Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR734561
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR734561/1
Uitvoeringsprogramma fysieke leefomgeving 2025
Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 24-01-2025 met terugwerkende kracht vanaf 01-10-2024
Intitulé
Uitvoeringsprogramma fysieke leefomgeving 2025Het college van Twenterand maakt bekend dat zij op 17 december 2024 het ‘Uitvoeringsprogramma fysieke leefomgeving 2025, inclusief jaarverslag 2024‘ heeft vastgesteld.
Reden
Jaarlijkse verplichting om een uitvoeringsprogramma voor VTH-taken vast te stellen en het voorgaande jaar middels een jaarverslag te evalueren
Inwerkingtreding en inzage
Het Uitvoeringsprogramma fysieke leefomgeving 2025 treedt inwerking op de dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 1 oktober 2024. Het Uitvoeringsprogramma fysieke leefomgeving 2025 is in te zien via het digitale gemeenteblad dat te vinden is op www.overheid.nl en op de website van de gemeente Twenterand.
Geen bezwaar en beroep
Tegen dit Uitvoeringsprogramma fysieke leefomgeving 2025 staan geen bezwaar- en beroepsmogelijkheden open op grond van de Algemene wet bestuursrecht.
In 1 oogopslag
Samenvatting
Jaarverslag2024
Wat hebben we gedaan en waar liepen we tegenaan?
Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet per 1 januari jl., hebben we in 2024 onze eerste ervaringen opgedaan met alle nieuwe werkwijzen en producten die deze nieuwe wet met zich meebrengt. Er gingen veel dingen goed maar er kunnen ook nog dingen beter is onze voorzichtige conclusie. Daarnaast zijn er eind 2023 nog heel veel vergunningaanvragen onder de oude- wet en regelgeving (Wabo) ingediend waardoor we in 2024 ook nog veel tijd kwijt waren om deze aanvragen af te handelen. We hadden verwacht op het gebied van bouwtoezicht meer ervaringen met bouwmeldingen, vanuit de WKB, op te kunnen doen dit jaar. Maar er zijn tot op heden nog maar 2 bouwmeldingen ingediend. Dit blijkt een trend te zijn die voor heel Overijssel geld bij navraag. De verwachting is dat dit in 2025 wel toe zal gaan nemen.
Uit de ‘in 1 oogopslag’ zoals hierboven opgenomen, blijkt dat we in 2024 meer uren aan producten hebben besteed dan werd voorspeld. Daaruit kunnen we opmaken dat de fysieke leefomgeving in Twenterand volop in ontwikkeling was in 2024 maar dat ook nog veel mensen hunnen plannen wouden indienen voor eind 2023 onder de oude- wet en regelgeving (Wabo). Er zijn toen totaal 30 vergunningaanvragen meer ingediend dan gebruikelijk is voor diezelfde periode in de jaren ervoor. We hebben onder andere vooroverleggen gevoerd met initiatiefnemers, vergunningen voor woningen verstrekt, hielden toezicht op het gebruik van gronden en traden zo nodig op tegen fout geparkeerde voertuigen. En dat is nog maar een kleine greep uit de vele taken die we in 2024 behandeld hebben.
Ondanks dat we ons hard hebben gemaakt voor een zo goed mogelijke taakuitvoering worstelden we anderzijds ook met personeelsverloop, ziekte en krapte op de arbeidsmarkt. Dat heeft er voor gezorgd dat de werkdruk toenam, omdat we elkaars taken tijdelijk moesten waarnemen zolang er nog geen nieuw personeel geworven was. Nieuw én geschikt personeel bleek over het algemeen moeilijk te vinden maar is ons wel gelukt. Daarnaast waren we genoodzaakt om ook in 2024 gebruik te maken van o.a. outsourcing en het inzetten van inhuurkrachten en junioren.
In totaliteit kwamen we uit op een plus van 1,11 fte om de werkvoorraad van 2024 te kunnen uitvoeren. Alle informatie is op detailniveau nader uitgewerkt in Hoofdstuk 3 van dit Uitvoeringsprogramma.
Verder hebben we nog te maken gehad met een Interne reorganisatie Waardoor naast de overgang van de Wabo naar de Omgevingswet de collega’s ook nog te maken kregen het vormen van twee nieuwe teams VOI en THV. Dit alles bij elkaar heeft heel veel van de flexibiliteit van alle collega’s gevraagd in het afgelopen jaar.
Conclusie
Voor bijna alle onderdelen geldt dat de taken adequaat zijn uitgevoerd, maar het beheers niveau een uitdaging was als gevolg van personeelsverloop, ziekte en krapte op de arbeidsmarkt en de continuïteit van instromende taken. Dat geldt ook voor de taken die belegd zijn bij de ODT (niet opgenomen in de ‘in 1 oogopslag’ hierboven).
Ondanks de verloop, ziekte en krapte op de arbeidsmarkt hebben de teams VOI en THV in 2024 bovenmatig gepresteerd. Op de meeste onderdelen kon voldaan worden aan de indicatoren en streefwaarden uit het programma Ruimte. Er was dus sprake van een ongezond hoge werkdruk niet alleen door de overgang van de Wabo naar de Omgevingswet maar ook door de interne reorganisatie die in dezelfde periode plaats heeft gevonden.
De grootste uitdagingen zaten in het managen van de grote verloop, ziekte en krapte op de arbeidsmarkt voor beide teams om zo de werkvoorraad voldoende beheersbaar te houden. Om de risico’s zoveel mogelijk te beperken is in 2024 gebruik gemaakt van o.a. inhuur en het uitbesteden van taken en dossiers en zijn vacatures opgesteld en ingevuld.
Uitvoeringsprogramma 2025
Hoe gaan we verder?
Het aankomende jaar staat in het teken van nog meer ervaring opdoen met de nieuwe OW. Er zullen nieuwe producten en kengetallen ontwikkeld en doorontwikkeld worden in het kader van het OW en de Wkb. We proberen daar in dit Uitvoeringsprogramma al zoveel mogelijk op voor te sorteren.
In 2025 zullen we ons ook richten op een aantal andere opgaven. Een van die opgaven betreft het vergroten van het woningaanbod en het creëren van woningaanbod voor bijzondere doelgroepen. Daarnaast zijn er een aantal andere ontwikkelingen te noemen die onze aandacht verdienen in 2025 en die de VTH-werkvoorraad raken. Hierbij valt te denken aan de problematiek rondom Kanaal Almelo de Haandrik, maar ook de krapte op de arbeidsmarkt.
Om invulling te kunnen geven aan de indicatoren en streefwaarden uit het programma Ruimte en de indicatoren uit het (geactualiseerde) VTH-beleid 2024-2028 gaan we in 2025 meer inzetten op controles voorwaardelijke verplichting, controles illegaal gebruik van gronden en illegale bewoning, evenementencontroles en controles op de inwonersergernissen zoals hondenpoep, zwerfafval en parkeerhinder. Voor het overige geldt dat we vinger aan de pols houden en bijsturen waar nodig, zie ook de “Nadere uitwerking” van dit Uitvoeringsprogramma.
Conclusie
De prognose voor 2025 is dat we samen met de toekomstige ontwikkelingen en beleidsopgaven voor het team VOI voldoende capaciteit hebben en dat voor het team THV we net onvoldoende capaciteit hebben, zoals ook te zien is in de ‘in 1 oogopslag’ hierboven. Daaruit blijkt dat we in 2025 voor bepaalde disciplines, die de afgelopen jaren onderbezet zijn geweest nu voldoende capaciteit hebben. Maar dat er op andere disciplines door o.a. verloop en ziekte weer onderbezetting is ontstaan.
De tekortkoming is het grootst binnen het onderdeel juridisch ondersteuning bij Vergunningverlening en Handhaving, als gevolg van het vele personeelsverloop en de krapte op de arbeidsmarkt. Verder is er binnen het onderdeel Toezicht en Handhaving Bouw een groot tekort ontstaan door verloop.
Inmiddels zijn er vacatures binnen deze onderdelen opengesteld en wordt er ingehuurd om het tekort op te kunnen vangen. Om de risico’s zoveel mogelijk te beheersen, wordt ook naar andere oplossingen gezocht. Om het tekort bij Toezicht en Handhaving Bouw op te kunnen vangen, is er al 1 fte ingehuurd.
Voor de taken die bij de ODT belegd zijn, geldt dat er 1,5 fte bij komt als gevolg van de herijking van het financieringstraject dat de ODT in 2022 doorlopen heeft (niet opgenomen in de ‘in 1 oogopslag’). Totaal is dat nu 7,28 fte of te wel 9907 uur.
Aanbeveling
Om de risico’s ook in 2025 zo beheersbaar mogelijk te houden, zal er weer gebruik moeten worden gemaakt van inhuur en het mogelijk uitbesteden van dossiers. De knelpunten bij team THV lijken op voorhand beheersbaar, zodat de taken in de meeste gevallen weliswaar adequaat kunnen worden uitgevoerd, maar dat wellicht niet alle risico’s beheersbaar blijken te zijn. De onbalans zou ervoor kunnen zorgen dat het een aantal doelstellingen uit het programma Ruimte en het nieuwe VTH-beleid 2024-2028 vertraagd en dat de dienstverlening en de kwaliteit van producten onvoldoende gewaarborgd kan worden. Om die reden is het stellen van prioriteiten of het opschalen van de capaciteit nodig.
Hoofdstuk 1. Algemeen
1.1 Inleiding
Het Uitvoeringsprogramma is een verplichting op grond van het Omgevingsbesluit (hierna: Ob).
Bovendien is het Uitvoeringsprogramma een uitwerking van de Landelijke kwaliteitscriteria aanvullend met versie 2.3 deel B. Deze Landelijke kwaliteitscriteria zijn bedoeld om de uitvoering van de taken die op het gebied van Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (hierna: VTH) door gemeenten in het Omgevingsrecht te professionaliseren en de kwaliteit in de organisatie te borgen.
De provincie houdt toezicht op de naleving van de kwaliteitscriteria door gemeenten. Daarvoor is een speciaal provinciaal team in het leven geroepen: het Interbestuurlijk Toezicht (hierna: IBT). Dit team heeft de taak knelpunten op tijd in beeld te brengen waardoor er kan worden bijgestuurd. Provincies houden toezicht op verschillende domeinen. De domeinen die onder meer in dit Uitvoeringsprogramma centraal staan, zijn Wonen en Leven (OW), Ruimtelijk Toezicht (OW) en Monumenten (Erfgoedwet).
De kwaliteitscriteria 2.2 deel B zijn per 1 januari 2024, met de inwerkingtreding van de Omgevingswet, vervangen door de kwaliteitscriteria 2.3 deel B. per 1 januari 2025 treden de kwaliteitscriteria 3.0 in werking. Daarom gaan we in dit UP nog uit van versie 2.3 deel B. en gaan we in 2025 volledig met versie 3.0 aan de slag voor het UP van 2026.
De Landelijke kwaliteitscriteria bestaat uit meerdere delen: deel B heeft betrekking op de kwaliteit van de medewerkers (de kritieke massa), deel C op de organisatie (de procescriteria) voor VTH-uitvoering en deel D gaat over de competenties die medewerkers moeten beheersen (Competentieprofielen).
1.2 Procescriteria
De procescriteria beschrijven de eisen die gesteld worden aan de beleidscyclus. Door de stappen in de procescriteria te volgen wordt de cyclus gesloten. Daarbij is de ‘BIG-8’ gehanteerd. Onderstaand figuur geeft in 7 processtappen de beleidscyclus ‘BIG-8’ weer.
Processtap 1 & 2: Prioriteiten & doelen en Strategie
De beleidscyclus start bij de prioriteiten en de doelen. Deze worden samen met de strategieën neergelegd in een beleidsstuk, het zogenoemde “VTH-beleid”. Onder de Omgevingswet wordt het VTH-beleid aangeduid als: “Uitvoerings- en handhavingsstrategie 2024-2028”. Gemakshalve spreken we in dit Uitvoeringsprogramma nog van het ‘VTH-beleid’.
In het VTH-beleid wordt onder andere inzicht gegeven in de prioriteitenstelling en meetbare doelstellingen voor de langere termijn (meestal 4 jaren), maar ook in het instrumentarium dat we inzetten om:
- -
vergunningen en meldingen te behandelen;
- -
toezicht te houden;
- -
te voorkomen dat we moeten optreden; of
- -
een overtreding gedogen; en
- -
te streven naar goede naleving.
Dat doen we voor de VTH-taken die binnen de disciplines van bouwen, ruimtelijke ordening, brandveilig gebruik, milieu en openbare orde en veiligheid vallen. Zie ook de afbeelding hiernaast.
In 2023 zijn er flinke stappen gezet om ons VTH-beleid te actualiseren voor alle bovengenoemde disciplines, m.u.v. milieu . In 2024 is de laatste hand gelegd aan het nieuwe beleid en eind 2024 is het nieuwe VTH-beleid vastgesteld zie bijlage 12 .
Voor de milieutaken, belegd bij de omgevingsdienst Twente (hierna: ODT), is het Twentebrede uniforme VTH-beleid in 2023 herzien en vastgesteld in 2023.
Processtap 3: Programma & organisatie
Jaarlijks zal in het uitvoeringsprogramma worden opgenomen welke concrete prioriteiten en doelen voor het betreffende jaar worden gesteld en wordt de capaciteit voor dat jaar verdeeld. Wanneer het bij capaciteitsknelpunten noodzakelijk is om anders te prioriteren zullen steeds keuzes worden gemaakt op basis van risicobepaling. Het risico wordt berekend op basis van de formule kans (dat het risico zich voordoet) maal effect (dat het op de leefomgeving heeft). In 2023 zijn de risicoanalyses voor alle disciplines zowel de thuistaken als de milieutaken belegd bij de ODT zoals beschreven in processtap 2 geactualiseerd zie bijlage 9 en 10 .
In dit uitvoeringsprogramma (hierna: UP) maken we transparant waar de gemeente Twenterand de beschikbare capaciteit inzet voor 2025 in verhouding tot de gestelde prioriteiten en de doelen voor dat jaar. Dat doen we over een periode van 1 oktober 2024 tot en met 30 september 2025.
Het UP dient uiterlijk 1 januari van ieder jaar aangeleverd te zijn bij het IBT.
Processtap 4: Werkwijze
Om de VTH-taken goed te kunnen uitvoeren, is goede voorbereiding nodig. Aan het verlenen van een vergunning of het doen van een controle moeten procedures, processen, protocollen en/of werkinstructies ten grondslag liggen. Dat geldt ook voor de communicatie, informatiebeheer en -uitwisseling rondom de uit te voeren taak.
Processtap 5: Uitvoering
In deze processtap wordt de vergunning daadwerkelijk behandeld of wordt het controlebezoek daadwerkelijk uitgevoerd. Het is belangrijk dat het uitvoerend personeel voldoende ondersteunende voorzieningen ter beschikking hebben om de taak te kunnen uitvoeren.
Processtap 6: Monitoren
Aan de hand van een geautomatiseerd zaakregistratiesysteem monitoren we de resultaten en de voortgang van de uitvoering van het VTH-beleid en het Uitvoeringsprogramma.
Voor de meeste VTH-taken worden registratiesysteem PowerBrowser gebruikt. Dat is een systeem dat een integrale behandeling van omgevingsdossiers mogelijk maakt. Kenmerkend voor PowerBrowser is dat de werkprocessen zelf te ontwikkelen en in te richten zijn, waardoor het systeem beter op de (specifieke) VTH-taken van de gemeente Twenterand kan worden afgestemd. De ODT maakt ook gebruik van PowerBrowser, maar de beide systemen zijn niet gekoppeld zodat er geen informatie-uitwisseling is.
Ten aanzien van de toezichthoudende taak op gebied van Openbare Orde en Veiligheid wordt door de boa’s gebruik gemaakt van het registratieprogramma City Control. Dit programma voldoet aan de eisen van de Wet politiegegevens.
We zien 2025 ook als een 2e ervaringsjaar, waarbij we weer veel nieuwe ervaringscijfers zullen gaan opbouwen onder de OW. Dit vraagt om een goede monitoring in 2025 en zo nodig bijsturing op de onderdelen waar knelpunten ontstaan. Ook in 2025 houden we de vinger nog even stevig aan de pols.
Door o.a. maandelijks te gaan monitoren, o.b.v. rapportages uit PowerBrowser, willen we voor ons eigen uitvoeringsprogramma maar ook voor de taken die de ODT voor ons uitvoert in 2025 beter grip en zicht krijgen op de uitvoer. Hierdoor kunnen we nog eerder en hopelijk beter ingrijpen als er knelpunten dreigen te ontstaan.
Ook zijn er in 2024 nieuwe kwaliteitsdoelen ontwikkeld met indicatoren en bijbehorende streefwaarden vanuit het nieuwe VTH-beleid 2024-2028. In 2025 gaan we hiervoor de monitoring proberen in te richten en gaan we toetsen/proberen of we in het jaarverslag van 2025 van input, throughput, naar output en outcome kunnen komen. Zodat we ook onze doelen, indicatoren en streefwaarden en de werkwijze er mogelijk op aan kunnen passen, na analyse, mochten we de streefwaarden bij de doelen en indicatoren niet halen.
De monitoringsresultaten worden weergegeven in het jaarverslag, waar we in processtap 7 nader op in gaan, en gebruikt voor bijsturing van de strategieën en voor input van de beleidsevaluatie.
Processtap 7: Rapportage en evaluatie
Als het jaar waarop het Uitvoeringsprogramma betrekking heeft ten einde loopt, dan moet de inzet, de prestaties en de resultaten van dat jaar gerapporteerd worden. Dat gebeurt in een ‘Jaarverslag’. Vervolgens moet bekeken worden of het nodig is om het VTH-beleid aan te passen.
Het jaarverslag dient uiterlijk 1 april van ieder jaar bij het IBT aangeleverd te zijn.
Normaliter is het ‘Jaarverslag’ een apart document dat na het document ‘Uitvoeringsprogramma’ wordt opgesteld, maar de gemeente Twenterand bundelt beide documenten in 1 integraal document, namelijk in dit UP. Het jaarverslag dat in dit UP is vervat, ziet toe op de periode 1 oktober 2023 tot en met 30 september 2024. Op deze manier kunnen we beter sturen op de prioriteiten die we voor het komende jaar stellen met inzicht in de resultaten van het afgelopen jaar.
Schematisch ziet het overzicht met alle voornoemde documenten er zo uit als hiernaast weergegeven:
1.3 kritieke massa KC. 2.3 deel B
De toelichting op de set Kwaliteitscriteria beschrijft de uitgangspunten van deel B van de set, zijnde: ‘Criteria voor de kritieke massa’. Het maakt duidelijk wat wordt aangemerkt als de fundering van een goede professionele kwaliteit. Kern daarin is de aflevering van een minimaal zo goed mogelijk product/dienst. Daarvoor is met name vakmanschap cruciaal. Vakmanschap wordt in de set kwaliteitscriteria uitgedrukt in ‘Kritieke Massa’.
Hoe de uitvoeringskwaliteit in de gemeente Twenterand was geborgd in 2024 hebben wij verantwoord in bijlage 6. Hier geven wij inzicht in het voldoen aan de kritieke massa o.b.v. de kwaliteitscriteria 2.3 deel B.
In 2024 hebben zich mutaties voorgedaan in de personele capaciteit. Meer en meer blijkt dat zich onvoldoende gekwalificeerd personeel op de arbeidsmarkt beschikbaar stelt c.q. wordt gesteld. Het gezegde ‘de vijver is opgedroogd’ mag letterlijk worden opgevat. Het is niet meer geloofwaardig te stellen en als realistisch te beschouwen dat de uitvoering van de VTH-taken structureel en onverkort kan voldoen of kan blijven voldoen aan de gestelde ‘Kritieke Massa’. Personeel dat kan voldoen aan de criteria zijn zeer schaars of zijn er niet om daarmee het team dat zorgdraagt voor de uitvoering van de VTH-taken op het vereiste niveau te houden. Er wordt echter alles aan gedaan om zoveel mogelijk te voldoen aan de criteria. Het fluctueert echter sterk. Capaciteit verdwijnt naar elders en ‘binnengehaalde’ capaciteit moet eerst intern worden opgeleid om de eerste stappen te kunnen zetten. Dat vergt het uiterste van de bestaande capaciteit omdat ook deze capaciteit de ontwikkelingen bij moeten houden om te kunnen blijven voldoen aan de ‘Kritieke massa’.
de kwaliteitscriteria 3.0 treden in werking vanaf 1-1-2025. De gemeente Twenterand gaat hun medewerkers in 2025 laten toetsen aan deze nieuwe set kwaliteitscriteria. De uitkomsten worden vastgelegd in een dashboard. Zodat zowel de desbetreffende medewerkers als de teamleider inzicht krijgen in of ze voldoende handvaten voor hun werk hebben of dat ze nog ondersteuning nodig zijn om op het gewenste uitvoeringsniveau te komen. De gemeente Twenterand laat deze toetsing uitvoeren door het bureau Libereaux.
1.4 Verordening Kwaliteit VTH
In 2023 is de “Verordening Uitvoering en Handhaving Omgevingsrecht Twenterand 2023” vastgesteld. Deze verordening vormt het kader voor de kwaliteit van de wettelijke VTH-taken door de gemeente en in opdracht daarvan handelende (omgevings)diensten. De regionale afspraken die in afstemming zijn gemaakt bij het tot stand komen van de nog vigerende verordening blijven bestaan.
De Landelijke kwaliteitscriteria 2.3 - b (en automatisch de daarop volgende kwaliteitscriteria) gelden daarbij als maatstaf. Daardoor is de verordening een blijvend kader voor het bevorderen, beoordelen en borgen van de kwaliteit van vergunningverlening, toezicht en handhaving. Vanaf 1-1-2025 zullen de Landelijke kwaliteitscriteria 3.0 gaan gelden. De gemeente Twenterand is voornemens haar medewerkers in 2025 te laten toetsen aan deze nieuwe kwaliteitscriteria 3.0.
Tevens moet o.b.v. de kwaliteitsverordening de kwaliteit, diensten en de financiën voldoende worden geborgd . Dit hebben we o.a. uitgewerkt in ons nieuwe VTH-beleid 2024-2028. In bijlage 7 Kwaliteitsdoelen VTH-beleid 2024-2028 geven we aan waar ons prioritering ligt en hoe we dat willen borgen.
1.5 Nieuw VTH beleid 2024-2028
In 2024 is het nieuwe VTH beleidsstuk “Integrale Uitvoerings- en handhavingsstrategie 2024 -2028” vastgesteld. Zie bijlage 12 . Dit beleidsstuk vormt het kader/kapstok voor het kwaliteitsniveau van de uitvoering van o.a. de wettelijke VTH-taken onder de nieuwe Omgevingswet. Dit beleidsstuk is niet in beton gegoten en zal de komende jaren nog verder ontwikkeld en ingekleurd gaan worden naargelang wij meer ervaring met de Omgevingswet gaan opdoen. O.a. de “Omgevingsvisie” en de beleidslijn” VTH onder de Wkb” zullen verder ontwikkelt gaan worden de komende jaren. Het in 2023 vastgestelde Twente brede omgevingsbeleid voor milieu maakt integraal onderdeel uit van dit nieuwe beleidsstuk. Dit nieuwe beleidsstuk is dan ook de nieuwe onderlegger voor het uitvoeringsprogramma 2025.
Hoofdstuk 2. Programma, Ontwikkelingen en Financiën
Op de voorgaande pagina’s kwamen de inhoudsopgave, de ‘in 1 oogopslag’, de samenvatting en de inleiding van het algemeen deel van dit Uitvoeringsprogramma aan bod. Op de pagina’s hierna volgt:
- -
een toelichting op het programma dat de gemeente Twenterand heeft om activiteiten op ruimtelijk gebied op programmatische wijze aan te vliegen;
- -
de landelijke, regionale en lokale ontwikkelingen en aandachtpunten in het VTH-werkveld voor het komende jaar;
- -
de financiële en personele ontwikkelingen voor het komende jaar; en
- -
concrete acties ter verbetering van onze monitoring voor het komende jaar.
Zoals uit de inhoudsopgave af te leiden is, bestaat het UP naast een algemeen deel, uit een deel met de nadere uitwerking. In de nadere uitwerking wordt ingezoomd op de verschillende disciplines. Daarin wordt per discipline een vast stramien gevolgd:
- ➢
Doelen, indicatoren en streefwaarden
- ➢
Risicoanalyse (bij toezicht en handhaving)
- ➢
Evaluatie 2024
- ➢
Programma 2025
- ➢
Afwijkingen en risico’s
2.1 Programma Ruimte
Sinds 1 januari 2017 worden taken uitgevoerd op basis van overkoepelende programma’s die nader zijn uitgewerkt in werkprogramma’s en ontwikkelprogramma’s. De werkprogramma’s zijn onderdeel van de programmabegroting. De programmabegroting is gebaseerd op de prioriteiten die in de kadernota zijn genoemd. Verantwoording wordt afgelegd in de bestuursrapportage (hierna: Berap).
Het geheel aan programma’s is uitgewerkt in doelenbomen. De doelen uit het programma Ruimte zijn sterk gerelateerd aan een maatschappelijk effect. Daaronder hangen doelen, subdoelen en (jaarlijkse) activiteiten. Aan ieder programma liggen ook indicatoren en streefwaarden ten grondslag die dragen bij aan de haalbaarheid van een doel. De indicatoren en streefwaarden die voor de VTH-taken van toepassing zijn, worden genoemd in dit Uitvoeringsprogramma.
Met het uitvoeren van de in de programma’s genoemde activiteiten en het realiseren van de (sub)doelen wordt het beoogd maatschappelijk effect gewaarborgd. Daar waar afgeweken wordt van de streefwaarden of waar activiteiten niet zijn uitgevoerd zal worden aangegeven welke risico’s en gevolgen er zijn en op welke wijze deze opgelost, dan wel beperkt moeten worden. In dit Uitvoeringsprogramma wordt daar tekst en uitleg aan gegeven.
Activiteiten uit doelenbomen
Naast wettelijk vereiste taken en niet wettelijk vereiste VTH-taken (denk hierbij aan de APV) zijn er lokale wensen en ambities. De lokale ambities bevatten in de regel lokaal wenselijke activiteiten die op zich geen wettelijke uitvoeringsplicht kennen. Ze zijn in veel gevallen echter wel te relateren aan de VTH-taken en kunnen ondersteunend zijn in de productverbetering of nieuwe ontwikkelingen. Bovendien zijn de ambities zodanig geprognosticeerd dat de VTH-taken mee kunnen bewegen in diverse ontwikkelingen en toekomstige veranderingen. Organisatorische afstemming en het toekomstgericht blijven ontwikkelen van de organisatie zijn daarin belangrijke doelen.
Hieronder lichten we enkele activiteiten uit voor 2025 die naar verwachting de werkvoorraad van de VTH-taken zullen beïnvloeden. Sommige van die activiteiten worden ook genoemd in de volgende paragraaf ‘Ontwikkelingen’. Zie ook de doelenbomen van het Programma Ruimte van de gemeente Twenterand.
Woonvisie
Met de Woonvisie als basis zetten we in op het ontwikkelen van inbreidingslocaties en zoeken we naar uitbreidingslocaties voor wonen en werken. We willen daarbij ook een regionale rol vervullen. Twenterand staat voor een woningbouwopgave. We willen de lokale woonbehoefte bedienen met t/m 2031 een groei van 550 woningen. Tevens hebben we daarnaast de ambitie om bij te dragen aan de regionale vraag naar woningen. Om de doelgroepen op de woningmarkt goed te helpen is het nodig de juiste kwaliteit woningen te bouwen en doorstroming op de woningmarkt te bevorderen.
Voor de ontwikkeling Vriezenveen-Zuid heeft de gemeenteraad in juli 2023 een visie voor Vriezenveen vastgesteld. De visie gaat onder meer in op woningbouw aan de zuidzijde van Vriezenveen, uitbreiding van Sportpark het Midden, een uitbreidingslocatie voor een bedrijventerrein, perifere detailhandel, alternatieve woonvormen en de aanleg van een randweg.
Naar aanleiding van de vastgestelde visie heeft de gemeenteraad ook het voorkeursrecht op diverse percelen in Vriezenveen Zuid gevestigd. Momenteel wordt er veel tijd en capaciteit ingezet om de visie verder uit te werken tot een masterplan. In het masterplan worden voorwaarden opgenomen waaraan de ontwikkeling moet voldoen. Zo blijft eenheid in de ontwikkeling bestaan. De ontwikkeling zal de komende jaren invloed hebben op de VTH-taken en overige taken binnen afdeling Ruimte.
Versnelling woningbouw en meer woningen voor speciale doelgroepen
Om de woningbouw te kunnen versnellen zijn sleutelgebieden/projecten aangewezen waar een woningbouwimpuls kan worden gerealiseerd. Daarnaast zijn ook inbreidingslocaties en uitbreidingslocaties in beeld. Het doel is om harde plannen te realiseren en zachte plannen voor 2026 hard te maken en snel te kunnen starten met bouwen. De extra woningbouwopgave vraagt meer capaciteit van de gemeente.
Openbare orde en Veiligheid
Op het gebied van openbare orde en veiligheid blijven we werken aan een veilig Twenterand. Dit doen we door overlast en criminaliteit te verminderen en fysieke onveiligheid te voorkomen en aan te pakken. Hoe we dat doen is beschreven in het Integraal Veiligheidsbeleid van de gemeente Twenterand.
In de kadernota 2024 is voorgesteld om een 4e BOA aan te stellen om onbalans bij de uitvoering van BOA-taken weg te nemen opgenomen en vastgesteld. Hier is in 2024 verdere invulling aan gegeven door daadwerkelijk een 4e Boa aan te stellen.
Daarnaast zijn de 14 Twentse gemeenten met elkaar overeengekomen dat iedere gemeente zorgt dat zij de basis op orde heeft met betrekking tot de aanpak van ondermijning. Een belangrijk onderdeel daarvan is de implementatie en uitvoering van het vernieuwde Bibob-beleid. De gemeente Twenterand heeft in 2024 o.a. een Bibob-coördinator aangesteld die dit verder vorm gaat geven. 2025 zal dan ook gebruikt worden om het Bibob-beleid verder uit te kristalliseren.
2.2 Ontwikkelingen en aandachtspunten
Omgevingswet
Op 1 januari 2024 is de Omgevingswet ingevoerd. De Omgevingswet (hierna: Ow) bundelt en vereenvoudigt de bestaande wet- en regelgeving op het gebied van de fysieke leefomgeving.
De hoeveelheid en het karakter van de taken zal met de invoering van de Ow deels veranderen. Maatwerk zal meer aan de orde zijn en de uitvoering gaat daarmee meer tijd en capaciteit kosten. Meer integraal werken zorgt echter voor efficiëntie en zal op termijn capaciteit en geld besparen. Daarentegen zullen naar verwachting de inkomsten uit leges dalen. Het karakter van het werk zal ook veranderen. Er zal meer werk in het voortraject van een aanvraag zitten, door onder meer een intensiever vooroverleg. Tevens wordt verwacht dat er meer werk achteraf zal zijn, in de vorm van toezicht en handhaving.
Taakinhoudelijk zijn de teams VOI en THV in 2024 flink bezig geweest met het uitvoeren van taken en producten onder de OW. Wel moesten er nog veel oude aanvragen vanuit de Wabo in 2024 worden afgerond. Waardoor oude en nieuwe wet- en regelgeving nog volop door elkaar liepen. In 2025 kunnen we ons volledig gaan focussen op de OW. We gaan dan ook verder met de optimalisatie van producten en diensten onder de OW nu we daar ervaring mee op hebben gedaan.
Op dit moment wordt er gewerkt aan een herziene Omgevingsvisie en er wordt druk aan het Omgevingsplan verder gebouwd.
De prognoses in dit UVP zullen nu volledig op de Ow gebaseerd worden. Echter na dit eerste jaar onder de OW, blijft er ook nog veel onduidelijk. We hebben weinig tot geen ervaring kunnen opdoen met bouwmeldingen vanuit de WKB en aanvragers kiezen vaak voor het aanvragen van enkelvoudige omgevingsvergunningen i.p.v. meervoudige omgevingsvergunningen waardoor er meer administratief werk op ons bordje komt. We hebben nu ervaringscijfers maar omdat er eind 2023 nog veel aan vergunning is ingediend onder de Wabo, hebben we het vermoeden dat we hier nog niet vanuit kunnen gaan. We zien 2025 daarom ook wel als een 2e ervaringsjaar. Het is in 2025 dus nog nodig om goed te monitoren en zo nodig bij te sturen.
Wet kwaliteitsborging
Ook de Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen (hierna: Wkb) is op 1 januari 2024 ingevoerd. Met de invoer van de Wkb verschuift de focus in de bouw van het vooraf verkrijgen van een vergunning naar het tijdens en achteraf kunnen aantonen dat wordt voldaan aan de bouwtechnische eisen en andere afgesproken kwaliteitseisen voor gevolgklasse 1 bouwwerken. Hier moet vooraf wel eerst een omgevingsvergunning voor worden aangevraagd om te controleren of het aan het ruimtelijke aan het omgevingsplan voldoet en waar van toepassing aan o.a. Welstand. De gemeente dient te controleren of het instrument voor
kwaliteitsborging daadwerkelijk is toegelaten voor de betreffende gevolgklasse en of de kwaliteitsborger toestemming van de instrumentaanbieder heeft om te werken met dat instrument. De gemeente blijft verantwoordelijk voor het toezicht op de bestaande bouw en op de omgevingsveiligheid. Het nieuwe stelsel treedt stapsgewijs in werking en geldt vanaf 1 januari 2024.
In 2024 hebben we echter weinig tot geen ervaring kunnen opdoen met bouwmeldingen voor gevolgklasse 1 onder de WKB. Er zijn in 2024 maar 2 bouwmeldingen ingediend tot op heden. De verwachting is dat we in 2025 hier wel meer ervaring mee op kunnen gaan doen. Daarom zien we 2025 ook wel als een 2e ervaringsjaar. In 2025 gaan we dus ervaring opdoen en werken volgens de beleidslijn “VTH onder de Wkb” die is opgeteld. Zie bijlage 11.
In 2025 willen we gaan onderzoeken of de kostendekkendheid voldoende is voor de nieuwe VTH-producten onder de OW. Mogelijk zal hierop de legesverordening moeten worden aangepast of zal er onderzocht moeten worden of er alternatieve financiering mogelijk is of dat de programmabegroting structureel moet worden aangepast. We houden hierbij nadrukkelijk de nieuwe ontwikkelingen rond deze materie in de gaten.
VTH-beleid 2024-2028
In 2024 is het nieuwe VTH-beleid 2024-2028 vastgesteld. Dit beleidsstuk dient als kapstok voor het uitvoeren van de VTH taken onder de OW. Dit beleidsstuk is niet in beton gegoten en zal waar nodig worden herzien mocht dit noodzakelijk zijn op basis van opgedane ervaring. In dit beleidsstuk zijn o.a.:
- -
Onder de omgevingswet is er een nieuwe beleidscyclus die de nieuwe instrumenten onder de Omgevingswet integreert met de BIG-8 vanuit de procescriteria. Hierdoor wordt het VTH-beleid beter afgestemd met het ruimtelijke ordeningskader. O.a. de omgevingsvisie en de gebiedsdoelen en de borging in een omgevingsplan zijn hier nu onderdeel van de integrale beleidscyclus. Hier willen we separate doelen, indicatoren en streefwaarden bij ontwikkelen nadat de nieuwe omgevingsvisie in 2025 is opgesteld en vastgesteld.
- -
Nieuwe kwaliteitsdoelen en indicatoren met bijbehorende streefwaarden ontwikkelt zodat de
- -
koppeling met de in 2023 vastgestelde kwaliteitsverordening ook is geborgd;
- -
Zijn o.a. de risicoanalyses voor toezicht en handhaving, ruimtelijke ordening en APV en bijzondere
- -
wetten herijkt;
- -
Is de Landelijke handhaving strategie geïmplementeerd met als oplegger ons eigen
- -
piramidemodel;
- -
Is de concept beleidslijn voor het uitvoeren van werkzaamheden “VTH onder de Wkb” opgesteld;
Zie bijlage12 voor het nieuwe VTH-beleid 2024-2028.
Kanaal Almelo – De Haandrik
De problematiek in relatie tot het kanaal Almelo-De Haanweetdrik eist veel capaciteit van het Team Omgeving. Dit vanwege de schadeobjecten en het onderhoud aan het kanaal dat ook zijn voortgang moet hebben om achterstalligheid te voorkomen. De provincie Overijssel heeft tussen 2011 en 2016 kanaal Almelo-De Haandrik geschikt gemaakt voor grotere schepen.
Vanaf die tijd kreeg de provincie meldingen van omwonenden/bedrijven dat er schade was ontstaan aan hun huizen en andere (bedrijfs)gebouwen en panden in de buurt van het kanaal. Inmiddels gaat het om ongeveer 400 panden. Hiervan zijn circa 270 panden in de gemeente Twenterand gesitueerd. Door de VTH-tak, maar ook door andere onderdelen van de organisatie is en wordt veel capaciteit besteed aan dit dossier.
De komende jaren zal de provincie ook weer onderhoud aan het kanaal moeten gaan uitvoeren. Het gaat dan om onderhoud aan beschoeiingen, wachtplaatsen en damwandprofielen enzovoort. De wijze waarop en welke best beschikbare technieken toegepast kunnen worden om tijdens de uitvoering schades aan gebouwen en opstallen te voorkomen is onderdeel van een verkenning. De provincie en de gemeente zijn in relatie tot deze verkenning een gezamenlijk overleg (projectgroep) gestart in de vorm van soort ‘vooroverleg’. Tijdens dat overleg komen wensen, eisen en wettelijke kaders aan bod.
Op het moment dat dit uitvoeringsprogramma werd opgesteld waren er nog enkele funderingsonderzoeken gaande en zijn met een aantal inwoners/eigenaren overleggen gaande over herstel van hun pand. Daar waar het technisch mogelijk is zullen duurzame herstelwerkzaamheden plaats gaan vinden op een wijze dat passend en constructief juist is op basis van de huidige inzichten.
Het onderhoud en het herstel aan objecten die schade hebben geleden eisen in veel gevallen dat er een omgevingsvergunning aangevraagd moet worden. Daarnaast zal toezicht nodig zijn en in bepaalde gevallen de inzet van een constructeur. Verwachting is dat het Team Omgeving nog enige jaren capaciteit op dit dossier moet blijven inzet zowel in de uitvoering als in de begeleiding, coördinatie en contacten tussen gedupeerden en de provincie of andere betrokken instanties.
Over het dossier en de betekenis ervan valt ook het een en ander te lezen onder de paragrafen “Bouw/Sloop/Monumenten/RO VTH”, “VTH – Juridische zaken” en “Programma Ruimte”.
Overspannen arbeidsmarkt
Al enkele jaren achtereenvolgens is sprake van een overspannen arbeidsmarkt, vooral binnen het ruimtelijk domein. Dat heeft tot gevolg dat we zowel de structurele als de incidentele formatie niet kunnen versterken. Geluiden over capaciteitstekort en het gebrek aan personeel om vacatures mee op te vullen klinken overal vanuit overheidsland, maar ook vanuit de omgevingsdiensten.
Op de langere termijn kan deze onwenselijke ontwikkeling ertoe leiden dat beleidsdoelen niet gehaald kunnen worden. Denk hierbij aan de haalbaarheid van termijnen. Maar ook de dienstverlening en de vereiste kwaliteit kan in het gedrang komen. Oplossingen voor de korte termijn zijn het samenwerken met opleidingsinstituten, meer ruimte bieden voor stageplekken en sneller jonge mensen werven. In dat laatste schuilt het gevaar dat jonge mensen niet de kwaliteit kunnen leveren die nodig is om direct aan het werk te kunnen, simpelweg omdat ze vaak net een studie hebben afgerond en ongeschoold zijn in het specifieke vakgebied. Een lange termijn oplossing ligt niet voor handen. Zie ook de paragraaf 1.3 kritieke massa KC. 2.3 deel B
2.3 Financiën en personeel
De VTH-taken worden uitgevoerd door de teams VOI en THV. de teams VOI en THV zijn onderdeel van de afdeling Ruimte. De dagelijkse leiding is opgedragen aan een teamleider. de teams bestaan uit medewerkers met specifieke kennis binnen de domeinen Bouw/Sloop/Monumenten, Ruimtelijke Ordening, Openbare orde en Veiligheid en een aantal VTH-ondersteunende medewerkers. Bovendien heeft het team de taak om in afstemmende en coördinerende zin invulling te geven aan de milieutaken die overgedragen zijn aan de ODT.
Functies die in de ‘Kritieke massa’ van de kwaliteitscriteria voorkomen als toezichthouders Groen, medewerkers grondexploitatie en een planeconoom vallen niet binnen de teams VOI en THV.
Met ingang van 1 januari 2024 is de teamsamenstelling veranderd als gevolg van een organisatieontwikkeling. Er zullen een aantal VTH-ondersteunende medewerkers worden overgezet naar andere teams. Bovendien wordt het team opgesplitst in twee kleinere teams: het team Vergunningen en Omgevingsinitiatieven (VOI) en het team Toezicht, Handhaving en Veiligheid(THV). Daardoor wordt dus een knip gelegd tussen vergunningverlening en toezicht en handhaving.
Formatie
In 2024 is er veel personeelsverloop geweest binnen de teams VOI en THV. Ook was sprake van langdurig ziekte en verlof. Die knelpunten die daardoor ontstonden zijn zoveel mogelijk opvangen door inhuur en het uitbesteden van dossiers. Desondanks is er sprake van een ongezonde hoge werkdruk geweest binnen de teams VOI en THV, omdat we bovenmatig presteren en (aanhoudende) krapte hebben in de formatie op diverse onderdelen.
De totale formatie binnen de teams VOI en THV omvatte in 2024 27,68 fte (34,96 fte incl. inzet van de ODT).
De totale verwachte formatie voor 2025 van de teams VOI en THV komt uit op 30,88 fte (38,16 fte incl. inzet van ODT). Op dit moment staan er voor 2 functies een vacature open.
Een totaal overzicht van de capaciteitsverantwoordingen voor alle vakgebieden is voor het jaarverslag 2024 en het uitvoeringsprogramma 2025 opgenomen in dit UP in bijlage 5 .
In dit UP valt onder Hoofdstuk 3 per discipline te lezen hoe de capaciteitsverhouding in relatie tot de werkvoorraad van 2024 of de prognose voor het uitvoeringsprogramma voor 2025 is. Bij de berekening van de beschikbare capaciteit wordt ook rekening gehouden met o.a. langdurige ziekte, zwangerschapsverlof, ouderschapsverlof en personeelsverloop. De financiële en personele middelen die de vereiste formatie en uitvoering, als ook de deelname aan de ODT mogelijk moeten maken zijn geborgd in de programmabegroting, zoals beschreven in de paragraaf 2.1 Programma Ruimte.
De gemeente Twenterand wil in 2025 een kostendekkendsheidsonderzoek gaan uitvoeren om te onderzoeken of de ramingen die zijn opgesteld voor de Omgevingswet wel realistisch zijn/waren. Veel was onbekend en de OW is meerdere jaren uitgesteld. De ODT zal dit begin 2025 ook gaan doen voor minimaal de basistaken milieu.
Hoofdstuk 3 Evaluatie 2024 & Prognose 2025
3.1 Vergunningen Bouw en RO, Toezicht Bouw en RO
Tot de VTH-taken binnen de specialisaties Bouw/Sloop/Monumenten en RO behoren het tijdig afhandelen van aanvragen, meldingen en (principe)verzoeken, het uitvoeren van controles op de verleende vergunningen als ook op de naleving van de omgevingsplannen en het behandelen van klachten/meldingen. De Brandweer Twente is verantwoordelijk voor de gebruikscontroles brandveiligheid. Over de activiteit ‘sloop’ dient opgemerkt te worden dat sloop met asbest een milieu gerelateerde activiteit is en om die reden is overgedragen aan de ODT.
Beleidsdoelen, indicatoren en streefwaarden
Vanuit het programma Ruimte is het beoogd maatschappelijk effect: ‘In Twenterand is het prettig wonen en werken’. Voor de VTH-taken binnen de specialisaties Bouw/Sloop/Monumenten en RO zijn de volgende, uit de doelenboom afgeleide doelen, indicatoren en streefwaarden van belang voor het waarborgen van het beoogd maatschappelijk effect:
Doel |
Subdoel |
Onderdeel |
Indicator |
Streefwaarde 2024 |
Streefwaarde 2025 |
Betere toedeling van functies in de fysieke leefomgeving |
Werken volgens de Ow en Wkb |
Vergunningverlening |
Aantal van rechtswege verleende vergunningen |
nvt |
nvt |
Aantal verleende omgevingsvergunningen voor het bouwen van gebouwen met een woonfunctie |
80 |
30 |
|||
Aantal verleende omgevingsvergunningen voor het bouwen van gebouwen met een maatschappelijke functie |
2 |
2 |
|||
Aantal verleende omgevingsvergunningen voor het bouwen van gebouwen met een bedrijfsfunctie |
7 |
7 |
|||
Toezicht en Handhaving |
Aantal bestuurlijke (her)controles bouw/sloop in handhavingssfeer |
3 |
6 |
||
Aantal bestuurlijke (her)controles RO in handhavingssfeer |
9 |
10 |
|||
Aantal behandelde klachten |
21 |
20 |
|||
Aantal behandelde handhavingsverzoeken |
17 |
15 |
|||
Aantal bestuurlijke (her)controles brandveiligheid in handhavingssfeer |
2 |
4 |
|||
Ruimtelijke ontwikkeling |
Ontwikkelen bestemmingsplannen |
N.v.t. |
n.v.t. |
Naast doelen, indicatoren en streefwaarden uit het programma Ruimte, hanteren we voor dit UP ook de kwaliteitsdoelen, indicatoren en streefwaarden uit het nieuwe “VTH-beleid 2024-2028”. In 2024 zijn nieuwe kwaliteitsdoelen met indicatoren en streefwaarden ontwikkelt die aansluiten op het nieuwe VTH-beleid. Vervolgens kon in 2024 het nieuwe VTH-beleid 2024-2028 van de gemeente Twenterand worden afgerond en vastgesteld. Hierin zijn o.a. doelen, indicatoren en streefwaarden opgenomen voor het uitvoeren van de VTH taken op het gebied van bouwen, ruimtelijke ordening, brandveiligheid en openbare orde en veiligheid. Zie bijlage7. In 2025 hebben we als doel om de monitoring hierop zoveel mogelijk in te gaan richten. En de bijdrage aan deze doelen, naast de doelen uit het programma ruimte die in september 2024 zijn vastgesteld, terug te laten komen in het jaarverslag 2025.
3.1.1 Vergunningverlening - Bouw/Sloop/Kap/Monumenten
Jaarlijks worden aanvragen ontvangen voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning, toestemming Bouw. Hoeveel aanvragen ingediend worden, is vooraf niet te bepalen. Enige houvast om een prognose te stellen, is de voorraad van voorgaande jaren in combinatie met de ruimtelijke ontwikkeltrajecten die zijn afgerond. Per 1 januari 2024 hebben de Ow en de Wkb het enige houvast dat er was, enigszins op losse schroeven gezet. Er is een nieuwe werkelijkheid ontstaan. We zullen nieuwe ervaringscijfers op moeten gaan doen door goede monitoring.
In 2024 moesten nog veel aanvragen die nog onder de Wabo waren ingediend worden afgehandeld. Tegelijkertijd moesten ook de nieuwe aanvragen die werden ingediend onder de OW worden opgepakt en worden afgehandeld. Daarnaast zijn de nieuwe teams, na een reorganisatie, per 1-1-2024 van start gegaan. Dit alles bij elkaar vroeg heel veel van de flexibiliteit van veel collega’s. Zo kwamen we nog niet echt los van het oude en konden we ons ook nog niet geheel focussen op de nieuwe Wet- en regelgeving. In 2025 kunnen we ons, naar verwachting, volledig gaan richting op de afhandeling van omgevingsvergunningen onder de OW, in onze nieuwe teams, conform het nieuwe VTH-beleid 2024-2028.
De toetsing aan een aanvraag omgevingsvergunning, of er wel of niet gebouwd kan worden, Wordt nu gesplitst in een ruimtelijk deel en in een bouwtechnisch deel. Het ruimtelijk deel blijft in alle gevallen een taak van de gemeente. Zij oordeelt of het bouwwerk passend is binnen het Omgevingsplan (voorheen bestemmingsplan) en past binnen o.a. de criteria die gelden voor welstand (waar dat van toepassing is). Als de aanvraag ruimtelijk niet past binnen het Omgevingsplan kan de gemeente binnneplans, via een zogenaamde Buitenplanse omgevingsplanactiviteit (kleine of grote BOPA) of doormiddel van een projectbesluit als nog afwijken en toestaan dat het initiatief kan worden uitgevoerd. Het bouwtechnische deel wordt gedaan door een gecertificeerde kwaliteitsborger, althans voor de relatief gezien eenvoudige bouwwerken (woningen en eenvoudige bedrijfsgebouwen), de zogenaamde Gevolgklasse 1 bouwwerken. Voor bouwwerken in andere gevolgklasses, bijvoorbeeld 2 en 3, blijft de gemeente voorts verantwoordelijk voor zowel het ruimtelijk als het bouwtechnische deel. Zie ook de beleidslijn Wkb in het vastgestelde nieuwe VTH-beleid 2024-2028.
Dit houd in dat er op hoofdlijnen drie varianten zijn bij vergunningverlening bouw onder de Omgevingswet:
- -
Voor een gedeelte van de werkvoorraad dient alleen een omgevingsvergunning voor de “omgevingsplanactiviteit: bouwen” aangevraagd te worden. Hierbij kan i.v.m. het in strijd zijn met het Omgevingsplan ook moeten worden afgeweken d.m.v. een binnenplanse, buitenplanse omgevingsplanactiviteit (kleine of grote BOPA) of een projectbesluit;
- -
Voor een gedeelte van de werkvoorraad dient een omgevingsvergunning voor de “omgevingsplanactiviteit: bouwen” aangevraagd te worden. Aanvullend dient hierbij een bouwmelding ingediend te worden (GK1 bouwwerken onder de WKB) waar het bouwtechnische deel in wordt verantwoord door een gecertificeerde kwaliteitsborger. Dit dient binnen 4 weken voor aanvang bouw te geschieden. Uiteindelijk resulteert het bouwproces in een gereed melding alvorens het bouwwerk ook daadwerkelijk in gebruik mag worden genomen. Beide meldingen dienen minimaal door de gemeente gecontroleerd te worden op ontvankelijkheid alvorens ze goedgekeurd worden;
- -
Voor een gedeelte van de werkvoorraad dient een omgevingsvergunning voor de “omgevingsplanactiviteit: bouwen” aangevraagd te worden en een technische “bouwactiviteit” voor het bouwtechnische gedeelte. De gemeente moet hier zoals ook de werkwijze was onder de Wabo toetsen aan het nieuwe bouwbesluit wat onder de OW is opgenomen in het BBL. Duurzaamheid, constructieve en brandveiligheid zijn belangrijke punten vanuit het nieuwe VTH-beleid 2024-2028 waar de gemeente deze vergunningaanvragen goed op zal moeten toetsten.
Deze veranderingen hebben er voor gezorgd dat de aanvragen veranderen. We hadden verwacht dat het aantal omgevingsvergunningen zou afnemen onder de OW. Dat is echter niet het geval blijkt in 2024. Er worden minimaal net zoveel omgevingsvergunningen aangevraagd dan gemiddeld in de jaren daarvoor onder de Wabo. We zien wel een verschuiving van veelal meervoudig aanvragen onder de Wabo naar enkelvoudige aanvragen onder de OW. Dit verklaard mogelijk waarom er toch bijna net zoveel omgevingsvergunningen worden ingediend onder de OW dan daarvoor onder de Wabo. 90% van de ingediende omgevingsvergunningen in 2024 was voor een enkelvoudige activiteit. 10% vraagt nog maar een omgevingsvergunning aan voor meervoudige activiteiten blijkt in 2024. Onder de Wabo werden 80% meervoudige aanvragen ingediend en 20% enkelvoudige aanvragen. Dit is een ontwikkeling die we in 2025 verder zullen gaan monitoren.
In 2024 zijn maar een paar bouwmeldingen voor gevolgklasse 1 bouwwerken onder de WKB ingediend. Wij hebben daar dan ook geen tot weinig ervaring mee op kunnen doen. Wij verwachten dan ook in 2025 meer ervaring hiermee op te kunnen doen en de processen verder uit te kunnen kristalliseren voor de WKB conform de beleidslijn uit het nieuwe VTH-beleid 2024-2028.
Het jaar 2025 wordt dan ook een jaar waarin de nieuwe processen zich verder zullen ontrafelen en nieuwe kengetallen zullen ontstaan, zoals ook beschreven in paragraaf 1.2 Procescriteria en daarin ‘Processtap 6: Monitoren’ werd. Dat zal de nodige tijd en capaciteit vergen voordat de nieuwe werkelijkheid weer gesmeerd zal draaien.
Evaluatie vergunningverlening en omgevingsinitiatieven 2024
Uitgevoerde werkzaamheden
De totale verwachte werkvoorraad was 637zaken voor 2024. In 2024 zijn er totaal 509 zaken gerealiseerd. Zie de volgende grafiek:
De inhoud van bovenstaande grafiek toont dat we qua inschatting van het verwachte werk wat in 2024 nog afgehandeld moest worden vanuit de Wabo en het nieuwe te verwachten werk vanuit de OW redelijk in de buurt zaten.
De vooroverleggen/Verkennen en begeleiden van initiatieven zijn minder aangevraagd dan verwacht in 2024. Verwacht was dat dit onder de OW nog belangrijker zou worden om tot een goede omgevingsvergunningaanvraag te kunnen komen.
Vervolgens valt op dat er ook aanzienlijk minder kapvergunningen zijn aangevraagd in 2024 onder de OW dan voorheen gemiddeld onder de Wabo.
In 2024 zijn er twee aanvragen, toestemming monumenten, ontvangen. Er zijn geen monumenten bijgekomen op grond van de Erfgoedverordening gemeente Twenterand. Dat betekent dat er in 2023, 26 rijksmonumenten en 29 gemeentelijke monumenten bestonden, zoals blijkt uit de Erfgoedlijst van de gemeente Twenterand.
Geleverde bijdrage aan beleidsdoelen en streefwaarden “Programma Ruimte”
Onderdeel |
Indicator |
Streefwaarde 2024 |
gerealiseerd |
Vergunningverlening |
Aantal van rechtswege verleende vergunningen |
0 |
0 |
Aantal verleende omgevingsvergunningen voor het bouwen van gebouwen met een woonfunctie |
80 |
38 |
|
Aantal verleende omgevingsvergunningen voor het bouwen van gebouwen met een maatschappelijke functie |
2 |
0 |
|
Aantal verleende omgevingsvergunningen voor het bouwen van gebouwen met een bedrijfsfunctie |
7 |
15 |
Aantal van rechtswege verleende omgevingsvergunning onder de Wabo
In 2024 zijn 0 vergunningen van rechtswege verleend die nog moesten worden afgehandeld onder de Wabo. Daardoor is voldaan aan de streefwaarde van de indicator op het gebied van vergunningverlening
Streefwaarden 2024 :
- -
80 nieuwe woningen
- -
2 gebouwen met een maatschappelijke functie
- -
7 nieuwe bedrijfspanden
Woonfunctie
Er zijn totaal 38 omgevingsvergunningen afgehandeld. Waarvan 31 nog onder de Wabo en 7 onder de OW.
Deze vergunningen zijn goed voor in totaal 19 nieuwe appartementen en 91 nieuwe grondgebonden woningen in diverse vormen (vrijstaand, twee-onder-een-kap, rijtjes woningen of mantelzorg).
Maatschappelijke functie
Er zijn geen omgevingsvergunningen aangevraagd voor het bouwen van gebouwen met een maatschappelijke functie.
Bedrijfsfunctie
Er zijn totaal 15 omgevingsvergunningen afgehandeld. Waarvan 7 nog onder de Wabo en 8 onder de OW.
Dat is goed voor in totaal 15 nieuwe bedrijfspanden in diverse vormen (kantoren, bedrijven, of bedrijfsverzamelgebouwen)
Vanuit vergunningverlening is door het verlenen van deze omgevingsvergunningen een positieve bijdrage geleverd aan het programma Ruimte met het beoogd maatschappelijk effect: ‘In Twenterand is het prettig wonen en werken’. De verwachte streefwaarden zijn bijna allemaal behaald. Deze appartementen, woningen en bedrijfspanden kunnen nu gebouwd gaan worden voor de inwoners en ondernemers van de gemeente Twenterand.
Geleverde bijdrage aan projecten
In 2024 hebben de vergunningverleners gezamenlijk voor 500 uur bijgedragen aan het verder implementeren en verbeteren van de nieuwe producten onder de OW.
Capaciteitsverantwoording t.o.v. geleverde productie
De gerealiseerde werkvoorraad heeft 6278 uur aan capaciteit gekost. Voor deze taken was inclusief het Vooroverleg/verkennen en begeleiden initiatief 4,48 fte gekwalificeerd personeel nodig. Met inhuur was er 5,4 fte in 2024 beschikbaar. Daarmee kon de werkvoorraad op adequaat niveau worden afgedaan.
Gaande het jaar zorgden niet voorziene omstandigheden ervoor dat de afhandeling van de werkvoorraad binnen de bestaande capaciteit onzeker werd en is omwille van de continuïteit capaciteit ingehuurd en zijn dossiers via digitaal Outsourcing uitbesteed aan een deskundig bureau. Dit bureau heeft ook in voorkomende gevallen de constructieve toets uitgevoerd van de schadewoningen langs het Kanaal Almelo de Haandrik waarvan de fundering hersteld wordt of nieuwbouw is voorzien. Op deze wijze kon de werkvoorraad beheersbaar blijven, adequaat worden afgerond en de dienstverlening op peil blijven.
Conclusie
In 2024 zijn de taken onder uitdagende omstandigheden adequaat uitgevoerd. Het beheers niveau was voldoende naar omstandigheden. Om de risico’s zoveel mogelijk te beperken is in 2024 gebruik gemaakt van inhuur en het uitbesteden van dossiers.
Prognose Vergunningverlening en Omgevingsinitiatieven 2025
Verwachte werkzaamheden
De prognose is dat er in totaal 605 zaken zullen worden afgehandeld voor het programma van 2025, dat ziet er als volgt uit:
Het is moeilijk te voorspellen of in 2025 een toename van het aantal aanvragen zal gaan plaats vinden t.o.v. 2024. Op basis van de tot nu toe opgedane ervaringscijfers hebben we gepoogd een reële inschatting te maken voor 2025. De kans bestaat dat het nog niet zal overeenkomen met de werkelijkheid. Door maandelijkse monitoring gaan we een vinger aan de pols houden zodat er tijdig kan worden bijgestuurd mocht dit wenselijk/noodzakelijk zijn.
Het jaar 2025 zal voor wat de specialisatie ‘Bouw’ betreft een jaar worden waarbij de focus volledig op de nieuwe OW kan worden gelegd. Aanvullend zal in 2025 het nieuwe VTH-beleid 2024-2028 verder uitgerold, geïmplementeerd en uitgekristalliseerd moeten worden richting de teams. De Omgevingsvisie en de beleidslijn Wkb zijn hier belangrijke punten in die vergunningverlening zullen raken in 2025. Tevens moeten we de producten en diensten nog beter in ons uitvoeringssysteem Powerbrowser gaan afstemmen t.o.v. de omgevingswet zodat we de monitoring hierop nog beter kunnen laten aansluiten.
De Wkb is per 1 januari 2024 van toepassing op zowel nieuwbouw als voor verbouwingen van bouwwerken met een laag risicoprofiel, de zogenaamde categorie: gevolgklasse 1, zoals eengezinswoningen en eenvoudige bedrijfspanden. Dit zijn relatief eenvoudige bouwwerken waar de gevolgen beperkt zijn als er iets misgaat. Welke bouwwerken onder gevolgklasse 1 vallen is vastgelegd in het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl). Gedurende de eerste 3 jaar worden de resultaten van de Wkb gemonitord. Na deze periode volgt een evaluatie en wordt de Wkb mogelijk uitgebreid naar andere bouwwerken, zoals kantoren, appartement en winkels. De uitbreiding wordt echter niet eerder verwacht dan in 2029. Dus heeft geen extra gevolgen voor het programma van 2025.
Het bouwproces ondergaat een metamorfose als ook de rol van de gemeente dat heeft ook gevolgen voor de capaciteit en de rollen van de medewerkers. Het nieuwe VTH-beleid 2024-2027 staat nu als kapstok. is Dit is een goede basis om verder mee aan de slag te gaan en ervaring hiermee op te doen en waar nodig bij te stellen als dat nodig is.
Ook in 2025 bestaat een reële kans dat de situatie rondom de schadewoningen aan kanaal Almelo-De Haandrik voor een toename van het aantal ruimtelijke toetsingen gaat zorgen. De toename zal naar verwachting niet groot zijn, maar 1 toets per maand voor deze specifieke groep is niet uitgesloten.
Verwachte bijdrage aan beleidsdoelen en streefwaarden “Programma Ruimte” in 2025
Onderdeel |
Indicator |
Streefwaarde 2025 |
Vergunningverlening |
Aantal van rechtswege verleende vergunningen |
n.v.t. |
Aantal verleende omgevingsvergunningen voor het bouwen van gebouwen met een woonfunctie |
30 |
|
Aantal verleende omgevingsvergunningen voor het bouwen van gebouwen met een maatschappelijke functie |
2 |
|
Aantal verleende omgevingsvergunningen voor het bouwen van gebouwen met een bedrijfsfunctie |
7 |
In de geplande werkvoorraad is rekening gehouden met de indicatoren en streefwaarden uit het programma Ruimte (>30 verleende omgevingsvergunningen voor het bouwen van gebouwen met een woonfunctie, >2 verleende omgevingsvergunningen voor het bouwen van gebouwen met een maatschappelijke functie en >7 verleende omgevingsvergunningen voor het bouwen van gebouwen met een bedrijfsfunctie). Gelet op de gerealiseerde werkvoorraad in 2024 is de streefwaarde voor woonfuncties en voor bedrijfsfuncties aan de lage kant. Deze kan voor de programmabegroting van 2026 worden verhoogd, indien deze trend zich vanuit de Omgevingswet doorzet.
In de geplande werkvoorraad wordt niet langer rekening gehouden met de indicator het aantal van rechtswege verleende vergunningen. Immers, een van rechtswege verleende vergunning bestaat niet langer onder de OW. In 2025, waarin we nieuwe ervaringscijfers verzamelen, kan mogelijk een nieuwe indicator opgenomen worden voor het onderdeel Vergunningverlening Bouw/Sloop/Monumenten om te sturen op de doelen.
Verwachte bijdrage aan beleidsdoelen en streefwaarden vanuit het VTH-beleid 2024-2028 in 2025
Vanuit het nieuwe VTH beleid 2024-2028 zijn nieuwe doelen, indicatoren en streefwaarden opgesteld waar we in 2025 mee aan de slag zullen gaan. Zie bijlage 7.
Verwachte bijdrage aan projecten
In 2025 gaan we conform de nieuwe OW de producten verder uitkristalliseren en daar waar mogelijk meer ervaring mee opdoen zoals de bouwmeldingen voor gevolgklasse 1 bouwwerken.
Er wordt in 2025 rekening gehouden met een raming van ongeveer 1000 uur om te besteden aan het verder implementeren van de OW. Hierbij valt te denken aan het optimaliseren van de nieuwe werkprocessen, sjablonen verbeteren en de afstemming met het nieuwe VTH-beleid 2024-2028.
Ook deelname aan het ontwikkelen/door ontwikkelen van de nieuwe Omgevingsvisie maakt hier onderdeel vanuit. Daarbij is het belangrijk dat er geen stappen worden overgeslagen en de digitale systemen aansluiting hebben. Deze post is in onderstaande overzicht opgenomen onder Overige projecten binnen vergunningverlening OW.
Aanvullend zullen alle vergunningverleners worden getoetst aan de nieuwe kwaliteitscriteria 3.0 die vanaf 1-1-2025 gaat gelden. Deze toets zal worden uitgevoerd door het bureau Libereaux. Hiervoor zullen de vergunningverleners aardig wat uren kwijt zijn om deze toetsing te doorlopen. Daarom is het ook opgenomen qua uren onder overige Projecten
Verwachte capaciteitsverantwoording t.o.v. verwachte productie 2025
Voor het uitvoeren van het programma voor 2025 is naar verwachting 4,39 fte nodig. Er is 5,82 fte structureel beschikbaar. Dat zou voldoende moeten zijn om de werkvoorraad beheersbaar te houden.
Maar ook in 2025 zal het noodzakelijk zijn om goed te monitoren en waakzaam te zijn bij mogelijke verloop en/of ziekte.
Afwijkingen en risico’s
Er is een risico dat de geplande werkvoorraad niet kan worden gerealiseerd door onvoorziene situaties zoals verloop of ziekte. De voortgang wordt periodiek besproken met de vaste medewerkers en waar nodig wordt extra capaciteit ingezet of gebruik gemaakt van de mogelijkheid om dossiers uit te besteden (outsourcing). Hierdoor kan de taakuitvoering adequaat en op een beheersbaar niveau uitgevoerd worden. Een onzekere factor in het geheel is de uitvoering van de werkzaamheden rond de Wkb omdat wij hier weinig tot geen ervaring mee op hebben kunnen doen in 2024.
3.1.2 Toezicht en Handhaving - Bouw/Sloop/Monumenten
Het bouw- en slooptoezicht wordt in overeenstemming met de registratie in ons geautomatiseerd systeem gepland en uitgevoerd. Daarnaast is er samenwerking met de Brandweer Twente over de controles brandveiligheid. Daarbij geldt de afspraak met betrekking tot nieuwbouw dat de controles op brandveiligheid/ brandpreventie gezamenlijk worden uitgevoerd. Wanneer de controles tot handhaving leiden, neemt de toezichthouder bouw van de gemeente het proces over. Op deze wijze wordt voldaan aan de systematiek van het integraal Toezicht Protocol (hierna: iTP). Bovendien wordt gepland op basis van de risicoanalyse, zoals ook beschreven werd in paragraaf 1.2 Procescriteria ‘Processtap 3: Programma & organisatie’.
Risicoanalyse
Voor de toezichttaak binnen de specialisatie nieuwbouw wordt voor 2025 een risicoanalyse gebruikt. De risicoanalyse is opgenomen in bijlage 9 van dit UP. De top 3 risicosoorten met de hoogste risico’s binnen nieuwbouw betreffen de risicosoorten:
- 1.
Gebouwen met logiesfunctie;
- 2.
Wonen cat. ll 100.000 - 1.000.000; en
- 3.
Publieksfunctie Cat III > 1.000.000.
Voor de toezichttaak binnen de specialisatie bestaande bouw wordt voor 2025 eveneens een risicoanalyse gebruikt. De risicoanalyse is opgenomen in bijlage 9 van dit UP. De top 3 risicosoorten met de hoogste risico’s binnen bestaande bouw betreffen de risicosoorten:
- 1.
Kamerverhuur;
- 2.
Camping/Recreatiepark; en
- 3.
Publieksfunctie – Horeca.
Samengevat betekenen de resultaten van de risicoanalyse Bouw, dat bij het verdelen van de capaciteit de objecten waarin veel personen samenkomen of personen overnachten meer toezicht-aandacht ontvangen dan de objecten waarin weinig personen samenkomen of geen nachtverblijf mogelijk is.
Evaluatie Toezicht Bouw 2024
De totale geplande werkvoorraad voor 2024 kwam uit op ongeveer 236 zaken. In 2024 zijn er in totaal 207zaken gerealiseerd. Zie de volgende grafiek:
Uit bovenstaande grafiek blijkt dat de prognose over 2024 van 236 redelijk in de buurt kwam van de daadwerkelijk gerealiseerde zaken in 2024, zijnde in totaal 207 zaken.
Bijdrage aan beleidsdoelen en streefwaarden “Programma Ruimte” in 2024
Onderdeel |
Indicator |
Streefwaarde 2024 |
gerealiseerd |
Toezicht en Handhaving |
Aantal bestuurlijke (her)controles bouw/sloop in handhavingssfeer |
3 |
0 |
Aantal behandelde klachten |
21 |
5 |
Het aantal bestuurlijke (her)controles bouw/sloop in handhavingssfeer is 0 (streefwaarde programma Ruimte is <3 van het totaal aantal controles). Het betreft hier een hercontrole als gevolg van een bouwstop. Er zijn in 2024 geen bouwstops opgelegd. Er waren dus geen situaties waarbij sprake was van een onveilige situatie gerelateerd aan bouwtoezicht. Door hier zicht op te houden, dragen we bij aan het doel zoals neergelegd in het VTH-beleid, zijnde: ‘het verminderen van risico’s op het gebied van brand-, constructieve- en omgevingsveiligheid in de realisatie-, gebruiks- en sloopfase van een bouwwerk’.
Geleverde bijdrage aan projecten
In 2024 hebben de toezichthouders zo goed als niet kunnen bijdragen aan het verder implementeren en verbeteren van de nieuwe producten onder de OW. Dit door verloop en hoge werkdruk vanuit de nog ingediende vergunningen onder de Wabo.
Capaciteitsverantwoording t.o.v. geleverde productie
De gerealiseerde werkvoorraad heeft 3068 uur aan capaciteit gekost. Voor deze taken was 2,19 fte gekwalificeerd personeel nodig. Met inhuur was er 1,83 fte in 2024 beschikbaar. Daarmee kon de werkvoorraad op een beheersbaar niveau worden afgedaan.
Het aantal brandveiligheidscontroles die uitgevoerd zijn betreffen de controles met eigen capaciteit en zonder inzet van de Regio Brandweer. De uitvoering van de Regio Brandweer oorzaak is separaat ondergebracht in de paragraaf “ VTH – Brandveiligheid” in dit UP.
Gaande het jaar zorgden niet voorziene omstandigheden en verloop ervoor dat de afhandeling van de werkvoorraad binnen de bestaande capaciteit onzeker werd en is omwille van de continuïteit capaciteit ingehuurd. Tevens is de vacature voor een nieuwe bouwtoezichthouder opengezet. Deze leek ingevuld te gaan worden maar is helaas nog steeds vacant.
Conclusie
In 2024 zijn de taken adequaat uitgevoerd. Het beheers niveau was voldoende, naar omstandigheden, het grootste gedeelte van het jaar. Om de risico’s zoveel mogelijk te beperken is in 2024 gebruik gemaakt van inhuur en is aanvullend de vacature voor een nieuwe bouwtoezichthouder opengezet.
Prognose Toezicht Bouw 2025
Verwachte werkzaamheden
De prognose voor 2025 omvat in totaal 207 zaken. Zie onderstaande grafiek:
Het is moeilijk te voorspellen of in 2025 er een toename of afname van het aantallen toezicht zaken zal gaan plaats vinden t.o.v. 2024. Op basis van de tot nu toe opgedane ervaringscijfers hebben we gepoogd een reële inschatting te maken voor 2025. De kans bestaat dat het nog niet zal overeenkomen met de werkelijkheid. Door maandelijkse monitoring gaan we een vinger aan de pols houden zodat er tijdig kan worden bijgestuurd mocht dit wenselijk/noodzakelijk zijn
In 2025 zal de nadruk komen te liggen op het implementeren van de nieuwe beleidslijn VTH onder de Wkb vanuit het nieuwe VTH-beleid 2024-2028.
Wel is e.a. afhankelijk van de invulling van de vacature die is opengesteld en of er daarnaast ook adequaat kan worden ingehuurd. Dit zal in 2025 wel nodig zijn.
Verwachte bijdrage aan beleidsdoelen en streefwaarden “Programma Ruimte” in 2025
Onderdeel |
Indicator |
Streefwaarde 2025 |
Toezicht en Handhaving |
Aantal bestuurlijke (her)controles bouw/sloop in handhavingssfeer |
6 |
Aantal behandelde klachten |
20 |
In de geplande werkvoorraad is rekening gehouden met de indicatoren en streefwaarden uit het programma Ruimte (<6 bestuurlijke (her)controles bouw/sloop in handhavingssfeer, <20 klachten/meldingen, 100% behandeld). Door het aantal bestuurlijke (her)controles in kaart te brengen geven we gelijktijdig inzicht in het aantal geconstateerde onveilige situaties, zoals als indicator opgenomen in de beleidsdoelen van het programma ruimte van de gemeente Twenterand. Om het aantal controles waar geen onveilige situatie is aangetroffen in kaart te brengen, moeten de monitoringsinstellingen in onze systemen worden aangepast.
Verwachte bijdrage aan beleidsdoelen en streefwaarden vanuit het VTH-beleid 2024-2028 in 2025
Vanuit het nieuwe VTH beleid 2024-2028 zijn nieuwe doelen, indicatoren en streefwaarden opgesteld waar we in 2025 mee aan de slag zullen gaan. Zie bijlage 7.
Verwachte bijdrage aan projecten
In 2025 gaan we conform de nieuwe OW de producten verder uitkristalliseren en daar waar mogelijk meer ervaring opdoen zoals bouwtoezicht conform de nieuwe beleidslijn VTH onder de Wkb.
Er wordt in 2025 rekening gehouden met een raming van ongeveer 400 uur om te besteden aan het verder implementeren van de OW. Hierbij valt te denken aan het optimaliseren van de nieuwe werkprocessen, sjablonen verbeteren en de afstemming met het nieuwe VTH-beleid 2024-2027.
Daarbij is het belangrijk dat er geen stappen worden overgeslagen en de digitale systemen aansluiting hebben. Deze post is in onderstaande overzicht opgenomen onder Overige projecten binnen vergunningverlening OW.
Aanvullend zullen alle toezichthouders die in vaste dienst zijn worden getoetst aan de nieuwe kwaliteitscriteria 3.0 die vanaf 1-1-2025 gaan gelden. Deze toets zal worden uitgevoerd door het bureau Libereaux. Hiervoor zullen de toezichthouders aardig wat uren kwijt zijn om deze toetsing te doorlopen. Daarom is dit ook opgenomen qua uren onder overige Projecten
Verwachte capaciteitsverantwoording t.o.v. verwachte productie 2025
Om de geprognotiseerde werkvoorraad voor 2025 uit te kunnen voeren, is 1,99 fte benodigd. Met de beschikbare capaciteit van 1 fte, is de doelstelling om het toezicht op een adequaat niveau uit te voeren, niet haalbaar.
In 2025 zal er daarom extra ingehuurd moeten worden. Door verloop is de vacature voor een nieuwe bouwtoezichthouder ook opengezet. Door monitoring zal bij dit onderdeel een extra vinger aan de pols moeten worden gehouden en zal er periodiek met de medewerkers de voortgang worden besproken.
Afwijkingen en risico’s
De risico’s blijven met de huidige beschikbare capaciteit in onvoldoende mate beperkt. De taakuitvoering kan weliswaar adequaat uitgevoerd worden, maar is het beheers niveau onvoldoende. Er is te weinig capaciteit beschikbaar om voldoende toezicht te kunnen uitvoeren op de hoogste risico’s in het risicomodel, zoals gebouwen met publieksfunctie of een woonfunctie. Door tijdig te controleren worden risico’s in de bouwfase namelijk zoveel mogelijk beperkt en daarmee wordt voorkomen dat we bestuursrechtelijk moeten optreden.
3.1.3 Vergunningverlening - Ruimtelijke Ontwikkeling
De primaire taken die voortvloeien uit de ontwikkeling van de ruimtelijke kwaliteit zijn indirect gekoppeld aan de Ow. Voor de Ow zijn dit onder meer informatieverzoeken RO bij verkennen en begeleiden initiatief (vooroverleg), bijdragen aan doorontwikkeling omgevingsplannen, Binnenplanse afwijking (omgevingsplan/OPA), Buitenplanse omgevingsplanactiviteit (kleine BOPA), Buitenplanse omgevingsplanactiviteit (grote BOPA).
In de paragraaf “Vergunningverlening – Bouw/Sloop/Kap/Monumenten” werd aangehaakt op het onderwerp Monumenten. Dit onderwerp raakt ook het werkveld van de ruimtelijke ontwikkeling. Zo wordt in alle actualisatieplannen een paragraaf opgenomen met daarin archeologische bepalingen, tenzij uit onderzoek is gebleken dat er geen archeologische of cultuurhistorische waarden worden aangetast. Er is een actuele archeologische en cultuurhistorische waardenkaart opgesteld in 2017. Bij aanpassingen op het omgevingsplan vindt, indien noodzakelijk, onderzoek plaats. In de Omgevingsvisie is een apart hoofdstuk toebedeeld aan Monumenten. De gemeente Twenterand maakt in 2025 een start met het opstellen van een nieuwe Omgevingsvisie. Vanuit Ruimtelijke ontwikkeling zullen hier ook collega’s een bijdragen aan gaan leveren.
Door Ow zijn een aantal producten in 2024 binnen het werkveld RO gewijzigd. De bestemmingsplannen zijn komen te vervallen daar is 1 omgevingsplan voor terug gekomen. Ook zijn er in 2024 de nodige BOPA’s aangevraagd. De BOPA’s hebben de kruimelgevallen en partiële herzieningen vervangen. Een alternatief voor de BOPA is de tijdelijke maatregel informatiemodel Ruimtelijke Ordening (afgekort TAM-IMRO). In uitzonderlijke gevallen kan er dan in de tijdelijke situatie wijzigingsbesluiten van het omgevingsplan worden bekendgemaakt met de huidige techniek (huidige planapplicaties). Het was moeilijk te voorspellen in 2023 of de Ow in 2024 voor een toename van het aantal aanvragen ging zorgen.
In 2024 zijn het aantal BOPA’s goed gemonitord en zijn er nieuwe indicatieve kengetallen aan gekoppeld in beeld te krijgen, zoals ook beschreven in de subparagraaf ‘Processtap 6: Monitoren’ van de paragraaf ‘Kwaliteitscriteria deel 2: Procescriteria’.
Hetzelfde geldt ook voor het aantal zaken dat geparticipeerd moet worden en het aantal zaken waarbij een medewerker RO in een vorm van omgevingsoverleg (principeoverleg, vooroverleg en intake- of omgevingstafel) plaatsneemt. Hiermee was in de prognose voor 2024 echter geen rekening gehouden.
Evaluatie RO vergunningen 2024
De totale geplande werkvoorraad voor 2024 was geraamd op ongeveer419 zaken. In 2024 zijn er in totaal 317 zaken gerealiseerd. Zie de volgende grafiek:
Uit bovenstaande grafiek blijkt dat de prognose in 2024 iets ruimer gesteld is dan de behaalde werkvoorraad. Er zijn minder Principeverzoeken aangevraagd en gerealiseerd dan geprognotiseerd. Ook hebben we minder vaak dan geprognotiseerd af hoeven te wijken van het bestemmingsplan d.m.v. een kruimelgeval onder de Wabo. Ook was de inschatting van de hoeveelheid afwijkingen onder de Ow i.v.m. de onbekendheid van de nieuwe producten te ruim.
Geleverde bijdrage aan projecten
De medewerkers RO hebben in 2024 naast bovengenoemde taken ook zo’n 8 á 12 uur per week aan capaciteit geleverd aan de Ow. Daarbij valt te denken aan de werkprocessen en aan de intake- en omgevingstafel en toepasbare regels opstellen voor het omgevingsplan.
Bijdrage aan beleidsdoelen en streefwaarden “Programma Ruimte” in 2024
Afwijken van het bestemmingsplan/omgevingsplan in 2024:
- -
23 x d.m.v. een Kruimelgeval medewerking verleend aan een initiatief onder de Wabo;
- -
41 x d.m.v. een Binnenplanse afwijking meegewerkt aan een initiatief onder de OW;
- -
49 x d.m.v. een Buitenplanse omgevingsplanactiviteit (kleine BOPA) meegewerkt aan een initiatief onder de OW;
- -
3 x d.m.v. een Butienplanse omgevingsplanactiviteit (grote BOPA) meegewerkt aan een initiatief onder de OW.
Hierdoor is meegewerkt aan het behalen van de beleidsdoelen en streefwaarden die zijn benoemd in 3.1.1 Vergunningverlening Bouw/Sloop/Kap/Monumenten.
Capaciteitsverantwoording t.o.v. geleverde productie
De gerealiseerde werkvoorraad heeft 5401 uur aan capaciteit gekost. Voor deze taken was 3,86 fte gekwalificeerd personeel nodig. Met inhuur was er 4,4 fte in 2024 beschikbaar. Daarmee kon de werkvoorraad op een beheersbaar niveau worden afgedaan.
De medewerkers RO hebben met veel onzekerheid rondom de Ow gezeten, terwijl ze zich ondertussen met een kleiner wordend team, naast de uitvoering van hun primaire taken, moesten voorbereiden op de Ow. Ondertussen bleven de zaken wel gestaag binnenstromen en werden de medewerkers RO veel benaderd voor intern advies, vooral vanuit vergunningverlening en handhaving, maar ook het bestuur. Extern werd tevens veel contact gezocht met de medewerkers RO. Het gaat daarbij om kleine verzoeken, vragen om een (voor)overleg en voor initiatieven die nog geen principeverzoek zijn.
Conclusie
In 2024 zijn de taken adequaat uitgevoerd. Het beheers niveau was voldoende. Om de risico’s zoveel mogelijk te beperken is in 2024 gebruik gemaakt van inhuur en is aanvullend de vacature voor een nieuwe junior medewerker RO opengezet en ingevuld.
Prognose vergunningen RO 2025
Verwachte werkzaamheden
De prognose voor 2025 omvat in totaal 308 zaken. Zie onderstaande grafiek:
Het is moeilijk te voorspellen of in 2025 er een toename of afname van het aantallen zaken zal gaan plaats vinden t.o.v. 2024. Op basis van de tot nu toe opgedane ervaringscijfers hebben we gepoogd een reële inschatting te maken voor 2025. De kans bestaat dat het nog niet zal overeenkomen met de werkelijkheid. Door maandelijkse monitoring gaan we een vinger aan de pols houden zodat er tijdig kan worden bijgestuurd mocht dit wenselijk/noodzakelijk zijn
Verwachte bijdrage aan beleidsdoelen en streefwaarden “Programma Ruimte” in 2025
In de geplande werkvoorraad is rekening gehouden met de indicatoren en streefwaarden uit het programma Ruimte hieraan zal o.a. een bijdragen worden geleverd door 40 x d.m.v. een Binnenplanse afwijking (omgevingsplan/OPA) mee te werken aan vergunningverlening, 60 x d.m.v. een Buitenplanse omgevingsplanactiviteit (kleine BOPA) mee te werken aan vergunningverlening en 3 x d.m.v. een Buitenplanse omgevingsplanactiviteit (grote BOPA) mee te werken aan vergunningverlening voor woningen, bedrijven en andere soorten bouwplannen zoals deze zijn geraamd in 3.1.1 Vergunningverlening Bouw/Sloop/Kap/Monumenten.
In de geplande werkvoorraad wordt niet langer rekening gehouden met de indicator uit het programma Ruimte van het aantal bestemmingsplannen. Immers, een bestemmingsplan bestaat niet langer onder de Ow. In 2025, waarin nog meer ervaringscijfers hebben verzameld, kan mogelijk een nieuwe indicator opgenomen worden voor het onderdeel vergunningverlening RO om te sturen op de doelen.
Verwachte bijdrage aan beleidsdoelen en streefwaarden vanuit het VTH-beleid 2024-2028 in 2025
Vanuit het nieuwe VTH beleid 2024-2028 zijn nieuwe doelen, indicatoren en streefwaarden opgesteld waar we in 2025 mee aan de slag zullen gaan. Zie bijlage 7.
Verwachte bijdrage aan projecten
In 2025 zullen de medewerkers RO hun bijdrage leveren aan o.a. de volgende RO-projecten:
- -
“Vriezenveen zuid” (Vriezenveen)
- ○
Bijzonder wonen (grote BOPA)
- ○
Reguliere woonwijk 1e fase
- ○
Wonen in het groen
- ○
- -
“De Smitshoek” (Den Ham)
- -
“Westerbouwlanden noord (Vriezenveen)
- -
“Zuivelstraat” (Vriezenveen)
- -
“Hoek van de verzetsstraat (Vriezenveen)
- -
“Trio-terrein” (westerhaar)
- -
Bijdragen aan de toepasbare regels voor het Omgevingsplan
- -
Tevens wordt er voor 1400 uur een Senior RO ingehuurd voor RO LBV taken
Hiervoor is totaal 2100 uur opgenomen bij RO-projecten (bijdrage vanuit team VOI/THV)
Er wordt in 2025 rekening gehouden met een raming van ongeveer 1000 uur om te besteden aan het verder implementeren van de OW. Hierbij valt te denken aan het optimaliseren van de nieuwe werkprocessen, sjablonen verbeteren en de afstemming met het nieuwe VTH-beleid 2024-2027.
Daarbij is het belangrijk dat er geen stappen worden overgeslagen en de digitale systemen aansluiting hebben. Aanvullend zullen alle medewerkers RO die in vaste dienst zijn worden getoetst aan de nieuwe kwaliteitscriteria 3.0 die vanaf 1-1-2025 gaan gelden. Deze toets zal worden uitgevoerd door het bureau Libereaux. Hiervoor zullen de medewerkers RO aardig wat uren kwijt zijn om deze toetsing te doorlopen. Daarom is dit ook opgenomen qua uren onder overige Projecten
Verwachte capaciteitsverantwoording t.o.v. verwachte productie 2025
Om de geprognotiseerde werkvoorraad voor 2025 uit te kunnen voeren, is 5,0 fte benodigd. Met de beschikbare capaciteit van 6,0 fte, is er voldoende capaciteit om op een adequaat niveau het verwachte werk uit te voeren.
Afwijkingen en risico’s
Door de invulling van openstaande vacatures en adequate inhuur is de verwachting dat
de geplande werkvoorraad onder normale omstandigheden gerealiseerd kan worden in 2025.
De voortgang wordt periodiek besproken met de vaste medewerkers en waar nodig wordt gebruik gemaakt van inhuur/outsourcing. Hiermee wordt zoveel mogelijk voorkomen dat er achterstanden ontstaan.
3.1.4 Toezicht en Handhaving - Ruimtelijke Ordening
Het toezicht op de regels van ruimtelijke kwaliteit vindt plaats op basis van:
- •
Omgevingsplannen;
- •
Omgevingsvergunningen (toestemming afwijkend gebruik);
- •
Beeldkwaliteitsplannen;
- •
Voorwaardelijke verplichtingen c.q. overeenkomst (bijv.: erfinrichtingsplan, sloop object).
De werkwijze binnen toezicht en handhaving RO volgt een vaste structuur en is als volgt:
Aanleiding |
|
Inlezen overtreding en regels en vooroverleg met betreffende collega’s |
1e Locatiebezoek |
Gesprek betrokkene(n) en bezichtiging/ inmeten situatie |
Wanneer geen overtreding wordt geconstateerd, wordt de zaak afgerond |
Toetsing |
|
Opmaken controlerapport en Toetsing situatie aan bestemmingsregels/ legalisatieonderzoek |
2e Locatiebezoek |
Bespreken regels vs. Gebruik |
Mededelen wat er wordt verwacht om overtreding te beëindigen |
Aanschrijven op overtreding |
Indien nodig volgt:
|
Doel: zonder bestuursrechtelijk handelen de overtreding binnen een bepaalde tijd beëindigen |
De toezicht- en handhavingstaken in relatie tot bestemmingsplannen c.q. regels betreffende ruimtelijke ordening raken in de praktische uitvoering regelmatig de overige VTH-taken. Daarbij probeert de toezichthouder RO zo veel als mogelijk actief te controleren op strijdigheden en illegaal gebruik. Dit gebeurt in samenspraak met de andere toezichthouders van de gemeente. Zij stuiten bij controles in het kader van hun eigen taakuitvoering nog wel eens op illegaal gebruik van gronden of objecten en strijdigheden met het bestemmingsplan. Onderling vindt een goede uitwisseling van informatie plaats.
Bij het toezicht op en de handhaving van een goede ruimtelijke ordening ligt de nadruk op voorkantsamenwerking, waarbij de insteek is zo veel als mogelijk in overleg met de belanghebbende(n) afstemmen hoe regels geïnterpreteerd worden en feitelijk dienen te worden geïnterpreteerd. Vergelijkbare oplossingen die aangedragen worden om de strijdigheid te beëindigen zijn daarin informatie die onderdeel zijn van de overwegingen.
Bij het opsporen van o.a. illegaal gebruik van gronden en/of objecten wordt hoofdzakelijk een piepsysteem aangehouden, voornamelijk in het buitengebied. Concreet houdt dit in dat de toezichthouder RO naar aanleiding van klachten, meldingen of een handhavingsverzoek de situatie op een locatie in kaart brengt. Een uitzondering daarop geldt voor de ‘Voorwaardelijke verplichtingen’. Aan deze taak wordt in 2024 meer structuur en continuïteit gegeven.
Bovendien wordt gepland op basis van de risicoanalyse, zoals ook beschreven werd in de subparagraaf ‘Processtap 3: Programma & organisatie’ van de paragraaf ‘Kwaliteitscriteria deel 2: Procescriteria’.
Voordat overgegaan wordt tot het opleggen van een handhavingsmaatregel zoals een last onder dwangsom of een last onder bestuursdwang dient eerst onderzocht te worden of een illegale situatie gelegaliseerd kan worden. Dit komt voort uit actuele jurisprudentie. In de meeste gevallen kan de toezichthouder RO dit onderzoek zelfstandig doen. In sommige (complexe) gevallen raadpleegt hij een plantoetser of een juridisch medewerker.
Risicoanalyse
Voor de toezichttaak binnen de specialisatie ruimtelijk ordening wordt voor 2024 een risicoanalyse gebruikt. De risicoanalyse is opgenomen in bijlage 9 van dit UP. De top 3 risicosoorten met de hoogste risico’s binnen RO betreffen de risicosoorten:
- 1.
(Illegale) gebruik gronden;
- 2.
(Illegale) bewoning; illegale kamerverhuur; en
- 3.
(Illegale) gebruik bedrijf cat. >3.1.
De resultaten van de risicoanalyse tonen, dat illegaal gebruik en illegaal bewonen hoog scoren in de risicoanalyse. Redenen daartoe zijn dat het gewijzigde gebruik in veel gevallen een negatieve invloed heeft op de leefomgeving. Invloeden die nadelig zijn voor de veiligheid en gezondheid. Daarnaast zijn de objecten niet altijd geschikt voor het gewijzigde gebruik, waardoor niet kan worden voldaan aan de eisen van de Bouwbesluit c.q. het geldend bestemmingsplan. Die negatieve invloeden zijn minder hoog bij het illegaal bouwen van kleine bouwwerken of het illegaal tonen van reclame.
Evaluatie Toezicht RO 2024
Het verwachte aantal controles/zaken voor 2024 betrof 148. Er zijn 124 controles/zaken, inclusief informatieverzoeken gerealiseerd. Zie de grafiek hieronder:
Uit de grafiek valt af te leiden dat de gerealiseerde werkvoorraad en de prognose redelijk gelijk opgaan. De grootste verschillen zitten met name in de zaken met betrekking tot illegaal gebruik als ook de legalisatieonderzoeken. Deels hebben ze met elkaar te maken. Het illegaal gebruik dient immers ook getoetst te worden aan de mogelijkheden van legalisatie. Dergelijke onderzoeken kunnen complex zijn, zeker wanneer een beroep op het overgangsrecht kan worden gedaan.
Bijdrage aan beleidsdoelen en streefwaarden “Programma Ruimte” in 2024
Onderdeel |
Indicator |
Streefwaarde 2024 |
gerealiseerd |
Toezicht en Handhaving |
Aantal bestuurlijke (her)controles RO in handhavingssfeer |
9 |
8 |
Aantal behandelde klachten |
21 |
11 |
Het aantal bestuurlijke (her)controles RO in handhavingssfeer is 8 (streefwaarde programma Ruimte is <9 van het totaal aantal controles). Het betreft hier een hercontrole als gevolg van een opgelegde last onder dwangsom. Er was dus in 8 van de in totaal 77 controles (alle illegaliteitencontroles) sprake van strijdigheden waartegen werd opgetreden. Door hier zicht op te houden, dragen we bij aan het doel zoals neergelegd in het VTH-beleid, zijnde: ‘er zijn minder gebouwen/gronden die strijdig zijn met het bestemmingsplan/omgevingsplan’.
Daarnaast zijn alle ontvangen klachten en meldingen (11 in totaal) afgehandeld. Het percentage behandelde klachten ligt daardoor op 100%. Met de hoeveelheid klachten en meldingen blijven we ruim onder de streefwaarde uit het programma Ruimte uit (<21 in totaal).
Geleverde bijdragen aan projecten
In 2024 heeft de toezichthouder RO zo goed als niet kunnen bijdragen aan het verder implementeren en verbeteren van de nieuwe producten onder de OW.
Capaciteitsverantwoording t.o.v. geleverde productie
De gerealiseerde werkvoorraad heeft 1257 uur aan capaciteit gekost. Voor deze taken was 0,90 fte gekwalificeerd personeel nodig. Er was 0,89 fte in 2024 beschikbaar. Daarmee kon de werkvoorraad op een beheersbaar niveau worden afgedaan.
Conclusie
In 2024 zijn de taken adequaat uitgevoerd en is het beheers niveau voldoende.
De krappe capaciteit maakt dat er nauwelijks ruimte was voor controles in het kader van voorwaardelijke verplichtingen. Hierdoor is geen zicht op grote overtredingen die het fundament van het planologisch regime aantasten. Dat is een onwenselijk effect. Om in kaart te brengen of er sprake is van grote overtredingen die het planologisch regime kunnen aantasten, is een opschaling in het aantal controles op voorwaardelijke verplichtingen nodig. Dat gaat in 2025 gebeuren.
Prognose Toezicht RO 2025
Verwachte werkzaamheden
De prognose voor 2025 omvat in totaal 130 zaken. Zie onderstaande grafiek:
In 2025 zal de inzet op de controle van voorwaardelijke verplichtingen uit erfinrichtingsplannen gecontinueerd worden. Ook zal de impact van de nieuwe beleidslijn Wkb uit het nieuwe VTH-beleid 2024-2027 moeten blijken in de praktijk. In 2024 hebben we daar helaas nog weinig ervaring mee op kunnen doen. In 2025 verwachten we dat hier meer werk uit voort zal komen en dat we dit dan beter uit kunnen kristalliseren. Regionaal zijn er nu meer bevoegde kwaliteitsborgers en het vermoeden is dat de meldingen snel binnen zullen lopen en wachttijden ontstaan. Een van de mogelijke effecten hiervan is dat meer mensen illegaal gaan bouwen, in afwachting van behandeling van de bouwtoets door de kwaliteitsborger. Mogelijk leidt dit tot meer handhavingsverzoeken en lasten onder dwangsom, als gevolg waarvan de toezichthouder RO veldcontroles moet gaan doen. Dit zal in nauwe samenwerking met de toezichthouders Bouw gebeuren.
Verwachte bijdrage aan beleidsdoelen en streefwaarden “Programma Ruimte” in 2025
Onderdeel |
Indicator |
Streefwaarde 2025 |
Toezicht en Handhaving |
Aantal bestuurlijke (her)controles RO in handhavingssfeer |
10 |
Aantal behandelde klachten |
20 |
In de geplande werkvoorraad is rekening gehouden met de indicatoren en streefwaarden uit het programma Ruimte (<10 bestuurlijke (her)controles RO in handhavingssfeer, <20 klachten/meldingen, 100% behandeld). Door het aantal bestuurlijke (her)controles in kaart te brengen geven we gelijktijdig inzicht in het aantal keer dat is opgetreden tegen strijdigheden, zoals als indicator opgenomen in het VTH-beleid van Twenterand. Om het aantal keer dat de strijdigheden zijn gelost in kaart te brengen, moeten de monitoringsinstellingen in onze systemen worden aangepast. Dat geldt ook voor het totaal aantal geconstateerde strijdigheden.
Verwachte bijdrage aan beleidsdoelen en streefwaarden vanuit het VTH-beleid 2024-2028 in 2025
Vanuit het nieuwe VTH beleid 2024-2028 zijn nieuwe doelen, indicatoren en streefwaarden opgesteld waar we in 2025 mee aan de slag zullen gaan. Zie bijlage 7.
Verwachte bijdrage aan projecten
In 2025 gaan we conform de nieuwe OW de producten verder uitkristalliseren en daar waar mogelijk meer ervaring opdoen zoals toezicht conform de nieuwe beleidslijn VTH onder de Wkb.
Er wordt in 2025 rekening gehouden met een raming van ongeveer 100 uur om te besteden aan het verder implementeren van de OW. Hierbij valt te denken aan het optimaliseren van de nieuwe werkprocessen, sjablonen verbeteren en de afstemming met het nieuwe VTH-beleid 2024-2027. Daarbij is het belangrijk dat er geen stappen worden overgeslagen en de digitale systemen aansluiting hebben. Deze post is in onderstaande overzicht opgenomen onder Overige projecten.
Aanvullend zullen alle toezichthouders die in vaste dienst zijn worden getoetst aan de nieuwe kwaliteitscriteria 3.0 die vanaf 1-1-2025 gaan gelden. Deze toets zal worden uitgevoerd door het bureau Libereaux. Hiervoor zullen de toezichthouders aardig wat uren kwijt zijn om deze toetsing te doorlopen. Daarom is dit ook opgenomen qua uren onder Overige Projecten.
Verwachte capaciteitsverantwoording t.o.v. verwachte productie 2025
Voor de uitvoering van de toezicht- en handhavingstaken RO is in 2025 0,89 fte beschikbaar. Om de taakstelling te kunnen uitvoeren, is 0,89 fte benodigd. Verwacht wordt dat de taken adequaat en beheersbaar kunnen worden uitgevoerd.
Afwijkingen en risico’s
De risico’s blijven met de huidige beschikbare capaciteit in onvoldoende mate beperkt. De taakuitvoering kan weliswaar adequaat uitgevoerd worden, maar het beheers niveau geeft zorgen. Er wordt te weinig gecontroleerd om de risico’s van de hoogste risico categorieën, illegaal gebruik, bewoning, voorwaardelijke verplichtingen, binnen afzienbare tijd te beperken. Door beperkte capaciteit zijn we genoodzaakt een piepsysteem te hanteren en daardoor kunnen we niet streven naar gelijkheid.
3.2 VTH - Juridische zaken
De uitvoering van VTH-taken binnen het omgevingsrecht, de bijzondere wetten en lokale regelgeving is handen van de juridisch medewerkers van het team THV. Het gaat dan met name om de behandeling van bezwaren tegen verleende vergunningen of intrekkingen en besluiten in relatie tot handhavingstaken. Bovendien ontwikkelen zij lokale regelgeving en worden VTH-producten juridisch getoetst.
Het team THV voert de juridische taken die zich (eventueel) aandienen in relatie tot de VTH-taken binnen de beschikbare formatie uit. Het betreft handhavingsbeschikkingen, zienswijzen, bezwaar en (hoger) beroep. Dit geldt ook voor juridische trajecten die voortvloeien uit de taak vergunningverlening.
Daarnaast fungeren de juridisch medewerkers als vraagbaak ten behoeve van de taakonderdelen van het team. Voor het overige bestaat de taakuitvoering uit juridische advisering, collegiaal toetsen van diverse juridisch getinte producten en het actueel houden van wet- en regelgeving in relatie tot de VTH-taken. Mediation wordt als mogelijkheid aangeboden door de gemeente om op een andere wijze dan een gerechtelijke procedure tot geschillenbeslechting te komen.
Evaluatie Juridische zaken VV/HH 2024
Voor 2024 waren er in totaal 131 zaken geraamd. Er zijn totaal 150 zaken behandeld in 2024. Zie onderstaande grafieken:
Uit bovenstaande grafieken valt op dat zowel binnen het onderdeel Vergunningverlening als Handhaving de prognose ruimer gesteld is dan de werkvoorraad. Beide onderdelen zijn afhankelijk van de vraag dus op voorhand niet goed te voorspellen. Wel valt op dat we in totaliteit redelijk veel zienswijzen hebben ontvangen. Deze zienswijzen waren onderdeel van een bestemmingsplanwijziging die nog was aangevraagd onder de Wabo en waartegen nog een zienswijze kon worden ingediend.
Bijdrage aan beleidsdoelen en streefwaarden “Programma Ruimte” in 2024
Onderdeel |
Indicator |
Streefwaarde 2024 |
gerealiseerd |
Toezicht en Handhaving |
Aantal behandelde handhavingsverzoeken |
17 |
18 |
Het aantal ingediende en behandelde handhavingsverzoeken was 18 (streefwaarde programma ruimte <17 behandelde handhavingsverzoeken). Door deze handhavingsverzoeken te behandelen, dragen we bij aan het doel zoals neergelegd in het VTH-beleid, zijnde: ‘er zijn minder gebouwen/gronden die strijdig zijn met het bestemmingsplan/omgevingsplan’.
Geleverde bijdragen aan projecten
De juristen hebben naast de taken in de grafieken ook capaciteit geleverd aan implementatie van de Ow en de Wkb. Als gevolg hiervan is er een beleidslijn en zijn er processen ingericht voor de Wkb en zijn de Erfgoedverordening Twenterand en de Verordening gemeentelijke adviescommissie geactualiseerd in 2023/2024. Maar ook hebben de juristen een bijdrage geleverd aan het opstellen van toepasbare regels en brieven onder de Ow.
Capaciteitsverantwoording t.o.v. geleverde productie
Om de werkvoorraad inclusief de bijdrage aan overige projecten uit te kunnen voeren, was 2,66 fte beschikbaar. De werkvoorraad heeft daadwerkelijk 2,36 fte aan capaciteit gekost. Hierin is ook meegenomen het bijwonen van jurisprudentiebijeenkomsten, inherent aan de kwaliteit van de dienstverlening.
Conclusie
De werkvoorraad was in 2024 in balans. Wel was er spraken van verloop en ziekte hierdoor diende er o.a. ingehuurd te worden om de taken adequaat uit te kunnen voeren. Tevens is de vacature van jurist opengesteld en ingevuld. Hierdoor was het beheers niveau naar omstandigheden voldoende.
Prognose Juridische zaken VV/HH 2025
Verwachte werkzaamheden
De werkvoorraad voor 2025 wordt geschat op 150 zaken. Zie ook de volgende grafieken:
Het is moeilijk te voorspellen of in 2025 er een toename of afname van het aantallen zaken zal gaan plaats vinden t.o.v. 2024. Op basis van de tot nu toe opgedane ervaringscijfers hebben we gepoogd een reële inschatting te maken voor 2025. De kans bestaat dat het nog niet zal overeenkomen met de werkelijkheid. Door maandelijkse monitoring gaan we een vinger aan de pols houden zodat er tijdig kan worden bijgestuurd mocht dit wenselijk/noodzakelijk zijn. Zodra er meer vergunningen, waarvoor ook een bouwmelding i.v.m. een gk1 bouwwerk, zullen worden afgegeven kunnen we ook meer ervaring op doen in 2025 met de nieuwe beleidslijn voor bouwwerken die vallen onder de Wkb.
Verwachte bijdrage aan beleidsdoelen en streefwaarden “Programma Ruimte” in 2025
Onderdeel |
Indicator |
Streefwaarde 2025 |
Toezicht en Handhaving |
Aantal behandelde handhavingsverzoeken |
15 |
In de geplande werkvoorraad is rekening gehouden met de indicatoren en streefwaarden uit het programma Ruimte ( <15 behandelde handhavingsverzoeken). Door deze handhavingsverzoeken te behandelen, dragen we bij aan het doel zoals neergelegd in het VTH-beleid, zijnde: ‘er zijn minder gebouwen/gronden die strijdig zijn met het bestemmingsplan/omgevingsplan’.
Verwachte bijdrage aan beleidsdoelen en streefwaarden vanuit het VTH-beleid 2024-2028 in 2025
Vanuit het nieuwe VTH beleid 2024-2028 zijn nieuwe doelen, indicatoren en streefwaarden opgesteld waar we in 2025 mee aan de slag zullen gaan. Zie bijlage 7.
Verwachte bijdrage aan projecten
In 2025 zullen de juristen VV/HH ook hun bijdrage leveren aan mogelijk de volgende RO-projecten:
- -
“Vriezenveen zuid” (Vriezenveen)
- ○
Bijzonder wonen (grote BOPA)
- ○
Reguliere woonwijk 1e fase
- ○
Wonen in het groen
- ○
- -
“De Smitshoek” (Den Ham)
- -
“Westerbouwlanden noord (Vriezenveen)
- -
“Zuivelstraat” (Vriezenveen)
- -
“Hoek van de verzetsstraat (Vriezenveen)
- -
“Trio-terrein” (westerhaar)
- -
Bijdragen aan de toepasbare regels voor het Omgevingsplan
Hiervoor is totaal 200 uur opgenomen bij RO-projecten (bijdrage vanuit team VOI/THV)
Er wordt in 2025 rekening gehouden met een raming van ongeveer 410 uur om te besteden aan het verder implementeren van de OW. Hierbij valt te denken aan het optimaliseren van de nieuwe werkprocessen, sjablonen verbeteren en de afstemming met het nieuwe VTH-beleid 2024-2027.
Daarbij is het belangrijk dat er geen stappen worden overgeslagen en de digitale systemen aansluiting hebben. Aanvullend zullen alle juristen die in vaste dienst zijn worden getoetst aan de nieuwe kwaliteitscriteria 3.0 die vanaf 1-1-2025 gaan gelden. Deze toets zal worden uitgevoerd door het bureau Libereaux. Hiervoor zullen de medewerkers RO aardig wat uren kwijt zijn om deze toetsing te doorlopen. Daarom is dit ook opgenomen qua uren onder overige Projecten
Verdere capaciteit wordt in 2025 ingezet op:
- -
De juridische advisering en ondersteuning van de interne organisatie;
- -
Deelname aan diverse projectgroepen en het opstellen van verordeningen en documenten m.b.t de Omgevingswet;
- -
Wet goed verhuurderschap (Wgv). Hiervoor wordt o.a. een loket ingericht.
Ook dit is opgenomen qua uren onder overige Projecten (raming 400 uur)
De capaciteit die daarvoor geraamd is (raming 810 uur) is niet meegenomen in de capaciteitsverhouding in de grafieken hieronder.
Verwachte capaciteitsverantwoording t.o.v. verwachte productie 2025
Om de geplande werkvoorraad uit te kunnen voeren, is 2,89 fte aan capaciteit benodigd. Er is naar verwachting 2,96 fte aan capaciteit beschikbaar in 2025.
Afwijkingen en risico’s
Er is in 2025 ook nog een risico dat de geplande werkvoorraad overschreden wordt als gevolg van de inwerkingtreding van de Ow en de Wkb in 2024. Er zijn nog weinig tot geen bouwmeldingen ingediend in 2024. Dat zou kunnen resulteren in meer handhavingszaken na gerichte controles. Dat risico leidt er toe dat de taakuitvoering en het beheers niveau onder druk komen te staan. Ook verloop en ziekte zijn een risico wat nauwlettend in de gaten moet worden gehouden. De voortgang wordt periodiek besproken met de vaste medewerkers en waar nodig zal gebruik worden gemaakt van inhuur/outsourcing.
3.2 Openbare orde en veiligheid
De taken in relatie tot de uitvoering van de bijzondere wet- en regelgeving, zoals de Alcoholwet (AW), de Wet op de kansspelen en lokale autonome verordeningen, waaronder de Algemeen Plaatselijke Verordening (APV) hebben direct te maken met het werkprogramma ‘Openbare Orde en veiligheid’.
Dit hoofdstuk wordt specifiek toegespitst op de vergunningverleners en de boa’s. Echter, deze groep wordt ook ondersteund door een adviseur openbare veiligheid en een programma-adviseur veiligheid.
Doelen, indicatoren en streefwaarden
Het beoogd maatschappelijk effect is ‘Twenterand is een veilige gemeente’. Ten aanzien van het onderdeel Openbare orde en veiligheid zijn de volgende, uit de doelenboom afgeleide doelen, indicatoren en streefwaarden van belang voor het waarborgen van het beoogd maatschappelijk effect:
Doel |
Subdoel |
Onderdeel |
Indicator |
Streefwaarde 2024 |
Streefwaarde 2025 |
Verbeteren leefbaarheid en tegengaan fysieke verloedering |
De fysieke leefomgeving is schoner en veiliger |
Vergunningverlening |
Aantal te laat verleende vergunningen voor B of C-evenementen |
0 |
0 |
Aantal verleende vergunningen voor evenementen |
72 |
130 |
|||
Toezicht en Handhaving |
Aantal controles A/B-evenementen |
25 |
25 |
||
Aantal controles C-evenementen |
1 |
1 |
|||
Aantal controles Alcoholwet (leeftijd controles) |
13 |
13 |
|||
Aantal behandelde klachten |
259 |
210 |
Naast doelen, indicatoren en streefwaarden uit het programma Ruimte, hanteren we voor dit UP ook de kwaliteitsdoelen, indicatoren en streefwaarden uit het nieuwe “VTH-beleid 2024-2028”. In 2024 zijn nieuwe kwaliteitsdoelen met indicatoren en streefwaarden ontwikkelt die aansluiten op het nieuwe VTH-beleid. Vervolgens kon in 2024 het nieuwe VTH-beleid 2024-2028 van de gemeente Twenterand worden afgerond en vastgesteld. Hierin zijn o.a. doelen, indicatoren en streefwaarden opgenomen voor het uitvoeren van de VTH taken op het gebied van bouwen, ruimtelijke ordening, brandveiligheid en openbare orde en veiligheid. Zie bijlage7. In 2025 hebben we als doel om de monitoring hierop zoveel mogelijk in te gaan richten. En de bijdrage aan deze doelen, naast de doelen uit het programma ruimte die in september 2024 zijn vastgesteld, terug te laten komen in het jaarverslag 2025.
3.3.1 Vergunningverlening - APV, AW en bijzondere wetten
De APV bevat een veelheid aan regels met betrekking tot diverse activiteiten in en buiten de openbare ruimte. Daarnaast bevat de APV eisen waaraan voldaan moet worden om bijvoorbeeld parkeerexcessen te voorkomen, wildgroei in reclame-uitingen te voorkomen, sluitingstijden, etc. Om regels met betrekking tot de APV te verankeren en te actueel te houden, is het nodig om beleid op te maken en regelmatig, in ieder geval jaarlijks, te actualiseren. Tot de AW behoren regels die gelden voor het exploiteren van een horecabedrijf, maar ook het hebben van een kansspelautomaat.
Evaluatie Vergunningverlening APV, AW en bijzondere wetten 2024
Tot de werkvoorraad behoren niet alleen aanvragen, maar ook meldingen, vooroverleggen, verleende vergunningen en intrekkingen. In totaliteit stonden er voor 2024 305 producten op het programma. Er zijn 286 producten gerealiseerd in 2024. Zie de onderstaande grafiek:
Uit de grafiek valt af te leiden dat de gerealiseerde werkvoorraad en de prognose redelijk gelijk opgaan. De grootste verschillen zitten met name in de zaken rondom APV (reclame, stoken etc) en Standplaatsen (tijdelijk en vast). Dit is echter vraag gestuurd, dus op voorhand niet goed te voorspellen.
Bijdrage aan beleidsdoelen en streefwaarden “Programma Ruimte” in 2024
Onderdeel |
Indicator |
Streefwaarde 2024 |
gerealiseerd |
Vergunningverlening |
Aantal te laat verleende vergunningen voor B of C-evenementen |
0 |
0 |
Aantal verleende vergunningen voor evenementen |
72 |
136 |
Aan de streefwaarde voor de indicator uit het programma Ruimte, betreffende aantal te laat verleende evenementvergunningen B/C (<0) wordt voldaan. Bovendien is er 1 vergunning in het kader van de Alcoholwet verleend, waarbij ook een Bibob -onderzoek is uitgevoerd. Door hier zicht op te houden, dragen we bij aan het doel zoals neergelegd in het VTH-beleid, zijnde: ‘Twenterand is goed beschermd tegen het ontplooien van ondermijnende activiteiten’.
Geleverde bijdragen aan projecten
De vergunningverleners APV en bijzondere wetten hebben naast de taken in de grafieken ook capaciteit geleverd aan het actualiseren van de APV-verordening en het APV-beleid.
Capaciteitsverantwoording t.o.v. geleverde productie
De gerealiseerde werkvoorraad heeft 1551 uur aan capaciteit gekost. Voor deze taken was 1,11 fte gekwalificeerd personeel nodig. Er was 0,96 fte in 2024 beschikbaar. Daarmee kon de werkvoorraad op een beheersbaar niveau worden afgedaan.
Conclusie
In 2024 is één van de vaste medewerkers binnen Vergunningverlening APV/Aw vertrokken. Er is een nieuwe medewerker geworven die later in 2024 is gestart. Deze personeelswisseling heeft niet tot capaciteitsknelpunten geleid. In 2024 zijn de taken adequaat uitgevoerd en was het beheers niveau voldoende.
Prognose Vergunningverlening APV, AW en bijzondere wetten 2025
Verwachte werkzaamheden
In totaal worden er in 2025 286 producten geraamd. Zie onderstaande grafiek:
Op basis van de tot nu toe opgedane ervaringscijfers hebben we gepoogd een reële inschatting te maken voor 2025
Verwachte bijdrage aan beleidsdoelen en streefwaarden “Programma Ruimte” in 2025
Onderdeel |
Indicator |
Streefwaarde 2025 |
Vergunningverlening |
Aantal te laat verleende vergunningen voor B of C-evenementen |
0 |
Aantal verleende vergunningen voor evenementen |
130 |
In de geplande werkvoorraad is rekening gehouden met de indicatoren en streefwaarden uit het programma Ruimte (0 te laat verleende B/C evenementenvergunningen en >130 verleende evenementvergunningen). Door het aantal vergunningen AW in kaart te brengen geven we gelijktijdig inzicht in het aantal bibob -onderzoeken dat is verricht, zoals als indicator opgenomen in het VTH-beleid van Twenterand.
Verwachte bijdrage aan beleidsdoelen en streefwaarden vanuit het VTH-beleid 2024-2028 in 2025
Vanuit het nieuwe VTH beleid 2024-2028 zijn nieuwe doelen, indicatoren en streefwaarden opgesteld waar we in 2025 mee aan de slag zullen gaan. Zie bijlage 7.
Verwachte bijdrage aan projecten
De vergunningverleners APV en bijzondere wetten hebben dragen in 2025 ook weer bij aan het actualiseren van de APV-verordening en het APV-beleid. Hiervoor is 180 uur opgenomen onder overige projecten.
Verwachte capaciteitsverantwoording t.o.v. verwachte productie 2025
Om de geplande werkvoorraad uit te kunnen voeren, is minstens 1,11 fte aan capaciteit benodigd. Er is naar verwachting 1,15 fte aan capaciteit beschikbaar in 2025.
Afwijkingen en risico’s
De verwachting is dat de geplande werkvoorraad volledig uitgevoerd kan worden..
De voortgang wordt periodiek besproken met de vaste medewerkers. Bij mogelijke verloop of ziekte moet er gebruik worden gemaakt van inhuur of het uitbesteden van dossiers.
3.3.2 Toezicht en Handhaving – APV, AW, bijzondere wetten
Het toezicht op en de handhaving van de verleende vergunningen en gedane meldingen wordt uitgevoerd door de toezichthouder die ook bevoegd is om als boa op te mogen treden. Gemakshalve worden deze toezichthouders in dit UP aangeduid als boa’s.
De boa besteed veel van de beschikbare capaciteit aan surveillance. Surveillance leidt niet altijd tot optreden van de boa, in de zin van het geven van een waarschuwing of het uitschrijven van een proces verbaal (hierna: PV).
De werkvoorraad van de boa’s wordt gepland op basis van de risicoanalyse, zoals ook beschreven werd in de subparagraaf ‘Processtap 3: Programma & organisatie’ van de paragraaf ‘Kwaliteitscriteria deel 2: Procescriteria’.
Risicoanalyse
Voor de toezichttaak binnen de specialisatie APV, AW en bijzondere wetten wordt voor 2025 een risicoanalyse gebruikt. De risicoanalyse is opgenomen in bijlage 9 van dit UP. De top 3 risicosoorten met de hoogste risico’s binnen APV betreffen de risicosoorten:
- 1.
Vergunning evenement type B;
- 2.
Vergunning evenement type C; en
- 3.
Ontheffing Stook verbod.
Dat heeft alles te maken met de hoeveelheid personen dat op zo’n groot evenement of paasvuur/vreugdevuur afkomt. Het heeft in de meeste gevallen een verkeersaantrekkende werking, kan het woongenot of de leefbaarheid van omwonenden (tijdelijk) aantasten, het leidt tot (zwerf)afval en er is kans op het gebruik van verdovende en alcoholhoudende middelen. De ernst/gevolgen van mogelijke overtredingen zijn groot en er is een grote kans op criminaliteit. De kans dat die negatieve invloeden zich voordoen bij bijvoorbeeld een collecte (met of zonder vergunning) of textielinzameling is minder hoog, waardoor die risicosoorten een lager risico hebben.
Evaluatie BOA’s APV, AW en bijzondere wetten 2024
In totaal stonden er voor 2023 951 controles op het programma. Er zijn 896 controles in 2024 verricht. Zie onderstaande grafieken:
Uitschieter in bovenstaande grafieken vormt de categorieën “parkeerhinder”. Daarentegen valt ook op dat er minder controles zijn uitgevoerd dan gepland binnen de categorieën “overlast (waaronder geluid en stank)” en “surveillances”.
In totaliteit zijn er 148 sancties opgelegd, 336 waarschuwingen gegeven en 2 klachten binnengekomen. Het hoge aantal waarschuwingen is voornamelijk gegeven op de categorie “parkeerhinder”.
In 2024 is er een vaste collega’s vertrokken, halverwege het jaar zijn de twee openstaande vacatures ingevuld. Een daarvan is tot op heden nog niet officieel beëdigd door lange wachttijden bij Justis en mag daardoor geen pv’s schrijven. Daardoor waren er in 2024 grotendeels maar twee boa’s in dienst die pv’s mochten schrijven. Ondanks dat een van de twee nieuwe boa’s niet beëdigd is, heeft deze boa niet stil gezeten. Deze Boa heeft o.a. bijgedragen aan het hoge aantal controles en waarschuwingen in de categorie “parkeerhinder”.
Overige taken die inherent zijn aan de functie-uitoefening van boa’s (meer dan bij andere functies), zijn onder andere de verplichte bijscholing (om te voorkomen dat ze hun bevoegdheden verliezen), overleggen met ketenpartners (zoals politie) en rapportages. Al met al gaat het om zo’n 1500 uur. Die uren zijn in de capaciteitsberekening meegenomen.
In 2024 werd ook een verbeterslag gemaakt met de systeeminrichting van CityControl. Dit komt ten goede aan de monitoring.
Bijdrage aan beleidsdoelen en streefwaarden “Programma Ruimte” in 2025
Onderdeel |
Indicator |
Streefwaarde 2024 |
Gerealiseerd |
Toezicht en Handhaving |
Aantal controles A/B-evenementen |
25 |
30 |
Aantal controles C-evenementen |
1 |
2 |
|
Aantal controles Alcoholwet (leeftijd controles) |
13 |
0 |
|
Aantal behandelde klachten |
259 |
41 |
Aan de streefwaarden voor de indicatoren van het aantal aantal controles leeftijd Aw (>13) uit het programma Ruimte is niet voldaan omdat hier geen nieuw beleid voor was opgesteld in 2024 en daardoor hier geen afspraken voor konden worden gemaakt. Er bestaan geen onaanvaardbare risico’s van het niet voldoen aan de streefwaarden. Bovendien zijn alle ontvangen klachten/meldingen, 41 in totaal (streefwaarde programma Ruimte <259), behandeld, waardoor het percentage behandelde klachten op 100% ligt. Ook zijn 2 controles C evenementen uitgevoerd (streefwaarde programma Ruimte >1).
Capaciteitsverantwoording t.o.v. geleverde productie
De capaciteit omvatte in 2024 3,08 fte. De gerealiseerde werkvoorraad heeft3,21 fte aan capaciteit gekost.
Conclusie
In 2024 hadden we een gedeelte van het jaar maar twee BOA’s tot onze beschikking voordat de openstaande vacatures waren ingevuld. Desondanks, als je kijkt naar wat er gerealiseerd is,
zijn de taken naar omstandigheden alsnog adequaat uitgevoerd maar was het beheersniveau onvoldoende.
Prognose BOA’s APV, AW en bijzondere wetten 2025
In totaal staan er voor 2024 951 controles op het programma. De planning ziet er als volgt uit:
Op basis van de tot nu toe opgedane ervaringscijfers hebben we gepoogd een reële inschatting te maken voor 2025. De kans bestaat dat het nog niet zal overeenkomen met de werkelijkheid. Door maandelijkse monitoring gaan we een vinger aan de pols houden zodat er tijdig kan worden bijgestuurd mocht dit wenselijk/noodzakelijk zijn.
In de bovenstaande grafieken wordt prioriteit gegeven aan de categorieën “parkeerhinder”, “controle naleving hondenbeleid”, “illegaal gestorte afval”, “zwerfvuil”, “vuurwerk en carbid”, “evenementen A/B”, “paasvuren en oudejaarsmomenten”, “leeftijdscontroles Aw” en “overlast (waaronder geluid en stank).
Bovendien verwachten we in 2025 meer resultaten te zien qua zichtbaarheid van de boa’s. De boa’s hebben nu namelijk een handhavingsvoertuig ter beschikking, voorzien van striping en optische en geluidssignalen. Dit kan ten goede komen aan de hoeveelheid klachten in de categorie “surveillance/posten/bewaken”.
Verwachte bijdrage aan beleidsdoelen en streefwaarden “Programma Ruimte” in 2025
Onderdeel |
Indicator |
Streefwaarde 2025 |
Toezicht en Handhaving |
Aantal controles A/B-evenementen |
25 |
Aantal controles C-evenementen |
1 |
|
Aantal controles Alcoholwet (leeftijd controles) |
13 |
|
Aantal behandelde klachten |
210 |
In de geplande werkvoorraad is rekening gehouden met de indicatoren en streefwaarden uit het programma Ruimte (>25 controles A/B evenementen, >1 controles C evenementen, >13 controles leeftijd Aw en <210 klachten). Gelet op de gerealiseerde werkvoorraad in 2024 is de streefwaarde voor het aantal klachten aan de hoge kant. Deze kunnen voor de programmabegroting van 2026 worden aangepast.
Verwachte bijdrage aan beleidsdoelen en streefwaarden vanuit het VTH-beleid 2024-2028 in 2025
Vanuit het nieuwe VTH beleid 2024-2028 zijn nieuwe doelen, indicatoren en streefwaarden opgesteld waar we in 2025 mee aan de slag zullen gaan. Zie bijlage 7.
Verwachte bijdrage aan projecten
Het streven is in 2025 beter inzichtelijk te maken wat de resultaten zijn van het taakaccent tegengaan en voorkomen van jeugd(overlast). Ook is het de bedoeling dat in 2025 nadere werkafspraken worden gemaakt, bijvoorbeeld op het gebied van projectmatige controles.
In de prognose is rekening gehouden met projectmatige controles, zoals controleren op overlast van campers en caravans, maar ook controles op zendmasten, in 2025 is daar capaciteit voor. Dit moet in 2025 nog concreet worden ingevuld. Het streven is hier meer preventief te handelen, middels projectmatig toezicht. Tevens willen we de systemen t.b.v. de monitoring beter inrichten. Er is hier 694 uur voor geraamd onder Overige projecten.
Verwachte capaciteitsverantwoording t.o.v. verwachte productie 2025
Om de voorgenomen werkvoorraad te realiseren, is 4,0 fte nodig. Er is 4,0 fte aan capaciteit beschikbaar.
Afwijkingen en risico’s
Er is geen reden om aan te nemen dat de taakuitvoering niet adequaat en op beheers niveau uitgevoerd kan worden. De voortgang zal periodiek worden besproken met de vaste medewerkers en waar nodig zal worden bijgestuurd.
3.3 VTH - Brandveiligheid
Het toetsen aan de normen brandveiligheid bij bouw en de organisatie van evenementen is voor zover van toepassing een taakonderdeel van het team Omgeving, specialisatie Bouw. Daarbij wordt, waar het specifiek gaat om woningen, getoetst door de vakspecialist Bouw en waar het gaat om bouwwerken binnen de categorie ‘Publiek’ (scholen, zorg etc.) en bedrijven de toets overgedragen aan de specialisten van de Brandweer Twente. Bij evenementen is in veel gevallen een combinatie gebruikelijk.
Brandweer Twente (hierna: de Brandweer) is tevens belast met de taakuitvoering op het gebied van advisering en toezicht brandveiligheid. De gemeente Twenterand is als bevoegd gezag (eind)verantwoordelijk voor deze taak en de daaruit voortvloeiende bestuursrechtelijke handhaving (juridische procedure). De maatschappelijke doelstelling hierbij is het realiseren van een hoogwaardige uitvoering van taken en gezamenlijke projecten op het gebied van toezicht en het leveren van een relevante bijdrage aan meer veiligheid en betere naleving in Twente.
Risicoanalyse
In het Beleidsplan VRT (2019-2024), het Regionaal kader evenementenveiligheid VRT en het ‘Risico Afwegingsmodel Toezicht Brandveiligheid’ (afgekort: RAT) is door middel van een risicoprofiel de prioriteit voor de werkzaamheden bepaald. De doelen reflecteren deze prioriteit.
Evaluatie Brandveiligheid 2024
De Brandweer Twente doet verslag van haar taken in een separaat jaarverslag. Aangezien de Brandweer Twente het definitieve jaarverslag in februari 2025 aan de Twentse gemeenten stuurt, is er een concept jaarverslag opgenomen in bijlage 1 van dit UP.
Voor 2024 stonden er 24 controles in het kader van brandveilig gebruik op het programma. Er hebben in 2024 32 controles plaatsgevonden. Daarnaast hebben er 8 Realisatie controles brandveiligheid en 5 controles bij evenementen op het gebied van (brand)veiligheid plaatsgevonden.
De toename van het aantal controles is deels te danken aan een betere registratie en afstemming van informatiesystemen. Hierdoor hebben we een actueler beeld en zijn nieuwe objecten direct meegenomen in de controlecyclus. Daarnaast is wonen met zorg sinds 1 januari 2024 melding plichtig voor het gebruik. Hierdoor zijn er ‘nieuwe’ locaties toegevoegd welke voorheen nog niet bekend waren.
Bijdrage aan beleidsdoelen en streefwaarden “Programma Ruimte” in 2024
Onderdeel |
Indicator |
Streefwaarde 2024 |
gerealiseerd |
Toezicht en handhaving |
Aantal bestuurlijke (her)controles brandveiligheid in handhavingssfeer |
2 |
1 |
Het aantal bestuurlijke (her)controles brandveiligheid in handhavingssfeer is 1 (<3 van het totaal aantal controles). Het betreft hier een hercontrole als gevolg van een opgelegde last onder dwangsom n.a.v. een calamiteit. Er was dus in 0 van de in totaal 32 controles sprake van een onveilige situatie. Door hier zicht op te houden, dragen we bij aan het doel zoals neergelegd in het VTH-beleid, zijnde: ‘het verminderen van risico’s op het gebied van brand-, constructieve- en omgevingsveiligheid in de realisatie-, gebruiks- en sloopfase van een bouwwerk’.
Conclusie
In 2024 zijn de taken op het gebied van advisering en toezicht brandveiligheid adequaat uitgevoerd.
Prognose Brandveiligheid 2025
Voor 2025 staan er in totaal 28 te controleren objecten volgens de meegezonden objectenlijst op het programma. De Brandweer Twente maakt haar planning voor het volgende jaar inzichtelijk in een separaat Uitvoeringsprogramma. Dat is te vinden in bijlage 2 van dit UP. Wij volgen de tekst en uitleg die de Brandweer daarbij geeft en zien geen noodzaak extra aanvullingen hierop te doen.
Verwachte bijdrage aan beleidsdoelen en streefwaarden “Programma Ruimte” in 2025
Onderdeel |
Indicator |
Streefwaarde 2025 |
Toezicht en handhaving |
Aantal bestuurlijke (her)controles brandveiligheid in handhavingssfeer |
4 |
In de geplande werkvoorraad is rekening gehouden met de indicatoren en streefwaarden uit het programma Ruimte (<4 bestuurlijke (her)controles brandveiligheid in handhavingssfeer). Door het aantal bestuurlijke (her)controles in kaart te brengen geven we gelijktijdig inzicht in het aantal geconstateerde onveilige situaties, zoals als indicator opgenomen in het VTH-beleid van Twenterand.
Verwachte bijdrage aan beleidsdoelen en streefwaarden vanuit het VTH-beleid 2024-2028 in 2025
Vanuit het nieuwe VTH beleid 2024-2028 zijn nieuwe doelen, indicatoren en streefwaarden opgesteld waar we in 2025 mee aan de slag zullen gaan. Zie bijlage 7.
Afwijkingen en risico’s
Er is geen reden om aan te nemen dat de taakuitvoering niet adequaat en op beheers niveau uitgevoerd kan worden.
3.4 VTH - Milieu (ODT) en Asbestbodem
Alle uitvoerende, aan milieubelastende activiteiten gebonden, milieutaken op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving en een aantal met name genoemde specialistische adviestaken (geluid, bodem en asbest) worden uitgevoerd door de ODT. Uitzondering hierop is beleid en uitvoering ten aanzien van asbestbodem. Dat is uitbesteed aan Projectbureau BAS.
Doelen, indicatoren en streefwaarden
Het beoogd maatschappelijk effect is ‘een duurzame en leefbare omgeving’. Ten aanzien van het onderdeel Duurzaamheid, Milieu en VTH 2023 zijn de volgende, uit de doelenboom afgeleide doelen, indicatoren en streefwaarden van belang voor het waarborgen van het beoogd maatschappelijk effect:
Doel |
Subdoel |
Onderdeel |
Indicator |
Streefwaarde 2024 |
Streefwaarde 2025 |
Een schoner, gezonder en veiliger leefomgeving |
Kwaliteit leefomgeving voldoet aan milieunormen Ongezonde (milieu)situaties inventariseren en ongedaan maken |
Toezicht en handhaving |
Aantal controles bedrijven met aandacht op energiemaatregelen |
85 |
80 |
Aantal bestuurlijke (her)controles milieu in handhavingssfeer |
25 |
25 |
Daarnaast is ook het VTH beleid Twente in 2022 geactualiseerd. Deze is in 2023 door het college van B&W van de gemeente Twenterand vastgesteld. In het VTH beleid Twente staan doelen en indicatoren voor het uitvoeren van de milieu gerelateerde VTH taken zoals de gemeente Twenterand die bij de ODT belegd heeft. De ODT was voornemens om in 2024 streefwaarden te ontwikkelingen die aansluiten op de indicatoren uit bovenstaand tabel. Dat is helaas nog niet gelukt. Wel zijn er vanuit de kerngroep twente breed beleid gesprekken gevoerd met de ODT. Er wordt nu eerst een memo opgesteld. Daarna wordt de memo besproken met de ODT en zal er een gezamenlijk werkgroep worden opgesteld om in 2025 tot goede en voor de ODT ook te monitoren streefwaarden te komen.
De huidige doelen en indicatoren zijn opgenomen in bijlage 8 van dit UP.
Risicoanalyse
Voor de toezichttaak binnen de specialisatie milieu wordt voor 2024 een risicoanalyse gebruikt. De risicoanalyse is opgenomen in bijlage 8 van dit UP. De top 3 risicosoorten met de hoogste risico’s binnen milieu betreffen de risicosoorten:
- 1.
Afvalbeheer IPPC-installaties;
- 2.
Grootschalige energieopwekking; en
- 3.
Destructie en verwerking van kadavers en dierlijk afval.
Het proces rondom deze risicosoorten kan milieuvervuilend zijn en erg veel overlast op de omgeving geven. Deze invloeden zijn in de meeste gevallen nadelig voor de leefbaarheid, veiligheid en gezondheid. De kans dat die negatieve invloeden zich voordoen bij bijvoorbeeld zendmasten en recreatieve visvijvers is minder hoog, waardoor die risicosoorten een lager risico hebben.
Resultaten en verwachtingen ODT
Hieronder volgt een beschouwing van de resultaten die op het moment van schrijven van dit UP bekend zijn in relatie tot prognoses en beleidsdoelstellingen. Het jaarverslag is op het moment van schrijven van dit uitvoeringsprogramma nog niet opgesteld. De ODT hanteert een periode van januari tot januari, terwijl in Twenterand de cijfers van oktober tot oktober worden gebruikt. Uitgegaan is van de rapportage over de eerste drie kwartalen van 2024 van de ODT, in combinatie met de cijfers van het laatste kwartaal van 2023 (waarvan de cijfers vervat zijn in het jaarverslag over 2023). Inmiddels is het door verbetering van de monitoring bij de ODT makkelijker realtime gegevens de genereren. Om die reden zijn de cijfers voor 2024 al verzameld, m.u.v. de projecten en de overhead uren. Mogelijk wijken de cijfers in het jaarverslag van 2024 in geringe mate af van de aangeleverde cijfers uit PowerBI.
In 2022 is er een tekort aan capaciteit ontstaan t.o.v. de werkvoorraad, voornamelijk binnen de onderdelen Advies en Vergunningverlening. Voor 2023 is daarom besloten tot verhoging van de inbreng voor de ODT met structureel 0,5 fte. Dat betekent dat de inbreng in uren in 2023 7.963 is. Op basis van de realtime cijfers leek dat voldoende te zijn. Er werd dan ook gerekend met geen of een geringe naheffing.
In 2023 is er een herijking geweest in verband met een gewijzigde financiering. Uit die herijking bleek een verdere verhoging van de inbreng nodig te zijn. Er is inmiddels besloten dat in balans te brengen door de inbreng voor 2024 te verhogen tot 9.908 uren.
We bemerken dat de ODT al jaren aaneen niet in staat is 100% aan geprognotiseerde periodieke controles uit te voeren en de controles die wel worden uitgevoerd komen niet overeen met de vastgesteld risicoanalyse en worden ook niet met ons afgestemd op voorhand of wij akkoord zijn met de uit te voeren controles. Het haalbaarheidspercentage blijft hangen op 80-85% of komt daar zelfs niet bij in de buurt.
Dat zien we ook weer gebeuren in 2024. Voor 2025 belooft de ODT eigenlijk geen beterschap en wordt nu al aangegeven dat ze onderbezet zijn en dat ze moeilijk aan goede nieuwe medewerkers kunnen komen.
In 2023 zijn op bestuurlijk niveau afspraken gemaakt in de vorm van ‘out of the Box maatregelen’ zodat er meer capaciteit ingezet kan worden op zaken die prioriteit moeten hebben. Denk daarbij aan zaken als stikstof, het toetsen van aanvragen en MER-beoordelingen. Capaciteit wordt gewonnen door het toets niveau van meldingen tijdelijk te verlagen en incomplete aanvragen na 4 weken te weigeren (in plaats van nog een keer contact leggen omdat er nog stukken nodig zijn). Maar ook door minder snel een last onder dwangsom op te leggen. Dat raakt de kwaliteit, maar is in relatie tot de nijpende situatie aanvaardbaar. Deze maatregelen hebben over de volle breedte te weinig effect gehad. Daarom is besloten deze maatregelen in 2024 niet voort te zetten.
Vanaf 1 januari 2024 is de OW ingegaan en vallen alle milieubelastende activiteiten onder het BAL. Daardoor hoeven er mogelijk minder vergunningen aangevraagd te worden voor milieubelastende activiteiten en zijn de meldingen vereenvoudigd. Wat ons daar op valt is dat de nieuwe kentallen van de ODT hiervoor hoger zijn dan bij een melding onder de Wabo. Terwijl je onder de OW bijna geen werk meer hebt met een melding afhandelen in verhouding. Ook is er een nieuwe categorie toezichtcontrole qua product bedacht voor complexe bedrijven waar een hoger kental aanzit dan bij een voormalig klasse 3 bedrijf. Dit baart ons wel zorgen. Wij zullen daarom zelf nog meer gaan monitoren om de vinger aan de pols te houden of we in 2025 niet uit de uren gaan lopen.
Evaluatie Milieu taken belegd bij de ODT Vergunningverlening en Toezicht en Handhaving 2024
Vergunningverlening
Een inschatting maken van hoeveel aanvragen en meldingen er in een jaar binnen zullen stromen, is erg lastig, aangezien dit afhankelijk is van de marktvraag. Zie hieronder de werkvoorraad ten aanzien van de vergunningverlening van de ODT in 2024.
In totaal zijn er 372 producten gerealiseerd. Het gewenste totaal aantal producten in de tabel komt niet overeen met het Uitvoeringsprogramma 2024. Dat heeft te maken met het gebruiken van een oude PDC bij het opstellen van het uitvoeringsprogramma 2024 en daarna een nieuwe PDC gaan gebruiken zonder kentallen onder de OW in 2024. Oude en nieuwe producten lopen nu door elkaar. Dat heeft te maken met een tekortkoming in het registratiesysteem dat de ODT gebruikt. Er waren op basis van het Uitvoeringsprogramma 2024 299 producten door ons geprognotiseerd. Zie hieronder:
Code |
Product |
Aantal |
Kental |
Totaal |
(uren) |
(uren) |
|||
A1.01 |
Vooroverleg |
4 |
11 |
48 |
A1.02 |
Melding activiteiten (besluit) |
74 |
9 |
666 |
A1.03 |
Omgevingsvergunning regulier |
6 |
20 |
113 |
A1.04 |
Omgevingsvergunning uitgebreid |
7 |
45 |
315 |
A1.05 |
Toets actualisatie vergunningen |
5 |
20 |
100 |
A1.06 |
(Gedeeltelijk) intrekken omgevingsvergunning |
5 |
10 |
50 |
A1.07 |
MER Procedure |
|
|
|
A1.08 |
(Vormvrije) MER-beoordeling |
5 |
18 |
90 |
A1.09 |
Maatwerkvoorschriften |
10 |
verschillend |
109 |
A1.10 |
Bodem melding |
63 |
verschillend |
297 |
A1.11 |
Bodembeschikking |
8 |
15 |
120 |
A1.12 |
Melding sloop / asbest |
112 |
3 |
335 |
A1.13 |
Milieuadvies omgevingsvergunning |
|
|
|
A1.14 |
Voorbereiden beschikking hogere grenswaarde |
|
|
|
A1.15 |
Ontheffing APV |
|
|
|
|
Totaal benodigde capaciteit |
299 producten, 2243 uren |
Vastgelegde prognose in ons uitvoeringsprogramma 2024
Niveau 2 |
#Gewenst |
#Gereed |
|
|
|
||
A1.01 |
Vooroverleg |
0 |
|
A1.02 |
Melding activiteiten (besluit) |
67 |
34 |
A1.03 |
Omgevingsvergunning regulier |
2 |
2 |
A1.04 |
Omgevingsvergunning uitgebreid |
5 |
1 |
A1.05 |
Toets actualisatie vergunningen |
0 |
|
A1.06 |
(Gedeeltelijk) intrekken omgevingsvergunning |
1 |
11 |
A1.08 |
(Vormvrije) MER-beoordeling |
2 |
2 |
A1.09 |
Maatwerkvoorschriften |
2 |
2 |
A1.10 |
Bodem melding |
72 |
13 |
A1.11 |
Bodembeschikking |
1 |
1 |
A1.12 |
Melding sloop / asbest |
92 |
19 |
A1.13 |
Milieuadvies omgevingsvergunning |
2 |
5 |
A1.14 |
Voorbereiden beschikking hogere grenswaarde |
0 |
1 |
A1.15 |
Ontheffing APV |
0 |
|
A1.17 |
Melding Milieubelastende activiteit |
|
68 |
A1.22 |
Omgevingsvergunning enkelvoudig (regulier) |
|
1 |
A1.29 |
Milieuadvies omgevingsvergunning |
|
3 |
A1.30 |
Advies milieueffectrapportage |
|
|
A1.35 |
Melding activiteit bouwwerken leefomgeving |
|
139 |
A1.36 |
Informatieplicht milieubelastende activiteit |
|
48 |
A1.37 |
Melding gelijkwaardige maatregel |
|
|
A1.38 |
Beoordelen conceptverzoek |
|
1 |
A1.39 |
Informatieplicht bouwwerken leefomgeving |
|
21 |
|
Totaal |
246 |
372 |
Door de ODT aangeleverd als voorlopige aantallen voor het jaarverslag 2024.
Uit bovenstaande grafiek lijken er uitschieters te zijn. Ook staan er producten in die we niet hebben ingevuld voor het uitvoeringsprogramma 2024. Dat maakt het lastig om te vergelijken.
Sommige aantallen lijken hoog. Maar waren onder Wabo een product. Zoals een Melding milieubelastende activiteit en een informatieplicht milieubelastende activiteit. Dit gezamenlijk was de oude melding onder de Wabo. Dat word nu twee keer als individuele zaak geregistreerd en geteld. Ook worden zaken veelvuldig enkelvoudig ingediend. Onder de Wabo werd er vaak een melding met daarin meerdere verschillende milieubelastende activiteiten ingediend. Onder de OW wordt dit vaak enkelvoudig ingediend waardoor het net lijkt of er meer werk is. Qua administratieve registratie klopt dit maar vakinhoudelijk stellen deze meldingen op hoofdlijnen niks meer voor.
De komende jaren zal de ODT hopelijk de PDC op productniveau verder gaan uitschrijven en zullen er ook betere kentallen ontwikkelt gaan worden bij de nieuwe producten onder de OW.
Toezicht en Handhaving
Ten aanzien van de toezicht en handhaving taken bij de ODT is eveneens een overzicht van de in 2024 bestaande werkvoorraad opgemaakt. Hieruit is af te leiden dat er 406 zaken gerealiseerd zijn. Het gewenste totaal aantal producten in de tabel komt niet overeen met het Uitvoeringsprogramma 2024. Dat heeft te maken met een tekortkoming in het registratiesysteem dat de ODT gebruikt. Er waren op basis van het Uitvoeringsprogramma 2024 505 producten geprognotiseerd. Zie hieronder:
Code |
Product |
Aantal |
Kental |
Totaal |
(uren) |
(uren) |
|||
A2.01 |
Oplevercontrole |
|
|
|
A2.01.00 |
Opleveringscontrole klasse I & II |
5 |
15 |
75 |
A2.01.01 |
Opleveringscontrole klasse III |
|
|
|
A2.02 |
Periodieke controle |
|
|
|
A2.02.00 |
Periodieke controle klasse I & II |
171 |
11 |
1881 |
A2.02.01 |
Periodieke controle klasse III |
2 |
22 |
44 |
A2.03 |
Hercontrole |
|
|
|
A2.03.00 |
Hercontrole klasse I & II |
74 |
6 |
444 |
A2.03.01 |
Hercontrole klasse III |
4 |
11 |
44 |
A2.03.03 |
Hercontrole niet inrichting gebonden |
|
|
|
A2.04 |
Aspectcontrole |
20 |
8 |
160 |
A2.05 |
Administratieve controle |
11 |
verschillend |
30 |
A2.06 |
Administratieve audit |
|
|
|
A2.07 |
Vrije veld toezicht/Gevelcontrole |
1 |
6 |
6 |
A2.08 |
Klacht/Melding |
28 |
verschillend |
118 |
A2.09 |
Bodem toezicht |
58 |
verschillend |
316 |
A2.10 |
Toezicht sloop/asbest |
72 |
5 |
360 |
A2.11 |
Toezicht bouwen |
|
|
|
A2.12 |
Handhavingscontrole |
10 |
10 |
100 |
|
|
|||
A3.02 |
Handhavingsverzoek |
3 |
12 |
36 |
A3.03 |
Handhavingstraject |
26 |
verschillend |
244 |
A3.04 |
(BOA) Strafrechtelijk onderzoek |
20 |
verschillend |
169 |
|
Totaal benodigde capaciteit |
505 producten, 4027 uren |
Vastgelegde prognose in ons uitvoeringsprogramma 2024
Niveau 2 |
#Gewenst |
#Gereed |
|
|
|
||
A2.01 |
Oplevercontrole |
0 |
2 |
A2.02 |
Periodieke controle |
179 |
99 |
A2.03 |
Hercontrole |
55 |
49 |
A2.04 |
Aspectcontrole |
10 |
30 |
A2.05 |
Administratieve controle |
4 |
1 |
A2.06 |
Administratieve audit |
0 |
|
A2.07 |
Vrije veld toezicht/Gevelcontrole |
0 |
4 |
A2.08 |
Klacht/Melding |
13 |
65 |
A2.09 |
Bodem toezicht |
72 |
81 |
A2.10 |
Toezicht sloop/asbest |
47 |
14 |
A2.11 |
Toezicht bouwen |
0 |
|
A2.12 |
Handhavingscontrole |
10 |
12 |
A2.16 |
Toezicht bouwwerken leefomgeving |
|
30 |
|
Totaal |
390 |
387 |
Niveau 2 |
#Gewenst |
#Gereed |
|
|
|
||
A3.02 |
Handhavingsverzoek |
3 |
3 |
A3.03 |
Handhavingstraject |
26 |
10 |
A3.04 |
(BOA) Strafrechtelijk onderzoek |
17 |
6 |
|
Totaal |
46 |
19 |
Door de ODT aangeleverd als voorlopige aantallen voor het jaarverslag 2024
Er een groot verschil tussen het aantal geprognotiseerde en gerealiseerde periodieke controles. Dit heeft te maken met de capaciteit, zie ook de paragraaf ‘Resultaten en Verwachtingen’. Twentebreed is te zien dat het aantal werkelijke controles lager is dan het voorgenomen aantal.
Conclusie
De verhouding tussen de gerealiseerde werkvoorraad en de verwachte werkvoorraad is niet geheel in balans, vooral op het gebied van vergunningverlening. De taken zijn desondanks, met uitzondering van de periodieke controles, adequaat uitgevoerd. Er bestaan hierdoor echter geen onaanvaardbare risico’s.
Voor het taakveld Toezicht en Handhaving geldt dat 72,50% van de geprognotiseerde controles daadwerkelijk zijn uitgevoerd (streefwaarde 100%). Van de uitgevoerde periodieke controles heeft 50% geleid tot hercontroles . Daarvan hebben 10 controles geleid tot een controle in de handhavingssfeer (streefwaarde <30).
Het is onbekend of aan de streefwaarde (>75) van controles op energiemaatregelen die door bedrijven getroffen worden, wordt voldaan. Bij de periodieke controles die in 2024 hebben plaatsgevonden, is niet gemonitord bij hoeveel inrichtingen is gekeken naar energiemaatregelen. Los van het Uitvoeringsprogramma zijn projecten uitgevoerd waarbij de controles specifiek gericht waren op de informatieplicht energiebesparing. Mogelijk wordt dit nog in het jaarverslag wat medio voorjaar 2025 wordt verwacht gedeeld door de ODT. Het beheersniveau was naar onze mening onvoldoende.
Prognose Milieu taken belegd bij de ODT 2025
Voor het taakveld Vergunningen is de prognose dat er 405 zaken worden afgehandeld en daarvoor zijn 2246 uren geraamd in 2025. Voor het onderdeel Toezicht en Handhaving zijn is de prognose dat er 511 zaken worden afgehandeld en daarvoor 4280 uren geraamd in 2025. Deze capaciteit zal worden ingezet op de producten overeenkomstig de herziene PDC voor de OW en de daarbij indicatief bepaalde kentallen eind 2024. Voor de gehele prognose van 2025 en relevante ontwikkelingen die mogelijk invloed hebben op de prognose wordt verwezen naar bijlage 4.
Afwijkingen en risico’s
We maken ons voor 2025 best wel zorgen. Er is best wel een zorg om aan te nemen dat de taken niet adequaat kunnen worden uitgevoerd en het beheersniveau onvoldoende zal zijn. Er is wel weer een grote kans dat de ODT (opnieuw) niet aan het haalbaarheidspercentage van 100% kan voldoen wat betreft de periodieke controles. De voortgang wordt periodiek besproken met de vaste medewerkers. De maandelijkse voortgangsgesprekken van de gemeente met de ODT worden gecontinueerd en de tussentijdse rapportages worden kritisch gevolgd en maandelijks vanaf 2025 door onszelf beter bijgehouden zodat we de ODT hier ook eerder op aan kunnen spreken.
Evaluatie Milieu taken belegd bij de ODT Adviezen en projecten 2024
Adviezen en Projecten
Er zijn 206 zaken gerealiseerd. Het gewenste totaal aantal producten in de tabel komt niet overeen met het Uitvoeringsprogramma 2024. Dat heeft te maken met een tekortkoming in het registratiesysteem dat de ODT gebruikt. Er waren op basis van het Uitvoeringsprogramma 2024 233 producten geprognotiseerd. Zie hieronder een overzicht van de specialistische producten in 2024:
Code |
Product |
Aantal |
Kental |
Totaal |
(uren) |
(uren) |
|||
A4.01 |
Voorlopige voorziening |
|
|
|
A4.02 |
Bezwaar |
5 |
32 |
160 |
A4.03 |
Beroep |
2 |
verschillend |
56 |
A4.04 |
Advies bij juridische procedures |
9 |
verschillend |
88 |
A4.05 |
Advies bodem |
60 |
verschillend |
404 |
A4.06 |
Advies externe veiligheid |
7 |
8 |
56 |
A4.07 |
Advies milieuzonering |
|
|
|
A4.08 |
Advies geluid |
32 |
8 |
256 |
A4.09 |
Advies luchtkwaliteit (lucht en geur) |
20 |
11 |
220 |
A4.10 |
Milieuadvies ruimtelijke ordening |
23 |
8 |
184 |
A4.11 |
Advies beleidsontwikkeling milieu |
|
|
|
A4.12 |
Advies algemeen |
9 |
6 |
54 |
A4.13 |
Informatieverstrekking |
1 |
4 |
4 |
A4.14 |
Advies flora en fauna |
22 |
6 |
132 |
A4.15 |
Advies energie en duurzaamheid |
|
|
|
A4.16 |
integraal advies |
3 |
24 |
72 |
A4.17 |
Advies sloop/asbest |
40 |
3 |
120 |
|
Totaal benodigde capaciteit |
233 producten, 1806 uren |
Vastgelegde prognose in ons uitvoeringsprogramma 2024
Niveau 2 |
#Gewenst |
#Gereed |
|
|
|
||
A4.01 |
Voorlopige voorziening |
0 |
|
A4.02 |
Bezwaar |
5 |
|
A4.03 |
Beroep |
2 |
1 |
A4.04 |
Advies bij juridische procedures |
6 |
1 |
A4.05 |
Advies bodem |
58 |
53 |
A4.06 |
Advies externe veiligheid |
10 |
15 |
A4.07 |
Advies milieuzonering |
0 |
|
A4.08 |
Advies geluid |
30 |
27 |
A4.09 |
Advies luchtkwaliteit (lucht en geur) |
20 |
32 |
A4.10 |
Milieuadvies ruimtelijke ordening |
23 |
10 |
A4.11 |
Advies beleidsontwikkeling milieu |
0 |
|
A4.12 |
Advies algemeen |
9 |
11 |
A4.13 |
Informatieverstrekking |
1 |
6 |
A4.14 |
Advies flora en fauna |
22 |
16 |
A4.15 |
Advies energie en duurzaamheid |
0 |
|
A4.16 |
integraal advies |
3 |
11 |
A4.17 |
Advies sloop/asbest |
38 |
17 |
A4.18 |
Advies geur |
|
2 |
A4.20 |
Advies activiteit bouwwerken leefomgeving |
|
3 |
A4.21 |
Dronevlucht |
|
1 |
|
Totaal |
227 |
206 |
Door de ODT aangeleverd als voorlopige aantallen voor het jaarverslag 2024
Uit bovenstaand overzicht blijkt dat er minder adviezen zijn gerealiseerd dan verwacht werd. Dat komt omdat er minder adviezen zijn gevraagd. Alleen van de adviezen externe veiligheid, luchtkwaliteit, integraal advies en algemeen advies zijn er meer gerealiseerd dan verwacht.
Project |
Status |
Rol OD Twente |
Capaciteit |
|
|
||
Geluidssanering wegverkeerlawaai locatie Oosteinde/Almeloseweg |
lopend |
Voor dit project is advies met betrekking tot de geluidsrapporten en procedure ten behoeve van de saneringen van de woningen |
100 |
Geluidssanering wegverkeerlawaai locatie Hammerweg |
lopend |
voor dit project is advies met betrekking tot de geluidsrapporten en procedure ten behoeve van de saneringen van de woningen |
100 |
Totaal benodigde capaciteit |
200 |
Bovenstaande lokale projecten zijn niet opgenomen in de grafiek. In 2024 zijn 2 projecten geluidssanering wegverkeerslawaai onder handen geweest. Het exacte urenaantal volgt in het jaarverslag van de ODT medio voorjaar 2025.
De aanlevertermijn liet te wensen over. Het was vaak onduidelijk wanneer een advies verwacht mocht worden. Met name gold dat voor de adviezen over luchtkwaliteit. Hierover zijn diverse memo’s gedeeld met Twentse partners en is meerdere malen besproken in het AB. Het te laat aanleveren van adviezen vormt een risico voor de doorlooptijden van wettelijke procedures. De gevolgen hiervan kunnen een vergunning van rechtswege of een ingebrekestelling zijn. In 2024 heeft de ODT ook weer trainees proberen op te leiden. Die zouden dan in 2025 ingezet kunnen worden zodat verwacht wordt dat de aanlevertermijnen verkort kunnen worden. Aangezien het hier specialistische milieuadvisering betreft kun je niet verwachten van trainees dat ze binnen een jaar al heel veel kennis hebben van de materie waarbinnen ze hun werk moeten doen. Aangezien dit ook erg afhankelijk is van kennis vergaren en ervaring opdoen met advisering op deze vakgebieden.
Conclusie
Voor het taakveld Adviezen zijn geen specifieke doelen, indicatoren en streefwaarden te noemen.
Prognose Milieu taken belegd bij de ODT Adviezen en Projecten 2025
In het programma van 2025 zijn de aantallen adviezen iets naar beneden bij geschroefd. Voor het onderdeel Adviezen en Projecten zijn 1430 uren geraamd in 2025. Deze capaciteit zal worden ingezet op de producten overeenkomstig de herziene PDC voor de OW en de daarbij indicatief bepaalde kentallen in het accounthouders overleg eind 2024. Voor de prognose van 2025 wordt verwezen naar bijlage 4.
Afwijkingen en risico’s
Voor de achterstallig werk vanuit de Wabo is 586 uur geraamd in 2025. Daar borg je eventuele verrassingen mee t.a.v. nog niet afgeronde werkzaamheden. Voor Twentse projecten is 365 uur geraamd en voor diensten voor de regio Twente 695 uur. Dat is fors meer dan voorgaande jaren. Voor de gemeente Twenterand houd dit in dat de ruimte die er was voor eventuele facultatieve milieu taken er nu niet meer is. Het is heel lastig in te schatten door alle wijzigingen of er in 2025 geen overschrijdingen van de in te zetten uren zullen zijn. De gemeente Twenterand gaat maandelijks monitoren vanaf begin 2025 om een vinger aan te pols te houden. Dit omdat er o.b.v. de nieuwe opgestelde PDC en kentallen voor onder de OW toch een risico bestaat dat je sneller door je uren heen bent dan voorzien is (als je niet maandelijks gaat monitoren).
Ondertekening
Bijlage 1 JV 2024 Brandweer Twente
Definitieve versie volgt in februari 2025
Bijlage 2 UP 2025 Brandweer Twente
Bijlage 3 JV 2024 ODT
Volgt medio voorjaar 2025
Bijlage 4 UP 2025 ODT
Bijlage 5 Capaciteitsverantwoording jaarverslag 2024 en UP 2025
Totaaloverzicht voor de teams VOI en THV voor het jaarverslag 2024 en uitvoeringsprogramma 2025
|
Team VOI |
Team THV |
|
|
|
|
|||||
Capaciteitsoverzicht t.o.v. geleverde productie 2024 VOI + THV |
Vergunningverling WABO/OW |
Vergunningverling APV |
RO-specialisten |
Toezicht Bouw |
Toezicht RO |
Toezicht BOA |
Juridisch VV/HH |
Advies (extern) constructief/brandweer |
Administratie (ondersteuning vanuit ander team) |
Totaal |
|
|
|||||||||||
|
|||||||||||
|
|||||||||||
|
|||||||||||
|
|||||||||||
|
|||||||||||
|
|||||||||||
Omgevingsvergunningen Bouw (Wabo/OW) |
4132 |
|
|
|
|
|
|
|
|
4132 |
|
Omgevingsvergunningen Overige (Wabo/OW) |
264 |
|
|
|
|
|
|
|
|
264 |
|
Vooroverleg/Verkennen en begeleiden initiatief |
1314 |
|
|
|
|
|
|
|
|
1314 |
|
Afwijken van Bestemmingsplan/Omgevingsplan |
|
|
4701,50 |
|
|
|
|
|
|
4701,5 |
|
meldingen bouw(wkb)/brandveiligheid/sloop |
68 |
|
|
60 |
|
|
|
|
|
128 |
|
Omgevingsvergunningen APV |
|
1371 |
|
|
|
|
|
|
|
1371 |
|
Toezicht Bouw/Overige (WABO/OW) |
|
|
|
3008 |
|
|
|
|
|
3008 |
|
Toezicht RO (WABO/OW) |
|
|
|
|
1257 |
|
|
|
|
1257 |
|
Toezicht APV |
|
|
|
|
|
4499 |
|
|
|
4499 |
|
Juridische ondersteuning vergunningverlening |
|
|
|
|
|
|
1017 |
|
|
1017 |
|
Juridische ondersteuning toezicht&handhaving |
|
|
|
|
|
|
1381 |
|
|
1381 |
|
VTH-ondersteunende dienstverlening |
|
|
|
|
|
|
|
|
3220 |
3220 |
|
RO-projecten (bijdrage vanuit team VOI/OO&V) |
|
|
700 |
|
|
|
400 |
|
|
1100 |
|
Overige ondersteunende Projecten |
500 |
180 |
|
|
|
|
500 |
|
|
1180 |
|
Geraliseerde productie uren 1-10-23 t/m 30-9-2024 |
6278 |
1551 |
5401,50 |
3068 |
1257 |
4499 |
3298 |
0 |
3220 |
28572,5 |
|
Benodigd aantal Fte |
4,48 |
1,11 |
3,86 |
2,19 |
0,90 |
3,21 |
2,36 |
0,00 |
2,30 |
20,41 |
|
Beschikbaar aantal Fte |
5,40 |
0,96 |
4,40 |
1,83 |
0,89 |
3,08 |
2,66 |
0 |
2,30 |
21,52 |
|
Voldoende/onvoldoende capaciteit in Fte |
0,92 |
-0,15 |
0,54 |
-0,36 |
-0,01 |
-0,13 |
0,30 |
0,00 |
0,00 |
1,11 |
|
|
Team VOI |
Team THV |
|
|
|
|
|||||
Capaciteitsoverzicht prognose t.o.v. productie 2025 VOI + THV |
Vergunningverling OW |
Vergunningverling APV |
RO-specialisten |
Toezicht Bouw |
Toezicht RO |
Toezicht BOA |
Juridisch VV/HH |
Advies (extern) constructief/brandweer |
Administratie (ondersteuning vanuit ander team) |
Totaal |
|
|
|||||||||||
|
|||||||||||
|
|||||||||||
|
|||||||||||
|
|||||||||||
|
|||||||||||
|
|||||||||||
Omgevingsvergunningen Bouw (OW) |
3128 |
|
|
|
|
|
|
200 |
|
3328 |
|
Omgevingsvergunningen Overige (OW) |
364 |
|
|
|
|
|
|
|
|
364 |
|
Verkennen en begeleiden initiatief (Vooroverleg) |
1320 |
|
|
|
|
|
|
|
|
1320 |
|
Afwijken van Omgevingsplan |
|
|
3980 |
|
|
|
|
|
|
3980 |
|
meldingen bouw(wkb)/brandveiligheid/sloop |
340 |
|
|
230 |
|
|
|
|
|
570 |
|
Omgevingsvergunningen APV |
|
1371 |
|
|
|
|
|
100 |
|
1471 |
|
Toezicht Bouw/Overige (WABO/OW) |
|
|
|
2160 |
|
|
|
100 |
|
2260 |
|
Toezicht RO (OW) |
|
|
|
|
1150 |
|
|
|
|
1150 |
|
Toezicht APV |
|
|
|
|
|
4906 |
|
|
|
4906 |
|
Juridische ondersteuning vergunningverlening |
|
|
|
|
|
|
1279 |
|
|
1279 |
|
Juridische ondersteuning toezicht&handhaving |
|
|
|
|
|
|
1751 |
|
|
1751 |
|
VTH-ondersteunende dienstverlening |
|
|
|
|
|
|
|
|
3220 |
3220 |
|
RO-projecten (bijdrage vanuit team VOI/OO&V) |
|
|
2100 |
|
|
|
200 |
|
|
2300 |
|
Overige Projecten |
1000 |
180 |
1000 |
400 |
100 |
694 |
810 |
|
|
4184 |
|
Prognose productie 1-10-24 t/m 30-9-2025 |
6152 |
1551 |
7080,00 |
2790 |
1250 |
5600 |
4040 |
400 |
3220 |
32083 |
|
prognose benodigd aantal Fte |
4,39 |
1,11 |
5,06 |
1,99 |
0,89 |
4,00 |
2,89 |
0,29 |
2,30 |
22,92 |
|
prognose beschikbaar aantal Fte |
5,82 |
1,15 |
6,01 |
1,00 |
0,89 |
4,00 |
2,96 |
0,29 |
2,3 |
24,42 |
|
Voldoende/onvoldoende capaciteit |
1,43 |
0,04 |
0,95 |
-0,99 |
0,00 |
0,00 |
0,07 |
0,00 |
0,00 |
1,50 |
|
Bijlage 6 Verantwoording kritieke massa Kwaliteitscriteria 2.3 deel -B
Periode van boekjaar 01-01-2024 t/m 30-09-2024
Voor alle deskundigheidsgebieden die groen scoren voldoet de gemeente Twenterand.
Voor alle deskundigheidsgebieden die oranje scoren voldoet de gemeente Twenterand zelf niet
Maar wordt op de benodigde capaciteit naar verhouding ingehuurd.
Voor alle deskundigheidsgebieden die rood scoren voldoet de gemeente Twenterand niet maar
onderbouwen we waarom we het wel verantwoord vinden.
Hieronder verantwoorden we de oranje of rode scores op de deskundigheidsgebieden en hoe de gemeente Twenterand de kritieke massa invult t.o.v. de minimale benodigde massa die gevraagd wordt.
Oranje scores:
- Nr 15.
Deskundigheidsgebied: Constructieve veiligheid: activiteiten 1 t/m 5
Hiervoor zijn minimaal 2 x 2/3 fte benodigd volgens de criteria. De gemeente Twenterand Heeft zelf geen constructeurs in dienst. Onder de omgevingswet is per 1-1-2024 een groot gedeelte van de werkvoorraad aan bouwvergunningen voor het bouwtechnische deel nietmeer vergunning plichtig. Daarom heeft de gemeente Twenterand er voor gekozen om een extern bureau (Interconcept) de constructieberekeningen, waar nodig, te latenbeoordelen/toetsen o.b.v. de BBL op ontvankelijkheid en inhoud. Naar onze mening voldoen we zo ook om de constructieve veiligheid bij bouwtechnische aanvragen te borgen los van de minimale benodigde 2 x 2/3 fte die wordt geëist vanuit de criteria.
Rode scores:
- Nr 22.
Deskundigheidsgebied: Groen & Ecologie: activiteiten 1 en 2/m 4
Hiervoor zijn gezamenlijk 2 fte benodigd volgens de criteria. De gemeente Twenterand heeft hiervoor zelf een groenspecialist voor 1 fte in dienst. Gezien de omvang en grote van de gemeente Twenterand en de hoeveelheid werk uit deze 4 activiteiten daadwerkelijk komt in de praktijk kan onze groenspecialist het werk voldoende kwalitatief en beheersbaar uitvoeren.
Mocht er extra capaciteit benodigd zijn i.v.m. ziekte of projecten dan wordt er aanvullend ingehuurd.
- Nr 25
.Deskundigheidsgebied: Stedenbouw en inrichting openbare ruimte: activiteiten 1, 2, 3 en 4
Hiervoor zijn gezamenlijk 2 fte benodigd volgens de criteria. De gemeente Twenterand heeft voor deze activiteiten zelf een stedenbouwkundige voor 0,5 fte in dienst. Gezien de omvang en grote van de gemeente Twenterand en de hoeveelheid werk uit deze 4 activiteiten daadwerkelijk komt in de praktijk kan onze stedenbouwkundige het werk voldoende kwalitatief en beheersbaar uitvoeren. Mocht er extra capaciteit benodigd zijn i.v.m. ziekte of projecten dan wordt er aanvullend ingehuurd.
- Nr 27.
Deskundigheidsgebied: Cultuurhistorie: activiteiten 1 t/m 5, 6 t/m 10 en 11 t/m 15
Hiervoor zijn gezamenlijk 2,33 fte benodigd volgens de criteria. De gemeente Twenterand Laat deze werkzaamheden uitvoeren door een senior vergunningverlener bouw die dit er alsdeskundigheidsgebied voor 0,33 fte bij doet. Gezien de omvang en grote van de gemeente Twenterand en de hoeveelheid werk uit deze 15 activiteiten daadwerkelijk komt in de praktijk kan onze senior vergunningverlener bouw het werk voldoende kwalitatief en beheersbaar uitvoeren. Er komt gemiddeld 1 x per jaar een vergunning aanvraag voor een monumentaal pand binnen bij de gemeente Twenterand. Totaal zijn er 29 monumentale panden in de gemeente Twenterand. Mocht er extra capaciteit benodigd zijn i.v.m. ziekte of een complexe vergunning aanvraag dan wordt er aanvullend kennis/expertise ingehuurd. De aanvragen worden ook altijd besproken met de monumenten commissie/ ’t Oversticht die hier ook aanvullend op adviseert.
Bijlage 7 Kwaliteitsdoelen VTH-beleid 2024-2028
Deze kwaliteitsdoelen zijn als bijlage onderdeel van het VTH-beleid 2024-2028 van de gemeente Twenterand.
Algemeen doel |
Beleidsdoel |
indicator |
streefwaarde |
Toelichting |
Dienstverlening |
||||
|
De organisatie is bereikbaar |
24-uurs bereikbaarheid voor calamiteiten |
100% |
Bijhouden of er calamiteiten zijn geweest en of er toen inderdaad iemand bereikbaar was via KCC en/of storingsdienst |
We reageren snel |
Percentage buiten de termijn genomen besluiten n.a.v. een vergunning-aanvraag |
maximaal 10% |
Deze data halen we uit Powerbrowser |
|
|
Het aantal vergunningaanvragen waarvoor de beslistermijn wordt verlengd |
Maximaal 40% |
Deze data halen we uit Powerbrowser |
|
|
De tijd tussen de ontvangst van het Informatieverzoek en de inhoudelijke reactie of het doen van een procesvoorstel (brief/mail of melding via website) |
gemiddeld 3 dagen |
Servicenormen bijhouden in Djuma en procedurestappen bewaken in PowerBrowser. Dit dient nader uitgewerkt te worden |
|
We behandelen niet-anonieme klachten en handhavings-verzoeken |
Het aantal niet-anonieme klachten en handhavings-verzoeken dat in behandeling wordt genomen ten opzichte van alle binnengekomen niet-anonieme klachten en handhavings-verzoeken |
100% |
Onder “in behandeling nemen” valt ook een telefonisch gesprek met de klager, waarna geoordeeld wordt dat geen actie nodig is |
|
Optimale dienstverlening |
Het aantal gegronde klachten over onze dienstverlening |
0 |
Inzicht verkrijgen bij klachtencoördinator of Teamleider, eventueel aangevuld met klanttevredenheidsonderzoek |
|
Uitvoeringskwaliteit |
||||
|
De Landelijke Handhavings-strategie Omgevingsrecht (LHSO) wordt gehanteerd conform de oplegger vanuit het VTH-beleid 2024-2028 |
aantal keren dat is afgeweken van de LHSO |
0 |
Meten door periodiek aan de handhavingsjuristen te vragen of er zaken zijn waarin een afwijkende werkwijze is gehanteerd (deze werkwijze is niet volledig betrouwbaar, maar is de enige manier nu om een globaal beeld te krijgen van dit doel) Powerbrowser aanpassen en mogelijk maken dat het hierin wordt aangegeven en dat er op te monitoren valt. |
Overtreding beëindigd na 1e controlebezoek |
Percentage hercontroles waarbij een eerder geconstateerde overtreding nog niet is beëindigd |
40% |
Meetbaar zijn de zaken vanuit Powerbrowser waarin een hercontrole plaatsvindt, bij die zaken kijken we naar het percentage waar bij de hercontrole geen overtreding meer wordt geconstateerd. Powerbrowser aanpassen en mogelijk maken dat het hierin wordt aangegeven en dat er op te monitoren valt. |
|
In geval van instellen bezwaar/ beroep is het bezwaar/beroep ongegrond |
Het percentage van alle vergunning- en handhavingsbesluiten dat heeft geresulteerd in een gegrond bezwaar/beroep |
10% |
Data vanuit de bezwaarcommissie en powerbrowser. Powerbrowser aanpassen en mogelijk maken dat het hierin wordt aangegeven en dat er op te monitoren valt. |
|
Financiën |
||||
|
We heffen indien mogelijk kostendekkende leges |
Volgens vastgestelde legesverordening |
Maximaal 100% |
Volgt uit het periodieke kostendekkendheidsonderzoek |
Bijlage 8 Doelen en indicatoren VTH-beleid Twente (ODT)
Deze Doelen en Indicatoren zijn onderdeel van het VTH-beleid Twente (ODT). Een verbeterpunt voor 2024 was dat er verder moest worden gewerkt aan het ontwikkelen van streefwaarden bij de doelen en indicatoren voor de milieutaken die belegd zijn bij de ODT, zodat die betrokken konden worden bij het uitvoeringsprogramma 2025. Dat is helaas niet gelukt. Het nieuwe uitgangspunt is dat dit in 2025 alsnog wordt ontwikkelt door de kerngroep VTH-beleid samen met de ODT. Zodat het voor het uitvoeringsprogramma van 2026 alsnog kan worden gebruikt.
De kerngroep VTH-beleid (ODT) zou dit oppakken in 2024 voor alle Twentse gemeenten met de ODT. De gemeente Borne zou in 2024 een Voorzitter en Secretaris gaan werven om de Kerngroep meer body te geven. Inmiddels heeft eind 2024 de gemeente Enschede het stokje van Borne overgenomen om alsnog een voorzitter en secretaris te verwerven. In de tussentijd hebben de beleidsmedewerkers die nog in de kerngroep zaten samen met de ODT, toch maar in Q3 van 2024, een verkennend gesprek gehad over de opgenomen beleidsdoelen en indicatoren om te kijken of er alsnog streefwaarden konden worden ontwikkelt bij de doelen en indicatoren. Uit dit gesprek bleek dat het niet altijd duidelijk was wat er nu precies met een doel of indicator bedoeld werd om te komen tot een passende streefwaarde. De kerngroep heeft daarop in november besloten om toch maar een werkgroepje op te stellen samen met de ODT. De eerste stap in het proces is dat er begin januari een memo ligt waarin komt te staan met welke beleidsdoelen de ODT al wat heeft gedaan de laatste jaren en met welke nog niet en bij welke doelen en indicatoren makkelijk als eerste streefwaarden kunnen worden ontwikkelt. O.b.v. deze memo gaat het werkgroepje vanuit de kerngroep samen de ODT dan de nodige stappen zetten om tot streefwaarden te komen bij de doelen en indicatoren in 2025.
Hoofddoel |
Beleidsdoelen |
Indicatoren (voor het verkrijgen van inzicht) |
Financiën |
||
De inzet van middelen is in balans met de kwantiteit en kwaliteit van de te leveren diensten en producten. |
||
|
De begroting is gebaseerd op waarheidsgetrouwe en gedragen kentallen. |
Kentallen voor financiële middelen per product zijn vastgesteld. Kwaliteit per product is vastgesteld. Kwantiteit per product is vastgesteld. |
Er is draagvlak voor de benodigde middelen. |
||
Inhoudelijke doelen: Regulier werk |
||
Mens en milieu zijn beschermd tegen onaanvaardbare risico’s. |
||
|
Het aantal incidenten per jaar is minimaal. |
Aantal, aard, effect en locatie van incidenten (ongevallen, bijna ongevallen ed.) per jaar. Tijd tussen incident en/of overtreding en optreden gemeente en einde overtreding. |
Het risico van de aard en het effect van incidenten is minimaal. |
||
OD Twente heeft gebiedskennis in huis en heeft grip op activiteiten. |
Aantal, aard en locatie van klachten. Aantal, aard en type meldingen en vergunningen en uitkomst. Aantal, aard en type uitgevoerde controles en uitkomst. |
|
Het algehele naleefgedrag (voor de taken die ODT uitvoert) is hoog. |
Naleefgedrag. Type overtreder (goedwillend, moet kunnen, calculerend, bewust en structureel). Aantal handhavingsprocedures en uitkomst (aard en ernst). |
|
Kwaliteit van VTH-taken is op het vastgestelde niveau. |
Kwaliteit per product is vastgesteld. |
|
Inhoudelijke doelen: Veiligheid |
||
Er is een basisbeschermingsniveau voor veiligheid. Mens en milieu zijn beschermd tegen onaanvaardbare milieurisico’s en ondermijnende activiteiten. |
||
Externe veiligheid: Inwoners zijn beschermd tegen externe veiligheidsrisico’s die ontstaan bij het opslaan, bewerken en transporteren van gevaarlijke stoffen door activiteiten. |
||
|
Risico’s omtrent externe veiligheid worden zoveel mogelijk beperkt. |
Aantal incidenten en ongevallen op gebied van externe veiligheid. Naleefgedrag. |
|
Er wordt voortdurend geanticipeerd op nieuwe ontwikkelingen waardoor deze geen (verhoogd) risico veroorzaken. |
Kennisniveau nieuwe ontwikkelingen. Nieuwe ontwikkelingen zitten in VTH-proces. |
Er wordt actief informatie gedeeld met ketenpartners. |
Kennisniveau nieuwe ontwikkelingen. Informatiedeling is voldoende ingericht en werkend. |
|
Ondermijning: Bonafide partijen zijn preventief beschermd tegen malafide partijen. We voorkomen een waterbedeffect. |
||
|
OD Twente signaleert actief ondermijnende activiteiten. |
Aantal geregistreerde verdachte situaties. Informatiedeling is voldoende ingericht en werkend. |
Er wordt regionaal en eenduidig ingezet op de aanpak van ondermijning (Bibob, integrale acties en handhaving). |
||
Inhoudelijke doelen: Gezonde fysieke leefomgeving |
||
Er is een basisniveau voor een gezonde en prettige leefomgeving. |
||
Asbest: Mens en milieu zijn beschermd tegen gezondheidsschade door asbest. |
||
|
Het aantal gebouwen met asbest vermindert. |
Asbest is geïntegreerd in VTH-proces. Aantal en type sloopmeldingen verwijderen asbest en uitkomst daarvan. Aantal asbestverdachte locaties in Twente. |
Het verwijderen van asbest wordt gestimuleerd. |
||
Asbest wordt veilig gesaneerd conform wet- en regelgeving. |
Asbest is geïntegreerd in VTH-proces. Aantal en type uitgevoerde asbestcontroles en uitkomst. Naleefgedrag. Type overtreder (goedwillend, moet kunnen, calculerend, bewust en structureel). Aantal handhavingsprocedures en uitkomst (aard en ernst). |
|
Er is gelijke behandeling in Twente. |
Asbest is geïntegreerd in VTH-proces. |
|
Er wordt actief informatie gedeeld met ketenpartners. |
Informatiedeling is voldoende ingericht en werkend. |
|
Luchtkwaliteit en geur: Mens en milieu zijn beschermd tegen gezondheidsrisico’s door de uitstoot van fijnstof en geur door activiteiten. |
||
|
OD Twente is inhoudelijk deskundig op het gebied van geur en luchtkwaliteit en treed op als kennispunt. |
Op peil brengen en/of houden van kennis. |
Er wordt actief kennis gedeeld met kennispartners. |
Informatiedeling is voldoende ingericht en werkend. |
|
Geluid: Mens en milieu zijn beschermd tegen gezondheidsrisico’s door geluid. |
||
|
Geluidshinder wordt actief tegengegaan. |
Klachten. Aantal en type uitgevoerde controles en uitkomst. Naleefgedrag. Type overtreder (goedwillend, moet kunnen, calculerend, bewust en structureel). Aantal handhavingsprocedures en uitkomst (aard en ernst). Aantal adviezen ten opzichte van geluid (opgevolgd tegenover afgeweken). |
Uniformiteit wordt nagestreefd. |
Regionale afstemming op systematiek van geluidsnormering. Kennis en ontwikkeling bijhouden op geluidsbeperkende maatregelen. |
|
Natuur: Beschermen van de biodiversiteit. |
||
|
Signaalfunctie toezichthouders voor groene VTH-taken is versterkt. |
Aantal geregistreerde verdachte situaties. Opleiden medewerkers. |
Er is bewustwording bij initiatiefnemers. |
||
Er wordt actief kennis gedeeld met ketenpartners. |
Op pijl brengen en/of houden van kennis. Informatiedeling is voldoende ingericht en werkend. |
|
Inhoudelijke doelen: Duurzaamheid |
||
Twente is energie-neutraal en afvalstromen zijn verduurzaamd. |
||
|
Activiteiten verbruiken minder energie. |
Aantal vergunningen met voorschriften per activiteit. Aantal ingediende informatieplicht. Energieverbruik/besparing per activiteit. Aantal activiteiten met een verbruik vanaf 50.000 kWh elektriciteit of 25.000 m3 aardgas. Aantal activiteiten met een verbruik tot 50.000 kWh elektriciteit of 25.000 m3 aardgas. Aantal en type controles die (on)voldoende energiebesparende maatregelen hebben getroffen. Type overtreder (goedwillend, moet kunnen, calculerend, bewust en structureel). Aantal handhavingsprocedures en uitkomst (aard en ernst). |
Activiteiten stoten minder CO2 uit. |
||
OD Twente ondersteunt de overgang naar een circulaire economie. |
Aantal geactualiseerde vergunningen in het kader van het Landelijk Afvalbeheerplan (LAP3). |
|
Uitvoeringskwaliteit |
||
De ODT is een professionele uitvoeringsorganisatie met een gesloten beleids- en uitvoeringscyclus. |
||
Uitvoeringskwaliteit: Proces |
||
De beleids- en uitvoeringscyclus is gesloten. |
||
|
De beleidsuitvoeringscyclus is beter verbonden met de planning- en controlcyclus (P&C) en worden als sturingsinstrument ingezet. |
Knelpunten zijn inzichtelijk vanuit de beleidsuitvoeringscyclus en zijn meegenomen in P&C-cyclus. Opleveren monitoringsrapportage. Actieve bijsturing op de doelen. |
Doelen worden actief gemonitord en waar nodig bijgestuurd. |
||
OD Twente registreert actief kwalitatieve en actuele informatie en deelt dit waar nodig met ketenpartners. |
Systemen zijn voldoende ingericht om kwalitatieve en actuele data te onttrekken. Informatiedeling is voldoende ingericht en werkend. Landelijke registers zijn gevuld. |
|
ODT heeft grip op klachten. |
Klachtenanalyse. Aantal verbetervoorstellen. |
|
Verbetering van gegevenskwaliteit van de voornaamste risicovariabelen, zodat het informatie gestuurd risicomodel voor de clusters van basistaken optimaal kan functioneren. |
Systemen zijn gevuld met actuele en kwalitatieve gegevens. |
|
Uitvoeringskwaliteit: Vakbekwaamheid |
||
De OD Twente is een professionele uitvoeringsorganisatie. |
||
|
Medewerkers voldoen aan de vigerende kwaliteitscriteria. |
Inzetbaarheidsmonitor. |
Dienstverlening |
||
De uitvoeringsorganisatie past de dienstverleningsprincipes uit de Omgevingswet toe en investeert in cultuuromslag. |
||
|
De dienstverleningsprincipes zijn doorgevoerd in de organisatie. |
Klanttevredenheid wordt periodiek gemeten middels klanttevredenheidsonderzoeken. |
De organisatiecultuur complimenteert aan de omgevingswet. |
Kwaliteit per product is vastgesteld.
Kwantiteit per product is vastgesteld.
Bijlage 9 Risicoanalyses VTH-beleid 2024-2028 Twenterand
Deze risicoanalyses zijn als bijlagen onderdeel van het VTH-beleid 2024-2028 van de gemeente Twenterand.
Risicoanalyse nieuwbouw
Klasse |
Opmaak |
Van |
tot en met |
|
||
I |
ZEER GROOT RISICO |
|
|
40 |
50 |
Punten |
II |
GROOT RISICO |
|
|
30 |
40 |
Punten |
III |
BEPERKT RISICO |
|
|
20 |
30 |
Punten |
IV |
KLEIN RISICO |
|
|
10 |
20 |
Punten |
V |
ZEER KLEIN RISICO |
|
|
0,0 |
10 |
punten |
Risicosoort |
Effecten |
Naleving |
Totaal |
Klasse |
Gebouwen met logiesfunctie |
7,8 |
6,2 |
48,3 |
I |
Wonen Cat. ll 100.000 - 1.000.000 |
6,4 |
5,8 |
37,2 |
I |
Publieksfunctie Cat III > 1.000.000 |
8,6 |
4,3 |
36,8 |
I |
Wonen Cat. lll > 1.000.000 |
7,6 |
4,8 |
36,3 |
I |
Industrie/bedrijfsfunctie Cat III > 1.000.000 |
7,4 |
4,8 |
35,2 |
I |
Industrie/bedrijfsfunctie Cat II 100.000 - 1.000.000 |
5,9 |
5,9 |
34,8 |
II |
Bouwwerk geen gebouw zijnde complex |
5,6 |
5,8 |
32,6 |
II |
Industrie/bedrijfsfunctie Cat I < 100.000 |
5,6 |
5,8 |
32,6 |
II |
Basis Onderwijsfunctie/ Buitenschoolse Opvang |
8,5 |
3,8 |
32,2 |
II |
Publieksfunctie Cat II 100.000 - 1.000.000 |
6,6 |
4,8 |
31,8 |
II |
Kantoorfunctie Cat III > 1.000.000 |
7,8 |
4,0 |
31,3 |
II |
Kinderdagverblijf |
8,5 |
3,6 |
30,8 |
II |
Gezondheidszorgfunctie met bedgebied |
8,4 |
3,6 |
30,5 |
II |
Gezondheidszorgfunctie zonder bedgebied |
8,1 |
3,6 |
29,3 |
III |
Kantoorfunctie Cat II 100.000 - 1.000.000 |
6,4 |
4,5 |
28,9 |
III |
Sloopactiviteiten meer dan 10m3 |
4,7 |
6,1 |
28,6 |
III |
Monumentenvergunning / Monumentenbescherming |
5,8 |
4,6 |
27,0 |
III |
Kantoorfunctie Cat I < 100.000 |
5,3 |
4,8 |
24,9 |
III |
Publieksfunctie Cat I < 100.000 |
5,7 |
4,3 |
24,6 |
III |
Wonen Cat. l < 100.000 complex |
4,1 |
5,7 |
23,1 |
III |
Wonen Cat. l < 100.000 eenvoudig |
3,2 |
5,5 |
17,3 |
IV |
Inrit/uitrit |
3,3 |
5,0 |
16,8 |
IV |
Wet Natuurbescherming |
3,0 |
5,5 |
16,6 |
IV |
Bouwwerk geen gebouw zijnde eenvoudig |
2,0 |
5,0 |
10,0 |
V |
Risicoanalyse bestaande bouw
Klasse |
Opmaak |
Van |
tot en met |
|
||
I |
ZEER GROOT RISICO |
|
|
20 |
30 |
punten |
II |
GROOT RISICO |
|
|
15 |
20 |
punten |
III |
BEPERKT RISICO |
|
|
10 |
15 |
punten |
IV |
KLEIN RISICO |
|
|
5 |
10 |
punten |
V |
ZEER KLEIN RISICO |
|
|
0,0 |
5 |
punten |
Risicosoort |
Effecten |
Naleving |
Totaal |
Klasse |
Kamerverhuur |
7,6 |
3,8 |
28,9 |
I |
Camping / Recreatiepark |
5,9 |
4,0 |
23,4 |
I |
Publieksfunctie – horeca |
6,4 |
3,2 |
20,3 |
I |
Bedrijfsgebouwen / fabrieken cat. 2 - cat. 4.1 (incl. bedrijfswoning) |
5,9 |
3,3 |
19,0 |
II |
Onderwijsgebouw - vóór 1995 |
7,5 |
2,3 |
16,9 |
II |
Wonen - corporatie vóór 1995 |
6,1 |
2,8 |
16,6 |
II |
Publieksfunctie - wonen boven winkel/ horeca/ sport |
6,0 |
2,8 |
16,5 |
II |
Woonwagens |
4,8 |
3,4 |
16,4 |
II |
Kerk (incl. aula) |
6,2 |
2,6 |
15,9 |
II |
(Bedrijfs-)verzamelgebouw / multifunctioneelgebouw |
5,3 |
2,9 |
15,5 |
II |
Gezondheidsfunctie met bedgebied |
5,6 |
2,8 |
15,4 |
II |
B&B en logies |
5,6 |
2,8 |
15,4 |
II |
Rijks- en gemeentemonument |
5,8 |
2,7 |
15,3 |
II |
Wonen - particulier vóór 1995 |
5,5 |
2,8 |
15,0 |
III |
Commerciële kinderopvang (dagopvang / BSO / peuterspeelzaal) |
6,4 |
2,3 |
14,9 |
III |
Onderwijsgebouw - na 1995 |
6,5 |
2,3 |
14,6 |
III |
Wonen - corporatie na 1995 |
5,3 |
2,8 |
14,6 |
III |
Gastouderopvang |
5,8 |
2,4 |
14,0 |
III |
Bedrijfsgebouwen / fabrieken tm cat. 2 (incl. bedrijfswoning) |
5,3 |
2,7 |
14,0 |
III |
Gezondheidsfunctie zonder bedgebied |
5,1 |
2,8 |
13,9 |
III |
Publieksfunctie - winkel (incl. detailhandel en winkelcentra) |
5,7 |
2,4 |
13,8 |
III |
Wonen - particulier na 1995 |
5,0 |
2,8 |
13,6 |
III |
Openbaar zwembad |
5,9 |
2,2 |
12,8 |
III |
Publieksfunctie – sport |
5,3 |
2,4 |
12,7 |
III |
Publieksfunctie - overig (buurthuizen, bibliotheek, aula) |
5,5 |
2,3 |
12,4 |
III |
Woningen met aan huis gebonden beroepen |
4,7 |
2,3 |
11,0 |
III |
Kantoorgebouw |
5,1 |
2,0 |
10,2 |
III |
Manege en/of paardenbakken |
4,0 |
1,6 |
6,3 |
IV |
GK 2-3 Bouwwerk geen gebouw zijnde |
3,0 |
1,8 |
5,2 |
IV |
GK 1 Bouwwerk geen gebouw zijnde |
2,4 |
1,4 |
3,3 |
V |
Risicoanalyse RO
Klasse |
Opmaak |
Van |
tot en met |
|
||
I |
ZEER GROOT RISICO |
|
|
22,7 |
32 |
punten |
II |
GROOT RISICO |
|
|
20 |
23 |
punten |
III |
BEPERKT RISICO |
|
|
16 |
20 |
punten |
IV |
KLEIN RISICO |
|
|
14,5 |
16 |
punten |
V |
ZEER KLEIN RISICO |
|
|
0 |
15 |
punten |
Risicosoort |
Effecten |
Naleving |
Totaal |
Klasse |
(Illegale) gebruik gronden; |
4,8 |
6,3 |
30,0 |
I |
(Illegale) bewoning; illegale kamerverhuur |
5,0 |
6,0 |
29,8 |
I |
(Illegale) gebruik bedrijf cat. >3.1; |
3,5 |
7,4 |
25,8 |
I |
(illegale) slopen |
4,5 |
5,6 |
25,4 |
I |
Illegale evenementen |
3,2 |
7,8 |
25,1 |
I |
(Illegale) gebruik bedrijf cat. <2; |
3,8 |
6,5 |
24,7 |
I |
(Illegale) bewoning; permanente bewoning recreatieverblijven |
4,2 |
5,6 |
23,2 |
I |
(Illegale) bouw; bouwwerken geen gebouw zijnde |
4,3 |
5,3 |
22,4 |
II |
(Illegale) bouw; grote bouwwerken [buitengebied] |
3,6 |
5,6 |
20,0 |
II |
(Illegale) aanleg [buitengebied] |
3,9 |
5,1 |
19,7 |
III |
(Illegale) aanleg [bebouwde kom] |
3,9 |
4,9 |
19,0 |
III |
(Illegale) kap [buitengebied] |
4,2 |
4,4 |
18,4 |
III |
(Illegale) gebruik wonen; |
4,2 |
4,0 |
16,7 |
III |
(Illegale) bouw; grote bouwwerken [bebouwde kom] |
3,0 |
5,4 |
16,2 |
III |
(Illegale) bouw; middel bouwwerken [buitengebied] |
4,1 |
3,8 |
15,6 |
IV |
(Illegale) kap [bebouwde kom] |
3,4 |
4,3 |
14,5 |
IV |
(Illegale) reclame [bebouwde kom] |
3,3 |
4,1 |
13,5 |
V |
(Illegale) bouw; middel bouwwerken [bebouwde kom] |
3,9 |
3,3 |
13,1 |
V |
(Illegale) reclame [buitengebied] |
3,0 |
4,2 |
12,5 |
V |
(illegale) inrit/uitrit |
3,4 |
3,4 |
11,7 |
V |
(Illegale) bouw; monumenten |
2,9 |
3,9 |
11,1 |
V |
(Illegale) bouw; kleine bouwwerken [bebouwde kom] |
4,1 |
2,3 |
9,4 |
V |
(Illegale) bouw; kleine bouwwerken [buitengebied] |
4,2 |
2,2 |
9,2 |
V |
(illegale) reclame [industrieterreinen] |
2,8 |
2,9 |
7,9 |
V |
Landschappelijke inpassing |
0,0 |
2,7 |
0,0 |
V |
Kruimelgevallen / binnenplanse afwijkingen |
0,0 |
3,3 |
0,0 |
V |
Uitgebreide afwijking |
0,0 |
4,0 |
0,0 |
V |
Excessen welstand |
0,0 |
2,8 |
0,0 |
V |
Risicoanalyse APV en bijzondere wetten
Klasse |
Opmaak |
Van |
tot en met |
|
||
I |
ZEER GROOT RISICO |
|
|
40 |
56 |
punten |
II |
GROOT RISICO |
|
|
25 |
40 |
punten |
III |
BEPERKT RISICO |
|
|
18 |
25 |
punten |
IV |
KLEIN RISICO |
|
|
14 |
18 |
punten |
V |
ZEER KLEIN RISICO |
|
|
0,0 |
14 |
punten |
Risicosoort |
Effecten |
Naleving |
Totaal |
Klasse |
Vergunning evenement type B |
8,7 |
6,4 |
55,2 |
I |
Vergunning evenement type C |
8,9 |
5,8 |
51,8 |
I |
Ontheffing Stook verbod |
7,4 |
6,9 |
50,6 |
I |
Drugsoverlast op straat |
6,0 |
7,9 |
47,0 |
I |
Kennisgeving betoging openbare plaatsen |
7,0 |
6,7 |
46,6 |
I |
Vergunning evenement type A |
8,2 |
5,6 |
45,9 |
I |
Carbidschieten |
7,8 |
5,7 |
44,5 |
I |
Afvaldumping/ zwerfafval |
5,0 |
8,6 |
42,8 |
I |
Melding BGBOP |
8,0 |
5,1 |
40,8 |
I |
Tijdelijke gebruiksmelding |
7,3 |
5,5 |
40,1 |
I |
Kamperen buiten kampeerterreinen |
6,9 |
5,7 |
39,5 |
II |
Lachgasverbod |
5,5 |
6,4 |
35,5 |
II |
Verontreiniging door honden |
4,7 |
7,4 |
34,5 |
II |
Verboden drankgebruik |
5,0 |
6,8 |
33,8 |
II |
Plaatsen voorwerpen openbare weg |
4,9 |
6,9 |
33,5 |
II |
Aw-vergunning (paracommercieel) |
5,3 |
6,2 |
32,6 |
II |
Standplaatsvergunning (niet markt) |
6,3 |
4,8 |
30,2 |
II |
Parkeren grote voertuigen |
4,3 |
6,8 |
29,0 |
II |
Aw-vergunning (commercieel) |
5,3 |
5,4 |
28,4 |
II |
Incidentele activiteiten horeca |
4,9 |
5,6 |
27,8 |
II |
Verstrekking aan minderjarigen |
3,8 |
7,0 |
26,6 |
II |
Doorschenken bij dronkenschap |
4,1 |
6,5 |
26,6 |
II |
Parkeren van fietsen of bromfietsen |
4,5 |
5,9 |
26,2 |
II |
Vergunning Seksinrichting |
5,1 |
5,0 |
25,3 |
II |
Parkeren en stallen recreatieve voertuigen |
4,2 |
6,1 |
25,2 |
II |
Wederverstrekking |
4,0 |
6,4 |
25,2 |
II |
Voertuigen van autobedrijf |
3,8 |
6,4 |
24,3 |
III |
Aantasting groen door voertuigen |
4,3 |
5,5 |
23,2 |
III |
Exploitatievergunning openbare inrichting |
4,8 |
4,8 |
23,1 |
III |
Defecte voertuigen, voertuigwrakken |
4,4 |
5,2 |
22,8 |
III |
Ontheffing ex art 35 Aw wet |
5,0 |
4,5 |
22,5 |
III |
Hinderlijke beplanting / gevaarlijke voorwerpen |
3,8 |
5,8 |
21,9 |
III |
Loterijen |
4,3 |
4,7 |
20,0 |
III |
Melding bingo |
4,3 |
4,5 |
19,2 |
III |
Reclamevoertuigen |
4,1 |
4,7 |
19,1 |
III |
Melding plaatsen voorwerpen openbare weg |
3,9 |
4,8 |
18,7 |
III |
Ontheffing plaatsen voorwerpen openbare weg |
4,6 |
3,9 |
17,8 |
III |
Melding gevaarlijke honden |
3,4 |
5,1 |
17,5 |
IV |
Aw vergunning horeca /slijterij |
4,2 |
4,1 |
17,2 |
IV |
Textielinzameling |
3,7 |
4,3 |
16,0 |
IV |
APV ontheffing geluidhinder |
3,3 |
4,6 |
15,3 |
IV |
Collectevergunning |
2,7 |
4,2 |
11,5 |
V |
Aanwezigheidsvergunning |
2,3 |
4,6 |
10,3 |
V |
Aanhangsel Aw wet |
1,9 |
3,8 |
7,1 |
V |
Bijlage 10 Risicoanalyse VTH-beleid Twente (ODT)
Deze risicoanalyse is onderdeel van het uniforme in 2023 vastgestelde VTH-beleid Twente (ODT).
Klasse |
Opmaak |
Van |
tot en met |
|
|
I |
ZEER GROOT RISICO |
|
34 |
56 |
punten |
II |
GROOT RISICO |
|
27 |
34 |
punten |
III |
BEPERKT RISICO |
|
23 |
27 |
punten |
IV |
KLEIN RISICO |
|
17 |
23 |
punten |
V |
ZEER KLEIN RISICO |
|
0 |
17 |
punten |
Risicosoort |
Totaal |
Klasse |
Afvalbeheer IPPC-installaties |
44,0 |
I |
Grootschalige energieopwekking |
43,7 |
I |
Destructie en verwerking van kadavers en dierlijk afval |
43,7 |
I |
Bedrijf voor mestbehandeling |
40,8 |
I |
Het verwerken van bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen |
40,3 |
I |
Veehouderij |
38,6 |
I |
Verbranden van bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen: in een andere milieubelastende installatie of buiten een installatie (anders dan IPPC) |
38,5 |
I |
Autodemontage- en tweewielerdemontagebedrijf |
37,7 |
I |
Chemische producten industrie |
36,6 |
I |
Minerale producten industrie |
36,6 |
I |
Raffinaderij |
36,3 |
I |
Basismetaalindustrie |
35,9 |
I |
Verbranden van afval in een IPPC-installatie |
35,1 |
I |
Maken van cokes |
34,9 |
I |
Rubber- en kunststofindustrie |
34,3 |
I |
Metaalproductenindustrie |
34,3 |
I |
Reinigen van opslagtanks, verpakkingen, voertuigen of containers voor gevaarlijke stoffen |
34,0 |
II |
Voedingsmiddelenindustrie |
33,8 |
II |
Grootschalige mestverwerking |
33,8 |
II |
Onderhoudswerkplaats voor vliegtuigen |
33,2 |
II |
Onderhoudswerkplaats voor autobus, trein, tram of metro |
33,2 |
II |
Scheepswerf |
33,2 |
II |
Landbouwmechanisatiebedrijf |
33,2 |
II |
Bouw-, installatie-, grondbouw-, wegbouw-, waterbouw- en schildersbedrijf |
33,2 |
II |
Stortplaats of winningsafvalvoorziening |
33,1 |
II |
Basis-chemie |
33,0 |
II |
Metaalrecyclingbedrijf |
32,7 |
II |
Opslag- en transportbedrijf, groothandel en containerterminal |
32,6 |
II |
Vergassen of vloeibaar maken van steenkool of andere brandstoffen |
32,5 |
II |
Slachterijen |
31,8 |
II |
Brandstoffenhandel en tankopslagbedrijf |
31,4 |
II |
Zuiveringtechnisch werk |
29,7 |
II |
Papier-, hout-, textiel- en leerindustrie |
29,5 |
II |
Militaire luchthaven |
29,4 |
II |
Militaire zeehaven |
29,4 |
II |
Complexe minerale industrie |
28,6 |
II |
Op of in de bodem brengen van bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen buiten stortplaatsen |
28,5 |
II |
Onderhoud van de openbare ruimte |
28,4 |
II |
Agrarisch loonwerkbedrijf |
28,4 |
II |
Glastuinbouw |
28,4 |
II |
Telen van gewassen in een gebouw |
28,4 |
II |
Telen van gewassen in de openlucht |
28,4 |
II |
Spoorwegemplacement |
28,1 |
II |
Opslaan, mengen, scheiden en verdichten van bedrijfsafval of gevaarlijk afval voorafgaand aan inzameling of afgifte |
27,5 |
II |
Rubber- en kunststofrecyclingbedrijf |
27,1 |
II |
Kringloopbedrijf en bedrijf voor reparatie van gebruikte producten |
26,5 |
III |
Mijnbouw |
26,3 |
III |
Opslaan van gevaarlijke stoffen in verpakking |
26,1 |
III |
Chemische wasserij |
25,7 |
III |
Sneeuw- en ijsbaan |
25,5 |
III |
Zuiveringsvoorziening voor ingezameld of afgegeven afvalwater |
25,0 |
III |
Grafische industrie |
24,7 |
III |
Complexe papier-, hout- en textielindustrie |
24,7 |
III |
Seveso-inrichtingen |
24,4 |
III |
Grondbank en grondreinigingsbedrijf |
24,3 |
III |
Recyclingbedrijf voor papier, karton, textiel, glas, hout of puin |
24,2 |
III |
Schietbaan |
24,0 |
III |
Niet-industriële voedselbereiding |
24,0 |
III |
Ziekenhuis |
24,0 |
III |
Auto- en motorsport |
24,0 |
III |
Jachthaven |
24,0 |
III |
Zwembad |
24,0 |
III |
Bieden gelegenheid voor het beoefenen van sport in de buitenlucht |
23,3 |
III |
Datacentrum |
23,3 |
III |
Maken van materialen, eindproducten of halffabricaten |
23,3 |
III |
Koelinstallatie met kooldioxide, koolwaterstoffen of ammoniak |
23,3 |
III |
Milieustraat |
23,3 |
III |
Garage, autoschadeherstelbedrijf, autowasstraat en carrosseriebouw |
23,3 |
III |
Motorrevisie |
23,3 |
III |
Drinkwaterbedrijf |
23,3 |
III |
Bunkerstations en andere tankplaatsen voor schepen |
23,3 |
III |
Autobergingsbedrijf en pechhulp |
23,3 |
III |
Militaire kazerne |
23,3 |
III |
Opslaan van grond of baggerspecie |
23,2 |
III |
Tankstation |
23,0 |
III |
Laboratorium |
22,9 |
IV |
Repareren en verhuren van gemotoriseerde werktuigen |
22,9 |
IV |
Het oefenen van brandbestrijdingstechnieken |
22,9 |
IV |
Bedrijf voor telen en kweken van waterplanten of - dieren |
22,9 |
IV |
Behandelen, regelen en meten van aardgas |
22,9 |
IV |
Saneren van de bodem |
21,8 |
IV |
Oppervlaktebehandeling met oplosmiddelen ippc |
21,7 |
IV |
Opslagtank voor vloeistoffen en tankcontainer of verpakking die wordt gebruikt als opslagtank voor vloeistoffen |
20,3 |
IV |
Bodemenergiesysteem (aanleg en gebruik) |
20,3 |
IV |
Opslagtank voor gassen |
20,0 |
IV |
Het op of in de bodem brengen van meststoffen |
19,6 |
IV |
Toepassen van grond of baggerspecie |
18,2 |
IV |
Natte koeltoren |
18,0 |
IV |
Opslaan van vaste minerale anorganische meststoffen |
17,9 |
IV |
Toepassen van bouwstoffen (steenachtige materialen zoals beton, asfalt, dakpannen en bakstenen) |
17,7 |
IV |
Op of in de bodem of in een oppervlaktewaterlichaam toepassen van mijnsteen of vermengde mijnsteen |
17,4 |
IV |
Graven in de bodem met een kwaliteit boven de interventiewaarde bodemkwaliteit |
17,3 |
IV |
Crematorium |
16,6 |
V |
Stookinstallatie |
16,6 |
V |
Afvangen CO2 voor ondergrondse opslag |
16,1 |
V |
Opslaan van ontplofbare stoffen voor civiel gebruik |
15,9 |
V |
Opslaan en bewerken van ontplofbare stoffen op militaire objecten |
15,9 |
V |
Gebruik van ontplofbare stoffen op militaire objecten |
15,0 |
V |
Opslaan, herverpakken en bewerken van vuurwerk en pyrotechnische artikelen voor theatergebruik |
13,3 |
V |
Windturbine (het opwekken van elektriciteit met een windturbine met een rotordiameter van meer dan 2 m) |
13,1 |
V |
Buisleiding met gevaarlijke stoffen |
11,9 |
V |
Graven in bodem met een kwaliteit onder of gelijk aan de interventiewaarde bodemkwaliteit |
11,4 |
V |
Militaire oefeningen |
11,4 |
V |
Zendmasten |
11,1 |
V |
Ingeperkt gebruik van genetisch gemodificeerde organismen |
9,7 |
V |
Recreatieve visvijvers |
4,0 |
V |
In werking hebben van een acculader |
4,0 |
V |
Bijlage 11 Concept beleidslijn VTH onder de Wkb
Deze concept beleidslijn VTH onder de Wkb is als bijlage onderdeel van het VTH-beleid 2024-2028 van de gemeente Twenterand. Deze is als concept bijlage opgenomen onder het nieuwe VTH-beleid 2024-2028. Omdat er in 2024 te weinig ervaring is opgedaan met bouwmeldingen onder de Wkb proberen wij deze ervaring op te doen en de werkwijze van deze beleidslijn in 2025 te toetsen op dat onderdeel of het werkbaar is. Aan de hand van de in 2025 opgedane ervaringen zal mogelijk deze beleidslijn worden bijgesteld en daarna worden vastgesteld als definitief onderdeel van het VTH-beleid 2024-2028.
Bijlage 12 VTH beleid Twenterand 2024 -2028
Vastgesteld december 2025
Dit beleidsstuk is een separaat .pdf bestand en niet integraal opgenomen in dit bestand maar het maakt wel onderdeel uit van dit uitvoeringsprogramma voor 2025. Dit beleidsstuk zal als .pdf bestand separaat worden meegezonden.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl