De Beleidsregels giften, kostenvoordelen en schadevergoeding Participatiewet Zwolle 2025

Geldend van 24-01-2025 t/m heden

Intitulé

De Beleidsregels giften, kostenvoordelen en schadevergoeding Participatiewet Zwolle 2025

Het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Zwolle,

gelet op de artikelen 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 18, eerste lid, van de Participatiewet en artikel 31, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel l en m, van de Participatiewet

besluit:

De Beleidsregels giften, kostenvoordelen en schadevergoeding Participatiewet Zwolle 2025 vast te stellen.

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

  • wet: Participatiewet;

  • bijstandsnorm: de op grond van paragraaf 3.2 van de wet, op de bijstandsgerechtigde van toepassing zijnde norm, verminderd met de op grond van paragraaf 3.3, door het college vastgestelde verlaging;

  • college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zwolle;

  • gezin: gezin als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel c, van de wet;

  • gift: verstrekking van geld aan een bijstandsgerechtigde of leden van diens gezin zonder, dat daar een tegenprestatie tegenover staat;

  • immateriële schadevergoeding: een vergoeding voor geleden emotionele schade, waarvan de hoogte door een rechter of schadeverzekeraar is bepaald

  • kostenvoordeel: financieel voordeel als gevolg van:

    • a.

      al dan niet gedeeltelijke betaling door een persoon of instantie van de kosten van bijvoorbeeld gas, elektriciteit, water, huur of zorgpremie van de bijstandsgerechtigde of leden van diens gezin aan de leverancier,

    • b.

      het door een persoon of instantie, bijvoorbeeld de voedselbank, verstrekken van boodschappen ten behoeve van de bijstandsgerechtigde of leden van diens gezin, zonder dat daar een tegenprestatie tegenover staat.

  • materiële schadevergoeding: een vergoeding voor schade of verlies van iets dat de bijstandsgerechtigde al had en die in geld is uit te drukken;

  • middel: middel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, van de wet.

Paragraaf 1. Giften en kostenvoordelen tot een grensbedrag

Artikel 2. Giften en kostenvoordelen met een eenmalig karakter

De door de bijstandsgerechtigde of leden van diens gezin ontvangen giften of kostenvoordelen met een eenmalig karakter hebben in het betreffende kalenderjaar geen gevolgen voor de hoogte van de uitkering als het gaat om giften of kostenvoordelen tot een grensbedrag van:

  • a.

    € 6.633,-- als de gift is ontvangen van een ouder; en in de overige gevallen

  • b.

    € 2.658,-- .

Artikel 3. Giften en kostenvoordelen met een periodiek karakter.

De door de bijstandsgerechtigde of leden van diens gezin ontvangen giften of kostenvoordelen met een periodiek karakter hebben in het betreffende kalenderjaar geen gevolgen voor de hoogte van de uitkering als gaat om giften of kostenvoordelen tot een grensbedrag van maximaal 15% van de voor het de bijstandsgerechtigde geldende bijstandsnorm voor één jaar en met een minimumbedrag van € 1.200,--.

Artikel 4. Giften en kostenvoordelen boven een grensbedrag

  • 1. Als door het ontvangen van een gift het toepasselijke grensbedrag wordt overschreden, wordt het meerdere boven het grensbedrag aangemerkt als middel en in aanmerking genomen voor de algemene bijstand.

  • 2. Als door een kostenvoordeel het toepasselijke grensbedrag wordt overschreden, wordt op grond van artikel 18, eerste lid, van de wet beoordeeld met welk bedrag en over welke periode de voor bijstandsgerechtigde geldende bijstandsnorm wordt gewijzigd.

Paragraaf 2. Giften en kostenvoordelen in bijzondere situaties

Artikel 5. Giften en kostenvoordelen voor bijzondere kosten

  • 1. Giften en kostenvoordelen worden niet in aanmerking genomen als deze zijn verstrekt voor kosten waarvoor anders bijzondere bijstand had kunnen worden verstrekt.

  • 2. Giften en kostenvoordelen worden niet in aanmerking genomen als deze worden verstrekt voor noodzakelijke kosten, dan wel uit medisch oogpunt wenselijke kosten, dit voor zover de levensstandaard van de bijstandsgerechtigde of leden van diens gezin hierdoor niet wordt verhoogd.

  • 3. Giften en kostenvoordelen van werkgevers die onbelast zijn worden niet in aanmerking genomen.

Artikel 6. Giften of geldleningen tijdens de afhandeling van de bijstandsaanvraag

De door de bijstandsgerechtigde of leden van diens gezin tijdens de afhandeling van de bijstandsaanvraag ontvangen giften die niet meer bedragen dan de voor bijstandsgerechtigde geldende bijstandsnorm, hebben geen invloed op de hoogte en de begindatum van de uitkering. Zij tellen ook niet mee voor wat betreft de in artikel 3 en 4 genoemde vrij te laten bedragen.

Artikel 7. Giften in schulden

  • 1. Giften worden niet als middelen aangemerkt als deze giften zijn verstrekt voor het aflossen van een problematische schuld.

  • 2. Een schuld is problematisch wanneer, volgens de visie van de NVVK, het gaat om een situatie waarin de schuldenaar niet in staat is binnen 36 maanden alle opeisbare vorderingen te betalen.

Paragraaf 3. Schadevergoedingen

Artikel 8. Schadevergoedingen

  • 1. Schadevergoedingen voor zover die niet worden gebruikt voor het wegnemen van schade worden als middelen aangemerkt.

  • 2. Schadevergoedingen die zijn bedoeld voor compensatie van het verlies van arbeidsvermogen worden als middelen aangemerkt voor de periode waarop de vergoedingen betrekking hebben.

  • 3. Schadevergoedingen die zijn bedoeld voor hetzelfde als waarvoor algemene bijstand is of zal worden verleend worden als middelen aangemerkt. Hiervoor kan geen bijzondere bijstand worden verleend.

  • 4. Schadevergoedingen voor gederfde levensvreugde, zoals schending van eer en goede naam, discriminatie of een onterechte detentie, worden voor 30% als vermogen in aanmerking genomen voor zover het gaat om een bedrag dat hoger is dan € 3000,--.

  • 5. Schadevergoedingen die zijn bedoeld voor schade die blijvend van aard is, bijvoorbeeld letselschade, en invloed hebben op de verwachte uitstroom van een bijstandsgerechtigde uit de bijstand, wordt toegerekend aan de statistisch te verwachten resterende levensduur van die persoon, te rekenen vanaf het moment van ontstaan van de schade, en herleid tot een maandbedrag. Is dit bedrag lager dan 15% van de bijstandsnorm, geldend op het moment van ontstaan van de schade, dan wordt de schadevergoeding vrijgelaten. Is het bedrag hoger dan 15% van de voormelde bijstandsnorm dan wordt het meerdere vermenigvuldigd met het aantal maanden dat is gebruikt voor de herleiding in de eerste volzin. Het aldus verkregen bedrag is het deel van de schadevergoeding dat als vermogen in aanmerking wordt genomen.

Artikel 9. Inlichtingenplicht

Voor giften, kostenvoordelen en schadevergoedingen die meer bedragen dan de grensbedragen zoals vermeld in deze beleidsregels geldt dat, zodra ontvangen, de bijstandsgerechtigde verplicht is daarvan melding te doen bij de gemeente zoals bedoeld in artikel 17 van de wet.

Artikel 10. Citeertitel en Inwerkingtreding

  • 1. Deze beleidsregels worden aangehaald als: De Beleidsregels giften, kostenvoordelen en schadevergoeding Participatiewet Zwolle 2025.

  • 2. Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de dag na die waarop deze op de voorgeschreven wijze bekend zijn gemaakt.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 14 januari 2025.

Burgemeester en wethouders van Zwolle,

P. Snijders, burgemeester

F. Wijnandts, waarnemend secretaris

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1.Begripsbepalingen

Giften en kostenvoordelen

Omdat het ontvangen van in aanmerking te nemen giften juridisch een ander gevolg heeft dan het ontvangen van in aanmerking te nemen kostenvoordelen en schadevergoedingen wordt er onderscheid gemaakt tussen deze begrippen.

Er is alleen sprake van een gift wanneer aan de bijstandsgerechtigde of een gezinslid een bedrag (contant of per bank) wordt verstrekt dat vrij kan worden besteed.

Daarnaast worden bepaalde kostenvoordelen tot het geldende grensbedrag buiten beschouwing gelaten. Het gaat dan om:

  • het kostenvoordeel uit betaling van rekeningen voor de kosten van bijvoorbeeld zorgpremie, elektriciteit, gas en/of water en huur of hypotheek van de bijstandsgerechtigde of diens gezin door een derde; of

  • het kostenvoordeel uit het ontvangen van boodschappen in natura die worden verstrekt door een derde.

Ook giften verstrekt aan, dan wel kostenvoordelen genoten door de eventuele partner dan wel minderjarige kinderen tellen mee.

Het ontvangen van boodschappen kan een kostenvoordeel opleveren. Met het ontvangen van boodschappen wordt uitdrukkelijk niet gedoeld op de verstrekking van boodschappen door de Voedselbank. Door de Voedselbank verstrekte boodschappen tellen daarom niet mee bij de vaststelling of het grensbedrag is overschreden.

Dit geldt eveneens voor de waarde van het ontbijt dat aan het tot het gezin behorende minderjarige schoolgaande kind is verstrekt in het kader van het Programma Schoolmaaltijden, dan wel de waarde van de in het kader van dat programma aan het gezin verstrekte boodschappenkaarten.

Het programma is een samenwerking tussen het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW), het Jeugdeducatiefonds en het Rode Kruis en heeft tot doel dat kinderen niet met honger naar school hoeven. Deze doelstelling zou worden doorkruist wanneer bij de bijstandsverlening rekening wordt gehouden met de hieraan verbonden kostenvoordelen.

Schadevergoedingen

Bij een schadevergoeding wordt onderscheid gemaakt tussen materiële en immateriële schadevergoeding. Een materiële schadevergoeding is een vergoeding voor schade die direct in geld is uit te drukken. Het gaat om een vergoeding voor schade of verlies van iets dat bijstandsgerechtigde al had. Bijvoorbeeld vervanging van een kapotte auto of brandschade in huis. Het kunnen reeds gemaakt kosten zijn of kosten die nog gemaakt moeten worden.

Bij immateriële schadevergoeding, ook wel smartengeld genoemd, gaat het om een vergoeding voor gederfde levensvreugde. Deze vergoeding is bedoeld voor geleden emotionele schade, waarvan de hoogte door een rechter of schadeverzekeraar is bepaald. Binnen de bijstandsuitkering moet worden gekeken naar de hoogte van de immateriële schadevergoeding. Is de vergoeding exorbitant hoog, of heeft deze een loondervend karakter, dan kan dat deel wel als middel (inkomen of vermogen) in aanmerking worden genomen. Voor het gedeelte van de immateriële schadevergoeding dat door de gemeente wordt vrijgelaten, is het aan de bijstandsgerechtigde om te bepalen waar de vrijgelaten immateriële schadevergoeding voor wordt gebruikt. Invulling geven aan het hervinden van levensvreugde is immers een persoonlijke kwestie.

Artikel 2. Giften en kostenvoordelen met een eenmalig karakter

De in dit artikel genoemde bedragen zijn ontleend aan de belastingvrijstellingen zoals die zijn genoemd in artikel 33 5e en 7e van de Successiewet. Eenmalige giften horen wel tot het vermogen en mogen de vrijlatingsgrens niet overschrijden.

Voor de uitvoering van deze beleidsregels gelden de ‘vrijlatingen’ niet per persoon. Dit houdt in dat voor een alleenstaande ouder en gehuwden (en daarmee gelijkgestelden) dezelfde vrijlating van toepassing is als voor een alleenstaande.

Het deel van de gift dat de ‘vrijlating’ overstijgt, wordt opgeteld bij het vastgestelde vermogen. Als het vermogen dan boven de vermogensruimte komt betekent dit dat er ingeteerd moet worden. Dit is echter niet aan de orde als de vermogensruimte niet wordt overschreden.

Artikel 3. Giften en kostenvoordelen met een periodiek karakter

Het is de vrijheid van het college om hier een percentage in te vullen. In de praktijk worden door gemeenten percentages gehanteerd van 5 tot 15%. In Zwolle is gekozen voor een percentage van 15% van de voor het gezin geldende bijstandsnorm voor één jaar. In deze beleidsregel wordt volstaan met het noemen van een percentage. De voor het gezin geldende bijstandsnormen zijn telkens rond 1 januari en 1 juli te vinden op de website van de gemeente Zwolle.

Artikel 4. Giften en kostenvoordelen boven grensbedrag

In dit artikel worden de gevolgen van overschrijding van het grensbedrag toegelicht. De gevolgen zijn bij het ontvangen van giften juridisch bezien anders dan bij het genieten van kostenvoordelen. Het kan in beide gevallen betekenen dat de uitkering wordt verlaagd of (tijdelijk)stopgezet.

Bij het ontvangen van giften is sprake van een middel zoals bedoeld in artikel 31 van de wet, waarmee bij de verstrekking van bijstand rekening moet worden gehouden.

Bij het genieten van kostenvoordelen is er geen sprake van een middel zoals bedoeld in artikel 31 van de wet. Met kostenvoordelen boven het grensbedrag wordt rekening gehouden door de van toepassing zijnde bijstandsnorm af te stemmen op grond van artikel 18, eerste lid, van de wet.

Relevante uitspraken over dit onderscheid zijn onder andere:

  • de uitspraak van 11 september 2012, Externe link:ECLI:NL:CRVB:2012:BX8450;

  • de uitspraak van 4 maart 2014, Externe link:ECLI:NL:CRVB:2014:705;

  • de uitspraak van 13 december 2016, Externe link:ECLI:NL:CRVB:2016:5004;

  • de uitspraak van 4 maart 2014, Externe link:ECLI:NL:CRVB:2014:719; en

  • de uitspraak van 23 augustus 2021, Externe link:ECLI:NL:CRVB:2021:1918.

Artikel 5. Giften en kostenvoordelen voor bijzondere kosten

Giften voor kosten waarvoor bijzondere bijstand mogelijk is worden niet gerekend tot de middelen waarmee bij de bijstand rekening wordt gehouden. Dit is ook het geval als de bijzondere bijstand tot een bepaald bedrag de kosten vergoedt en de gift hoger is.

Als er geen bijzondere bijstand mogelijk is maar de kosten zijn wel noodzakelijk, kan de gift eveneens vrijgelaten worden als deze de levensstandaard niet verhoogt. Dit is bijvoorbeeld het geval als de bijstandsgerechtigde een gift ontvangt voor het aanschaffen van noodzakelijke hulpmiddelen zoals bijvoorbeeld een scootmobiel, of als de medische kosten uit bijstandsoogpunt niet noodzakelijk zijn maar wel wenselijk .

Als de gift bestemd is voor de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan dan wel ter vrije besteding is, geldt dit artikel niet.

Door het onverplicht karakter is er voldoende reden om onverplichte verstrekkingen van werkgevers aan werknemers buiten beschouwing te laten. Veelal gaat het om onbelaste giften met beperkte financiële waarde. Te denken valt bijvoorbeeld aan een kerstpakket, tegoedbonnen of een bedrag met de kerst etc.

Artikel 6.Giften of geldleningen tijdens de afhandeling van de bijstandsaanvraag

Als gevolg van een lange behandelingsduur door de gemeente kan het zijn dat familie bijspringt in de meest belangrijke uitgaven. De gemeente kan de keus maken deze - door de familie als overbrugging bedoelde betalingen - veelal gedaan zonder een afdwingbare terugbetalingsverplichting - vrij te laten.

Artikel 7.Giften in schulden

De Participatiewet biedt maar beperkte mogelijkheden tot bijstandsverlening in schulden. Echter, het hebben van problematische schulden is in algemene zin een belemmering in het sociaal functioneren. Als een derde hierin tegemoet wil komen door een gift die is bedoeld voor betaling van de problematische schulden wordt die gift niet als middel in aanmerking genomen.

Voor wat betreft de definitie van problematische schulden is aangesloten bij de definitie van de NVVK. In de praktijk komt het erop neer dat het gaat om een situatie waarin de schuldenaar niet binnen 36 maanden alle opeisbare vorderingen kan betalen.

Artikel 8.Schadevergoedingen

  • 1.

    Wanneer er sprake is van ontvangst van een door bijstandsgerechtigde ontvangen schadevergoeding voor materiële schade, zal beoordeeld moeten worden of de vergoeding is gebruikt voor het wegnemen van de schade. Indien dit niet (helemaal) het geval is, wordt het deel dat niet is aangewend om de geleden schade weg te nemen als vermogen in aanmerking genomen. Hierbij moet rekening worden gehouden met eventuele kosten die in de toekomst nog gemaakt moeten worden, zoals bijvoorbeeld fysiotherapie. Indien hier sprake van is kan de vergoeding niet als vermogen worden aangemerkt.

  • 2.

    Door tijdelijke of blijvende arbeidsongeschiktheid kan iemand zijn baan verliezen. Het gevolg zal in veel gevallen zijn dat het inkomen van iemand voor een bepaalde periode, of zelfs helemaal, weg valt. Een vergoeding voor loonderving is bestemd voor de kosten van levensonderhoud en wordt daarom binnen de bijstand beschouwd als inkomen binnen de bijstand.

    Het proces van afhandelen van de schade kan lange tijd duren. De uiteindelijk toegekende schadevergoeding kan dan ook over een periode gaan die in het verleden ligt. Er zal daarom beoordeeld moeten worden op welke periode de vergoeding precies betrekking heeft. Het bedrag van de toegekende schadevergoeding wordt vervolgens gedeeld door het aantal maanden waarop deze vergoeding betrekking heeft en maandelijks gekort als inkomen. In de meeste gevallen gaat het om één bedrag, waarbij het bedrag per maand niet duidelijk is. De bijstandsgerechtigde zal moeten aantonen om welk verlies van arbeidsvermogen het gaat. Dit kan bijvoorbeeld doormiddel van salarisspecificaties of jaaropgaven, maar ook door een overzicht van de nog te lijden schade opgemaakt door een letstelschadespecialist.

  • 3.

    Spreekt voor zich.

  • 4.

    Wanneer er een schadevergoeding voor immateriële schade wordt toegekend, gaat het meestal om een zeer ernstige situatie. In een dergelijke situatie heeft de bijstandsgerechtigde het recht om gecompenseerd te worden voor de geleden schade, zonder dat dit direct van invloed is op het recht op bijstand. Schadevergoedingen voor immateriële schade worden daarom niet volledig als vermogen aangemerkt. Aan de andere kant kan deze vrijlating niet onbegrensd zijn. De vergoeding voor gederfde levensvreugde wordt in aanmerking genomen als vermogen voor 30%, van het deel dat hoger is dan € 3000,--. Hiermee wordt het advies van Stimulansz gevolgd. Het niet vrijgelaten deel van de schadevergoeding wordt als vermogen in aanmerking genomen op basis van artikel 34 lid 1 onder b van de Participatiewet.

  • 5.

    Voor wat betreft de statistisch te verwachten levensduur wordt uitgegaan CBS-statline.

    In ECLI:NL:CRVB:2023:909 was sprake van een vrijlating van € 125 per maand: ten tijde van het letsel circa 10% van de bijstandsnorm, wat door de CRvB als een beperkte hoogte werd aangeduid. Hiermee wordt het advies van Stimulansz gevolgd.

Artikel 9. Inlichtingenplicht

Behoeft geen toelichting.

Artikel 10.Citeertitel en inwerkingtreding

Behoeft geen toelichting.