Beleidsregels Subsidieverstrekking Sturing en Toezicht Velsen 2025

Geldend van 01-01-2025 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels Subsidieverstrekking Sturing en Toezicht Velsen 2025

Het college van burgemeester en wethouders van Velsen;

Gelet op titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene subsidieverordening Velsen 2023;

In aanmerking nemend de Notitie sturing en toezicht op de bedrijfsvoering van gesubsidieerde organisaties van 10 oktober 2017;

Overwegend dat het voor de gemeente van belang is om meer inzicht te krijgen in de bedrijfsvoering van gesubsidieerde organisaties voor het bereiken van de volgende doelen:

- een constructieve en zakelijke samenwerkingsrelatie tussen subsidieontvangers en gemeente op zowel inhoudelijke ambities als (financiële) bedrijfsvoering;

- het voorkomen of tijdig onderkennen van inhoudelijke en financiële problemen bij subsidieontvangers, zowel door de betreffende organisaties als de gemeente.

Overwegende dat in de Algemene subsidieverordening Velsen 2023 de verantwoordingsvereisten en de verantwoordingsbedragen zijn gewijzigd;

stelt de volgende beleidsregels voor de toepassing van sturing en toezicht bij subsidieverstrekking vast.

1. Begrippen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

a. Awb: de Algemene wet bestuursrecht;

b. ASV: de Algemene subsidieverordening Velsen 2023;

c. Subsidieregeling: algemeen verbindende voorschriften vastgesteld door het college op basis van de ASV waarin op bepaalde punten afgeweken wordt van de bepalingen van de ASV (nadere regels).

d. Sturing: eisen en voorwaarden die het college in de vorm van verplichtingen vooraf stelt aan de gesubsidieerde activiteiten en aan de bedrijfsvoering van een gesubsidieerde organisatie;

e. Toezicht: maatregelen waarmee de gemeente de uitvoering van de in het kader van sturing opgelegde eisen en voorwaarden monitort.

f. Toezichthouder: toezichthouder zoals bedoeld in artikel 5:11 Awb.

2. Toepassing

1. Deze beleidsregels zijn van toepassing op subsidies die worden verstrekt met toepassing van de ASV, een specifieke subsidieverordening of subsidieregeling.

2. Deze beleidsregels zijn zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing op subsidies die niet worden verstrekt met toepassing van de ASV of een subsidieverordening of -regeling.

3. Ten aanzien van subsidieverstrekking waarop vanwege Europese cofinanciering of ter voorkoming van ongeoorloofde staatssteun Europees rechterlijke voorschriften van toepassing zijn, zijn deze beleidsregels van toepassing, voor zover zij niet strijdig zijn met deze voorschriften.

3. Processtappen

In het proces van sturing en toezicht worden de volgende drie stappen onderscheiden:

1. Basissturing;

2. Basistoezicht en risicoanalyse;

3. Verscherpte sturing en toezicht.

4. Basissturing

1. Aanvraag

De subsidieaanvraag bevat een activiteitenplan en een begroting. Deze stukken worden beoordeeld aan de hand van de volgende criteria:

a. Activiteitenplan:

1. Het activiteitenplan beschrijft de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd

2. Het activiteitenplan bevat minimaal de informatie die de gemeente op het aanvraagformulier heeft voorgeschreven en heeft een zichtbare relatie met het gemeentelijke beleid en doelstellingen.

b. Begroting:

1. De begroting bevat de kosten van de activiteiten en een dekkingsplan waarmee de begroting sluitend is.

2. De raming van de begrotingsposten is gebaseerd op het activiteitenplan.

3. De ramingen zijn onderbouwd met realistische aannames.

2. Subsidieverlening

1. In het kader van basissturing legt het college op grond van artikel 4:37 Awb bij subsidieverlening de volgende verplichtingen ten aanzien van de verantwoording op:

a. In de jaarrekening zijn gerealiseerde lasten en baten zo veel mogelijk gerelateerd aan de uitvoering van het activiteitenplan.

b. Afwijkingen tussen gerealiseerde lasten en baten en de begroting zijn toegelicht met onderbouwde analyses die goed inzicht geven in de financiële en inhoudelijke stand van zaken.

2. Aan ontvangers van subsidies boven de € 62.000,-- (prijspeil 2025) worden aanvullend de onderstaande bedrijfsmatige verplichtingen opgelegd. Dit bedrag wordt jaarlijks verhoogd met het voor subsidies vastgestelde indexeringspercentage in de gemeentelijke begroting.

a. Administratieve organisatie/interne controle:

- Kritische bedrijfsvoeringprocessen zijn beschreven;

- De processen bevatten scheiding van verantwoordelijkheden en bevoegdheden;

- Er vindt interne controle plaats op nakoming van de procesgang op basis van een intern controleplan

b. Financiële administratie:

- Er is een verplichtingenadministratie;

- Er is een activa-administratie;

- Er is een contractadministratie;

- Er is een protocol voor eenduidige wijze van boeken;

- Het zogeheten vier-ogen-principe is bij betalingen aantoonbaar gewaarborgd;

- mutaties in de financiële administratie vinden aantoonbaar plaats volgens het zogeheten vier-ogen-principe.

c. Planning & Control:

- Het P&C-proces (inclusief planning) is beschreven;

- Er zijn formats voor de verschillende P&C-producten;

d. De begroting is een meerjarenbegroting voor de komende drie jaren.

e. In een kwartaal of halfjaarrapportage legt de gesubsidieerde organisatie rekening en verantwoording af over de tot dan verrichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten. De rapportage bevat tevens een eindejaar prognose alsmede een 12-maanden-voortschrijdende liquiditeitsprognose.

3. Aan ontvangers van subsidies boven de € 100.000,-- worden betreffende de jaarrekening aanvullend de volgende verplichtingen opgelegd:

a. In de jaarrekening is een continuïteitsparagraaf opgenomen waarin risico’s en beheersmaatregelen worden genoemd.

b. De jaarrekening bevat financiële indicatoren (tenminste liquiditeit en solvabiliteit), zowel de door de subsidieontvanger zelf daaraan gestelde normen als de einde boekjaar gerealiseerde indicatoren.

5. Basistoezicht

  • 1.

    Het toezicht op de uitvoering van de op grond van artikel 4 opgelegde verplichtingen vindt plaats door middel van een door ontvangers van (structurele) subsidies boven de € 62.000,-- (prijspeil 2025) periodiek in te vullen zelfscan. Dit bedrag wordt jaarlijks verhoogd met het voor subsidies vastgestelde indexeringspercentage in de gemeentelijke begroting.

  • 2.

    Het college stelt een model vast voor de zelfscan.

  • 3.

    Het college kan subsidieontvangers verzoeken om de uitkomst van de zelfscan met bewijzen te onderbouwen.

  • 4.

    Indien de zelfscan hiertoe aanleiding geeft, kan het college besluiten om een aanvullend onderzoek te doen.

6. Risicoanalyse

  • 1.

    Aan de hand van de gegevens uit de zelfscan, bewijsvoering en eventueel aanvullend onderzoek stelt het college vast of de verplichtingen die in het kader van basissturing zijn opgelegd adequaat zijn uitgevoerd en voldoende zekerheid bieden dat de activiteiten binnen de kaders kunnen worden uitgevoerd.

  • 2.

    De uitkomst van deze risicoanalyse wordt met de gesubsidieerde organisatie gedeeld.

  • 3.

    Op basis van de uitkomst van de risicoanalyse en eventueel gesignaleerde verbeterpunten bepaalt het college met welke frequentie de zelfscan door de gesubsidieerde organisatie wordt uitgevoerd.

7. Verscherpte sturing en toezicht

  • 1.

    Aan de hand van de uitkomst van de risicoanalyse en het daarover met de gesubsidieerde organisatie gevoerde gesprek kan het college besluiten om bij de volgende subsidieverlening over te gaan tot verscherpte sturing en toezicht.

  • 2.

    In dat geval treedt het college met de organisatie in overleg over specifieke inhoudelijke en/of bedrijfsmatige wijzigingen/ verbeteringen en vertaalt dit in de beschikking tot subsidieverlening.

  • 3.

    Het college monitort de voortgang van de wijzigingen/verbeteringen en kan hiervoor bij subsidies van meer dan € 62.000,-- (prijspeil 2025) een toezichthouder aanwijzen. Dit bedrag wordt jaarlijks verhoogd met het voor subsidies vastgestelde indexeringspercentage in de gemeentelijke begroting.

  • 4.

    In spoedeisende gevallen kan het college besluiten om de besproken maatregelen van toepassing te verklaren voor het lopende subsidiejaar.

  • 5.

    Het college kan de organisatie verplichten door middel van een periodieke rapportage de stand van zaken met betrekking tot de inhoudelijke en financiële voortgang van de uitvoering van het activiteitenplan en de in het kader van verscherpte sturing en toezicht opgelegde verplichtingen terug te koppelen.

8. Beëindigen van verscherpte sturing en toezicht

  • 1.

    Het college monitort periodiek of de bedrijfsmatige wijzigingen / verbeteringen zoals vastgelegd in de subsidiebeschikking naar tevredenheid zijn doorgevoerd en geïmplementeerd in de organisatie;

  • 2.

    Indien de wijzigingen / verbeteringen naar het oordeel van het college voldoende zijn doorgevoerd, kan zij besluiten de verscherpt sturing en toezicht te beëindigen.

  • 3.

    Indien een toezichthouder is aangesteld wordt aan deze advies gevraagd over het beëindigen van de verscherpte sturing en toezicht.

9. Slotbepalingen

  • 1.

    Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als beleidsregels Subsidieverstrekking Sturing en Toezicht Velsen 2025.

  • 2.

    Deze beleidsregels treden in werking per 1 januari 2025 onder gelijktijdige intrekking van de Beleidsregels Subsidieverstrekking Sturing en Toezicht Velsen 2020.

Ondertekening

Vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van Velsen

van 17 december 2024.

De secretaris, De burgemeester,

D. Veurink F. C. Dales