Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR734617
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR734617/1
Beleidsregel kruimelgevallenregeling Midden-Groningen
Geldend van 24-01-2025 t/m 23-01-2025
Intitulé
Beleidsregel kruimelgevallenregeling Midden-GroningenHet college van burgemeester en wethouder van de gemeente Midden-Groningen:
Gelet op de Omgevingswet;
Gezien titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;
Besluit de Beleidsregel kruimelgevallenregeling Midden-Groningen vast te stellen.
Inleiding
Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet (1 januari 2024) is er geen onderscheid meer tussen tussen kleine (kruimel) en grote buitenplanse afwijkingen die de Wet ruimtelijke ordening bij omgevingsvergunningen mogelijk maakte. Deze vallen in het nieuwe stelsel allemaal onder de Bopa (Buitenplanse omgevingsplanactiviteit). Gemeenten zijn zelf bevoegd om beleidsregels op te stellen om te bepalen welke gevallen als kleine afwijking kunnen worden beschouwd. Hiermee wordt voortgeborduurd op de kruimelmogelijkheden onder het Besluit Omgevingsrecht en hier bijbehorende jurisprudentie. Bij een omgevingsvergunning, voor een kleine afwijking, kan worden volstaan met een beperkte motivering. In lijn met onze legesverordening (kostendekkend) is het rechtmatig om voor deze gevallen een lager legestarief te hanteren. Het gaat hierbij om "kleine" Bopa-vergunningen. Inhoudelijk komen de categorieën die vallen onder de kruimelregeling, grotendeels overeen met de kruimelafwijkingen uit het voormalige Besluit omgevingsrecht.
Hoofdstuk 1 Algemeen
Artikel 1. Begrippen
-
1. In deze bijlage wordt verstaan onder:
achtererfgebied: erf achter de lijn die het hoofdgebouw doorkruist op 1 m achter de voorkant en van daaruit evenwijdig loopt met het aangrenzend openbaar toegankelijk gebied, zonder het hoofdgebouw opnieuw te doorkruisen of in het erf achter het hoofdgebouw te komen;
antennedrager: antennemast of andere constructie bedoeld voor de bevestiging van een antenne;
antenne-installatie: installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een of meer techniekkasten opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie;
bebouwingsgebied: achtererfgebied alsmede de grond onder het hoofdgebouw, uitgezonderd de grond onder het oorspronkelijk hoofdgebouw;
bijbehorend bouwwerk: uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;
daknok: hoogste punt van een schuin dak;
dakvoet: laagste punt van een schuin dak;
erf: al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voor zover een bestemmingsplan, omgevingsplan of een beheersverordening van toepassing is, deze die inrichting niet verbieden;
hoofdgebouw: gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
huisvesting in verband met mantelzorg: huisvesting in of bij een woning van één huishouden van maximaal twee personen, van wie ten minste één persoon mantelzorg verleent aan of ontvangt van een bewoner van de woning;
mantelzorg: intensieve zorg of ondersteuning, die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende, ten behoeve van zelfredzaamheid of participatie, rechtstreeks voortvloeiend uit een tussen personen bestaande sociale relatie, die de gebruikelijke hulp van huisgenoten voor elkaar overstijgt, en waarvan de behoefte met een verklaring van een huisarts, wijkverpleegkundige of andere door de gemeente aangewezen sociaal-medisch adviseur kan worden aangetoond;
openbaar toegankelijk gebied: weg als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994, alsmede pleinen, parken, plantsoenen, openbaar vaarwater en ander openbaar gebied dat voor publiek algemeen toegankelijk is, met uitzondering van wegen uitsluitend bedoeld voor de ontsluiting van percelen door langzaam verkeer;
voorerfgebied: erf dat geen onderdeel is van het achtererfgebied;
voorgevelrooilijn: voorgevelrooilijn als bedoeld in het bestemmingsplan, omgevingsplan, de beheersverordening dan wel de gemeentelijke bouwverordening;
woonwagen: voor bewoning bestemd gebouw dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst en op een daartoe bestemd perceel is geplaatst.
-
2. Tenzij anders bepaald, worden de waarden die in deze bijlage in m of m2 zijn uitgedrukt op de volgende wijze gemeten:
a. afstanden loodrecht,
b. hoogten vanaf het aansluitend afgewerkt terrein, waarbij plaatselijke, niet bij het verdere verloop van het terrein passende, ophogingen of verdiepingen aan de voet van het bouwwerk, anders dan noodzakelijk voor de bouw daarvan, buiten beschouwing blijven, en
c. maten buitenwerks, waarbij uitstekende delen van ondergeschikte aard tot maximaal 0,5 m buiten beschouwing blijven.
-
3. Bij de toepassing van het tweede lid, aanhef en onderdeel b, wordt een bouwwerk, voor zover dit zich bevindt op een erf- of perceelgrens, gemeten aan de kant waar het aansluitend afgewerkt terrein het hoogst is.
-
4. Voor de toepassing van deze bijlage wordt huisvesting in verband met mantelzorg aangemerkt als functioneel verbonden met het hoofdgebouw.
Artikel 2. Categorieën gevallen die vallen onder de kruimelregeling
Voor verlening van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit vallend onder de kruimelregeling komen in aanmerking:
-
1. een bijbehorend bouwwerk of uitbreiding daarvan, mits, voor zover gelegen buiten de bebouwde kom, wordt voldaan aan de volgende eisen:
a. niet hoger dan 5 m, tenzij sprake is van een kas of bedrijfsgebouw van lichte constructie ten dienste van een agrarisch bedrijf,
b. de oppervlakte niet meer dan 150 m2 bedraagt;
-
2. een gebouw ten behoeve van een infrastructurele of openbare voorziening, dat niet voldoet aan de eisen voor vergunningsvrij bouwen, mits wordt voldaan aan de volgende eisen:
a. niet hoger dan 5 m, en
b. de oppervlakte niet meer dan 50 m² bedraagt;
-
3. een bouwwerk, geen gebouw zijnde, of een gedeelte van een dergelijk bouwwerk, mits wordt voldaan aan de volgende eisen:
a. niet hoger dan 10 m, en
b. de oppervlakte niet meer dan 50 m² bedraagt;
-
4. een dakterras, balkon of andere niet op de grond gelegen buitenruimte aan of op een gebouw, een dakkapel, dakopbouw of gelijksoortige uitbreiding van een gebouw, de uitbreiding van een bouwwerk met een bouwdeel van ondergeschikte aard dan wel voorzieningen gericht op het isoleren van een gebouw;
-
5. Vervallen;
-
6. Vervallen;
-
7. Vervallen;
-
8. het gebruiken van gronden voor een niet-ingrijpende herinrichting van openbaar gebied;
-
9. het gebruiken van bouwwerken, eventueel in samenhang met bouwactiviteiten die de bebouwde oppervlakte of het bouwvolume niet vergroten, en van bij die bouwwerken aansluitend terrein, mits, voor zover gelegen buiten de bebouwde kom, tevens wordt voldaan aan de provinciale omgevingsverordening;
-
10. Gereserveerd;
-
11. Gereserveerd;
-
12. Ander gebruik van gronden of bouwwerken dan bedoeld in de onderdelen 1 tot en met 11, voor een termijn van ten hoogste tien jaar;
-
13. Ondergeschikte afwijkingen van het bouwvlak als de plaatselijke situatie, naar het oordeel van het bevoegd gezag, daartoe aanleiding geeft;
-
14. Ruimtelijk ondergeschikte afwijkingen die naar aard en omvang gelijk te stellen zijn met voorgaande categorieën (naar het oordeel van het bevoegd gezag).
Artikel 3. Bijzondere bepalingen
-
1. Bij de toepassing van artikel 2 blijft het aantal woningen gelijk. Deze eis is niet van toepassing op de gevallen, bedoeld in:
a. artikel 2, onderdeel 1, voor zover het betreft huisvesting in verband met mantelzorg,
b. artikel 2, onderdelen 9 en 12.
-
2. Artikel 2 is niet van toepassing op of bij activiteiten als bedoeld in bijlage V bij het Omgevingsbesluit (mer(beoordelings)plichtige activiteiten.)
Hoofdstuk 2 Slotbepalingen
Artikel 4. Citeertitel
Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Kruimelgevallenregeling Midden-Groningen.
Artikel 5. Inwerkingtreding
Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.
Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van Midden-Groningen op 21 januari 2025.
Namens deze,E. van Lente, Burgemeester
M.H.M. Nieuwenhuijsen-Janssens, Gemeentesecretaris
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl