting
Op de draagvlakmeting als bedoeld in artikel 4 van de wet is het door het college op 1 oktober 2024 vastgestelde Reglement draagvlakmeting Bedrijveninvesteringszones gemeente Breda 2024 van toepassing.
HOOFDSTUK IV SLOTBEPALINGEN
Artikel 19 Overgangsrecht
De Verordening bedrijveninvesteringszone Hazeldonk 2020-2024 vastgesteld bij raadsbesluit van 29 augustus 2019 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 20, tweede lid genoemde datum van ingang van heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Artikel 20 Inwerkingtreding
-
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag nadat het college heeft bekendgemaakt dat van voldoende steun als bedoeld in artikel 4 van de wet is gebleken.
-
2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2025.
Artikel 21 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: “Verordening bedrijveninvesteringszone Hazeldonk 2025-2029”.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 17 oktober 2024.
De voorzitter,
De griffier,
Bijlage 1 Kaart gebied behorende bij Verordening bedrijveninvesteringszone Hazeldonk 2025-2029
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl