Beleidsregels inning eigen bijdrage ontheemden Oekraïne voor de gemeente Heiloo

Ondertekening

Algemene toelichting

Per 1 juli 2024 is de Regeling opvang ontheemden Oekraïne (RooO) gewijzigd. Een belangrijke wijziging is de verplichting om maandelijks een eigen bijdrage voor de kosten van gas, water en elektra (GWE) te innen. Per gezin wordt maximaal twee keer de eigen bijdrage GWE geïnd. Daarnaast worden kosten in rekening gebracht wanneer de opvanglocatie ook in maaltijden voorziet. Dit onderdeel wordt dan ook buiten beschouwing gelaten in deze beleidsregels. Door de inning van de eigen bijdrage voor gas, water, elektra bij bewoners van de gemeentelijke opvanglocaties wordt beter aangesloten bij de inkomenssituatie van andere bewoners van de gemeente. Het uitgangspunt van de eigen bijdrage is dat ontheemden die een toereikend inkomen verdienen meebetalen aan de kosten van de opvang. Dat is ook het uitgangspunt van de Regeling verstrekkingen Asielzoekers (RvA). Als iemand voldoende inkomen heeft wordt de ondersteuning vanuit overheid verminderd of stopgezet.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Regeling opvang ontheemden Oekraïne (RooO), de Tijdelijke Wet opvang ontheemden Oekraïne dan wel de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Artikel 2

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 3

Deze beleidsregels gelden voor meerderjarige ontheemden uit Oekraïne verblijvend in de gemeentelijke opvang. Deze beleidsregels zijn niet van toepassing op de ontheemden die in de particuliere opvang verblijven dan wel zelfstandige woonruimte hebben. De minderjarige ontheemde behoort tot het gezin en is in het kader van deze beleidsregels derhalve geen zelfstandig subject. Dit verandert wanneer en zodra de minderjarige de 18 jarige leeftijd bereikt en inkomsten zoals bedoeld in deze beleidsregels heeft.

Artikel 4

De eigen bijdrage wordt opgelegd met ingang van de eerstvolgende maand volgend op de wijziging. Dit houdt in dat we terugkijken naar de voorgaande maand om te bepalen of de ontheemde een bijdrage moet betalen. Wanneer de ontheemde bijvoorbeeld in januari start met werken en voldoende inkomen heeft, dan wordt de eigen bijdrage met ingang van 1 februari opgelegd over de maand januari.

Onder inkomen uit loondervingsuitkering wordt bedoeld: een uitkering op grond van de Werkloosheidswet, de Ziektewet, de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering en de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, als ook een uitkering of inkomensvoorziening op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, op grond van hoofdstuk 3, afdeling 2, paragraaf 1 van de Wet arbeid en zorg aan de werknemer of de gelijkgestelde, bedoeld in artikel 3:6, eerst lid van die wet, de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening militairen en de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen. We hanteren het uitgangspunt ‘werken loont’ analoog aan de vrijlatingsbepalingen zoals in de Participatiewet (in balans). Na het opleggen van de eigen bijdrage dient de ontheemde altijd te beschikken over tenminste een inkomen van 115% van de van toepassing zijnde leefgeldnorm zoals in de RooO gehanteerd wordt.

Artikel 5

Dit artikel regelt de hoogte van de eigen bijdrage. Dit bedrag volgt uit de artikel 3, lid 2 van de Tijdelijke wet in samenhang met de artikelen 7, lid 4 en 8 van de regeling. Eventuele periodieke wijzigingen in de hoogte van de eigen bijdrage zijn van toepassing.

Artikel 6

Aan de ontheemde wordt een wijzigingsformulier uitgereikt. In het kader van de inlichtingenplicht dient de ontheemde wijzigingen die van invloed kunnen zijn uit eigen beweging te melden. Het college kan zelfstandig gegevens opvragen die van belang zijn in de context van deze beleidsregels. Aan het niet of niet tijdig overleggen van gevraagde gegevens, kunnen gevolgen worden verbonden. De eigen bijdrage wordt in beginsel opgelegd met ingang van de eerstvolgende maand volgend op de wijziging. Hiervan kan worden afgeweken wanneer de ontheemde niet uit eigen beweging gegevens overlegt dan wel niet of niet tijdig reageert op informatieverzoeken.

Artikel 7

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting

Artikel 8

Onevenredige benadeling hangt samen met het juridische evenredigheidsbeginsel. Artikel 3:4 Awb bepaalt dat het bestuursorgaan bij het nemen van een besluit de belangen van de betrokkene en de met het oog op het te nemen besluit in aanmerking te nemen belangen van derden afweegt. De eigen bijdrage is bedoeld om de verstrekkingen aan ontheemden in evenwicht te brengen zodat deze in hun elementaire levensbehoeften kunnen voorzien, met de inkomsten die zij genieten uit arbeid. Bij de toetsing aan het proportionaliteitsbeginsel (algemene beginsel van behoorlijk bestuur) wordt gekeken naar geschiktheid, subsidiariteit en noodzakelijkheid van de maatregel.