Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR734323
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR734323/1
Erfgoedverordening gemeente Vijfheerenlanden 2025
Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 01-02-2025
Intitulé
Erfgoedverordening gemeente Vijfheerenlanden 2025De raad van gemeente Vijfheerenlanden,
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 november 2024;
gelet op artikel 3.16 van de Erfgoedwet en artikel 149 van de Gemeentewet;;
Besluit:
vast te stellen de volgende verordening:
Erfgoedverordening gemeente Vijfheerenlanden 2025.
§ 1. Algemeen
Artikel 1. Begripsbepalingen
In deze verordening en de daarop berustende voorschriften wordt, tenzij anders is bepaald, verstaan onder:
- -
gemeentelijk cultuurgoed: een roerend erfgoed dat onderdeel uitmaakt van het gemeentelijk cultuurbezit of gemeentelijke verzameling;
- -
minister: Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;
- -
Commissie Ruimtelijke Kwaliteit en Erfgoed: De commissie die is ingesteld met als taak het college op verzoek of uit eigen beweging te adviseren over de toepassing van de Erfgoedwet, de Omgevingswet, de verordening en het erfgoedbeleid.
- -
het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vijfheerenlanden.
Artikel 2. Gemeentelijk erfgoedregister
-
1. Het college houdt een door eenieder te raadplegen gemeentelijk register bij van krachtens deze verordening aangewezen cultureel erfgoed (gemeentelijk erfgoedregister).
-
2. Het gemeentelijk erfgoedregister bevat:
- a.
gegevens over de inschrijving en ter identificatie van het aangewezen gemeentelijk cultureel erfgoed;
- a.
§ 2. Aanwijzing van beschermde gemeentelijke cultuurgoederen en verzamelingen
Artikel 3. Aanwijzing als beschermd gemeentelijke cultuurgoederen of beschermde gemeentelijke verzameling
-
1. Het college kan ambtshalve besluiten een cultuurgoed dat van bijzondere cultuurhistorische of wetenschappelijke betekenis of uitzonderlijke schoonheid is en dat als onvervangbaar en onmisbaar behoort te worden behouden voor het gemeentelijk cultuurbezit en dat in eigendom is van de gemeente of dat aan de zorg van de gemeente is toevertrouwd, aanwijzen als beschermd gemeentelijk cultuurgoed.
-
2. Het college kan ambtshalve besluiten een verzameling van bijzondere cultuurhistorische of wetenschappelijke betekenis, die als geheel of door een of meer van de cultuurgoederen die een wezenlijk onderdeel van de verzameling zijn, als onvervangbaar en onmisbaar behoort te worden behouden voor het gemeentelijk cultuurbezit en die in eigendom van de gemeente is of die aan de zorg van de gemeente is toevertrouwd, aanwijzen als beschermde gemeentelijk verzameling.
-
3. Voor de aanwijzing van een cultuurgoed dat, of een verzameling die, aan de zorg van de gemeente is toevertrouwd, is toestemming van de eigenaar vereist.
-
4. Over het voornemen van een aanwijzing, bedoeld in het eerste of tweede lid, alsmede over de vervreemding van een beschermd gemeentelijk cultuurgoed of een beschermde gemeentelijke verzameling of over het afstand doen van de zorg daarvoor vragen burgemeester en wethouders advies aan een commissie als bedoeld in artikel 4.18 van de Erfgoedwet.
-
5. Dit artikel is niet van toepassing op:
- a.
beschermde cultuurgoederen en beschermde verzamelingen als bedoeld in artikel 1.1 van de Erfgoedwet, en
- b.
cultureel erfgoed dat is aangewezen op grond van een provinciale erfgoedverordening als bedoeld in artikel 3.17, eerste lid, van de Erfgoedwet.
- a.
Artikel 4. Wijziging, intrekking en vervallen van de aanwijzing als beschermd gemeentelijke cultuurgoed of beschermde gemeentelijke verzameling
-
1. Het college kan een besluit tot aanwijzing als bedoeld in artikel 3, eerste of tweede lid, ambtshalve wijzigen of intrekken. Artikel 3, vierde lid, is hierop van overeenkomstige toepassing, tenzij het een aanpassing van ondergeschikte betekenis betreft of het cultuurgoed of de verzameling waarop de aanwijzing betrekking heeft heeft als zodanig is tenietgegaan.
-
2. Een aanwijzing vervalt met ingang van de dag waarop het cultuurgoed of de verzameling waarop de aanwijzing betrekking heeft wordt aangewezen als:
- a.
beschermd cultuurgoed of beschermde verzameling als bedoeld in artikel 1.1 van de Erfgoedwet, of
- b.
beschermd cultureel erfgoed op grond van een provinciale erfgoedverordening als bedoeld in artikel 3.17, eerste lid, van de Erfgoedwet.
- a.
-
3. Zodra de wijziging, intrekking of het vervallen van een aanwijzing onherroepelijk is geworden wordt dat onverwijld bijgehouden in het gemeentelijk erfgoedregister.
§ 3. [Vervallen]
Artikel 5 [Vervallen]
Artikel 6. [Vervallen]
Artikel 7. [Vervallen]
Artikel 8. [Vervallen]
Artikel 9. [Vervallen]
Artikel 10. [Vervallen]
§ 4. [Vervallen]
Artikel 11. [Vervallen]
Artikel 12. [Vervallen]
Artikel 13. [Vervallen]
Artikel 14. [Vervallen]
Artikel 15. [Vervallen]
Artikel 16. [Vervallen]
Artikel 17 [Vervallen]
Artikel 18. [Vervallen]
§ 5. [Vervallen]
Artikel 19. [Vervallen]
Artikel 20. [Vervallen]
Artikel 21. [Vervallen]
Artikel 22. [Vervallen]
§ 6. [Vervallen]
Artikel 23. [Vervallen]
§ 7. [Vervallen]
Artikel 24. [Vervallen]
Artikel 25. [Vervallen]
Artikel 26 [Vervallen]
§ 8. [Vervallen]
Artikel 27. [Vervallen] Artikel 28. [Vervallen]
§ 9. Slotbepalingen
Artikel 29. Intrekken oude verordening
De Erfgoedverordening gemeente Vijfheerenlanden 2020 wordt ingetrokken op 1 februari 2025.
Artikel 30. Overgangsrecht
Aanvragen om vergunning die zijn ingediend voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze verordening worden afgehandeld met inachtneming van de Erfgoedverordening gemeente Vijfheerenlanden 2020.
Artikel 31. Inwerkingtreding en citeertitel
-
1. Deze verordening treedt in werking op 1 februari 2025.
-
2. Deze verordening wordt aangehaald als: Erfgoedverordening gemeente Vijfheerenlanden 2025.
Ondertekening
Aldus besloten door de raad van Vijfheerenlanden
in zijn openbare vergadering van 17 december 2024
de raadsgriffier
K.I. (Krista) Goossens
de voorzitter
S. (Sjors) Fröhlich
Toelichting
ALGEMEEN DEEL
Inleiding
Het gemeentelijk erfgoedbeleid verandert. De bundelingen van wetgeving in één Erfgoedwet en de inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1 januari 2024 stimuleren een meer integraal gemeentelijk erfgoedbeleid als de erkenning dat erfgoed een integraal onderdeel is van (de kwaliteit van) de fysieke leefomgeving. Door de invoering van deze twee wetten verandert het bereik van de gemeentelijke Erfgoedverordening: belangrijke fysieke onderwerpen zoals de aanwijzing of bescherming van gemeentelijke monumenten of stads- en dorpsgezichten of archeologische waarden en verwachtingen worden onder de Omgevingswet via het omgevingsplan geregeld. Dit leidt tot een vereenvoudigde Erfgoedverordening.
De Erfgoedverordening die in 2020 was vastgesteld vanwege de fusie van de voormalige gemeente Leerdam, Vianen en Zederik tot de gemeente Vijfheerenlanden en vanwege de invoering van de nieuwe Erfgoedwet per 1 juli 2016 moet in 2024 worden aangepast vanwege de invoering van de Omgevingswet op 1 januari 2024.
De Erfgoedwet vervangt en integreert verschillende wettelijke regelingen op het gebied van het cultureel erfgoed. Naast de Erfgoedwet wordt besluitvorming over cultureel erfgoed in de fysieke leefomgeving met ingang van 1 januari 2024 geregeld via de Omgevingswet.
In de Omgevingswet zal materieel gezien het bestaande stelsel van monumenten- en sloopvergunningen nagenoeg één-op-één worden overgenomen. Wel vindt op een aantal wetstechnische, procedurele en inhoudelijke punten stroomlijning plaats, die samenhangt met de samenvoeging met andere stelsels en de achterliggende vereenvoudigingsgedachte. Ook bepalingen over taken en bevoegdheden van de gemeentelijke monumentencommissies, de aanwijzing van beschermde stads- en dorpsgezichten en in dat kader het opstellen van beschermende bestemmingsplannen (straks omgevingsplannen) en de bepalingen over de archeologische monumentenzorg in bestemmingsplannen en omgevingsvergunningen zullen overgaan naar de Omgevingswet. Kort gezegd regelt de Omgevingswet de omgang met cultureel erfgoed in de ruimtelijke ordening, de Erfgoedwet gaat over de duiding van cultureel erfgoed.
Reikwijdte
De Erfgoedwet integreert de Regeling materieelbeheer museale voorwerpen 2013, de Wet verzelfstandiging museale diensten, de Monumentenwet 1988 (Mw 1988), de Wet tot behoud van cultuurbezit (Wbc), de Uitvoeringswet UNESCO-verdrag 1970 inzake onrechtmatige invoer, uitvoer of eigendomsoverdracht van cultuurgoederen en de Wet tot teruggave cultuurgoederen afkomstig uit bezet gebied.
Deze verordening ziet niet meer toe op archeologie. De omgang met Archeologische waarden is geborgd via het paraplubestemmingsplan archeologie die tevens onderdeel uitmaakt van het tijdelijk omgevingsplan.
Wettelijke grondslag
De grondslag voor deze verordening bestaat uit artikel 3.16 van de Erfgoedwet.
ARTIKELSGEWIJS
Enkel de bepalingen die nadere toelichting behoeven worden hieronder behandeld.
Artikel 1. Begripsbepalingen
De wettelijke definities uit artikel 1.1 van de Erfgoedwet gelden onverkort voor de begrippen die gebruikt worden in deze verordening, nu deze verordening berust op artikel 3.16 van de Erfgoedwet en dus in samenhang met de Erfgoedwet moet worden gelezen. Artikel 1 van deze verordening bevat daarom uitsluitend de begrippen waarvan de definitie moet worden omschreven of die kortheidshalve zijn gegeven en die niet reeds (in deze vorm) in artikel 1.1 van de Erfgoedwet zijn gegeven.
De voor deze verordening relevante begrippen uit de Erfgoedwet zijn:
c. in geval van de aanwijzing van een beschermde verzameling op grond van artikel 3.8, eerste lid, [van de Erfgoedwet] zolang nog geen opsomming voor die verzameling is vastgesteld, redelijkerwijs onder de algemene omschrijving van die beschermde verzameling valt;
- -
beschermde verzameling: verzameling die is aangewezen op grond van artikel 3.7, tweede lid[, van de Erfgoedwet];
- -
cultureel erfgoed: uit het verleden geërfde materiële en immateriële bronnen, in de loop van de tijd tot stand gebracht door de mens of ontstaan uit de wisselwerking tussen mens en omgeving, die mensen, onafhankelijk van het bezit ervan, identificeren als een weerspiegeling en uitdrukking van zich voortdurend ontwikkelende waarden, overtuigingen, kennis en tradities, en die aan hen en toekomstige generaties een referentiekader bieden;
- -
cultuurgoed: roerende zaak die deel uitmaakt van cultureel erfgoed;
- -
verzameling: cultuurgoederen die uit cultuurhistorisch of wetenschappelijk oogpunt bij elkaar horen.
Artikel 2. Gemeentelijk erfgoedregister
Het gemeentelijk erfgoedregister heeft betrekking op al het (beschermd) gemeentelijk aangewezen cultureel erfgoed als dat krachtens deze verordening of haar voorgangers of op basis van het omgevingsplan is gebeurd. Het gaat om door het gemeentebestuur zelf aangewezen monumenten, stads- of dorpsgezichten of cultuurgoederen. [Daarnaast is in het tweede lid geregeld dat ook informatie over rijksmonumenten die in de gemeente zijn gelegen in het gemeentelijk erfgoedregister worden opgenomen. Op grond van de Erfgoedwet ontvangen burgemeester en wethouders deze informatie in afschrift van de minister bij de inschrijving in het rijksmonumentenregister.]
Dit artikel geeft uitvoering aan de verplichting van artikel 3.16, derde lid, van de Erfgoedwet en is daarmee van toepassing op al het cultureel erfgoed, ongeacht of het om onroerende of roerende zaken gaat, dat is aangewezen op grond van deze verordening of haar voorgangers.
Het woord “onherroepelijk” betekent hier dat tegen de aanwijzing geen beroep (of bezwaar) is ingesteld of dat het is afgewezen.
Artikel 3. Aanwijzing als beschermd gemeentelijke cultuurgoeder of beschermde gemeentelijkeverzameling
Dit artikel maakt het mogelijk dat topstukken van het gemeentelijk cultuurbezit worden aangewezen als beschermde gemeentelijke cultuurgoederen of beschermde gemeentelijke verzamelingen (bijvoorbeeld schilderijen, meubilair, servies etc.), voor zover deze niet al voor het Nederlandse cultuurbezit als beschermde cultuurgoederen zijn aangewezen door de minister op grond van artikel 3.7 van de Erfgoedwet of door gedeputeerde staten op grond van de provinciale erfgoedverordening krachtens artikel 3.17 van de Erfgoedwet. De formele gevolgen van een aanwijzing van een cultuurgoed of verzameling als beschermd gemeentelijk cultuurgoed of beschermde gemeentelijke verzameling zijn beperkt: ingevolge artikel 2 van deze verordening zullen ze ingeschreven dienen te worden in het gemeentelijk erfgoedregister en er geldt op grond van het derde lid, in aanvulling op artikel 4.18 van de Erfgoedwet, een adviesverplichting bij een eventuele vervreemding daarvan door de gemeente of wanneer de gemeente afstand wil doen van het eigendom of de zorg voor het cultuurgoed dat of de verzameling die aan haar was toevertrouwd. De aanwijzing heeft daarnaast vooral een symbolische betekenis en geeft uitdrukking aan het belang dat de gemeente stelt in het betreffende cultuurgoed of de betreffende verzameling.
De aanwijzing van beschermde gemeentelijke cultuurgoederen en verzamelingen kan uitsluitend betrekking hebben op cultuurgoederen en verzamelingen die in eigendom zijn van de gemeenten of cultuurgoederen en verzamelingen waarvan de zorg aan de gemeente is toevertrouwd. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn bij cultuurgoederen die door de gemeente in bruikleen zijn verkregen uit collecties van derden. Voor aanwijzing van dergelijke cultuurgoederen is overeenstemming met de eigenaar een vereiste. Burgemeester en wethouders moeten voorts in het geval van een schenking, erfstelling, legaat of aankoop eventuele beperkende of andere juridische voorwaarden in acht nemen.
Er kan op grond van deze verordening geen sprake zijn van de aanwijzing van cultuurgoederen van derden als beschermde gemeentelijke cultuurgoederen of verzamelingen, zonder toestemming van de eigenaar. Er bestaat onvoldoende wettelijke grondslag om bij verordening een juridisch beschermingsregime eenzijdig aan een andere eigenaar op te leggen, zoals dat geldt voor de op rijksniveau beschermde cultuurgoederen (zie Hoofdstuk 4 van de Erfgoedwet). Van een eventuele aanwijzing zou daardoor geen enkele beschermde werking uitgaan. Daarom is ervan afgezien een aanwijzingsbevoegdheid voor burgemeester en wethouders te creëren.
Artikel 4. Wijziging, intrekking en vervallen van de aanwijzing als beschermd gemeentelijke cultuurgoed of beschermde gemeentelijke verzameling
Dit artikel bepaalt o.a. dat bij wijziging (van niet-ondergeschikte aard) van een aanwijzing en bij intrekking van de status als beschermd gemeentelijke cultuurgoed of beschermde gemeentelijke verzameling dezelfde adviesprocedure geldt als bij onder meer de aanwijzing daarvan; over het voornemen daartoe vragen burgemeester en wethouders advies aan een commissie als bedoeld in artikel 4.18 van de Erfgoedwet. Bij een wijziging van ondergeschikte betekenis kan o.a. gedacht worden aan de plaatsaanduiding i.v.m. verhuizing van een cultuurgoed naar een andere locatie ter plekke of omdat het in tijdelijke bruikleen wordt gegeven aan een museum. Voorts is hier bepaald dat een aanwijzing vervalt zodra het cultuurgoed of de verzameling waarop de aanwijzing betrekking door de minister op een provincie wordt aangewezen als beschermd cultuurgoed of beschermde verzameling.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl