Uitvoeringsprogramma - Vergunningverlening, toezicht en handhaving BWT, RO en Brandveiligheid 2025 (D-135691)

Geldend van 29-01-2025 t/m heden

Intitulé

Uitvoeringsprogramma - Vergunningverlening, toezicht en handhaving BWT, RO en Brandveiligheid 2025 (D-135691)

Besluit

  • 1.

    Het Uitvoeringsprogramma - Vergunningverlening, toezicht en handhaving BWT, RO en Brandveiligheid 2025 (D-135691) vast te stellen.

  • 2.

    De raad te informeren via een memo (D-135692).

1. Inleiding

Voor u ligt het Uitvoeringsprogramma Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving 2025 (hierna: Uitvoeringsprogramma). In het Uitvoeringsprogramma leest u hoe de gemeente Beverwijk in 2025 uitvoering geeft aan de diverse vergunning- en handhavingstaken met betrekking tot de fysieke leefomgeving. Het gaat hierbij om onderwerpen gerelateerd aan de Omgevingswet, zoals bouwen, slopen, omgevingsvergunningen, brandveiligheid en milieu. Met het uitvoeringsprogramma beoogt de gemeente Beverwijk een beeld te schetsen van doelen, activiteiten en prioriteiten die voor 2025 zijn vastgesteld.

Op grond van een probleemanalyse zijn de prioriteiten vastgesteld en de doelstellingen geformuleerd waar de gemeente zich de komende jaren op richt bij de uitvoering van de taken. In het Vergunningverlening- en Handhavingsbeleid voor de fysieke leefomgeving 2024-2028 (hierna: het beleid) wordt beschreven welke doelstellingen zijn vastgesteld op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving voor die periode. In dit uitvoeringsprogramma wordt aangegeven welke taken in 2025 worden uitgevoerd en wat de noodzakelijke capaciteit en financiële middelen zijn om de beoogde doelen te kunnen bereiken. De benodigde capaciteit is vergeleken met de beschikbare capaciteit.

Het college wil een (brand)veilige, schone en gezonde woon-, werk- en leefomgeving voor haar inwoners en bedrijven. Dit wordt bereikt door onder andere kwalitatief goede vergunningen tijdig te verlenen, erop toe te zien en zo nodig te handhaven zodat in overeenstemming met de verleende vergunningen wordt gehandeld. Daarnaast wordt vergunningverlening, toezicht en handhaving op een eenduidige en uniforme wijze uitgevoerd en de zichtbaarheid van de toezichthouders in de fysieke leefomgeving vergroot. Om er vervolgens op toe te zien dat de toekomstige en bestaande bouwwerken ook brandveilig zijn, is het van belang dat bouwwerken regelmatig worden gecontroleerd.

1.2 Leeswijzer

Dit uitvoeringsprogramma is als volgt opgebouwd. In hoofdstuk 2 wordt het wettelijk kader geschetst. Vervolgens zal in hoofdstuk 3 worden ingegaan op de doelstellingen en programmadoelen. Daarna wordt in hoofdstuk 4 geeft inzicht in de intensiteit van vergunningen. In hoofdstuk 5 word de intensiteit in toezicht en handhaving voor zowel de nieuwbouw als de bestaande bouw weergegeven. In hoofdstuk 6 komt de personele capaciteit naar voren. En ten slotte komen in hoofdstuk 7 komt het jaarverslag aan bod.

2. Wettelijk kader

De wettelijke verplichting tot het opstellen van een uitvoeringsprogramma is terug te vinden in de Omgevingswet. Deze wetten verplichten tevens afstemming met betrokken bestuursorganen. Dit uitvoeringsprogramma 2025 vloeit voort uit het vergunningverlening- en handhavingsbeleid voor de fysieke leefomgeving 2024-2028. Het doel hiervan is kwaliteitsverbetering en het bewaken daarvan op het gebied van handhaving, toezicht en vergunningen.

2.1 Het opstellen van een uitvoeringsprogramma is wettelijk verplicht

Onder de Omgevingswet is de wettelijke verplichting tot het opstellen van een Uitvoeringsprogramma voortgezet. Dit Uitvoeringsprogramma 2025, dat voortvloeit uit het beleid, is gericht op kwaliteitsverbetering op het gebied van Handhaving, Toezicht en Vergunningen. De specifieke verplichtingen en richtlijnen worden nu bepaald door de Omgevingswet en bijbehorende besluiten, zoals het Omgevingsbesluit.

2.2 Afstemming en kwaliteitsverbetering

De afstemming en bekendmaking van het Uitvoeringsprogramma aan betrokken bestuursorganen en partners blijft een essentieel onderdeel van het proces, conform de richtlijnen van de Omgevingswet. Dit bevordert de interne en externe samenwerking en draagt bij aan de beoogde kwaliteitsslag in Handhaving, Toezicht en Vergunningen.

2.3 De Omgevingswet

Het beleid vormt de basis voor de uitvoering van toezicht, vergunningverlening en handhaving binnen de kaders van de Omgevingswet. Het jaarlijkse Uitvoeringsprogramma, zoals verplicht gesteld in artikel 13.8 van het Omgevingsbesluit, is een instrument dat voortvloeit uit dit beleid en dient ter verbetering en waarborging van de kwaliteit van VTH-taken. Het Uitvoeringsprogramma 2025 wordt niet alleen opgesteld om de wettelijke verplichtingen na te leven, maar ook om te zorgen voor een samenhangende en consistente uitvoering van VTH-taken door verschillende bestuursorganen en partners.

De afstemming tussen deze organen is essentieel voor een effectieve uitvoering van het beleid, zoals beoogd in de Omgevingswet. Dit bevordert de transparantie en zorgt voor een gecoördineerde aanpak, waardoor de kwaliteit van de handhaving en het toezicht kan worden verhoogd. Hierdoor wordt niet alleen voldaan aan de wettelijke eisen, maar wordt er ook een actieve bijdrage geleverd aan de verbetering van de leefomgeving, een van de hoofddoelen van de Omgevingswet.

2.4 Samenhang tussen uitvoering en beleid

Het Uitvoeringsprogramma vormt het centrum van de BIG-8 cyclus binnen Vergunningverlening, toezicht en handhaving. Deze cyclus omvat de probleemanalyse, het stellen van prioriteiten en doelen, strategiebepaling, vaststelling door het college, monitoring, verslaglegging (evaluatie) en het nemen van verbetermaatregelen. Deze stappen vormen een continue beleidscyclus en zijn essentieel voor een effectieve handhaving onder de Omgevingswet.

2.5 Rolverdeling

Rol College

Het college is verantwoordelijk voor de vaststelling en toepassing van het Uitvoeringsprogramma onder de Omgevingswet, zowel voor vergunningverlening als voor toezicht en handhaving. Het stelt prioriteiten op beleids- en zaakniveau.

Rol Burgemeester

De burgemeester heeft bevoegdheden met betrekking tot vergunningverlening en handhaving op grond van de Algemene plaatselijke verordening (APV) en de Alcoholwet. Als lid van het college is de burgemeester ook verantwoordelijk voor het handhavingsbeleid.

Rol Gemeenteraad

Hoewel de raad geen directe bevoegdheden heeft in de vaststelling van het handhavingsbeleid, blijft deze geïnformeerd over belangrijke ontwikkelingen en beleidsbeslissingen.

3. Doelstellingen en programmadoelen

Het doel van dit Uitvoeringsprogramma is het bereiken van een eenduidige en meetbare handelswijze voor de gemeente in het uitvoeren van de taken op het gebied van Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving ten aanzien van ruimtelijke ordening, bouw- en woningtoezicht en brandveiligheid voor bestaande bouw en nieuwbouw in 2025. Er wordt inzichtelijk gemaakt dat het toezicht op integrale wijze wordt voorbereid, uitgevoerd en afgehandeld waarbij de organisatie een verdere professionaliseringsslag maakt in de uitvoering, de afstemming en de samenwerking met andere taakvelden en bevoegde gezagen.

Daarnaast geeft dit Uitvoeringsprogramma aan op welke wijze de binnen het Team Leefomgeving beschikbare handhavings-, toezichts- en vergunningencapaciteit in 2025 wordt ingezet, uitgedrukt in het aantal uren. De doelstelling heeft daarmee betrekking op de inzet van de beschikbare capaciteit van het Team Leefomgeving.

Tevens ligt het in de lijn der verwachting dat met het naar buiten toe kenbaar maken van dit Uitvoeringsprogramma en het uitoefenen van concrete vergunnings-, toezichts- en handhavingstaken inwoners, bedrijven en instellingen meer bewust worden van het belang van het naleven van vergunnings- en handhavingsvoorschriften. Verder wordt met dit Uitvoeringsprogramma beoogd meer inzicht te geven over hoe de gemeente in de toekomst (met name het uitvoering gerelateerde proces en het organisatorisch proces) vorm kan geven op het gebied van Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving.

Om uiteindelijk het effect van Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving te kunnen bepalen, wordt van tevoren aangegeven wat na de looptijd van het Uitvoeringsprogramma bereikt moet zijn. Hieronder komen meetbare programmadoelen voor Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving op het gebied van ruimtelijke ordening en bouw- en woningtoezicht voor 2025 ter sprake waarbij zorg wordt gedragen dat de gemeentelijke organisatie voldoet aan een minimaal adequaat niveau van de geldende kwaliteitseisen.

3.1 Programmadoelen 2025

In het beleid staan de volgende doelen omschreven:

Vergunningen

Door het optimaliseren van processen zullen wij de komende beleidsperiode de behandeltermijn van het vergunningentraject verminderen en de doorlooptijd verkorten;

  • -

    Vanuit de VNG heeft de gemeente een subsidie ontvangen om mee te doen aan de AI-pilot (artificial intelligence). Hiermee probeert de gemeente in samenwerking met een ontwikkelaar een systeem te creëren waarbij AI een eerste beoordeling van de vergunningaanvraag doet, die vervolgens door de behandelaar wordt gecontroleerd (en aangevuld). Hierdoor zal de behandeltermijn van het vergunningentraject worden verkort.

  • -

    Door het voortraject optimaal te benutten en in een vroeg stadium overleg te laten plaatsvinden met interne en externe adviseur en initiatiefnemers.

Toezicht

  • -

    Publiek toegankelijke gebouwen (> 50 personen) zijn constructief veilig en brandveilig, zowel bestaande als nieuwbouw. Publiek toegankelijke gebouwen voor < 50 personen worden buiten beschouwing gelaten, omdat hiervoor andere regels gelden;

  • -

    Er worden geen appartementengebouwen in gebruik genomen zonder dat constructieve goedkeuring is verleend en zonder dat er brandveiligheidscontroles tijdens de bouw en voor ingebruikname zijn uitgevoerd.

Handhaving

  • -

    Klachten en meldingen over Omgevingswet overtredingen worden naar prioriteit afgehandeld. De risicoanalyse bepaalt de prioriteit;

  • -

    Inwoners en andere gebruikers van bouwwerken brandveiliger gedrag laten vertonen en daarmee het aantal overtredingen met betrekking tot gebruik terug te dringen, door meer bewustwording te creëren van de eigen verantwoordelijkheid;

  • -

    Het voorkomen van langdurige handhavingstrajecten door meer te sturen op mediation en medewerkers daar ook op voor te bereiden en op te leiden;

  • -

    Samenwerking in uitvoeringstaken; er vindt samenwerking plaats met andere handhavingspartners om het kennisniveau te verhogen, eenduidig toezicht te verkrijgen en de toezicht last te verminderen.

  • -

    Samenwerking op het gebied van BWT en RO vindt met name plaats met de Veiligheidsregio Kennemerland (VRK), de Omgevingsdienst IJmond en het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier;

  • -

    Het opstarten van een projectmatige aanpak van handhavingsdossiers, bijvoorbeeld het project kamerverhuur;

Ruimtelijke Ordening

  • -

    Het opstellen en doorvoeren van de eerste wijziging van het Omgevingsplan voor het beoogde deelgebied;

  • -

    Het optimaliseren van de advisering op aanvragen voor omgevingsvergunningen bij het afwijken van het bestemmingsplan/omgevingsplan.

Overige algemene doelstellingen en beleidsdoelstellingen

  • -

    Eenduidig en zo transparant mogelijk; aan de hand van het opstellen en uitvoeren van het beleid wordt een eenduidig en zo transparant mogelijke werkwijze nagestreefd;

  • -

    Door in gesprek te gaan met initiatiefnemer en eventuele overtreders zullen we proberen om, waar mogelijk, tot een oplossingsgerichte en pragmatische oplossing te komen.

Door het formuleren van doelen kan de meetbaarheid van het resultaat worden vergroot. Deze doelen worden (twee)jaarlijks geëvalueerd. In de evaluatie wordt bekeken in hoeverre de doelen zijn behaald.

4. Intensiteit Vergunningen

De transitie naar de Omgevingswet brengt significante veranderingen met zich mee in de wijze waarop bouwprojecten worden beoordeeld, met de vervanging van het traditionele Bouwbesluit door het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl). Deze vernieuwing vereist een herziening van de bouwplantoetsingsprocessen, zowel op juridisch als technisch vlak, om te zorgen voor een gestroomlijnde, integrale aanpak die recht doet aan de kernprincipes van de Omgevingswet: flexibiliteit, lokaal maatwerk, en een verbeterde balans tussen bouwen en leefomgeving. In deze context is het van belang dat gemeenten, zoals Beverwijk, hun toetsingsprocedures aanpassen om niet alleen te voldoen aan de nieuwe regelgeving maar ook om een kwalitatief hoogwaardige, veilige, en duurzame fysieke leefomgeving te bevorderen.

Indien de huidige praktijk wordt voortgezet betekent dat de totale beschikbare vergunningen- en toezicht uren voor 2025 worden ingezet op de volgende projecten waar in de volgende paragrafen nader op wordt ingegaan:

  • -

    80% op juridische/planologische/coördinerende/administratieve bouwplantoetsing, hierna genoemd juridische bouwplantoetsing.

  • -

    20% op technische Besluit bouwwerken leefomgeving activiteiten.

4.1 Intensiteit juridische bouwplantoetsing onder de Omgevingswet (80%)

  • Ontvankelijkheidstoets - 20%

  • Beoordeling of alle benodigde documenten en gegevens zijn aangeleverd conform de vereisten van de Omgevingswet. Toets aan het omgevingsplan - 50%

  • Onderzoek of het bouwplan in overeenstemming is met het omgevingsplan, die onder de Omgevingswet de bouwverordening en het bestemmingsplan heeft vervangen. - 15%

  • Beoordeling van ingediende zienswijzen, bezwaar- en beroepsprocedures gerelateerd aan het bouwplan. Administratief/Coördinatie Adviezen/Procesbeheer/Overig - 15%

  • Coördinatie en advies omtrent de diverse disciplines en belanghebbenden, evenals het bewaken van de voortgang en de procedurele afhandeling van de aanvraag.

4.2 Technische bouwplantoetsing onder de Omgevingswet (20%)

Gezien het Bouwbesluit niet meer bestaat, wordt de technische toetsing nu gebaseerd op het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl). Hierbij kan de volgende verdeling van prioriteiten worden gehanteerd:

  • Veiligheid (en Brandveiligheid) - 70%. Omvat alle aspecten gerelateerd aan de veiligheid van het bouwwerk, inclusief brandveiligheidseisen.

  • Gezondheid, Bruikbaarheid, Energiezuinigheid, Installaties, Gebruik van Bouwwerken, Open erven en terreinen, en Bouw- en Sloopwerkzaamheden - elk 5%

Deze categorieën weerspiegelen de overige essentiële criteria van het Bbl, gericht op het waarborgen van een gezonde, bruikbare, energiezuinige, en veilig gebruikte omgeving.

4.3 Proces vergunningverlening

Het proces voor het behandelen van een vergunningaanvraag verloopt in beginsel als volgt:

  • 1.

    De aanvraag kan per post, e-mail en digitaal worden ingediend.

  • 2.

    De aanvraag wordt geregistreerd in ons zaakmanagementsysteem. Als de aanvraag via het DSO wordt ingediend gebeurt dit automatisch.

  • 3.

    We sturen een ontvangstbevestiging (Aanvragen via het Omgevingsloket ontvangen deze direct bij indiening).

  • 4.

    De medewerker die verantwoordelijk is voor de omgevingsvergunning bepaalt:

    • Wie bevoegd gezag is.

    • Hoe we de voortgang van lopende procedures kunnen bijhouden.

  • 5.

    De medewerker is verantwoordelijk voor het verwerken van de aanvraag:

    • We controleren of de aanvraag volledig en geldig is, en of deze overeenkomt met andere meldingen, vergunningen of ontheffingen, bijvoorbeeld met betrekking tot milieu of brandveiligheid.

    • We toetsen de aanvraag inhoudelijk aan alle relevante beoordelingscriteria.

    • We raadplegen interne en externe adviseurs indien nodig.

    • We houden de termijn in de gaten.

    • We zijn het aanspreekpunt voor de aanvrager en houden hen op de hoogte.

    • We stellen een (ontwerp)besluit op en we houden de voortgang van het proces bij in ons zaakmanagementsysteem.

  • 6.

    We bewaren de beschikkingen in ons archief.

  • 7.

    Er kunnen bezwaren, beroepen, of hoger beroepen volgen, mogelijk samen met een voorlopige voorziening.

5. Intensiteit toezicht en handhaving

Na onderzoek is besloten om de totale beschikbare handhavings- en toezichtsuren voor 2025 in te zetten op de volgende projecten waar in de volgende paragrafen nader op in wordt gegaan:

  • -

    80% op nieuwbouw.

  • -

    20% op bestaande bouw.

Verreweg een groot deel van de capaciteitsinzet van de Handhaving en Toezicht (80%) wordt ingezet na de oplevering van de nieuwbouw. De nieuwbouw wordt bij oplevering bestaande bouw. Immers bij nieuwbouw is het eenvoudiger om bijvoorbeeld betonstortingen, vlechtingen, wapeningen e.d. te controleren dan bij bestaande bouw. Het is een wettelijke taak naar de bouwer toe waarbij middels goedkeuring van de gemeente de bouw niet meer ongedaan kan worden. Het resterende deel (20%) wordt besteed aan de bestaande bouw, waaronder de behandeling van klachten/meldingen, eigen waarnemingen en integrale controles met meerdere partijen e.d. Tevens is het van belang dat het bestaande voorraad van bouwwerken binnen de gemeente voldoet aan de (constructieve) veiligheidsvoorschriften.

5.1 Intensiteit Handhaving en Toezicht nieuwbouw (70%)

Voor de uitvoering van het beleid, met behulp van een risicoanalyse, een prioritering gemaakt van de handhavings- en toezichtstaken. Deze prioritering is vastgesteld in het beleid. Hierbij is gebruik gemaakt van een zorgvuldig opgestelde risicoanalyse. In het beleid wordt nader ingegaan op de in kaart gebrachte risico’s. Op basis van het afwegingsmodel hebben alle taken een prioriteit gekregen. De prioriteiten hebben een bepaald percentage van de totale handhavings- en toezichtsuren aangewezen gekregen. Hierbij is uitgegaan van een minimaal adequaat niveau van toezicht om te voldoen aan de wettelijke taak.

Op basis van de verschillende prioriteitsklassen kan tevens worden bepaald welke handhavings- en toezichtscapaciteit gehanteerd moet worden op basis van de huidige capaciteit.

5.2 Intensiteit Handhaving en Toezicht bestaande bouw (30%)

Voor de handhaving en toezicht op de bestaande bouw is geen prioriteitsklasse aangegeven. Nieuwe ontwikkelingen kunnen ervoor zorgdragen dat er in 2025 thema’s ter sprake komen. De handhaving op de bestaande bouw in 2025 vindt plaats op basis van klachten/ meldingen (15%), eigen waarnemingen (5%) en integrale controles met meerdere partijen (5%), en projecten (5 %):

Handhavingsverzoeken en klachten/ meldingen (15).

Alle meldingen en verzoeken om handhaving en toezicht worden binnen een redelijke termijn opgepakt (< acht weken, conform artikel 4:13 lid 2 van de Algemene wet bestuursrecht). Klachten, meldingen en verzoeken om handhaving en toezicht worden in beginsel bekendgemaakt aan degene over wie geklaagd, gemeld of om handhaving en toezicht verzocht.

Zelf constateren (eigen waarneming) op basis van ‘ogen- en oren’ functie (5%)

Mede afhankelijk van wat het gemeentebestuur toekomt is er een ogen- en oren functie in de bestaande stad door de handhaver(s) en toezichthouder(s). Tijdens nieuwbouw vindt er steekproefsgewijs toezicht plaats op de bestaande bouw indien dit op hetzelfde perceel aanwezig is (logische toevalligheid).

Integrale controles met partijen zoals Veiligheidsregio Kennemerland (brandweer), Omgevingsdienst IJmond (milieutechnisch), provincie Noord-Holland e.d. ). Daarnaast kunnen integrale controles bijdragen aan het helpen en het verzamelen van gegevens van handhavings- en toezicht zaken.

Groter handhavingsproject (10%)

Projectmatige aanpak van zorgwekkende problemen binnen de gemeente. Deze problemen zijn gerelateerd aan de gebruikte panden binnen de gemeente. Een project met prioriteit is voor de komende periode ‘Woonfraude’. Woonfraude kan op verschillende manieren voorkomen. Denk hierbij aan bewoning van bijgebouwen, bewoning van bouwwerken met een andere functie of overbewoning (kamerverhuur) van eengezinswoningen.

Toezicht en controle brandveiligheid (0%)

De toezicht en controle op basis van de brandveiligheidsvoorschriften (anders dan de integrale controles) worden door de Veiligheidsregio Kennemerland gedaan. De handhavingsacties die voortkomen uit deze controlebezoeken van de veiligheidsregio worden behandeld als handhavingsverzoeken en zijn dan ook meegenomen in de 15% van de Handhavingsverzoeken en klachten/ meldingen.

6. Personele capaciteit Vergunningen, Toezicht en Handhaving

Aan bouw- en handhavingsprocessen zijn onvermijdelijke risico's verbonden, maar het is niet haalbaar om in elk proces continu controleurs aanwezig te hebben. Om dit verantwoordelijk op te vangen hebben wij in ons beleid keuzes gemaakt met betrekking tot onze capaciteitsinzet. Hierdoor kunnen we onze middelen efficiënter toewijzen.

6.1 Lopende en afgehandelde zaken Toezicht en Handhaving

In het kader van onze handhavingsinspanningen, hanteert de afdeling Bouw- en Woningtoezicht/Ruimtelijke Ordening (BWT/RO) een gestructureerd toezichttraject dat vanaf de voorbereiding tot de juridische afwikkeling loopt. Dit traject omvat voorbereiding, uitvoering van de controle, verslaglegging, opstellen van proces-verbalen, uitvaardigen van waarschuwingen, en het afhandelen van juridische stappen zoals last onder dwangsom/bestuursdwang, en zienswijze/bezwaar/(hoger)beroep. Onderstaande tabel illustreert de huidige status van onze handhavingszaken in januari 2024 t/m oktober 2024:

Handhavingszaken januari 2024 t/m oktober 2024

Aantal

Openstaande Zaken

115

Afgehandelde Zaken

101

6.2 Lopende zaken vergunningen

De afdeling Vergunningen gebruikt diverse kengetallen om de bouwplantoetsing te sturen. Deze kengetallen worden zowel in fte als in tijdseenheden uitgedrukt, wat een overzicht geeft van de inzet per controle. Onderstaande tabel toont een uiteenzetting van de vergunningenzaken ontvangen en afgehandeld in januari 2024 t/m oktober 2024, met de status van elke categorie:

Categorie

Aantal ontvangen in januari 2024 t/m oktober 2024

Vergunningen

166

Indicatieverzoeken

80

Omgevingsinitiatieven

6

6.3 Inzet capaciteit

BWT, RO en brandveiligheid werken met diverse controlesoorten. Onderstaand tabel geeft een overzicht van de controlesoorten, naar kengetal. Deze getallen zijn opgebouwd vanuit de ervaringen en inschattingen vanuit de gemeente. De cijfers betreffen geen ervaringscijfers vanuit monitoring. Het kengetal is een tijdseenheid die de gemiddelde tijdsduur uitdrukt van een controle. Dit betreft het complete toezichttraject vanaf de voorbereiding van een controle tot en met de juridische afwikkeling. In dit traject zijn stappen te onderscheiden als voorbereiding en uitvoering van de controle, de verslaglegging, proces-verbalen (constateringen, waarschuwingen), last onder dwangsom / bestuursdwang, zienswijze/bezwaar/(hoger)beroep.

Huidige formatie

Functie

Cluster

Uren

FTE

Taakveld begroting

Opmerkin g

Sr jurist Omgevingsrecht

Omgevingsverg.

36

1,00

8.3

Procesmanager bouwinitiatieven (waarvan 1 vacature nog in te vullen)

Omgevingsverg.

36

2,00

8.3

Juridisch casemanager Omg.recht

Omgevingsverg.

36

1,00

8.3

Juridisch casemanager

Omg.recht

Omgevingsverg.

36

1,00

8.3

Juridisch casemanager Omg.recht (nog in te vullen vacature)

Omgevingsverg.

36

1.00

8.3

Totaal Omgevingsvergunning

6,00

Sr jurist Handhaving

Handhaving

36

1,00

8.3/1.2

Jurist handhaving

Handhaving

18

0,50

8.3/1.2

Jurist handhaving

Handhaving

32

1,00

8.3/1.2

Totaal Handhaving

2,50

Senior jurist ruimtelijke ordening

RO

36

1,00

8.1

Senior jurist ruimtelijke

ordening

R

36

1,00

8.1

Jurist RO

RO

36

1,00

8.1

Totaal Ruimtelijke Ordening

3,00

Cultureel erfgoed en monum.

Erfgoed & Mon.

28

0,78

Totaal cultureel erfgoed en monumenten

0,78

kwaliteitsmedewerker

Ondersteuning

36

2,00

8.3/1.2

Totaal Ondersteuning

2,00

Ondergebracht bij Omgevingsdienst IJmond

Bouwplantoetser/ vergunningverlener

36

1,00

Toezichthouder BWT

36

1,00

Bouwtechnisch adviseur

18

0,50

7. Jaarverslag

Binnen de beleidscyclus is het van belang om het eerder opgestelde en nageleefde beleid te evalueren. In dit hoofdstuk zullen de beleidsstukken aan de hand van de daarin opgestelde doelen worden geëvalueerd.

7.1 Evaluatie

Om een goede evaluatie uit te kunnen voeren, zullen de opgestelde beleidsdoelen van de afgelopen jaren worden nagelopen. De beleidsstukken betreffende het fysieke domein zullen elk aan bod komen in dit hoofdstuk.

7.2 Vergunningverlening- en handhavingsbeleid 2024-2028

In het Vergunningverlening- en handhavingsbeleid 2024-2028 zijn doelstellingen opgesteld. Deze doelstellingen luiden als volgt:

  • -

    Tijdige afhandeling van vergunningsaanvragen binnen wettelijke termijnen.

  • -

    Verhoging van klanttevredenheid over vergunningverlening.

  • -

    Efficiënte en effectieve uitvoering van toezicht en handhaving.

  • -

    Vermindering van herhaalovertredingen na handhavingsacties.

  • -

    Bescherming en verbetering van kwetsbare en milieugevoelige gebieden.

  • -

    Bevordering van duurzaamheid in vergunningverlening en projecten.

  • -

    Versterking van samenwerking met externe partijen en interne afdelingen.

  • -

    Actieve burgerparticipatie in beleidsontwikkeling en implementatie.

  • -

    Aansluiting van beleid bij de doelstellingen van de Omgevingswet.

  • -

    Implementatie en gebruik van digitale processen in vergunningverlening.

Evaluatie

Sinds de invoering van het Vergunningverlening en handhavingsbeleid voor de fysieke leefomgeving 2024-2028 in juli 2024 verloopt de uitvoering naar verwachting. Vergunningsaanvragen worden tijdig en volgens de wettelijke termijnen afgehandeld, en de toegankelijkheid en transparantie van het proces worden overwegend positief ontvangen. Toezicht en handhaving worden op een zorgvuldige manier ingezet, waarbij prioriteit wordt gegeven aan risicogebieden en maatwerk mogelijk is. Er wordt nog gewerkt aan het verder stroomlijnen van processen en het verbeteren van de communicatie, met het doel om de klanttevredenheid te verbeteren. De buurt wordt actief betrokken bij plannen die vanuit de gemeente worden geïnitieerd. Ook bij initiatieven van derden wordt actief gestuurd op het betrekken van de buurt bij hun plannen.

7.3 Handhavingsbeleidsplan

Ook in het Handhavingsbeleidsplan zijn doelen opgenomen. Deze doelen hebben vooral betrekking op het toezicht en vervolgens de handhaving op eventueel geconstateerde overtredingen. Deze doelen luiden als volgt:

  • -

    Door projectmatige aanpak van het thema kamerverhuur en leegstand. Streven is om leegstand te minimaliseren en kamerverhuur te reguleren en daar waar niet gewenst aan te pakken.

  • -

    Er worden geen appartementengebouwen in gebruik genomen zonder dat constructieve goedkeuring is verleend en zonder dat er brandveiligheid controles tijdens de bouw en voor ingebruikname zijn uitgevoerd.

  • -

    Publiek toegankelijke gebouwen (> 50 personen) zijn zowel constructief als brandveilig, zowel bestaande als nieuwbouw.

  • -

    Bekende over bebouwing van percelen en niet voldoen aan het bestemmingsplan door illegale bouwwerken, zoals bij woningen, wordt in deze periode met minimaal 25 % verminderd.

Evaluatie

Vanwege de vele onverwachte gebeurtenissen van de afgelopen beleidsperiode zal opnieuw gekeken moeten worden naar de projecten die op het gebied van handhaving moeten worden uitgevoerd. De komende periode zal hard gewerkt moeten worden aan het opstellen van een proces voor het uitvoeren van projecten. Ook zal de komende periode gefocust worden op de projectmatige aanpak van het thema kamerverhuur en leegstand. Deze projecten moeten worden uitgevoerd naast de reguliere handhavingstaken.

7.4 Behandelen aanvraag omgevingsvergunning

Er is veel tijd gestoken in het optimaliseren van de vergunningenprocessen en het toezicht op de bouwwerken waarvoor omgevingsvergunningen zijn verleend. Door het zaaksysteem zo optimaal mogelijk te benutten is er meer overzicht gekomen in de toegezonden constructieve gegevens en kunnen deze beter verwerkt en beoordeeld worden. Wanneer vervolgens een start-bouw-melding wordt gedaan kan de toezichthouder nagaan of de daarvoor vereiste stukken tijdig zijn ontvangen en ook zijn goedgekeurd. Wel gaat natuurlijk de Wkb ervoor zorgen dat dit proces weer veranderd moet worden. Deze processen worden, in samenspraak met de Omgevingsdienst IJmond (ODIJ) (die de toezichthoudende taken voor de gemeente uitvoert) opgesteld.

Over het vergunningenproces zelf het volgende. Tot nu werkten we vaak met schetsplannen, gevolgd door formele aanvragen omgevingsvergunning. Om het proces zo soepel te laten verlopen zal voor de aanvraag van een vergunning vooroverleg plaatsvinden. Bij strijdigheid met het omgevingsplan, hoeft de integrale afweging daardoor niet meer tijdens de formele aanvraagprocedure worden gemaakt, maar zal daarvóór plaatsvinden. Er is daarom voor gekozen om af te stappen van het proces van de behandeling van een "schetsplan", en hiervoor in de plaats een drietrapsraket te introduceren: het indicatieverzoek, het omgevingsinitiatief en de uiteindelijke aanvraag van de omgevingsvergunning. Dit voortraject wordt aangeboden als een laagdrempelige service, die de initiatiefnemer, voordat deze een formele aanvraag indient, zekerheid biedt en hen niet onnodig opzadelt met hoge kosten.

In principe wordt gestart met een 'Indicatieverzoek'. Hierbij gaat het om een indicatie van de haalbaarheid en wenselijkheid van een plan. Een 'Indicatieverzoek' wordt behandeld aan de Intaketafel, waar ook de adviseurs aanwezig zijn. Daarna kan een 'Omgevingsinitiatief' t.b.v. de definitieve haalbaarheid en het verder uitwerken van het plan worden ingediend.

7.5 Brandveiligheidsbeleid 2020-2024

In het Brandveiligheidsbeleid zijn aparte doelen opgesteld ten behoeve van de handhaving en het toezicht op de (bestaande) bouwwerken. De doelen van het Brandveiligheidsbeleid luiden als volgt:

  • -

    Het verbeteren van de samenwerking met de VRK door de komende beleidsperiode periodiek overleg te voeren en zoveel mogelijk contact te behouden met de toezichthouders en adviseurs van de VRK;

  • -

    De doorlooptijd van de handhavingsverzoeken van de veiligheidsregio Kennemerland terug te dringen naar 7 weken door elk traject projectmatig aan te pakken en aan een strenge termijnbewaking te werken;

Evaluatie

De doelen van het brandveiligheidsbeleid waren voornamelijk gericht op het optimaliseren van de processen en de behandeltermijn verbeteren. De gemeente heeft ingezet op een heldere procesomschrijving en een periodiek overleg om de 6 weken met de VRK. Dit heeft al bijgedragen aan het verbeteren en verkorten van de behandeling van handhavingsverzoek van de VRK. Deze ingezette lijn zal worden doorgezet om het proces continu te blijven verbeteren.

7.6 Algemene evaluatie

Wij zijn trots op de algehele professionaliseringsslag die is gemaakt en ook de komende periode zal deze worden doorgezet. De processen zijn beter omschreven en de zaaksystemen worden beter benut. Dit draagt bij aan een verbetering van de doorlooptijden. We zijn echter nog niet op het punt waar we willen zijn maar we komen steeds verder. Het is daarom nodig om de komende periode in te zetten op de doelen, de dienstverlening en professionalisering door te zetten.

Ondertekening