Regeling beheer en toezicht BRP, Reisdocumenten en Rijbewijzen 2024

Geldend van 23-01-2025 t/m heden

Intitulé

Regeling beheer en toezicht BRP, Reisdocumenten en Rijbewijzen 2024

Burgemeester en wethouders van de gemeente Hof van Twente;

gelet op de

- Wet basisregistratie personen (Wet BRP);

- Paspoortwet

- Paspoortuitvoeringsregeling Nederland

- Reglement rijbewijzen

besluiten:

vast te stellen de navolgende regeling beheer en toezicht BRP, Reisdocumenten en rijbewijzen gemeente Hof van Twente 2024.

Hoofdstuk 1 Aanwijzen functionarissen

Artikel 1

Het college van burgemeester en wethouders wijst functionarissen aan die belast worden met het:

a. informatiebeheer BRP;

b. beveiligingsbeheer BRP;

c. privacybeheer BRP;

d. systeembeheer BRP;

e. toezicht BRP;

f. control informatiebeveiliging BRP.

g. beveiligingsbeheer reisdocumenten en rijbewijzen

h. autorisatiebeheer reisdocumenten en rijbewijzen

Artikel 2

De informatiebeheerder wijst functionarissen aan die worden belast met:

a. gegevensbeheer BRP;

b. applicatiebeheer BRP;

c. gegevensverwerking BRP;

d. het namens het college van burgemeester en wethouders afnemen van de in artikel 2.8, lid 2, onder sub e, van de wet bedoelde verklaring.

e. de aanwijzing van functionarissen op het gebied van reisdocumenten en rijbewijzen

Hoofdstuk 2 Het informatiebeheer

Artikel 3

De informatiebeheerder beheert de gemeentelijke voorziening, het gegevensmagazijn en het autorisatiebesluit.

Artikel 4

De informatiebeheerder voorziet in:

a. een jaarlijkse planning van de beheeractiviteiten;

b. een jaarlijkse rapportage over de resultaten die voortvloeien uit de in artikel 14 bedoelde kwaliteitssteekproef;

c. administratieve beheerprocedures, voor zover hier niet door of bij de wet in is voorzien;

d. periodiek overleg tussen hem en de op basis van de regeling aangewezen beheerders;

e. neemt deel aan binnen- en buiten gemeentelijk overleg over onderwerpen die het beheer van de Basisregistratie aangaan of hij zorgt ervoor dat iemand in zijn plaats gaat;

f. richtlijnen voor de bijhouding van de Basisregistratie personen.

Artikel 5

De informatiebeheerder is verantwoordelijk voor:

a. de uitvoering van het periodieke onderzoek op grond van artikel 4.3 van de wet naar de inrichting, de werking en de beveiliging van de basisregistratie, alsmede naar de verwerking van gegevens in de basisregistratie;

b. de periodieke toezending van een uittreksel van de resultaten van het onderzoek aan de Autoriteit Persoonsgegevens en aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

c. de naleving van door de Wet opgelegde verplichtingen ten aanzien van inrichting en bijhouding van de BRP;

d. de naleving van de in deze regeling opgenomen bepalingen;

e. het beheer van het informatiebeveiligingsplan BRP en waardedocumenten

f. actualisering van regelingen, reglementen en procedures ten aanzien van inrichting en bijhouding van de BRP;

g. de communicatie van wijzigingen in de procedures uit het informatiebeveiligingsplan BRP en waardedocumenten naar de medewerkers;

h. een juiste en adequate toekenning van autorisaties voor:

i. de in deze regeling genoemde beheerders;

j. de binnengemeentelijke afnemers, vallend binnen de grenzen van de verordening BRP.

Artikel 6

De informatiebeheer adviseert het college van burgemeester en wethouders over de navolgende aspecten die voortvloeien uit de BRP, te weten:

a. persoonsinformatievoorziening;

b. beveiliging;

c. gegevenskwaliteit;

Artikel 7

De informatiebeheerder beslist:

a. over de installatie van nieuwe of gewijzigde versies van het toepassingssysteem voor de gemeentelijke voorziening;

b. op verzoeken van organen van de gemeente Hof van Twente tot het verkrijgen van gegevens uit de BRP;

c. op verzoeken van derden als genoemd in artikel 3.6 van de wet en als genoemd in de bij verordening genoemde derden tot het verkrijgen van gegevens uit de BRP;

d. over de wijze van de verstrekking van gegevens met betrekking tot het bepaalde in dit artikel; onder b en c.

Artikel 8

De informatiebeheerder ziet er op toe dat:

a. de in deze regeling opgenomen bepalingen worden nageleefd;

b. de behandeling en afhandeling van verzoeken om gegevensverstrekking als genoemd in artikel 8 geschiedt volgens de bepalingen uit de wet, de verordening en de AVG;

c. de bij of krachtens de wet opgelegde verplichtingen ten aanzien van inrichting en het bijhouden, evenals de beveiliging van de gemeentelijke voorziening worden nageleefd.

d. dat alle in artikel 3 genoemde functionarissen, alsmede de systeembeheerder op de hoogte zijn van de installatie van nieuwe of gewijzigde versies van het toepassingssysteem voor de gemeentelijke voorziening en van de gevolgen van deze installatie.

e. de beveiligingsvoorschriften die voortvloeien uit het informatiebeveiligingsplan BRP en waardedocumenten worden nageleefd.

Hoofdstuk 3 Het gegevensbeheer

Artikel 9

De gegevensbeheerder is verantwoordelijk voor:

a. de juistheid, actualiteit en betrouwbaarheid van de gegevens die opgenomen zijn of worden in de gemeentelijke voorziening voor de Basisregistratie personen;

b. de inhoudelijke controle van de geselecteerde persoonslijsten voor de jaarlijkse zelfevaluatie BRP;

c. het beheer van documentatie op het gebied van de wet en overige regelgeving op het gebied van de Basisregistratie personen;

d. de communicatie met de overheidsorganen aan wie gegevens worden verstrekt uit de Basisregistratie personen en andere houders van voorzieningen voor de Basisregistratie personen over gegevensverwerking;

e. het verwerken van complexe mutaties en correcties met betrekking tot de Basisregistratie personen;

f. het uitzetten van richtlijnen met betrekking tot het actualiseren en corrigeren van persoonsgegevens in de gemeentelijke voorziening voor de Basisregistratie personen;

g. de afhandeling van verzoeken volgens artikel 15, 16, 20, 21 van de Algemene verordening gegevensbescherming en de daarbij behorende kennisgeving;

h. de dagelijkse controle of controle d.m.v. steekproeven van de in de Basisregistratie personen aangebrachte actualiseringen;

i. de verwerking van signalen uit de applicatie;

j. het berichtenverkeer

k. het in behandeling nemen van een melding van een overheidsorgaan die gerede twijfel heeft over de juistheid van een in de gemeentelijke voorziening van de BRP opgenomen (authentiek) gegevens en stelt het overheidsorgaan in kennis van deze beslissing.

l. de toezending van persoonslijsten in geval van:

- een eerste inschrijving uit het buitenland;

- een vervolginschrijving uit het buitenland;

- een correctie van een persoonslijst van een geregistreerde.

Artikel 10

De gegevensbeheerder voorziet in:

a. de behandeling van wijzigingsverzoeken als bedoeld in artikel 2.57, 2.58 en 2.59 van de Wet BRP;

b. controlewerkzaamheden ter waarborging van de kwaliteit van de Basisregistratie personen.

Artikel 11

De gegevensbeheerder is bevoegd, vanuit de in artikel 10 bedoelde verantwoordelijkheid de gegevensverwerkers aanwijzingen te geven betreffende de opname en bijhouding van gegevens in de gemeentelijke voorziening voor de Basisregistratie personen.

Artikel 12

Periodiek wordt de inhoudelijke kwaliteit van het bestand van persoonslijsten in de Basisregistratie personen gecontroleerd door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. De gegevensbeheerder voorziet in:

a. een doorlopende kwaliteitssteekproef en de uitvoering van de daarmee samenhangende verbetermaatregelen gericht op de handhaving van de kwaliteitsnorm van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

b. de uitvoering van het periodiek onderzoek op grond van artikel 4.3 van de Wet, voor wat betreft de verwerking van persoonsgegevens in de gemeentelijke voorziening.

Artikel 13

De gegevensbeheerder neemt deel aan het in artikel 5, onder d. genoemde overleg.

Hoofdstuk 4 Het systeembeheer

Artikel 14

De systeembeheerder is verantwoordelijk voor:

a. De technische inrichting, het onderhoud en continuïteit van en ondersteuning bij het gebruik van het toepassingssysteem;

b. het technisch onderhoud van het toepassingssysteem waarmee de gemeentelijke voorziening voor de Basisregistratie personen wordt gevoerd;

c. de fysieke beveiliging van het toepassingssysteem;

d. de beschikbaarheid van het toepassingssysteem in overeenstemming met de daarover gemaakte afspraken;

e. een zo spoedig mogelijke oplossing van storingen binnen het toepassingssysteem;

f. organiseren van de jaarlijkse test en rapportage van de back-upvoorziening (restore), in overleg met de informatiebeheerder;

g. organiseren van de jaarlijkse test en rapportage van de uitwijkvoorziening;

Artikel 15

De systeembeheerder voorziet in:

a. de fysieke beveiliging van het toepassingssysteem;

b. een dagelijkse back-up die wordt ondergebracht in een daartoe uitgeruste en beveiligde ruimte op een andere locatie dan de ruimte waarin de apparatuur voor de gemeentelijke voorziening van de BRP is opgesteld;

c. de technische installatie van gewijzigde of nieuwe versies van het toepassingssysteem;

d. de beschikbaarheid van het toepassingssysteem in overeenstemming met wat daarover intern en met derden is overeengekomen;

e. een zo spoedig mogelijke oplossing in geval van storingen binnen het toepassingssysteem, zo nodig door inschakeling van een derde.

f. de communicatie bij storingen in hard- en software;

g. een actueel uitwijkdraaiboek;

h. een uitwijkvoorziening;

i. het transport en een beveiligde opslag van verwijderbare gegevensdragers, evenals een deugdelijke vernietiging van onbruikbare gegevensdragers;

j. logging in het toepassingssysteem voor handelingen van de medewerkers, de gegevensbeheerder, de applicatiebeheerder, systeembeheerder en de leverancier van het toepassingssysteem;

Artikel 16

De systeembeheerder is bevoegd:

a. direct maatregelen te treffen wanneer de continuïteit van het toepassingssysteem of de daarin opgeslagen informatie acuut in het geding is; hij is verplicht achteraf hierover te rapporteren aan de informatiebeheerder;

b. aanwijzingen te geven over:

• beheer toepassingssystemen;

• beheer van bestanden;

• reconstructiemaatregelen.

Artikel 17

De systeembeheerder neemt indien nodig deel aan het in artikel 5 onder d genoemde overleg.

Hoofdstuk 5 Het applicatiebeheer

Artikel 18

De functioneel applicatiebeheerder is in samenwerking met de systeembeheerder verantwoordelijk voor het functioneren en de beschikbaarheid van de applicatie bij de gemeente.

Artikel 19

De functioneel applicatiebeheerder is verantwoordelijk voor:

a. de ondersteuning bij het gebruik van het toepassingssysteem;

b. het tijdig opschonen van de relevante bestanden in de database;

c. het beheer van de tabellen van de BRP;

d. het beheer van de gebruikersdocumentatie;

Artikel 20

De functioneel applicatiebeheerder is bevoegd:

a. gegevensverwerkers en het personeel van externe afdelingen/diensten die direct toegang hebben tot de Basisregistratie personen aanwijzingen te geven over het gebruik van het toepassingssysteem;

b. over het gebruik van de Basisregistratie personen gedragsregels op te stellen.

Artikel 21

De functioneel applicatiebeheerder voorziet in:

a. een logboek waarin bijzondere gebeurtenissen worden bijgehouden;

b. de toekenning van de autorisatieniveaus voor actualiseringen aan de gegevensverwerkers, de gegevensbeheerder, de applicatiebeheerder BRP en de informatiebeheerder op grond van een besluit van de informatiebeheerder;

c. de bijhouding van een dossier van de autorisaties die door de informatiebeheerder zijn toegekend;

d. het testen en evalueren van nieuwe versies van het toepassingssysteem, het testen en evalueren van nieuwe apparatuur;

e. de beoordeling van de gevolgen van de installatie van nieuwe en/of gewijzigde versies van het toepassingssysteem;

f. de bijhouding van een verzameling van alle problemen en klachten, die bij het gebruik van het toepassingssysteem ontstaan;

g. een oplossing, eventueel door inschakeling van het team i&a of een derde, voor de onder punt f in dit artikel genoemde problemen en klachten;

h. de voorlichting aan de alle in artikel 2 genoemde functionarissen met betrekking tot de gevolgen van een nieuwe of gewijzigde versie van het toepassingssysteem;

i. de vormgeving en inhoud van documenten, die rechtstreeks aan de Basisregistratie personen worden ontleend;

j. de afhandeling van verzoeken m.b.t. managementgegevens;

k. de behandeling van foutverslagen, voortvloeiend uit de inkomende netwerkberichten.

Artikel 22

De functioneel applicatiebeheerder ziet erop toe dat voorgeschreven procedures uit het informatiebeveiligingsplan BRP en waardedocumenten worden nageleefd.

Artikel 23

De functioneel applicatiebeheerder neemt indien nodig deel aan:

a. het overleg genoemd in artikel 5 onder d;

Hoofdstuk 6 Het privacybeheer

Artikel 24

De privacybeheerder adviseert de informatiebeheerder en het college van burgemeester en wethouders over de privacyaspecten die voortvloeien uit de uitvoering van de Wet BRP en de verordening.

De privacybeheerder is verantwoordelijk voor:

a. het dagelijkse toezicht op de naleving van de privacy voorschriften in relatie tot het gebruik van gegevens uit de BRP die voortvloeien uit de Wet BRP;

b. de advisering over de inhoudelijke afhandeling van de verzoeken als bedoeld in artikel 8, onder b, c en d van deze regeling.

Artikel 25

De privacybeheerder adviseert over:

a. de afhandeling van de verzoeken om inzage in de Basisregistratie personen in overeenstemming met artikel 2.55 van de wet of artikel 15 in de Algemene verordening gegevensbescherming (inzage);

b. de behandeling van alle verzoeken om verstrekkingsbeperking die op basis van artikel 2.59 van de wet ingediend worden en de eventuele privacy toets als bedoeld in artikel 3.21 lid 2 van de wet;

c. de afhandeling van verzoeken volgens artikel 15, 16, 20 en 21 van de Algemene verordening gegevensbescherming en de daarbij behorende kennisgeving;

d. de afhandeling van verzoeken om inzage in verstrekkingen uit de Basisregistratie personen aan overheidsorganen en derden.

Artikel 26

De privacybeheerder is bevoegd:

a. besluiten te nemen over verzoeken van overheidsorganen om incidentele selectieverstrekking uit de BRP op grond van artikel 3.5 van de wet, verzoeken om incidentele selectieverstrekking ten behoeve van onderzoeksdoeleinden op grond van 3.9 van de wet;

b. verzoeken van binnengemeentelijke overheidsorganen of derden te toetsen aan de wet en de gemeentelijke verordening;

c. op grond van het in artikel 26 onder b. genoemde toezicht, alle gebruikers van gegevens uit de Basisregistratie personen aanwijzingen te geven;

d. ongevraagd advies uit te brengen over alle procedures en producten die betrekking hebben op de Basisregistratie personen, waarbij de persoonlijke levenssfeer in het geding is.

e.

Artikel 27

De privacybeheerder is betrokken bij alle bezwaarschriftenprocedures die voortvloeien uit genomen beslissingen op grond van de Wet BRP voor zover hierbij privacyaspecten aan de orde zijn.

Hoofdstuk 7 De gegevensverwerking

Artikel 28

De gegevensverwerkers voorzien in:

a. het verwerken van de gegevens in de Basisregistratie personen volgens de voorschriften van de door de wet voorgeschreven systeembeschrijving (Logisch Ontwerp GBA) en de handleiding uitvoeringsprocedures, voor zover daarvoor geautoriseerd;

b. het verzamelen van de daarvoor bestemde gegevens;

c. het beoordelen van brondocumenten;

d. de archivering van de brondocumenten op grond waarvan de gegevens zijn verwerkt;de behandeling van mutaties;

e. de behandeling van het netwerkverkeer;

f. de toetsing van de waarde die aan overgelegde brondocumenten kan worden toegekend aan de hand van artikel 2.8 van de wet en ziet erop toe dat geen gegevens worden verwerkt uit documenten waaraan door de wet geen ontleningstatus is gegevens;

g. de kennisgeving aan de ingeschrevene voor wat betreft de verwerking van:

- wijziging van het naamgebruik;

- vervolginschrijving voor zover het een adreswijziging betreft die leidt tot opname in de Basisregistratie personen;

- de toezending van de complete persoonslijst aan de ingeschrevene ingeval van een inschrijving in de Basisregistratie personen;

- de afhandeling van de verzoeken om inzage in de Basisregistratie personen in overeenstemming met artikel 2.55 van de Wet (inzage);

- de behandeling van alle verzoeken om verstrekkingsbeperking die op basis van artikel 2.59 van de wet ingediend worden en de eventuele privacy toets als bedoeld in artikel 3.21 lid 2 van de Wet;

- de kennisgeving volgens artikel 19 van de Algemene verordening gegevensbescherming;

- de afhandeling van verzoeken om inzage in verstrekkingen uit de Basisregistratie personen aan overheidsorganen en derden.

Artikel 29

De gegevensverwerkers:

a. beslissen op aangiften en verzoekschriften die op grond van de wet worden gedaan met inachtneming van het gestelde in artikel 30 en voor zover hier niet op andere wijze in is voorzien;

b. beslissen over het verwerken van resultaten van onderzoeken die zijn ingesteld naar aanleiding van een melding van een overheidsorgaan;

c. stellen overheidsorganen in kennis van de beslissing volgens sub b. van dit artikel.

Hoofdstuk 8 De toezichthouder

Artikel 30

De toezichthouder als bedoeld in artikel 4.2 van de Wet BRP, is verantwoordelijk voor het toezicht op de naleving van de verplichtingen van de burger volgens hoofdstuk 2, afdeling 1, paragraaf 5 van de Wet BRP.

Artikel 31

De toezichthouder controleert of de burger voldoet aan zijn verplichtingen met betrekking tot de inschrijving in de BRP (artikel 2.38), de wijziging van diens adres (2.39), het rechtmatig gebruik van een briefadres (2.40 t/m 2.42), zijn vertrek uit Nederland (2.43) en de verstrekking van alle inlichtingen die nodig zijn voor de bijhouding van de BRP.

Artikel 32

De toezichthouder ziet er op toe dat, indien de burger niet zelf aan zijn verplichtingen voldoet of kan voldoen, de verplichtingen worden vervuld door degene die daartoe bevoegd is op grond van de artikelen 2.49 en 2.50 van de Wet BRP.

Artikel 33

a. De toezichthouder ontleent de in lid 2 van dit artikel genoemde bevoegdheden aan hoofdstuk 5 van de Algemene wet bestuursrecht.

b. De toezichthouder is in verband met de uitvoering van de taken als genoemd in artikel 32, bevoegd:

- met uitzondering van het zonder toestemming van een bewoner betreden van een woning, elke plaats te betreden met mee neming van apparatuur (zoals laptop, fotocamera);

- zich zo nodig toegang verschaffen met behulp van de sterke arm;

- zich te laten vergezellen door personen die door hem zijn aangewezen;

- inlichtingen te vorderen;

- inzage te vorderen van een identiteitsbewijs;

- zakelijke gegevens te vorderen, kopieën te maken of documenten mee te nemen om te kopiëren;

- onderzoek te doen;

- rapport op te maken in geval van een geconstateerde overtreding van de bepalingen van de Wet BRP, als genoemd in artikel 32.

Artikel 34

De toezichthouder voert zijn werkzaamheden uit in samenspraak met de gegevensverwerker en koppelt het resultaat van zijn werkzaamheden terug aan de gegevensverwerker.

Artikel 35

a. De toezichthouder is bevoegd om namens burgemeester en wethouders een bestuurlijke boete op te leggen;

b. De toezichthouder neemt bij gebruik van de bevoegdheid als bedoeld in lid 1 van dit artikel binnen de Gemeente Hof van Twente geldende beleidsregels in acht.

Artikel 36

De toezichthouder legt het resultaat van zijn werkzaamheden vast in een onderzoekrapportage en draagt zorg voor dossiervorming.

Hoofdstuk 9 Het beveiligingsbeheer

Artikel 37

a. De beveiligingsbeheerder is verantwoordelijk voor de inrichting, organisatie en uitvoering van het informatiebeveiligingsbeleid op het gebied van de persoonsinformatievoorziening.

b. De beveiligingsbeheerder coördineert de opstelling en uitvoering van het informatiebeveiligingsplan BRP en waardedocumenten voor de gemeentelijke voorzieningen waarmee de Gemeente Hof van Twente uitvoering geeft aan de Wet BRP.

Artikel 38

a. De beveiligingsbeheerder ondersteunt en adviseert de informatiebeheerder op het gebied van informatiebeveiliging op zodanige wijze, dat de informatiebeheerder

b. De beveiligingsbeheerder controleert de uitvoering van de beveiligingsmaatregelen van het informatiebeveiligingsplan BRP en waardedocumenten

Artikel 39

De beveiligingsbeheerder is bevoegd:

a. uit hoofde van diens verantwoordelijkheid als bedoeld in artikel 38, alle gebruikers van gegevens uit de Basisregistratie personen aanwijzingen te geven;

b. ongevraagd advies uit te brengen over alle procedures en producten die betrekking hebben op de Basisregistratie personen, waarbij de beveiliging in het geding is.

Artikel 40

De beveiligingsbeheerder:

a. onderkent en reageert op incidenten en adviseert over de maatregelen die nodig zijn om de gevolgen van een incident te beperken en om herhaling te voorkomen;

b. stelt passende normen en controlemaatregelen op;

c. implementeert beveiligingsmaatregelen;

d. coördineert en handhaaft de uitvoering van de maatregelen als hierboven in dit artikel genoemd.

Artikel 41

De beveiligingsbeheerder is het aanspreekpunt op het gebied van informatiebeveiliging en bevordert het beveiligingsbewustzijn bij management en medewerkers.

Artikel 42

De beveiligingsbeheerder:

a. neemt indien nodig deel aan het in artikel 5, onder d. genoemde overleg;

b. participeert in de ontwikkeling en formulering van het gemeentebrede informatiebeveiligingsbeleid.

Artikel 43

De beveiligingsbeheerder rapporteert jaarlijks over de informatieveiligheid aan de informatiebeheerder en verzorgt de bijdragen aan de gemeentebrede managementrapportage over de informatieveiligheid met betrekking tot de persoonsinformatievoorziening.

Hoofdstuk 10 Beveiligingscontrol BRP

Artikel 44

De controller informatiebeveiliging is verantwoordelijk voor het toezicht op naleving van de beveiligingsmaatregelen en –procedures zoals uitgewerkt in het plan Informatiebeveiliging en met inachtneming van de voor de gemeente vastgestelde baseline informatiebeveiliging gemeenten.

Artikel 45

De controller informatiebeveiliging is bevoegd om het management van het team burgerzaken dwingende adviezen te geven ten aanzien van de naleving van de beveiligingsvoorschriften, die voortvloeien uit de Wet BRP en het plan Informatiebeveiliging.

Artikel 46

De controller informatiebeveiliging ziet er op toe dat:

a. beveiligingsvoorschriften die voortvloeien uit de Wet BRP en het plan Informatiebeveiliging worden nageleefd;

b. de in deze regeling opgenomen bepalingen inzake beveiliging worden nageleefd.

Artikel 47

De controller informatiebeveiliging adviseert rechtstreeks aan het college van burgemeester en wethouders over beveiligingsaspecten die uit het plan Informatiebeveiliging voortvloeien.

Artikel 48

De controller informatiebeveiliging voorziet in een jaarlijks verslag over de activiteiten inzake het Beveiligingsbeheer van de gemeentelijke voorziening BRP.

Hoofdstuk 11 Beveiligingsbeheer Reisdocumenten en Rijbewijzen

Artikel 49

De beveiligingsfunctionaris reisdocumenten en rijbewijzen heeft rechtstreekse verantwoordelijkheid naar de burgemeester zonder tussenkomst van leidinggevenden in de lijn.

Artikel 50

De beveiligingsfunctionaris reisdocumenten en rijbewijzen mag geen werkzaamheden uitvoeren die betrekking hebben op de processen reisdocumenten en rijbewijzen. Er dient sprake te zijn van volledige functiescheiding met zowel de operationele taken en de beheersactiviteiten.

Artikel 51

De beveiligingsfunctionaris reisdocumenten en rijbewijzen is belast met en verantwoordelijk voor:

a. De controle op de naleving van de beveiligingsprocessen, -procedures en instructies betreffende reisdocumenten mede aan de hand van de normeringen uit de zelfevaluatie PNIK;

b. De controle op een juiste afhandeling van de zelfevaluatie PNIK;

c. Het (laten) verrichten van onderzoek bij beveiligingsincidenten met het doel dergelijke situaties in de toekomst te voorkomen;

d. Het naar aanleiding van onderzoek/controles en/of incidenten signaleren van knelpunten en/of tekortkomingen in de beveiligingsvoorzieningen.

e. Het bewaken van uit te voeren acties voortkomend uit onderzoek, incidenten of de jaarlijkse risicoanalyse;

f. Het toezicht houden op de actualiteit van het Informatiebeveiligingsplan BRP en waardedocumenten, alsmede de uitvoering van de beveiligingsmaatregelen;

g. Gevraagd en ongevraagd advies geven aan de burgemeester en het managementteam over verbeteringen ten aanzien van de beveiliging;

h. Het adviseren bij het ontwikkelen van nieuwe beveiligingsprocedures en onderhouden/aanpassen van bestaande beveiligingsprocedures;

i. Het bevorderen van eenduidigheid, efficiëntie en effectiviteit ten aanzien van beveiligingsaspecten door het ten minste eenmaal per jaar geven van voorlichting en instructie aan medewerkers en het toetsen van de bestaande beveiligingsprocedures en –processen;

j. Het toezicht houden of (nieuwe) medewerkers worden geïnstrueerd en bekendgemaakt met de beveiligingsprocedures en –processen met betrekking tot reisdocumenten;

k. Toezien op het naleven van de voorschriften over functiescheiding;

l. Het registreren van de meldingen van beveiligingsincidenten;

m. Het rapporteren aan de burgemeester betreffende de stand van zaken van beveiliging, eventueel naar aanleiding van bijzonderheden/incidenten;

n. Het rapporteren van de uitkomsten van controles en onderzoeken aan de burgemeester.

Hoofdstuk 12 autorisatiebeheer reisdocumenten en rijbewijzen

Artikel 53

De autorisatiebevoegde reisdocumenten en rijbewijzen is rechtstreeks verantwoording verschuldigd aan de burgemeester zonder tussenkomst van de leidinggevenden in de lijn.

Artikel 54

De autorisatiebevoegde reisdocumenten en rijbewijzen is verantwoordelijk voor:

a. Het autorisatiebeheer van identificatiekaarten en de registratie van de personen aan wie hij gedurende een bepaald tijdvak een identificatiekaart verstrekt en daarmee hem de bevoegdheid verleend tot het verrichten van handelingen binnen het RAAS of het rijbewijssysteem.

b. Het houden van toezicht op het zorgvuldige en stipt uitvoeren van de regelgeving en procedures geldend voor de omgang met het RAAS en het rijbewijssysteem.

Artikel 55

De autorisatiebevoegde reisdocumenten en rijbewijzen voorziet in:

a. Het dagelijks (laten) controleren of de gegevens op de back-up tapes goed zijn weggeschreven, door het controleren van de logbestanden;

b. Het indien nodig afhandelen van systeemsignalen;

c. Het onderhouden van contact met de leverancier van de systemen;

d. Het bekend maken van en toelichting geven over nieuwe of gewijzigde procedures binnen het RAAS of het rijbewijssysteem, in de richting van de betrokken medewerkers.

e. Het toekennen, wijzigen en intrekken van autorisaties

f. Het bijhouden van een registratie van uitgereikte autorisaties en het afleggen van verantwoording hierover;

Hoofdstuk 11 Slotbepalingen

Artikel 56

De in deze regeling opgenomen bepalingen gelden voor de gemeentelijke voorzieningen als bedoeld artikel 1.2 en 1.4 van de Wet BRP evenals voor de in de gemeentelijke voorziening genoemde aangehaakte gegevens en voor de Basisgegevens uit de BRP in het datadistributiesysteem/gegevensmagazijn.

Artikel 57

Deze regeling treedt in werking op de 1e dag na die waarop zij is bekend gemaakt.

De ‘Regeling beheer en toezicht Basisregistratie personen Gemeente Hof van Twente’ zoals vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hof van Twente op 30 september 2014 wordt hiermee ingetrokken.

Artikel 58

Deze regeling wordt aangehaald als: ‘Regeling beheer en toezicht BRP, Reisdocumenten en rijbewijzen Gemeente Hof van Twente 2024’.

Aldus vastgesteld d.d. 17 december 2024.

Burgemeester en wethouders van Hof van Twente,

de secretaris, de burgemeester

drs. Lacroix, drs. H.A.M. Nauta-van Moorsel MPM

Ondertekening