Beleidsregels Sociaal Medische Indicatie Etten-Leur

1. Alle begrippen die in deze beleidsregels zijn opgenomen en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Wet kinderopvang, Participatiewet, en Algemene wet bestuursrecht of Gemeentewet.

2. In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

• a.

  college: het college van burgemeester en wethouders van Etten-Leur;

• b.

  contract: de schriftelijke overeenkomst tussen de ouder en de kinderopvang, waarin in ieder geval staat: naam, geboortedatum en adres van het kind, het uurtarief van de opvang, het aantal opvanguren per maand, de datum dat de opvang ingaat en de einddatum alsmede het soort opvang;

• c.

  crisissituatie: een zware noodsituatie waarbij het functioneren van een stelsel ernstig verstoord raakt;

• d.

  (inkomensafhankelijke) eigen bijdrage: het gedeelte van de kosten dat de ouder zelf moet bijdragen na toekenning van de tegemoetkoming voor kinderopvang SMI. De hoogte van de eigen bijdrage wordt berekend op basis van het (gezamenlijke) belastbare inkomen en de kinderopvangtoeslagtabel van de Belastingdienst, geldend voor het jaar waarvoor de aanvraag wordt gedaan;

• e.

  gecertificeerde Instelling: een gecertificeerde instelling houdt zich bezig met jeugdbescherming en jeugdreclassering en voldoet aan kwaliteitseisen van de overheid;

• f.

  inkomensspecificatie: document waarin staat hoe uw inkomen is berekend of uw gegevens van het salaris, zoals een uitkeringsspecificatie, loonstrook of salarisspecificatie;

• g.

  inkomenstabel belastingdienst: Op grond van artikel 8 Besluit kinderopvangtoeslag geldende tabel waarin de inkomensafhankelijke percentages voor de tegemoetkomingen in de kosten kinderopvang zijn opgenomen;

• h.

  kinderopvang: verzamelterm voor verschillende mogelijkheden om kinderen op te vangen, ter ondersteuning van de ontwikkeling van kinderen en/of op het moment dat kinderen niet opgevangen kunnen worden door ouders;

• i.

  kinderopvangtoeslag belastingdienst: Ouders die allebei werken, alleenstaande ouders die werken, ouders die een traject naar werk volgen, ouders die een opleiding of inburgeringstraject volgen, en gezinnen waarin de een van de ouders werkt en de andere ouder een permanente indicatie heeft vanuit de Wet langdurige zorg, kunnen een bijdrage in de kosten voor kinderopvang aanvragen bij de Belastingdienst.

• j.

  machtigingsformulier doorbetaling kinderopvang; formulier voor rechtstreekse betaling van de kosten aan de kinderopvang;

• k.

  uurtarief: het door rijk bepaalde maximale fiscale uurtarief voor kinderopvang, gelden voor het jaar waarvoor de aanvraag wordt gedaan;

• l.

  voorliggende voorziening: elke mogelijkheid om buiten deze beleidsregels in kinderopvang te voorzien waarop door de ouder aanspraak kan worden gemaakt.

1. Deze regeling is van toepassing op een ouder(s)/pleegouder(s)/ verzorger(s)/wettelijke vertegenwoordiger(s) en/of het kind of kinderen, woonachtig in de gemeente Etten-Leur en aldaar ingeschreven in de Basisregistratie Personen (BRP) en rechtmatig in Nederland verblijft of verblijven en

• a.

  waarbij het gezin in een sociale of medische crisissituatie beland is, waardoor ouders niet in staat zijn de verzorging van het kind op zich te nemen;

• b.

  waarvan de ouder tot de categorie personen behoort met een lichamelijke, zintuiglijke, verstandelijke of psychische beperking voor wie is vastgesteld dat één of meer van deze beperkingen kinderopvang noodzakelijk maken, en;

• c.

  ouder(s) die geen beroep kunnen doen op voorliggende voorzieningen zoals beschreven in artikel 6 van deze beleidsregel.

2. Deze regeling is van toepassing op een gecertificeerde Instelling die in het kader van een rechterlijke uitspraak Jeugdbescherming een voogdijmaatregel uitvoert. In dat geval wordt de Gecertificeerde Instelling voor de toepassing van deze beleidsregels met een ouder of pleegouder gelijkgesteld.

1. Op basis van sociaal-medische noodzaak, wordt de indicatie vastgesteld door de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) consulent uit de gemeente Etten-Leur;

• a.

  De Wmo-consulent doet het onderzoek dat hij/zij vastlegt in een verslag wat onderdeel uitmaakt van het aanvraagformulier;

• b.

  Het advies vanuit de Wmo-consulent bevat de volgende elementen:

  • -

    Aantal noodzakelijke uren (per dag(delen), verwachte duur en eventuele afbouw);

  • -

    Beschrijving van de noodzaak voor de opvang, verwachte duur van de kinderopvang SMI en het vooruitzicht, indoen van toepassing, over de mogelijke verbetering van de gezinssituatie (of oplossen van de hulpvraag);

  • -

    Informatie van betrokken instanties of instellingen (daar waar van toepassing medisch/specialistisch advies).

2. De maximale geldigheidsduur indicatie betreft in principe twaalf maanden, met inachtneming dat de toekenning tot de eerste dag van de maand waarop het voortgezet onderwijs voor het kind/kinderen begint en met onderbouwing voor langere periode kan worden afgegeven;

3. Op basis van een nieuwe aanvraag SMI met een nieuw advies, kan de indicatie verlengd worden, waarbij opnieuw een aanvraag moet worden ingediend zoals beschreven in lid 1 van dit artikel;

4. Inzet dagdelen in beginsel tijdens sociaal medische behandeldagen of -dagdelen van de ouder(s) of tijdens de werkdagen van een van de ouders;

5. Uitvoering kinderopvang door een geregistreerd kinderopvang volgens het Landelijk Register Kinderopvang (LRK);

6. Uitvoering kinderopvang conform wettelijk vereisten en geldende kwaliteitskaders.

1. De hoogte van de tegemoetkoming is bepaald op basis van de uurtarieven die door de kinderopvang instellingen worden gehanteerd;

2. De hoogte van de tegemoetkoming is afhankelijk van het inkomen van de ouder(s). Volledige tegemoetkoming is uitsluitend mogelijk voor ouder(s) met een inkomen tot 120% van het sociaal minimum;

3. De tegemoetkoming kan bij 100% toekenning maandelijks rechtstreeks aan de houder van de kinderopvang worden uitbetaald op basis van een ingediende declaratie. De declaratie bevat in ieder geval de volgende gegevens en bewijsstukken.

• -

  Naam, geboortedatum van het kind op wie de aanvraag betrekking heeft;

• -

  Het aantal uren kinderopvang op basis van de kinderopvang SMI;

• -

  De verschuldigde uurtarief van de kinderopvang op basis van een kinderopvang SMI;

• -

  Boekingsnummer van de gemeente waarop gedeclareerd kan worden.

4. Is het inkomen hoger dan 120% van het sociaal minimum, dan wordt vanuit de inkomstentabel van de belastingdienst de percentage tegemoetkoming en de eigen bijdrage berekend.

1. Het college stelt op aanvraag van de ouder (via het Wmo loket ELZ met een vraag over een kinderopvang SMI) vast of er sprake is zoals bedoeld in artikel 1 van deze regeling;

• a.

  De aanvraag dient voorzien te zijn van de door het college gevraagde bewijsstukken waaronder:

  • -

    Aanvraagformulier ingevuld, ondertekend door ouder(s);

  • -

    Een inkomensspecificatie van de laatste 3 maanden;

  • -

    Machtigingsformulier doorbetaling kinderopvang;

  • -

    (Concept)contract kinderopvangorganisatie (inclusief kosten overzicht);

2. Het college is bevoegd om met terugwerkende kracht tot maximaal 3 maanden na de startdatum de aanvraag toe te kennen;

3. Het college stelt de tegemoetkoming kinderopvang vast tot ten hoogste de werkelijk gemaakte kosten aan noodzakelijk geachte kinderopvang en toetst dit aan de hand van een specificatie van de feitelijke kosten;

4. Het college kan, periodiek dan wel op elk moment, een onderzoek instellen naar de noodzaak en de rechtmatigheid van de tegemoetkoming kinderopvang;

5. De tegemoetkoming wordt vastgelegd in een beschikking. In de beschikking staat de kinderopvangorganisatie, termijn van de kinderopvang, het aantal dagdelen per week en is bindend.

1. De tegemoetkoming is niet van toepassing op tussen schoolse opvang;

2. Het college weigert de tegemoetkoming als er sprake is van een voorliggende voorziening. Wanneer ouder(s) tot de doelgroep behoort en de voorliggende voorziening niet toereikend is in de behoefte, is het mogelijk de tegemoetkoming toe te kennen als aanvulling.

Tot een voorliggende voorziening wordt in ieder geval gerekend:

• a.

  De Wet Kinderopvang;

• b.

  Indicatie voor- en vroegschoolse educatie;

• c.

  Kostwinnersregeling;

• d.

  Reductieregeling;

• e.

  Mogelijkheid voor informele opvang/steunouder;

• f.

  Bijdrage van de werkgever.

1. De ouder doet al het mogelijke om de inzet van de noodzakelijke kinderopvang zo beperkt mogelijk te houden;

2. De ouder doet aan het college uit eigen beweging of op verzoek direct mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze van invloed kunnen zijn op het recht op een tegemoetkoming;

3. De ouder is verplicht wanneer het college, daarnaar gevraagd, medewerking te verlenen aan de uitvoering van deze regeling.

1. Het college kan het recht op tegemoetkoming herzien of intrekken als:

• a.

  Het niet behoorlijk nakomen van de inlichtingen als bedoeld in artikel 7 geleid heeft tot een onterechte of een te hoog verstrekte tegemoetkoming;

• b.

  De kinderopvang niet meer plaatsvindt of niet langer adequaat is;

• c.

  De ouder of het kind niet meer woonachtig is in de gemeente Etten-Leur;

• d.

  De ouder aanspraak kan maken op een voorliggende voorziening;

• e.

  Anderszins een tegemoetkoming ten onrechte tot een te hoog bedrag verstrekt is.

2. Als het college een besluit tot herziening of intrekking als bedoeld in artikel 12 heeft genomen, kan het college de ten onrechte of te hoog verstrekte tegemoetkoming terugvorderen.

1. Deze regeling treedt inwerking op de dag na publicatie van de regeling.

2. De regeling ‘Beleidsregels Tegemoetkoming kosten kinderopvang bij sociaal medische indicatie Gemeente Etten-Leur (2014)’ wordt gelijktijdig ingetrokken.

3. Deze regeling is van toepassing op de aanvragen die worden ontvangen na de dag van publicatie.