Volmachtregeling Vervoer Gooi en Vechtstreek BV

1. De verlening van een volmacht dan wel een machtiging geschiedt in de ruimste zin van het woord ter realisatie van de opgedragen taak.

2. De gevolmachtigde is bevoegd tot het verrichten van alle handelingen, die noodzakelijk zijn voor de voorbereiding en de uitvoering van een door hem krachtens volmacht genomen besluit.

3. De uitoefening van de bevoegdheden geschiedt binnen de grenzen en met inachtneming van het ter zake geldende recht, specifiek met inachtneming van artikel 6 Boek 2 BW en bij of krachtens wettelijke regelingen of door het bestuur vastgestelde richtlijnen, beleidsregels, evenals de financiële afspraken die gelden op grond van de regeling voor de uitoefening van de opgedragen taak.

4. Een ieder aan wie op basis van dit besluit een volmacht of machtiging (of eventueel het recht van substitutie) is verleend past de algemene dan wel de specifieke instructie van het bestuur toe.

5. Het bestuur zorgt er voor dat de manager over de aan het bestuur bekende informatie beschikt die noodzakelijk is voor een correcte uitvoering van de bevoegdheden die in volmacht worden uitgevoerd. De manager zorgt er voor dat de personen aan wie hij opdracht of indien noodzakelijk een machtiging verleent, eveneens beschikt over de informatie bedoeld in de eerste volzin.

6. Waar een volmacht of een machtiging is verleend tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen ter uitvoering van een daarop betrekking hebbend bestuursbesluit, wordt onder de volmacht ook begrepen het bewaken van de uitvoering van die rechtshandeling, waartoe onder meer worden gerekend ingebrekestelling, ontbinding, vorderen tot nakoming, opzegging van een overeenkomst en alle andere besluiten, die hiermee verband (kunnen) houden, met uitzondering van de beslissing tot het voeren van een rechtsgeding.

7. Een in volmacht te nemen besluit mag niet worden genomen, indien:

• a.

  het besluit leidt tot afwijking van of aanvulling op het tot dan toe door het bestuur gevoerde beleid, dan wel indien er precedentwerking te verwachten is;

• b.

  het besluit niet past binnen de daartoe bestemde budgetten dan wel er geen dekking is voor de financiële gevolgen van het besluit;

• c.

  er persoonlijke betrokkenheid - waaronder tevens wordt verstaan belangen van familieleden van de gevolmachtigde - bestaat bij het te nemen besluit;

• d.

  de financiële en/of andere gevolgen voor de BV niet volledig kunnen worden overzien.

1. Indien en voor zover niet anders is aangegeven is het de gevolmachtigde toegestaan het recht van substitutie (doorgeven van volmacht in de vorm van een machtiging) aan andere functionarissen binnen de organisatie van Vervoer Gooi en Vechtstreek BV te verlenen, tenzij dit uitdrukkelijk in het bevoegdhedenregister is uitgesloten. Op een doorgegeven volmacht zijn alle bepalingen van dit besluit van overeenkomstige toepassing.

2. Het doorgeven van de volmacht via een machtiging geschiedt bij schriftelijk besluit door de gevolmachtigde. De oorspronkelijk gevolmachtigde blijft verantwoordelijk voor de uitvoering van de doorgegeven bevoegdheden. Deze doorgegeven bevoegdheden worden, indien deze functioneel van structurele aard zijn, onder verantwoordelijkheid van de manager in het Handelsregister opgenomen.

3. Doorgegeven volmachten worden voorafgaande aan de effectuering en taaktoedeling met onderbouwing van de noodzaak ter instemming voorgelegd aan het bestuur.

1. De gevolmachtigde of degene die in de plaats van de gevolmachtigde de (rechts)handeling verricht, stelt het bestuur in kennis van krachtens volmacht te nemen besluiten en/of te verrichten (rechts)handelingen waarvan kennisneming door het bestuur wenselijk is. Hier is in ieder geval sprake van indien:

• a.

  de maatschappelijke, beleidsmatige, politieke, juridische of financiële omstandigheden daartoe aanleiding geven;

• b.

  advies nodig is van anderen dan de gevolmachtigde of onder hem ressorterende medewerkers en het advies niet aansluit op het eigen standpunt van gevolmachtigde, dan wel niet tot dezelfde uitkomsten leidt;

• c.

  de manager het noodzakelijk acht af te wijken van de door het bestuur vastgestelde kaders en het beleid.

2. De manager draagt zorg voor periodieke verslaglegging van de door hem in mandaat en onder zijn verantwoordelijkheid werkzame personen krachtens volmacht genomen besluiten en van krachtens volmacht verrichte rechtshandelingen via de reguliere planning en controlecyclus, een en ander in overleg met het bestuur.