Collegebesluit Tot vaststelling van de Subsidieregeling Cultuur gemeente Veenendaal

Geldend van 24-01-2025 t/m heden

Intitulé

Collegebesluit Tot vaststelling van de Subsidieregeling Cultuur gemeente Veenendaal

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veenendaal;

Overwegende dat

  • het wenselijk is dat, in aanvulling op de Algemene Subsidieverordening Veenendaal, regels worden opgesteld die aansluiten bij de lokale uitgangspunten en doelstellingen uit de Cultuurvisie 2022-2030 gemeente Veenendaal;

  • het formuleren van nadere regels passend is bij de opdracht die er ligt om de subsidieprocessen aan te scherpen;

  • cultuur bijdraagt aan de ontwikkeling van de inwoners van Veenendaal: in educatieve zin (cultuureducatie en talentontwikkeling) maar ook op het gebied van gezondheid en (digitale) geletterdheid;

  • cultuur zorgt voor een versterking van het woon- en vestigingsklimaat van de gemeente Veenendaal;

  • cultuur bijdraagt aan een versterkte identiteit van de stad (‘trots zijn op Veenendaal’);

  • de gemeente individueel buitenschools muziek- en dansonderwijs blijvend wil subsidiëren;

  • we hechten aan een divers aanbod van culturele en maatschappelijke activiteiten, voor verschillende leeftijdscategorieën en met een laagdrempelig karakter;

  • er binnen de culturele sector een goede balans is, in de rol en positie van professionele organisaties enerzijds en de andere organisaties, zoals vrijwilligersgroepen en amateurkunstenaars anderzijds;

  • we als gemeente invulling geven aan de vijf bibliotheekfuncties zoals opgenomen in de Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen.

Gelet op

artikel 2, tweede lid, van de Algemene Subsidieverordening Veenendaal;

Besluit

vast te stellen de Subsidieregeling cultuur gemeente Veenendaal

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regels wordt verstaan onder:

a. Aanvrager:

een rechtspersoon die op voorgeschreven wijze een aanvraag voor subsidie indient;

b. Amateurkunst:

kunst die zonder winstoogmerk en niet beroepsmatig, hetzij in verenigingsverband, dan wel door instellingen zonder leden, wordt bedreven of uitgevoerd;

c. Cultuurvisie:

beleidsdocument waarin de missie, visie en strategie van het Veenendaalse cultuurbeleid op hoofdlijnen staan geformuleerd;

d. Culturele basisvoorzieningen:

de voorzieningen die vanuit het oogpunt van subsidiëring de basisvoorzieningen vormen en in de stad moeten blijven;

e. KPI’s:

afspraken met betrekking tot de voorgenomen culturele activiteiten van een aanvrager voor het volgende kalenderjaar, waarbij een directe relatie is gelegd met de beleidsdoelstellingen, beoogd resultaat en een vertaling in kritische prestatie-indicatoren;

Artikel 2 Reikwijdte

Deze subsidieregeling is van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college aan amateurkunstinstellingen en culturele basisvoorzieningen.

Artikel 3 Doelstelling

De gemeente stelt subsidie beschikbaar in het kader van de Cultuurvisie om:

  • 1.

    Uitwerking te geven aan de volgende verhaallijnen:

    • a.

      verhaallijn 1 Stabiele basis;

    • b.

      verhaallijn 2 Cultuur in de wijken;

    • c.

      verhaallijn 3 Iedereen doet mee;

    • d.

      verhaallijn 4 Jong geleerd, oud gedaan;

    • e.

      verhaallijn 5 Het verhaal van Veenendaal;

    • f.

      verhaallijn 6 Nieuwe smaken, nieuwe makers;

    • g.

      verhaallijn 7 Veenendaal kleurt de regio;

  • 2.

    Binnen deze verhaallijnen te focussen op:

    • a.

      het uitdragen van het belang van kunst en cultuur voor de samenleving;

    • b.

      het ontwikkelen van een stabiele culturele infrastructuur in het centrum;

    • c.

      samenwerking tussen culturele basisvoorzieningen;

    • d.

      samenwerking tussen culturele basisvoorzieningen, scholen en welzijnsorganisatie;

    • e.

      het ontwikkelen van de samenwerking tussen de culturele en cultuurhistorische organisaties in het centrum en de maatschappelijke-, zorg- en welzijnsorganisaties in de wijken;

    • f.

      het leggen van de verantwoordelijkheid voor de samenwerking met andere sectoren bij de culturele basisvoorzieningen;

    • g.

      het ontwikkelen van een vaste culturele infrastructuur in de wijken met o.a. programmamanagers in de wijken;

    • h.

      de verbinding met het vrijetijd- en het sociaal domein;

    • i.

      inclusiviteit en diversiteit;

    • j.

      ontwikkelen van doorlopende inclusieve verhaallijnen;

    • k.

      het uitwerken van plannen voor een structurele aanpak van materieel en immaterieel erfgoed en archeologie;

    • l.

      het verbinden van het verleden met het heden.

Artikel 4 Subsidie

  • 1.

    Subsidie kan worden verleend voor activiteiten die:

    • a.

      bijdragen aan het bereiken van de doelstellingen van het cultuurbeleid van de gemeente Veenendaal, bedoeld in artikel 3; en

    • b.

      geen specifieke politieke, godsdienstige of levensbeschouwelijke vorming beogen of feitelijk betreffen.

  • 2.

    Tevens kan subsidie worden verleend voor amateurkunstactiviteiten en cultuureducatieprojecten die in een zaal van meer dan 500 zitplaatsen plaatsvindt.

  • 3.

    Aan de subsidie kan de verplichting worden verbonden om de activiteiten waar mogelijk af te stemmen op de activiteiten van andere organisaties of waar mogelijk samen te werken met andere organisaties.

Artikel 5 Algemene eisen die gelden voor de aanvrager

  • 1.

    Subsidie kan alleen worden aangevraagd door rechtspersonen, zijnde stichtingen of verenigingen, die statutair en feitelijk gevestigd zijn in Veenendaal en zich ten doel stellen zonder winstoogmerk activiteiten te verrichten ten behoeve van de Veenendaalse samenleving op het gebied van kunst, cultuur en cultureel erfgoed.

  • 2.

    Voor professionele organisaties geldt aanvullend dat zij omgaan met Rijkscodes voor de cultuursector zoals geformuleerd in de cultuurvisie.

  • 3.

    Voor amateurkunstinstellingen geldt aanvullend dat tenminste 50% van de leden in de gemeente Veenendaal woont.

Artikel 6 Subsidieplafond

  • 1.

    Het college stelt jaarlijks voor 30 april een subsidieplafond vast voor:

    • a.

      de amateurkunst;

    • b.

      culturele basisvoorzieningen; en

    • c.

      zaalhuursubsidie amateurkunst.

  • 2.

    Het college kan het subsidieplafond verlagen conform artikel 5 van de Algemene Subsidieverordening Veenendaal waarbij de verlaging ook geldt voor reeds ingediende aanvragen.

  • 3.

    Als een subsidieplafond, als bedoeld in het eerste lid onder a of b, wordt overschreden worden de te verlenen subsidies met een gelijk percentage verlaagd, zodat overschrijding achterwege blijft.

  • 4.

    Het subsidieplafond, bedoeld in het eerste lid onder c, wordt verdeeld op volgorde van ontvangst van de volledige aanvraag.

Artikel 7 Voorwaarden en verdeelregels subsidie amateurkunst

Om voor subsidie in aanmerking te komen worden tenminste twee openbare optredens gegeven, dan wel worden vooraf afgesproken en vastgelegde activiteiten uitgevoerd.

De subsidie amateurkunst wordt verdeeld op basis van het onderstaande schema:

Kunstdiscipline

Min. aantal leden

Basissubsidiebedrag

maximaal

Instrumentale muziek, groot

40

€ 15.000,00 harmonieën + medewerking aan diverse activiteiten, zoals onder meer Koningsdag, avondvierdaagse, 4 mei, Lampegietersavond

Instrumentale muziek, klein

15

€ 500,00 overige bands

Vocale muziek: koren

15

€ 1.000,00 bij 15-40 leden

€ 1.250,00 bij 40-70 leden

€ 1.500,00 bij > 70 leden

Toneel/Muziektheater

15

€ 3.000,00

Overige cultuuruitingen

15

€ 500,00

Instellingen zonder leden

-

€ 1.500,00 Westerkerkmuziek (voor afgesproken activiteiten)

Als bij een amateurkunstinstelling met contributie-betalende leden het ledenaantal onder het in het tweede lid genoemde minimum is gekomen, kan alleen als deze amateurkunstinstelling meer dan drie jaar subsidie heeft ontvangen, nog gedurende één jaar subsidie worden verleend. Als ook het daarop volgende jaar het minimum aantal leden niet wordt bereikt, wordt geen subsidie meer verleend aan die amateurkunstinstelling.

Artikel 8 Voorwaarden en verdeelregels subsidie culturele basisvoorzieningen

  • 1.

    Op grond van de Cultuurvisie worden de volgende bestaande voorzieningen als culturele basisvoorzieningen beschouwd waaraan subsidie kan worden verleend:

    • a.

      Openbare Bibliotheek Veenendaal;

    • b.

      Theater Lampegiet;

    • c.

      Muziekschool De Muzen;

    • d.

      Vlow 0318;

    • e.

      Museum Veenendaal;

    • f.

      Historische Vereniging Oud Veenendaal;

    • g.

      Cultuurmakelaar;

    • h.

      Ontmoetingshuis;

    • i.

      Kunstplatform.

  • 2.

    Met culturele basisvoorzieningen worden KPI’s afgesproken, welke voorwaardelijk zijn om in aanmerking te komen voor subsidie passend binnen de kaders van het cultuurbeleid.

Artikel 9 Voorwaarden en verdeelregels zaalhuursubsidie amateurkunst

  • 1.

    De subsidie is uitsluitend bedoeld voor een amateurkunstactiviteit of een cultuureducatieproject in een zaal van meer dan 500 zitplaatsen in het Theater Lampegiet of de Basiliek Veenendaal.

  • 2.

    De subsidie bedraagt € 1.000,00 per dag waarop een activiteit plaatsvindt.

  • 3.

    Per aanvrager wordt maximaal voor twee voorstellingsdagen per jaar subsidie verleend.

Artikel 10 Aanvraag subsidie

  • 1.

    De aanvrager maakt voor de aanvraag van deze regeling gebruik van het door het college vastgestelde aanvraagformulier.

  • 2.

    De aanvrager toont in zijn aanvraag aan dat:

    • a.

      de subsidie nodig is om de activiteiten uit te voeren;

    • b.

      de hoogte van de subsidie passend is voor de uitvoering van de activiteiten en dat de aanvrager voldoende financiële middelen ter beschikking heeft om de activiteiten uit te voeren; en

    • c.

      de activiteiten waar mogelijk worden afgestemd op de activiteiten van andere organisaties en dat waar mogelijk wordt samengewerkt met andere organisaties.

Artikel 11 Aanvraagtermijn subsidie

  • 1.

    Aanvragen voor subsidie op grond van deze regeling worden uiterlijk 30 april van het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar ingediend, met als uitzondering de zaalhuursubsidie.

  • 2.

    Aanvragen voor de zaalhuursubsidie kunnen worden ingediend tot uiterlijk 8 weken voor de betreffende activiteit, maar niet eerder dan 1 november van het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar.

Artikel 12 Beslistermijn

  • 1.

    Op aanvragen, als bedoeld in artikel 11, eerste lid, beslist het college voor 31 december van het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar.

  • 2.

    Op aanvragen, als bedoeld in artikel 11, tweede lid, beslist het college conform artikel 8 van de Algemene Subsidieverordening Veenendaal uiterlijk binnen acht weken nadat de volledige subsidieaanvraag is ingediend.

Artikel 13 Weigeringsgronden subsidie

Onverminderd het bepaalde in de Algemene Subsidieverordening Veenendaal en ondanks dat wordt voldaan aan de criteria vermeld in deze regeling, kan een subsidie worden geweigerd als:

  • a.

    de activiteit tot de (subsidie)verantwoordelijkheid van andere overheden behoort;

  • b.

    de activiteit in belangrijke mate een politiek, godsdienstig of levensbeschouwelijk karakter heeft;

  • c.

    de activiteit uitsluitend is gericht op specifieke doelgroepen of het karakter heeft van een feest of receptie;

  • d.

    de activiteit een commercieel doel of belang dient;

  • e.

    de activiteit een besloten karakter heeft;

  • f.

    de activiteit ook zonder gemeentelijke subsidie doorgang kan vinden; of

  • g.

    het subsidieplafond is bereikt.

Artikel 14 Intrekken, wijzigen of lager vaststellen subsidie

  • 1.

    Als de afgesproken activiteiten niet of niet volledig worden uitgevoerd wordt de verleende subsidie ingetrokken, gewijzigd of lager vastgesteld.

  • 2.

    In het geval de subsidie is bevoorschot wordt bij een intrekking, wijziging of lagere vaststelling van de subsidie deze geheel of gedeeltelijk teruggevorderd.

Artikel 15 Intrekken oude regelingen

De volgende regelingen worden ingetrokken:

  • a.

    de Subsidieregels voor zaalhuur theater de Lampegiet, vastgesteld op 18 december 2007;

  • b.

    de Zaalhuurregeling Amateurkunst Veenendaal 2016, vastgesteld op 3 november 2015; en

  • c.

    de Nadere regels Cultuurvisie gemeente Veenendaal, laatstelijk gewijzigd op 2 november 2021.

Artikel 16 Overgangsrecht

  • 1.

    Subsidie die zijn verleend onder de werking van de Nadere regels Cultuurvisie gemeente Veenendaal en die van kracht zijn op het moment van inwerkingtreding van deze regeling, worden aangemerkt als subsidies krachtens deze regeling.

  • 2.

    Als vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze regeling een aanvraag om subsidie op grond van de Nadere regels Cultuurvisie gemeente Veenendaal is ingediend waarop nog niet beslist is, wordt daarop deze regeling toegepast.

  • 3.

    Op bezwaarschriften gericht tegen een beschikking op een aanvraag om subsidie op grond van de Nadere regels Cultuurvisie gemeente Veenendaal wordt beslist met toepassing van deze regeling.

Artikel 17 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op de dag na bekendmaking.

Artikel 18 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Cultuur Veenendaal.

Vastgesteld in de vergadering van 18 december 2024

mevrouw drs. S.M. Deelstra

secretaris

de heer K.J.G. Kats

burgemeester

Ondertekening