Subsidieregeling Energiebesparende maatregelen slecht geïsoleerde woningen (NIP) gemeente Wierden 2025

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze subsidieregeling, wordt verstaan onder:

• a. aanvrager: de eigenaar-bewoner van een bestaande woning binnen de gemeente Wierden;

• b. bestaande woning: een voor bewoning bestemd gebouw dat ook bewoond wordt. De woning beschikt over een eigen toegang, keuken, douche en wc. De woning is kadastraal gelegen in de gemeente Wierden en opgeleverd voor de bekendmaking van deze subsidieregeling;

• c. eigenaar-bewoner: de natuurlijke persoon die volgens de kadastrale gegevens eigenaar is van de bestaande woning én volgens de gemeentelijke basisregistratie staat ingeschreven op het adres van de bestaande woning. Bij meerdere eigenaren gelden zij gezamenlijk als eigenaar-bewoner;

• d. college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wierden;

• e. energielabel: een energielabel als bedoeld in artikel 6.27 van het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl);

• f. slecht geïsoleerde woning: een woning met een bouwjaar van vóór 1995 met een energielabelklasse D, E, F, G; of een met die labelklassen vergelijkbare energetische staat, waaronder wordt verstaan een woning waarin ten minste twee van de volgende bestaande bouwdelen niet of slecht geïsoleerd zijn:

• • de vloer/bodem,

• • de gevel, waaronder de spouwmuur,

• • het dak/de zoldervloer en vlieringvloer, of

• • de ramen, panelen in kozijnen en deuren;

• g. niet of slecht geïsoleerde bouwdelen: bouwdelen zijn slecht geïsoleerd wanneer ze niet voldoen aan de huidige isolatie-eisen zoals omschreven in de Investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing (ISDE) regeling1 die kijkt naar isolatiedikte of Rc of U-waarde;

• h. energiebesparende isolatiemaatregel(en): één (of meer) isolatiemaatregel(en) in, op of aan een bestaande woning die beoogt/beogen energie te besparen;

• i. energiecoach: de door het Energieloket Wierden opgeleide vrijwilliger op het gebied van energiebesparing en opwekking voor huishoudens;

• j. energieprestatie adviseur woningen: gecertificeerde adviseur die energie labels of energieprestatiecertificaten mag afgeven;

• k. ISDE-regeling: de laatst gepubliceerde versie;

• l. subsidieplafond: het bedrag dat door het college ten hoogste beschikbaar is gesteld voor het verlenen van subsidies op grond van deze regeling;

• m. subsidievaststelling: het besluit van het college waarbij de hoogte van de subsidie wordt

• n. subsidieverlening: het besluit van het college dat een aanspraak op een subsidie verschaft;

• o. werkelijke kosten: het totaal aan kosten voor de aanvrager voor het (laten) uitvoeren van de isolatiemaatregel of voorziening waarvoor subsidie is aangevraagd.

• p. Biobased isolatiemateriaal: isolatiematerialen gemaakt van dierlijk materiaal of van schimmels, planten, bacteriën die ecologisch verantwoord geteeld, geoogst, gebruikt en hergebruikt worden.

Artikel 1.4 Subsidiabele activiteiten

• 1. Subsidie is beschikbaar voor het laten uitvoeren (door een erkende installateur of isolatiebedrijf) of het zelf uitvoeren van een of meer energiebesparende isolatiemaatregelen aan de eigen slecht geïsoleerde woning.

• 2. Het aanbrengen (hetzij door een bedrijf, hetzij zelf) van isolatiematerialen (vloer of bodem; gevel; spouwmuur; het dak/de zoldervloer/vlieringvloer; glas-, kozijnpaneel- of deurisolatie) dient te voldoen aan de minimale oppervlakte- en isolatie eisen van de geldende ISDE-regeling. Zie bijlage 1 bij deze subsidieregeling.

Artikel 1.5 Uitsluitingen

Deze subsidieregeling is niet van toepassing op:

• a. woningen met een WOZ-waarde die hoger ligt dan de gemiddelde WOZ-waarde van de gemeente Wierden (op peildatum 1-1-2022 was dit € 379.000,));

• b. energiebesparende isolatiemaatregel(en) die vóór datum 26 september 2023, de inwerkingtreding van de eerste subsidieregeling, zijn uitgevoerd;

• c. verzorgingshuizen als bedoeld in de Overgangswet Verzorgingshuizen;

• d. zorginstellingen (ziekenhuizen, verpleeginstellingen etc.);

• e. recreatiewoningen die als zodanig geregistreerd staan;

• f. woningcorporaties volgens artikel 19 van de Woningwet;

• g. vereniging van eigenaren.

Artikel 1.6 Subsidieplafond en verdeelcriteria

• 1. Het subsidieplafond bedraagt tot en met 31 december 2026 € 2.386.218,-.

• 2. Het college verdeelt het beschikbare bedrag op volgorde van ontvangst van de aanvragen, tot het subsidieplafond is bereikt. Als datum van ontvangst geldt de datum waarop de aanvraag volledig is ingediend.

Artikel 2.1 Aanvraag subsidie voor het laten uitvoeren van energiebesparende maatregelen

• 1. De complete aanvraag moet ontvangen zijn vóór 31 oktober 2026.

• 2. De aanvrager vraagt de subsidie schriftelijk aan bij het college via een daarvoor door het college vastgesteld aanvraagformulier.

• 3. De aanvraag bevat ten minste:

• a. naam en adres van de aanvrager;

• b. het emailadres van de aanvrager;

• c. het rekening nummer (IBAN) van de aanvrager;

• d. een bevestiging dat de woning slecht geïsoleerd (energielabel D,E,F,G) is aan de hand van een officieel geldend energielabel te vinden op “Mijn Overheid”. Indien de aanvrager niet beschikt over een energielabel van de woning of een label A,B,C heeft, maar wel twee slechte bouwdelen, wordt de isolatiewaarde van de woning vastgesteld door een energiecoach of een gecertificeerde EPA-adviseur op basis van Rc of U-waarde vanuit de RVO (zie bijlage 1);

• e. de beschrijving van de isolatiemaatregelen waarvoor subsidie wordt aangevraagd;

• f. kopie van een door de erkende installateur/isolatiebedrijf opgestelde factuur die een duidelijke beschrijving en kostenspecificatie geeft van de energiebesparende isolatiemaatregel waarvoor subsidie wordt aangevraagd.

• 4. Het college is bevoegd het overleggen van andere bescheiden, die redelijkerwijs noodzakelijk zijn voor het beoordelen van de aanvraag, te eisen.

Artikel 2.2 Aanvraag subsidie voor het zelf uitvoeren van energiebesparende maatregelen

• 1. De complete aanvraag moet ontvangen zijn vóór 31 oktober 2026.

• 2. De aanvrager vraagt de subsidie schriftelijk aan bij het college via een daarvoor door het college vastgesteld aanvraagformulier.

• 3. De aanvraag bevat ten minste:

• a. naam en adres van de aanvrager;

• b. het emailadres van de aanvrager;

• c. het rekening nummer (IBAN) van de aanvrager;

• d. een bevestiging dat de woning slecht geïsoleerd (energielabel D,E,F,G) is aan de hand van een officieel geldend energielabel te vinden op “Mijn Overheid”. Indien de aanvrager niet beschikt over een energielabel van de woning of een label A,B,C heeft, maar wel 2 slechte bouwdelen, wordt de isolatiewaarde van de woning vastgesteld door een energiecoach of een gecertificeerde EPA-adviseur op basis van Rc of U-waarde vanuit de RVO (zie bijlage 1);

• e. de beschrijving van de isolatiemaatregelen waarvoor subsidie wordt aangevraagd;

• f. beeldmateriaal van de gebruikte producten met informatie over de Rc of U-waarde en informatie over toegepaste diktes van de materialen;

• g. beeldmateriaal van de situatie op drie tijdstippen:

• i. voor de uitvoering van de energiebesparende maatregelen;

• ii. tijdens de uitvoering van de energiebesparende maatregelen;

• iii. na de uitvoering van de energiebesparende maatregelen.

• h. een factuur of bon voor de aanschaf van de isolatiematerialen waaruit duidelijk blijkt voor welke energiebesparende isolatiemaatregel subsidie wordt aangevraagd. Tevens moet een bewijs van betaling worden overlegd bijvoorbeeld een bankafschrift.

• 4. Het college is bevoegd het overleggen van andere bescheiden, die redelijkerwijs noodzakelijk zijn voor het beoordelen van de aanvraag, te eisen.

Artikel 2.3 Subsidieverlening en -vaststelling

• 1. Het college stelt de subsidie bij verlening direct vast.

• 2. Het totale subsidiebedrag per woning bedraagt nooit meer dan de kosten op de factuur met een maximum van € 2160,- tenzij;

• a. aan een van de eigenaar-bewoners van de woning schuldhulpverlening wordt gegeven als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel a, van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening;

• b. jegens een van de eigenaar-bewoners een schuldsaneringsregeling is uitgesproken als bedoeld in artikel 284, eerste lid, van de Faillissementswet; of

• c. een van de eigenaar-bewoners van de woning bijzondere bijstand ontvangt als bedoeld in artikel 35, eerste of vierde lid, van de Participatiewet.

• 3. Indien er gebruikt wordt gemaakt van biobased isolatiematerialen kan het subsidiebedrag met maximaal €500,- worden verhoogd, maar bedraagt het nooit meer dan de kosten op de factuur hetgeen betekent dat er in dat geval per woning maximaal € 2660,- kan worden toegekend.

• 4. Uitkering van de subsidie geschiedt na besluit op de aanvraag rechtstreeks aan de aanvrager.

Artikel 3.1 Weigeringsgronden

Onverminderd de weigeringsgronden als bedoeld in artikel 6 van de Algemene subsidieverordening Wierden 2025, weigert het college de subsidie indien:

• a. niet voldaan is aan de eisen en criteria genoemd in deze regeling;

• b. de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten ontplooit die in strijd zijn met de wet, het algemeen belang of de openbare orde;

• c. voor de betreffende woning al eerder subsidie is verleend op grond van deze subsidieregeling;

• d. het subsidieplafond is bereikt.

Artikel 4.2 Overgangsrecht

• 1. Aanvragen die zijn ingediend onder de “Subsidieregeling Energiebesparende maatregelen slecht geïsoleerde woningen (NIP) gemeente Wierden 2024” en waarop nog niet is beslist bij het in werking treden van deze nieuwe regeling, worden afgehandeld krachtens de nieuwe regeling.

Artikel 4.3 Inwerkingtreding en looptijd

• 1. De regeling treedt in werking met ingang van de dag, volgend op die van bekendmaking.

• 2. Deze regeling loopt tot en met 31 december 2026.