Verordening van gemeente Tytsjerksteradiel houdende regelgeving over Haven, Kade en Opslag 2025

Geldend van 24-01-2025 t/m heden

Intitulé

Verordening van gemeente Tytsjerksteradiel houdende regelgeving over Haven, Kade en Opslag 2025

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

vaartuigen: alle soorten vaartuigen en drijvende voorwerpen waaronder woonschepen;

woonschip: schip dat uitsluitend of in hoofdzaak gebezigd wordt of bestemd is voor bewoning;

eigenaar: dit is de eigenaar van het vaartuig;

ligplaats: plaats in het water, bestemd of aangewezen om door een woonschip bij verblijf te worden ingenomen met bijbehorende voorzieningen;

abonnement: het voor een bepaalde tijd verzekeren van een bepaald recht (met uitzondering van ligplaatsen waar een huurovereenkomst voor is overeengekomen; hier wordt het recht enkel verzekerd op grond van de geldende huurovereenkomst en beheerst door het daarop van toepassing zijnde huurrechtelijke regime);

Kade: een kade is een beschoeide of gemetselde oeverstrook, voorzien van een verhard oppervlak (hout, steen, beton) boven op de wal, ten behoeve van aanleg, opslag of loswal, om vaartuigen met uitzondering van woonschepen af te meren;

oeverstrook: smalle strook grond, direct grenzend aan de vaarweg of ligplaatsen van woonschepen;

ton : 1.000 kilogram;

dag : een etmaal of een gedeelte daarvan;

week : een tijdvak van zeven achtereenvolgende dagen of een gedeelte daarvan;

maand : een kalendermaand of een gedeelte daarvan;

kwartaal : een tijdvak van drie achtereenvolgende maanden of een gedeelte daarvan;

jaar : een kalenderjaar of een gedeelte daarvan.

Artikel 2 Aard der heffing

  • 1. Onder de naam kadegeld c.q. opslaggeld wordt een recht geheven voor het tijdelijk gebruik of genot van een gemeentelijke kade, vooropslag of loswal, waarvoor geen huurovereenkomst is gesloten, gelegen aan openbaar vaarwater in de gemeente.

  • 2. Onder de naam havengeld wordt een recht geheven voor het tijdelijk innemen van een ligplaats met een vaartuig in de gemeentelijke woonschepenhaven, waarvoor geen huurovereenkomst is gesloten, in de havens en aan de oevers in de gemeente Tytsjerksteradiel.

  • 3. Het gebruik en het genot van oeverstroken vallen nadrukkelijk niet onder het bereik van deze verordening.

  • 4. Het gebruik en het genot van ligplaatsen voor onbepaalde tijd vallen niet onder het bereik van deze verordening voor zover deze betrekking hebben op ligplaatsen met de bestemming bewoning. De in deze verordening genoemde en daarbij behorende tarieventabel geldt ten aanzien van voor daarvoor in aanmerking komende persoon of entiteit waarmee een huurovereenkomst is of wordt gesloten als vaststelling van de bedragen die krachtens een de huurovereenkomst in rekening wordt gebracht.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1. Het kadegeld wordt geheven van de gezagvoerder, de eigenaar of de gebruiker van het vaartuig, dat aan de kade aanlegt of al dan niet door middel van een overslagvaartuig daaraan laadt of lost.

  • 2. Het opslaggeld wordt geheven van de rechthebbende of de geadresseerden of verzenders van de materialen of voorwerpen, die zich op de opslag bevinden, of door hen, die deze materialen of goederen op de opslag deponeren.

  • 3. Het havengeld wordt geheven van de eigenaar of de gebruiker van het vaartuig.

Artikel 4 Wijze van heffing

  • 1. De rechten worden geheven door middel van een gedagtekende nota of kennisgeving waarop het verschuldigde bedrag wordt vermeld.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders stelt het model van de in het eerste lid bedoelde nota vast.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en tarieven

  • 1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bijbehorende tarieventabel. Voor deze tarieventabel wordt door de raad jaarlijks een indexeringsbesluit genomen, waarbij de tarieventabel voor volgend jaar wordt vastgesteld. De hernieuwde tabel wordt jaarlijks gepubliceerd.

  • 2. In afwijking van het eerste lid wordt ten aanzien van ligplaatsen waarvoor een huurovereenkomst is gesloten jaarlijks geen hogere huurprijs in rekening gebracht dan op grond van dwingend huurrecht is toegestaan.

  • 3. Wanneer een abonnement wordt genomen of opnieuw wordt genomen, vindt geen verrekening plaats met reeds eerder betaalde rechten.

  • 4. De abonnementen moeten schriftelijk worden aangevraagd bij het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 6 Vrijstellingen

  • 1. Geen kadegeld wordt geheven:

    • a.

      voor het verblijf van vaartuigen aan een opslag gedurende de zondagen of algemeen erkende christelijke feestdagen;

    • b.

      voor hospitaalschepen;

    • c.

      voor vaartuigen, eigendom van of varende voor het Rijk of de provincie, mits niet bestemd om personeel of goederen tegen betaling te vervoeren;

    • d.

      voor oorlogsvaartuigen van vreemde naties;

    • e.

      voor het verblijf van vaartuigen, die ten gevolge van ijsvorming niet kunnen vertrekken.

  • 2. Geen opslaggeld wordt geheven voor goederen of materialen opgeslagen op door de gemeente verhuurde gedeelten van de opslagplaatsen.

  • 3. Geen havengeld wordt geheven voor de woonschepenhaven te Earnewâld voor woonschepen die ten hoogste veertien dagen in een kalenderjaar van deze haven gebruik maken.

Artikel 7 Betaling

  • 1. De haven-, kade- en opslaggelden moeten, behoudens het bepaalde in het tweede lid worden voldaan op het tijdstip waarop een ligplaats wordt ingenomen, onderscheidenlijk het gebruik als bedoeld in artikel 1 een aanvang neemt, dan welk op het tijdstip waarop een abonnement wordt aangevraagd. Betreft het een ligplaats waarvoor een huurovereenkomst geldt, dan ontstaat de betalingsverplichting, waarvan de hoogte voortvloeit uit de tarieventabel die onderdeel wordt gemaakt van de huurovereenkomst, bij aanvang van de huurovereenkomst. De huurovereenkomst beheerst de rechtsverhouding.

  • 2. Indien het verschuldigde bedrag niet op het in het eerste lid genoemde tijdstip kan worden vastgesteld (zomede in geval van verlenging van voor een bepaalde termijn verstrekte vergunning) moeten de haven-, kade- en opslaggelden, worden voldaan binnen vier weken na de dagtekening van de in artikel 4 bedoelde nota.

  • 3. De rechten als bedoeld in punt 3. onderdeel a. van de tarieventabel moeten worden betaald in twee termijnen waarvan de eerste vervalt twee maanden na de dagtekening van de nota en de tweede en tevens laatste termijn twee maanden later.

Artikel 8 Kwijtschelding van belasting

De mogelijkheid van kwijtschelding wegens onvermogen, als bedoeld in artikel 255, lid 1 en van de Gemeentewet juncto artikel 26 van de Invorderingswet 1990, is niet van toepassing op de rechten genoemd in deze verordening.

Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de rechten.

Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. “Verordening van gemeente Tytsjerksteradiel houdende regelgeving over Haven, Kade en Opslag 2018” vastgesteld in de raadsvergadering d.d. 21 december 2017 als mede de bijbehorende tarieventabel, worden ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2025.

  • 4. Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening van gemeente Tytsjerksteradiel houdende regelgeving over Haven, Kade en Opslag 2025”

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Tytsjerksteradiel in zijn openbare vergadering van 17 oktober 2024.

De Raad voornoemd,

de griffier

mr. A. Dam ,

de voorzitter

drs. L.J. Gebben

Tabel behorende bij de verordening haven-, kade- en opslaggeld 2025

gemeenteTytsjerksteradiel

 

jaar

jaar

onderwerp

omschrijving

2018

2025

Havengeld

per woonschip, per jaar

€ 868,00

€ 987,00

 

 

 

Kadegeld

a. voor het laden/lossen van

exclbtw

exclbtw

 

1. zand, per m3

€ 0,20

€ 0,23

 

met een minimum van

€ 3,70

€ 4,20

2. Overige goederen, per ton

€ 0,15

€ 0,17

 

met een minimum van

€ 2,65

€ 3,05

 

b voor het verblijf aan de kade van

 

 

 

een vaartuig:

 

 

 

1. langer dan nodig voor het laden/

 

 

 

lossen, per m3 waterverplaatsing

 

 

 

per dag,

€ 0,12

€ 0,14

 

met een minimum van

€ 2,65

€ 3,05

 

2. Tussen zonsopgang en

 

 

 

zonsondergang, anders dan om te

 

 

 

laden/lossen, langer dan vier

 

 

 

achtereenvolgende uren, per m3

 

 

 

waterverplaatsing per dag,

€ 0,12

€ 0,14

 

met een minimum van

€ 6,57

€ 7,50

 

 

 

 

N.B. onder laden wordt niet

 

 

 

verstaan het innemen van winkel-

 

 

 

waar voor gebruik door de opvarenden.

 

 

Opslaggeld

Voor het hebben en houden van:

 

 

 

1. Een laad- en/of losinrichting of een

 

 

 

andere installatie voor het verwerken en

 

 

 

bewerken c.q. voor het bewaren of

 

 

 

verplaatsen van goederen en materialen

 

 

per inrichting c.q. installatie, per:

 

 

 

dag

€ 4,50

€ 5,10

 

week

€ 22,70

€ 25,90

 

maand

€ 73,05

€ 83,20

 

kwartaal

€ 182,70

€ 208,20

 

jaar

€ 684,90

€ 780,50

 

2. Een inrichting voor verblijf van

 

 

 

personen per inrichting, per:

 

 

 

dag

€ 3,20

€ 3,65

 

week

€ 16,00

€ 18,25

 

maand

€ 51,85

€ 58,05

 

kwartaal

€ 129,70

€ 147,80

 

jaar

€ 486,10

€ 553,95

 

3. Goederen of materialen, niet

 

 

 

bedoeld onder 1 en 2, van welke aard

 

 

 

ook, per m2, per:

 

 

 

dag

€ 0,15

€ 0,17

 

week

€ 0,35

€ 0,40

 

maand

€ 0,66

€ 0,75

 

kwartaal

€ 1,41

€ 1,60

 

jaar

€ 4,17

€ 4,75

Behoort bij het besluit van de raad

d.d. november 2024

De Raadsgriffier: