Subsidieregeling Activiteiten Dorps- en Buurthuizen

Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 01-02-2025

Intitulé

Subsidieregeling Activiteiten Dorps- en Buurthuizen

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente De Fryske Marren;

gelet op de Algemene Subsidieverordening De Fryske Marren en de Algemene Subsidieregelingen;

besluit vast te stellen: de Subsidieregeling Activiteiten Dorps- en Buurthuizen.

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

  • Accommodatiebeleid: de beleidsnota Maatschappelijk accommodatiebeleid, Kaders en uitgangspunten, vastgesteld door de gemeenteraad op 24 januari 2024.

  • Activiteiten: activiteiten met een maatschappelijk belang en gericht op het versterken van de leefbaarheid, gemeenschapszin en de sociale cohesie in een dorp, stad of buurt.

  • ASV: Algemene Subsidieverordening De Fryske Marren.

  • Bestuur: het rechtspersoonlijkheid bezittende bestuur (bestaande uit vrijwilligers) van een dorpshuis, buurthuis of plaatselijk belang met een non-profit rechtsvorm (stichting of vereniging).

  • Buurthuis: een laagdrempelige en openbaar toegankelijke ontmoetingsplek in een buurt of wijk, bedoeld om de sociale samenhang en gemeenschapszin te bevorderen. Een buurthuis staat open voor inwoners van alle leeftijden en achtergronden. Een buurthuis wordt beheerd en geëxploiteerd door een vrijwilligersorganisatie met een non-profit rechtsvorm (stichting of vereniging). Een buurthuis is gericht op een bepaalde buurt of wijk, dit in tegenstelling tot een dorpshuis. (Opmerking: met een buurthuis wordt ook een buurtcentrum of wijkcentrum bedoeld.)

  • BVO: de bruto vloeroppervlakte van een gebouw, of een deel daarvan, dat gebruikt wordt als dorps- of buurthuis. Voor de bepaling van het aantal m2 hanteert de gemeente de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG).

  • College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente De Fryske Marren.

  • Dorpshuis: een laagdrempelige en openbaar toegankelijke ontmoetingsplek in een dorp of stad, bedoeld om de sociale samenhang en gemeenschapszin te bevorderen. Een dorpshuis staat open voor inwoners van alle leeftijden en achtergronden. Het gebouw is eigendom van, en/of wordt beheerd en geëxploiteerd door, een vrijwilligersorganisatie met een non-profit rechtsvorm (stichting of vereniging). In een werkgebied van plaatselijk belang kan slechts één gebouw als dorpshuis aangemerkt worden. (Opmerking: in sommige kernen wordt het dorpshuis een multifunctioneel centrum (mfc), multyfunksjoneel sintrum (mfs), sociaal cultureel centrum (scc), zalencentrum, doarpshûs of kulturhûs genoemd.)

  • Dorpshuis ‘brede stijl’: grote multifunctionele accommodaties in kernen met een centrumfunctie. De gemeente treedt op als eigenaar, beheerder en exploitant van deze gebouwen. Dorpshuizen ‘brede stijl’ vallen buiten deze subsidieregeling.

  • Eigenaarslasten: kosten die een eigenaar moet dragen voor het bezit en behoud van een gebouw, ongeacht het gebruik ervan. Te denken valt aan onderhoudskosten, OZB zakelijk recht, verzekeringspremies, reserveringen voor groot onderhoud etc.

  • Gebruikersexploitatie: kosten en baten die samenhangen met het gebruik van een gebouw. Te denken valt aan energiekosten, kosten voor dagelijks onderhoud zoals schoonmaak en kleine reparaties, verzekeringspremies, gemeentelijke heffingen voor de gebruiker etc. Ook taken zoals het verhuren van ruimten en het plannen en organiseren van activiteiten behoren tot een gebruikersexploitatie.

  • Kernen met centrumfunctie: zijn aangewezen in het accommodatiebeleid. Het betreft vooralsnog Balk, Joure en Lemmer.

  • Kleine kernen: kernen zonder centrumfunctie.

  • Plaatselijk belang: een lokale vrijwilligersorganisatie in verenigingsvorm die zich inzet voor het behartigen van de algemene belangen van een dorp, buurt, stad of wijk. Het doel van een vereniging van plaatselijk belang (ook wel dorpsbelang genoemd) is het verbeteren van de leefbaarheid, het bevorderen van sociale cohesie en het vertegenwoordigen van de gemeenschap bij overheden, instellingen en andere belanghebbenden.

  • Subsidieplafond: het maximale bedrag dat het college heeft vastgesteld voor de subsidieregeling.

  • Subsidieregeling: de Subsidieregeling Activiteiten Dorps- en Buurthuizen De Fryske Marren.

  • Werkgebied plaatselijk belang: het geografische gebied waarvoor een vereniging van plaatselijk belang verantwoordelijk is en waarbinnen zij haar activiteiten uitvoert. Een werkgebied kan één of meerdere kernen omvatten.

Artikel 2. Toepassingsbereik

Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college, beschreven in artikel 7, 8 en 9 van deze regeling.

Artikel 3. Doel

Het doel van deze subsidieregeling is het ondersteunen en bevorderen van activiteiten in kernen met én zonder dorps- of buurthuis die bijdragen aan leefbaarheid, gemeenschapszin en de sociale cohesie. Daarnaast biedt de regeling financiële ondersteuning aan die verenigingen en stichtingen die zelf verantwoordelijk zijn voor de gebruikersexploitatie en/of eigenaarslasten van een dorps- of buurthuis.

Artikel 4. Doelgroep

  • 1. Stichtingen of verenigingen van plaatselijk belang die verantwoordelijk zijn voor de activiteiten, de gebruikersexploitatie en/of eigenaarslasten van een dorps- of buurthuis.

  • 2. Verenigingen van plaatselijk belang in kleine kernen zonder dorpshuis. De subsidie is dan bedoeld voor het huren van een accommodatie bij derden ten behoeve van activiteiten zoals omschreven in artikel 1.

  • 3. De stichtingen en verenigingen dienen statutair gevestigd te zijn in de gemeente De Fryske Marren.

Artikel 5. Hoogte van de subsidie

  • 1. Een subsidie bedraagt minimaal € 500,00 en maximaal € 12.500,00 per jaar.

  • 2. Een dorpshuis of plaatselijk belang kan in aanmerking komen voor de subsidiedelen A, B en/of C omschreven in artikel 7 en 8 lid 1 en 2 van deze regeling.

  • 3. Een buurthuis komt alleen in aanmerking voor een vaste bijdrage zoals omschreven in artikel 9.

  • 4. Op grond van de aangeleverde gegevens berekent de gemeente het totale subsidiebedrag.

Artikel 6. Aanvraag

  • 1. Een aanvraag voor subsidie kan alleen worden ingediend door middel van het door de gemeente vastgestelde aanvraagformulier.

  • 2. Er kan éénmaal per jaar subsidie aangevraagd worden.

Artikel 7. Activiteiten (subsidiedeel A)

  • 1. Een stichting of vereniging van plaatselijk belang kan voor het organiseren en/of mede mogelijk maken van activiteiten subsidie aanvragen. Deze bestaat uit:

    • a.

      een vaste bijdrage van € 500,00;

    • b.

      € 1,50 per inwoner van het werkgebied van plaatselijk belang.

    • .

      Voor het bepalen van het aantal inwoners wordt de gemeentelijke basis administratie (GBA) gehanteerd. Peildatum is 1 januari voorafgaand aan het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • 2. Per werkgebied van een plaatselijk belang is één bijdrage voor activiteiten uit de subsidieregeling mogelijk.

  • 3. Kernen met een centrumfunctie komen niet in aanmerking voor subsidiedeel A.

Artikel 8. Dorpshuizen

  • 1. Gebruikersexploitatie (subsidiedeel B)

  • Een stichting of vereniging van plaatselijk belang die verantwoordelijk is voor de gebruikers-exploitatie van een dorpshuis kan hiervoor een bijdrage aanvragen. De hoogte van de bijdrage is afhankelijk van de grootte van het dorpshuis. De volgende verdeling, op basis van het aantal m2 BVO, wordt hiervoor gehanteerd:

Klein dorpshuis

minder dan 350 m2

€ 1.500,00

Middelgroot dorpshuis

tussen de 350 en 700 m2

€ 3.000,00

Groot dorpshuis

meer dan 700 m2

€ 4.500,00

  • 2. Eigenaarslasten (subsidiedeel C)

  • Een stichting of vereniging van plaatselijk belang die eigenaar is van een dorpshuis kan ten behoeve van de eigenaarslasten een bijdrage aanvragen. De hoogte van de bijdrage is afhankelijk van de grootte van het dorpshuis. De volgende verdeling, op basis van het aantal m2 BVO, wordt hiervoor gehanteerd:

Klein dorpshuis

minder dan 350 m2

€ 1.500,00

Middelgroot dorpshuis

tussen de 350 en 700 m2

€ 3.000,00

Groot dorpshuis

meer dan 700 m2

€ 4.500,00

Artikel 9. Buurthuizen

  • 1. Een buurthuis kan een vaste bijdrage aanvragen van € 750,00.

  • 2. Een buurthuis moet minimaal een BVO van 40 m2 hebben.

Artikel 10. Wijze van verdeling

  • 1. Verstrekking van subsidie vindt plaats op volgorde van ontvangst van complete aanvragen, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

  • 2. Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van indiening van de aanvraag de datum waarop de aangevulde aanvraag is ontvangen.

  • 3. Indien het vastgestelde subsidieplafond dreigt te worden overschreden of wordt overschreden als gevolg van het aantal aanvragen dat op dezelfde dag wordt ontvangen, worden de aanvragen die op die dag ontvangen zijn, door middel van loting gerangschikt.

Artikel 11. Aanvraagtermijn

  • 1. Een aanvraag om een subsidie wordt ingediend uiterlijk 1 oktober voorafgaand aan het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • 2. In afwijking van artikel 11, lid 1 van deze subsidieregeling wordt de aanvraag om een subsidie voor het jaar 2025 ingediend vanaf 1 februari 2025 tot uiterlijk 1 april 2025.

Artikel 12. Beslistermijn

Het college beslist, in afwijking van artikel 9, tweede lid, van de ASV, binnen 13 weken nadat de volledige aanvraag om subsidie is ingediend.

Artikel 13. Aanvullende weigeringsgronden

  • 1. Overeenkomstig artikel 10, derde lid, aanhef en sublid t, van de ASV zijn de onderstaande aanvullende weigeringsgronden van toepassing. De aanvraag kan geweigerd worden als;

    • a.

      de aanvrager al voor hetzelfde doel een structurele subsidie / financiële bijdrage ontvangt van de gemeente De Fryske Marren;

    • b.

      de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien, die in strijd zijn met het algemeen belang of de openbare orde;

    • c.

      de aanvrager activiteiten zal ontplooien met een politieke, godsdienstige of levensbeschouwelijke karakter;

    • d.

      als de aanvrager hoofdzakelijk commerciële activiteiten organiseert.

Artikel 14. Subsidievaststelling

  • 1. De aanvragers dienen voor 1 februari een kort verslag in met de activiteiten die in het voorgaande jaar hebben plaats gevonden.

  • 2. Aanvragers hoeven geen financiële verantwoording af te leggen. In afwijking van de ASV, artikel 15, 16 en 17 worden de subsidies voor de volgende categorieën direct vastgesteld, ook als deze hoger dan € 10.000,00 bedragen.

Artikel 15. Hardheidsclausule

Het college kan, in bijzondere gevallen, afwijken van deze regeling voor zover de toepassing van de regeling, gelet op het belang van de aanvrager of subsidieontvanger, leidt tot onbillijkheden van overwegende aard.

Artikel 16. Subsidieplafond

Het subsidieplafond voor Subsidieregeling Activiteiten Dorps- en Buurthuizen wordt jaarlijks vastgesteld door het college en bedraagt voor 2025 € 190.000,00.

Artikel 17. Slotbepalingen

  • 1. Deze subsidieregeling treedt in werking op 1 februari 2025.

  • 2. Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Activiteiten Dorps- en Buurthuizen.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door Burgemeester en wethouders van De Fryske Marren op 14 januari 2025.

gemeentesecretaris, burgemeester,

Ditta Cazemier Klaas Agricola