Uniform handhavingsbeleid warenmarkten en bijbehorende stappenplan

In de Marktverordening Amsterdam 2016 is een groot aantal rechten en plichten voor de marktonder- nemer opgenomen. Indien de marktondernemer zich niet houdt aan de plichten kan het college van burgemeester en wethouders handhavend optreden. In de marktverordening is bepaald dat de onder- nemer of zijn vervanger kan worden verwijderd van de markt voor de duur van maximaal één week, een vergunning, vervangerskaart, ontheffing of inschrijving kan worden geweigerd of een vergunning, vervangerskaart, ontheffing kan worden ingetrokken voor bepaalde of onbepaalde tijd.

Op grond van bepalingen uit de Algemene wet bestuursrecht is het ook mogelijk om een last onder dwangsom of een last onder bestuursdwang op te leggen. Van deze bevoegdheden kan op verschillende wijze gebruik worden gemaakt. In dit beleid is door middel van een stappenplan bepaald op welke wijze handhavend wordt opgetreden.

Dit beleid is van toepassing op de handhaving van alle markten in Amsterdam.

Dit beleid heeft betrekking op overtreding van de regels die bij of krachtens de Marktverordening zijn vastgesteld. De uitoefening van de handhavingsbevoegdheden kan worden overgedragen door middel van delegatie of (onder) mandaat aan het algemeen bestuur van de bestuurscommissie en het Markt- bureau .

In hoofdstuk 6 van het bevoegdhedenregister (bijlage 3 bij de Verordening op de bestuurscommissies), heeft het college bepaald welke bevoegdheden op grond van de Marktverordening zijn overgedragen aan de algemeen besturen van de bestuurscommissies.

De algemeen Besturen kunnen ervoor kiezen om hun bevoegdheden over te dragen aan het Marktbureau. In het Mandaatbesluit van het college aan het Marktbureau zijn de bevoegdheden opgenomen die het Marktbureau namens het college uitoefent.

Verwijdering van de markt, weigerings- en intrekkingsgronden beschikkingen

In hoofdstuk 6 van de Marktverordening zijn de twee belangrijkste bepalingen opgenomen op grond waarvan maatregelen kunnen worden opgelegd: artikel 6.1 geeft mogelijkheden om een ondernemer van de markt te verwijderen voor de duur van maximaal één week en in artikel 6.2 zijn de weigerings- en intrekkingsgronden ten aanzien van beschikkingen markthandel opgenomen.’

Artikel 6.1 Verwijdering van de markt

• 1.

  Het college kan de marktondernemer gelasten zich voor de duur van ten hoogste een week van de markt te verwijderen, die:

  • a.

    de orde op de markt verstoort of in gevaar brengt;

  • b.

    zich aan wangedrag of bedrog schuldig maakt; of

  • c.

    de toezichthouders op de naleving van deze verordening in de uitoefening van hun taak belemmert.

• 2.

  Het college kan de standwerker die niet of onvoldoende actief is, gelasten zich van de markt te verwijderen en kan hem voor de duur van ten hoogste een week de toegang tot de markt ontzeg- gen.

• 3.

  Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op de houder van een vervangerskaart of degene die de ondernemer met toepassing van artikel 3.20 vervangt.

• 4.

  Degene tot wie de last zich richt, voldoet hieraan onmiddellijk.

Artikel 6.2 Weigerings- en intrekkingsgronden beschikkingen markthandel

• 1.

  Het college weigert een vergunning voor een marktplaats indien:

  • a.

    de aanvrager niet is ingeschreven in het register;

  • b.

    niet wordt voldaan aan de nadere regels die met betrekking tot de op een themamarkt te verhandelen waren zijn gesteld;

  • c.

    bij de dagelijkse indeling, bedoeld in artikel 3.10, geen marktplaats kan worden verkregen.

• 2.

  Het college kan een vergunning als bedoeld in het eerste lid, alsmede een ontheffing, een vervangerskaart voor bepaalde of onbepaalde termijn intrekken, dan wel weigeren een vergunning voor een losse marktplaats op een markt voor bepaalde of onbepaalde termijn te verlenen:

  • a.

    indien de houder niet meer beschikt over een geldig bewijs van inschrijving in het register;

  • b.

    indien ter verkrijging van de beschikking zodanig onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt dat de beschikking zou zijn geweigerd als de juiste gegevens bekend waren geweest;

  • c.

    op verzoek van de houder;

  • d.

    na diens overlijden;

  • e.

    indien de plaats van de houder op de marktlijst is doorgehaald;

  • f.

    indien de houder van de beschikking daarvan geen gebruik maakt binnen een daarin gestelde termijn of, bij gebreke daarvan, binnen een redelijke termijn;

  • g.

    indien niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld is voldaan;

  • h.

    indien de houder de in artikel 6.1 genoemde gedragingen pleegt dan wel anderszins in strijd handelt met hetgeen bij of krachtens deze verordening is bepaald;

  • i.

    indien de houder de aan de beschikking verbonden voorschriften of beperkingen niet naleeft;

  • j.

    indien niet langer wordt voldaan aan de nadere regels die met betrekking tot de op een themamarkt te verhandelen waren zijn gesteld;

  • k.

    indien op grond van een wijziging van omstandigheden of inzichten moet worden aangenomen dat de intrekking wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan het beschikkingsvereiste is gesteld.

• 3.

  In aanvulling op het voorgaande lid trekt het college de vervangerskaart in:

  • a.

    op verzoek van de ingeschrevene bij wie de vervanger in het register is bijgeschreven;

  • b.

    indien de ingeschrevene bij wie de vervanger in het register is bijgeschreven, is overleden;

  • c.

    indien de houder niet meer beschikt over een geldig bewijs van bijschrijving in het register;

  • d.

    indien de houder zich heeft ingeschreven in het register op grond van artikel 2.1.

Toezicht

Voorafgaand aan de handhaving moeten de feiten worden verzameld; daarmee wordt een dossier opgebouwd. Dit geschiedt door aangewezen toezichthouders van het Marktbureau. Bij het Marktbureau zijn dit de markttoezichthouders die dagelijks toezicht houden op de markt. Bepaalde overtredingen van de Marktverordening kunnen ook door toezichthouders van de stadsdeelorganisatie worden geconstateerd. In artikel 7.2 van de Marktverordening is een bepaling opgenomen over het toezicht op de naleving: Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde zijn belast de door het college aangewezen ambtenaren, personen of categorieën van ambtenaren. In hoofdstuk 5.2 van de Algemene wet bestuursrecht is bepaald wat de bevoegdheden zijn van de toezichthouders.

Dwangsom en bestuursdwang

Op grond van hoofdstuk 5 van de Algemene wet bestuursrecht is een bestuursorgaan onder andere bevoegd om handhavend op te treden middels een last onder dwangsom en een last onder bestuursdwang.

Strafrechtelijk handhaven

Het is ook mogelijk om strafrechtelijk op te treden tegen overtreding van het bij of krachtens het bepaalde in de Marktverordening (artikel 7.1 Marktverordening). Hiervan kan gebruik worden gemaakt als bestuursrechtelijk optreden ongeschikt of ontoereikend is om op te treden tegen een overtreding. In artikel 7.1 van de Marktverordening is de grondslag voor strafrechtelijk optreden opgenomen. Het stappenplan betreft uitsluitend de bestuursrechtelijke handhaving.

Bij het bestuursrechtelijk handhaven is alles gericht op herstel. Bij strafrechtelijk handhaven gaat het om direct beëindigen van de overtreding of misdrijf en is vaak gericht op leedtoebrenging (straf) zoals boete of hechtenis. Er zijn ook situaties waarbij de overtreding rechtstreeks in verband staat met het strafrecht. De denken valt aan bijvoorbeeld het verhandelen van drugs. Wanneer bijvoorbeeld de politie direct moet optreden is de Marktverordening doorgaans niet toereikend, dan past strafrechtelijk hand- haven.

Bestuurlijke boete

Op 30 november 2016 heeft de gemeenteraad de Verordening Bestuurlijke Boete Overlast in de Open- bare Ruimte vastgesteld. Deze verordening is in werking getreden op 5 januari 2017. Op grond van deze verordening is het ook mogelijk om voor een aantal overtredingen van de marktverordening een bestuurlijke boete op te leggen. Dit stappenplan heeft geen betrekking op de bestuurlijke boete.

In de bijlage bij dit beleid is een stappenplan opgenomen. Daarin is bij elke overtreding van een bepaling het beleid ten aanzien van de te nemen stappen bepaald.

In het bijgevoegde stappenplan zijn overtredingen van bepalingen uit de Marktverordening opgenomen.

Ter toelichting en aanvulling op het stappenplan geldt het volgende:

• •

  Met een waarschuwing wordt bedoeld een schriftelijke waarschuwing aan de overtreder, dat de Marktverordening of een regel bij of krachtens deze verordening wordt overtreden;

• •

  De waarschuwing is de lichtste sanctie en is geen besluit volgens de Awb. Per geval zal worden bezien welke sanctie het meest passend is. Daar waar de overtreding het hart van de markt raakt is een waarschuwing niet op zijn plaats, dan past een last onder dwangsom of een last onder bestuursdwang.

• •

  In een waarschuwing wordt de overtreder er op gewezen dat sprake is van een waarschuwing in de zin van het handhavingsbeleid en dat tot het treffen van een sanctie of maatregel wordt overgegaan bij herhaling van de overtreding;

• •

  In het stappenplan staan de volgende maatregelen beschreven:

  • -

    Opleggen last onder bestuursdwang: artikel 5:21 Algemene wet bestuursrecht (Awb)

  • -

    Opleggen last onder dwangsom: artikel 5:32 Awb

  • -

    Doorhalen van de inschrijving in het register: artikel 2.4 lid 2 Marktverordening

  • -

    Verwijderen van de makt en de toegang ontzeggen: artikel 6.1 Marktverordening

  • -

    Intrekken of weigeren vergunning; artikel 6.2 Marktverordening

  • -

    Intrekken vervangerskaart: artikel 6.2 Marktverordening

• •

  Voordat een besluit tot het nemen van een maatregel wordt genomen, wordt de overtreder zo mogelijk in de gelegenheid gesteld zijn zienswijze kenbaar te maken;

• •

  De termijn voor het kenbaar maken van een zienswijze wordt gesteld op twee weken. In bijzondere gevallen kan een andere termijn worden gehanteerd;

• •

  Indien een marktondernemer, standwerker of houder van een vervangerskaart van de markt wordt verwijderd op grond van artikel 6.1 Marktverordening, wordt geen gelegenheid gegeven tot het indienen van een zienswijze. Tijdens de verwijdering wordt overwogen of nadere handhaving noodzakelijk is;

• •

  Bij constatering van herhaalde overtreding van dezelfde bepaling binnen een periode van 12 maanden na de eerste stap wordt deze eerste overtreding meegenomen in de hoogte van de sanctie of maatregel. Bij overtreding van artikel 3.19 wordt een periode van 24 maanden aangehouden;

• •

  Bij constatering van een tweede overtreding van de verordening, maar van een andere bepaling, binnen een periode van 12 maanden na de eerste stap, kan de eerste overtreding meewegen bij de bepaling van de sanctie of maatregel;

• •

  In bepaalde gevallen noemt het stappenplan het opleggen van een last onder dwangsom als mogelijk handhavingsmiddel. Als aannemelijk is dat een overtreder niet geprikkeld wordt tot naleving van de regels door het tijdelijk intrekken van zijn vergunning of het tijdelijk weigeren van een vergunning voor een losse plaats, dan wordt gekozen voor het opleggen van een last onder dwangsom. Soms is het wenselijk om bij bepaalde overtredingen een last onder bestuursdwang op te leggen. Dit is met name het geval als sprake is van een overtreding die met spoed beëindigd moet worden.

• •

  Voor de meeste overtredingen geldt dat de volgende stappen worden gehanteerd:

  • 1.

    als eerste stap wordt een waarschuwing gegeven;

  • 2.

    bij een tweede constatering wordt de vergunning voor een vaste plaats of een vergunning voor een losse plaats tijdelijk ingetrokken of geweigerd voor een week;

  • 3.

    bij de derde constatering wordt de vergunning voor een maand ingetrokken of geweigerd.

  • 4.

    bij een vierde zelfde overtreding, wordt de vergunning voor een vaste plaats voor onbepaalde tijd ingetrokken of een vergunning voor een losse plaats voor onbepaalde tijd geweigerd;

• •

  Bij een aantal overtredingen wordt het aantal dagen/weken dat de regels zijn overtreden meegewogen bij het bepalen van de sanctie of maatregel, waaronder artikel 3.19;

• •

  Bij overtreding van artikel 3.19: een vergunninghouder van een vaste of tijdelijke vaste marktplaats moet op een weekmarkt 10 van de 13 markten per kwartaal een marktplaats innemen. Als de vergun- ninghouder minder dan tien weken zijn marktplaats voldoende heeft ingenomen dan wordt er een last onder dwangsom opgelegd van 500 euro per week met een maximum van 1500 euro voor een dagmarkt en 250 euro per week met een maximum van 750 euro voor een weekmarkt. Bij herhaalde overtreding kan de vergunning voor bepaalde tijd (stap 3) of voor onbepaalde tijd (stap 4) worden ingetrokken of een weigering van de vergunning voor vier jaar.

• •

  Overtreding van het verbod van verpachting wordt als ernstig aangemerkt. Om die reden wordt de vergunning voor onbepaalde tijd ingetrokken of geweigerd voor vier jaar zonder voorafgaande waar- schuwing. Hiervoor is gekozen omdat het gewin van deze overtreding groot kan zijn en deze overtreding zeer ontwrichtend werkt voor de orde op de markt;

• •

  Bij ernstig wangedrag zoals bijvoorbeeld heling kan de vergunning uiteindelijk voor onbepaalde tijd worden ingetrokken;

• •

  Van het stappenplan kan gemotiveerd worden afgeweken en kan de eerste stap worden overgeslagen.

In artikel 2, eerste lid van de Inspraakverordening staat dat elk bestuursorgaan ten aanzien van zijn eigen bevoegdheid besluit of inspraak wordt verleend bij de voorbereiding van het vaststellen of wijzigen van beleid. Op grond van de Verordening op de bestuurscommissies is dit een concept van dit beleid om advies toegezonden aan de algemeen besturen van de bestuurscommissies.

De inspraakreacties zijn verwerkt in de Nota van beantwoording inspraakreacties. De adviezen van de bestuurscommissies zijn verwerkt in de begeleidende brief aan de bestuurscommissies,

Het Handhavingsbeleid Markten wordt na vaststelling door het College bekendgemaakt en treedt in werking drie dagen na bekendmaking. Communicatie geschiedt door plaatsing op de website en de Nieuwsbrief markten. De bestuurscommissies en de indieners van een inspraakreactie worden per brief geïnformeerd.

Het Handhavingsbeleid Markten zal een jaar na de inwerkingtreding, in samenspraak met de bestuurs- commissies en het Marktbureau, worden geëvalueerd.