Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR734265
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR734265/1
Beleidsregels Ontheemden Oekraïne
Geldend van 17-01-2025 t/m heden
Intitulé
Beleidsregels Ontheemden OekraïneHET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN VLAARDINGEN:
gelet op het bepaalde in:
- •
artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht (“Awb”);
- •
artikel 2, 3, 4, 5, 6 en 7 van de Tijdelijke wet opvang ontheemden Oekraïne (“TWOO”);
- •
artikel 2, 2a, 2b, 6, 7, 8, 10, 11, 11a, 12 en 13 van de Regeling opvang ontheemden Oekraïne;
overwegende dat het gewenst is om beleidsregels vast te stellen over de toepassing en uitleg van de voornoemde wettelijke voorschriften;
b e s l u i t e n :
vast te stellen de navolgende Beleidsregels Ontheemden Oekraïne:
Artikel 1 Begripsbepalingen
-
1. Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Tijdelijke wet opvang ontheemden Oekraïne (TWOO), de Regeling opvang ontheemden Oekraïne (RooO) en de Algemene wet bestuursrecht (Awb) zoals die gelden op de datum van vaststelling van deze beleidsregels.
-
2. In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
- a.
wet: Tijdelijke wet opvang ontheemden Oekraïne (TWOO);
- b.
regeling: Regeling opvang ontheemden Oekraïne (RooO);
- c.
college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vlaardingen;
- d.
ontheemde: de vreemdeling die tijdelijke bescherming geniet als bedoeld in artikel 1 van de Vreemdelingenwet 2000, omdat hij onder de reikwijdte valt van het Uitvoeringsbesluit van 4 maart 2022 van de Externe link:richtlijn 2001/55/EG of een verlenging daarvan
- e.
ontheemde: de ontheemde bedoeld in artikel 1 sub c van de Regeling, die in Nederland verblijft op grond van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming;
- f.
leefgeld: een financiële toelage als bedoeld in artikel 6 lid 1 sub b en e en artikel 12 lid 1 en lid 9 van de regeling;
- g.
eigen bijdrage: een vergoeding in de kosten van de gemeentelijke opvang van de meerderjarige ontheemde alsmede van diens meerderjarige gezinslid, als bedoeld in artikel 8 van de regeling;
- h.
drempelbedrag: de op het moment van indiening aanvraag op de ontheemde toepasselijke leefgeldnorm;
- i.
gezin: tot een gezin behoren:
- i.
echtgenoten of aan gehuwden gelijkgestelde partners;
- ii.
hun minderjarige kinderen, mits ongehuwd en van hen afhankelijk (indien het kind meerderjarig wordt, wordt deze op grond van de regeling en de Twoo van rechtswege zelf aangemerkt als gezin of als alleenstaande);
- iii.
een ouder of voogd die volgens het recht of de praktijk in Nederland verantwoordelijk is voor de minderjarige en ongehuwde kinderen.
- i.
- j.
gemeentelijke opvang: een opvangvoorziening als bedoeld in artikel 1 sub h van de regeling;
- k.
particuliere opvang: een opvangvoorziening als bedoeld in artikel 1 sub i van de regeling.
- a.
Artikel 2 Aanvraag leefgeld
-
1. Het college verstrekt op aanvraag van de ontheemde leefgeld aan de ontheemde en diens gezin.
-
2. In afwijking van het eerste lid, kan de aanvraag namens de ontheemde worden gedaan door een daartoe aangewezen persoon of hulpverlenende instantie.
-
3. Een aanvraag kan door de ontheemde op de navolgende wijze schriftelijk worden ingediend door middel van het daartoe bestemde formulier op de website van de gemeente Vlaardingen (https://www.vlaardingen.nl/Onderwerpen/Zorg_en_ondersteuning/Oekraine_informatiepagina)
-
4. De ontheemde krijgt toegang in het gemeentelijk Zaaksysteem door met DigiD in te loggen (Inloggen met DigiD – Vaardingen). Het college verwijst naar de QR-code zoals opgenomen in de informatiebrieven die op 9 oktober 2024 en op 15 november 2024 aan de ontheemden die op die datum woonachtig waren op de gemeentelijke opvangvoorziening Mrija en aan de ontheemden die op dat moment woonachtig waren in de POO van Vlaardingen zijn verstuurd.
-
5. Aan nieuwe ontheemden wordt door Inclusia een kopie van de in lid 4 genoemde brieven verstrekt, zodat zij met de QR-code ook toegang hebben tot het aanvraagsysteem als genoemd in lid 3 en 4.
Artikel 3 Recht op leefgeld
-
1. Recht op leefgeld bestaat jegens de ontheemde, die:
- a.
in de gemeente is ingeschreven in de BRP, en
- b.
verblijft in een gemeentelijke opvang voorziening of een particuliere opvang, en
- c.
die geen inkomsten uit arbeid, loondervingsuitkering, pensioen, uitkering of toeslag ontvangt hoger dan het drempelbedrag.
- a.
-
2. Geen recht op leefgeld bestaat jegens de ontheemde:
- a.
die verblijft in een door hemzelf gehuurde of gekochte woning;
- b.
die tevens de Nederlandse nationaliteit bezit;
- c.
van wie rechtens de vrijheid is ontnomen;
- d.
van wie tijdelijke bescherming wordt geweigerd vanwege het bepaalde in artikel 28 van de Richtlijn Tijdelijke bescherming Oekraïners.
- a.
Artikel 4 Ingangsdatum leefgeld
-
1. Leefgeld wordt toegekend per datum van aanvraag.
-
2. In afwijking van het eerste lid, kan het college het leefgeld eerder of later toekennen per:
- a.
datum van inschrijving in de BRP van de gemeente Vlaardingen;
- b.
datum van het feitelijk verblijf in een gemeentelijke opvangvoorziening;
- c.
de eerste van de maand volgend op de maand van aanvraag in het geval de ontheemde afkomstig is uit een andere gemeente binnen Nederland en aldaar leefgeld ontving;
- d.
de dag volgend op de laatste dag van de maand waarop door de ontheemde inkomsten uit arbeid of als zelfstandige uit binnen- of buitenland, loondervingsuitkering, pensioen of toeslag is ontvangen.
- a.
Artikel 5 Hoogte leefgeld
-
1. De hoogte van het leefgeld wordt bepaald conform artikel 10 van de regeling voor een ontheemde in de gemeentelijke opvang of artikel 12 van de regeling voor een ontheemde in een particuliere opvang.
-
2. De hoogte van het leefgeld kan vanwege een wijziging van de regeling of invoering en/of wijziging van andere (hogere) wetgeving worden geïndexeerd. Per 1 januari 2025 vindt een eerste indexatie van het leefgeld plaats1.
-
3. Het leefgeld wordt verstrekt per volledige maand, behoudens:
- a.
in de maand van eerste toekenning van leefgeld, waarbij het leefgeld naar rato van het aantal dagen in de maand waarop de ontheemde aan de voorwaarden voor toekenning van leefgeld voldoet wordt verstrekt;
- b.
in de maand waarin een minderjarig kind in een gezin de leeftijd van 18 jaar bereikt, waarbij het leefgeld van het gezin naar rato van het aantal dagen waarop het gezin aan de voorwaarden voor leefgeld voldoet wordt verstrekt.
- a.
Artikel 6 Betaling leefgeld
-
1. Leefgeld wordt maandelijks op de eerste dag van de maand uitbetaald.
-
2. In afwijking van het eerste lid kan het leefgeld op de voorafgaande of eerstvolgende werkdag worden uitbetaald, indien de eerste dag van de maand in een weekend valt, dan wel een erkende feestdag betreft.
-
3. Uitbetaling van leefgeld vindt plaats op een reguliere Nederlandse bankrekening.
Artikel 7 Beëindiging leefgeld
-
1. De verstrekking van het leefgeld wordt beëindigd indien de ontheemde:
- a.
inkomsten uit arbeid in loondienst of als zelfstandige in Nederland en/of vanuit een ander land heeft, waaronder pensioen;
- b.
een loondervingsuitkering zoals bedoeld in de artikel 1 lid 1 onder j van de regeling of een toeslag op grond van de Toeslagenwet ontvangt;
- c.
gedurende twee weken niet heeft voldaan aan verzoeken van of namens het college om informatie te verstrekken over zijn inkomsten en gezinssamenstelling;
- d.
inkomsten verborgen heeft gehouden en daardoor ten onrechte van de verstrekkingen gebruik heeft gemaakt;
- e.
geen gebruik meer maakt van opvang omdat opvang (of onderdak) elders is voorzien;
- f.
de opvang definitief verlaat of langer dan 28 dagen per kalenderjaar niet in de opvang is verschenen zonder het college hiervan op de hoogte te stellen;
- g.
ernstig inbreuk maakt op de verplichtingen als genoemd in de bruikleenovereenkomst om niet en het huishoudelijk regelement, genoemd in artikel 6, derde lid van de Regeling;
- h.
indien de in het eerste lid bedoelde ontheemde meerderjarig is en deel uitmaakt van een gezin en inkomsten heeft uit arbeid of als zelfstandige, loondervingsuitkering, pensioen, uitkering of toeslag ontvangt dan eindigt de verstrekking van het leefgeld van het gehele gezin.
- i.
indien één en/of meerdere personen van het gezin vertrekken of langer dan 28 dagen van het kalenderjaar niet in de opvangvoorziening is/zijn verschenen, wordt de hoogte van het leefgeld voor het gezin dat nog wel in de opvangvoorziening verblijft aangepast aan de hand van de gezinssamenstelling en de financiële situatie van het gezin dat nog wel in de opvangvoorziening verblijft.
- j.
De beëindiging gaat in vanaf de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin van één of meer van de bovengenoemde omstandigheden is gebleken.
- a.
Artikel 8 Inlichtingenplicht
-
1. De ontheemde is verplicht om onverwijld uit eigen beweging, dan wel uiterlijk binnen twee weken nadat door of namens het college hierom is verzocht, alle informatie te verstrekken over zijn inkomsten en gezinssamenstelling.
-
2. Bij iedere wijziging van inkomsten en bij iedere wijziging van gezinssamenstelling is de ontheemde verplicht het college daarvan onverwijld mededeling te doen.
-
3. De onder lid 1 en 2 van dit artikel genoemde informatie en gegevens kunnen via de website van de gemeente worden verstrekt (https://www.vlaardingen.nl/Onderwerpen/Zorg_en_ondersteuning/Oekraine_informatiepagina).
-
4. Onder inkomsten als bedoeld in lid 1 en 2 wordt in ieder geval verstaan:
- a.
inkomsten uit arbeid in loondienst of als zelfstandige uit binnen- en/of buitenland;
- b.
inkomsten uit een uitkering krachtens de verplichte verzekering op grond van de Werkloosheidswet, de Ziektewet, de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering en de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, alsmede een uitkering of inkomensvoorziening op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, op grond van hoofdstuk 3, afdeling 2, paragraaf 1, van de Wet arbeid en zorg aan de werknemer of de gelijkgestelde, bedoeld in artikel 3:6, eerste lid, van die wet, de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening militairen en de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen.
- c.
inkomsten uit Toeslagen op grond van de Toeslagenwet;
- d.
inkomsten uit pensioen.
- a.
-
5. De mededeling als bedoeld in het eerste lid kan door de ontheemde worden gedaan via de website van de gemeente Vlaardingen.
Artikel 9 Raadplegen Suwinet
-
1. Het college kan volgens de toekomstige wijziging van de regeling per 1 januari 2025 gebruik maken van zowel de door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen verstrekte gegevens alsmede van de door Inlichtingenbureau (ILOO) aan het college verstrekte gegevens, (beiden op grond van artikel 33, tweede lid, onderdelen a tot en met d, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen), welke verwerkt worden in de polisadministratie, in ten minste de volgende gevallen:
- a.
het beoordelen van aanvragen verstrekking leefgeld; tot
- b.
het beoordelen van informatie en gegevens die kunnen leiden tot wijziging van het leefgeld;
- c.
het beoordelen van gegevens en informatie die kunnen leiden tot terugvordering van het leefgeld;
- d.
het beoordelen van informatie en gegevens om te kunnen vaststellen of een eigen bijdrage als bedoeld in artikel 8 van de regeling moet worden opgelegd;
- a.
Artikel 10 Terugvordering leefgeld
-
1. Het college kan teveel of ten onrechte verstrekt leefgeld van de ontheemde terugvorderen.
-
2. Indien leefgeld is verstrekt aan een gezin, dan vordert het college het aan het gezin teveel of ten onrechte verstrekt leefgeld terug van de meerderjarige ontheemde en/of diens meerderjarige gezinslid.
-
3. Het college vordert niet meer terug dan dat er verstrekt is.
-
4. Indien daarvoor dringende redenen aanwezig zijn, of wanneer de ontheemde in een bezwaarschrift tegen een terugvorderingsbeschikking van het leefgeld aanvoert dat als gevolg van het opleggen van die beschikking voor hem/haar zal zijn dat voor hem/haar onevenredig nadeel als bedoeld in artikel 20 van deze beleidsregels optreedt, kan het college besluiten dat ten gunste van de ontheemde geheel of gedeeltelijk van terugvordering wordt afgezien..
Artikel 11 Invordering leefgeld
-
1. In het geval van een besluit tot terugvordering leefgeld zoals bedoeld in artikel 10 wordt door het college bij de invordering daarvan de in artikel 4:87 Awb genoemde betalingstermijn van zes weken gehanteerd.
-
2. Het gelijktijdig met het terugvorderingsbesluit afgegeven invorderingsbesluit omvat daarbij het volgende:
- a.
de hoogte van (het saldo van) de vordering en de datum waarop de betalingsverplichting is ingegaan;
- b.
de mogelijkheid voor ontheemde om binnen 6 weken na verzenddatum van de beschikking als bedoeld in artikel 4:87 Awb een betalingsregeling te treffen.
- a.
-
3. Indien de ontheemde uitsluitend een inkomen uit leefgeld ontvangt, wordt bij het treffen van een betalingsregeling geverifieerd dat de ontheemde in ieder geval ten minste blijft beschikken over een bedrag van 95% van het op dat moment op hem/haar van toepassing zijnde leefgeld.
-
4. Indien de ontheemde een ander inkomen dan leefgeld ontvangt, wordt door het college maandelijkse aflossingsverplichting in redelijkheid en in verhouding tot de bestedingsruimte van de ontheemde vastgesteld.
Artikel 12 Niet of niet meer voldoen aan de betalingsverplichting
-
1. Indien de ontheemde niet bereid is tot het treffen van een betalingsregeling voor een achterstallige betalingsverplichting of een eerder opgelegde betalingsverplichting dan wel afgesproken betalingsregeling niet meer nakomt, kan het college ervoor kiezen om:
- a.
gebruik te maken van de mogelijkheden als genoemd in artikel 11a van de regeling, waarbij het college aangeeft welke werkzaamheden op of rondom de opvangvoorziening kunnen worden gedaan. De vergoeding als bedoeld in artikel 11a lid 3 van de regeling ontvangt de ontheemde niet, maar wordt in mindering wordt gebracht op het totaal van de achterstallige betalingsverplichting van de ontheemde, zoals door het college aan de ontheemde is gecommuniceerd.
- b.
een besluit te nemen tot innen van de (achterstallige) eigen bijdrage en/of een besluit tot terugvordering van het leefgeld, door deze vordering voor incasso aan een gerechtsdeurwaarder aan te bieden.
- a.
-
2. In het geval het college kiest voor toepassing van lid 1 onder b kan het college ervoor kiezen om tevens aanvullende kosten, die met het incassotraject bij de gerechtsdeurwaarder gemoeid zijn, toe te voegen aan de te incasseren hoofdsom van achterstallige betalingen en deze bij de betreffende ontheemde in rekening te brengen.
Artikel 13 Aanvraag vergoeding buitengewone kosten
-
1. Een aanvraag tot vergoeding van buitengewone kosten zoals bedoeld in artikel 11 van de regeling kan door het college in behandeling worden genomen.
-
2. Het college beoordeelt aan de hand van de specifieke omstandigheden van het geval of in redelijkheid en billijkheid sprake is van buitengewone kosten als bedoeld in artikel 6 lid 1 onder e van de regeling. Tevens beoordeelt het college of een gevolg van afwijzen van deze aanvraag voor de betreffende ontheemde is, dat onevenredig nadeel in de zin van artikel 2b van de regeling optreedt.
-
3. Het college neemt een besluit tot afwijzing of toekenning van de aanvraag tot vergoeding van de buitengewone kosten.
-
4. Bij incidentele noodsituaties rondom de ontheemde kan het college naar eigen beoordeling van de situatie op dat moment, voorafgaand aan de kosten veroorzakende situatie een vergoeding voor buitengewone kosten op de Nederlandse bankrekening van de ontheemde voldoen.
Artikel 14 Opleggen eigen bijdrage
-
1. Het college brengt een eigen bijdrage in rekening bij de meerderjarige ontheemde alsmede bij diens meerderjarige gezinslid, indien de meerderjarige ontheemde of een meerderjarig gezinslid verblijft in een gemeentelijke opvang en:
- a.
inkomsten uit arbeid in loondienst of als zelfstandige zowel in Nederland als vanuit het buitenland heeft, waaronder pensioen;
- b.
een loondervingsuitkering, pensioen of een toeslag op grond van de Toeslagenwet ontvangt;
- c.
gedurende twee weken niet heeft voldaan aan verzoeken van of namens het college om informatie te verstrekken over zijn inkomsten en gezinssamenstelling, of
- d.
inkomsten verborgen heeft gehouden en daardoor ten onrechte van de verstrekkingen gebruik heeft gemaakt.
- a.
-
2. In afwijking van het eerste lid onderdeel a en b, wordt geen eigen bijdrage opgelegd indien het netto inkomen van de meerderjarige ontheemde en diens meerderjarige gezinslid tezamen onder aftrek van de eigen bijdrage minder bedraagt dan 115% van de op de ontheemde toepasselijke leefgeldnorm.
-
3. Het college kan ervoor kiezen toepassing van lid 2 van dit artikel (drempelbedrag 115% leefgeldnorm) ook toe te passen in de gevallen als genoemd onder artikel 13 lid 1 onder c en d.
-
4. De eigen bijdrage wordt door middel van een beschikking opgelegd aan de meerderjarige ontheemde en, indien van toepassing, diens meerderjarige gezinslid.
Artikel 15 Hoogte eigen bijdrage
-
1. De hoogte van de eigen bijdrage als bedoeld in artikel 14 bedraagt op de datum van vaststelling van deze beleidsregels conform artikel 8 lid 2 van de RooO EUR 105,-- per meerderjarige ontheemde en diens meerderjarige gezinslid, met een maximum tot EUR 210,--
Artikel 16 Ingangsdatum eigen bijdrage vanwege stopzetten leefgeld
Indien een ontheemde inkomsten heeft op grond waarvan het leefgeld wordt stopgezet en waaruit volgt dat een eigen bijdrage moet worden opgelegd, wordt deze eigen bijdrage vastgesteld met ingang van de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin het leefgeld is stopgezet.
Artikel 17 Betaling eigen bijdrage
-
1. De eigen bijdrage is maandelijks achteraf verschuldigd.
-
2. De eigen bijdrage dient uiterlijk op de laatste dag van de maand te zijn betaald door overmaking op de daartoe aangewezen bankrekening van de gemeente Vlaardingen.
-
3. Onder betaling als bedoeld in het tweede lid wordt bedoeld de feitelijke bijschrijving van de eigen bijdrage op de bankrekening van de gemeente Vlaardingen.
Artikel 18 Beëindiging eigen bijdrage
-
1. De eigen bijdrage is over een volledige kalendermaand verschuldigd.
-
2. De eigen bijdrage is niet langer verschuldigd, indien de meerderjarige ontheemde niet langer:
- a.
in de gemeentelijke opvang verblijft;
- b.
inkomsten uit arbeid in loondienst of als zelfstandige in Nederland of een ander land heeft;
- c.
een loondervingsuitkering, pensioen of een toeslag op grond van de Toeslagenwet ontvangt.
- a.
-
3. In afwijking van het eerste lid, wordt de eigen bijdrage naar rato van het aantal dagen berekend, indien zich een situatie voordoet als bedoeld in lid 2 voordoet. .
Artikel 19 Niet of niet meer voldoen van de eigen bijdrage
Indien de ontheemde een opgelegde eigen bijdrage niet (meer) betaalt, volgt het college bij het innen van zowel de achterstallige eigen bijdrage(n) en van de op dat moment verschuldigde eigen bijdrage voor de voorafgaande maand het volgende beleid: hoofdstuk 4 van de Awb over bestuursrechtelijke geldschulden, voor zover van toepassing, de regelgeving voor ontheemde Oekraïners (RooO) zoals die dan geldt en/of andere regelgeving voor ontheemden uit Oekraïne en de op dat moment geldende Handreiking Eigen Bijdrage van het Ministerie van Asiel en Migratie.
Artikel 20 Hardheidsclausule/onevenredig nadeel
-
1. Indien de ontheemde in een bezwaarschrift tegen een beschikking terugvorderen leefgeld en/of opleggen eigen bijdrage een beroep doet op onevenredig nadeel, zoals benoemd in artikel 2b van de RooO kan het college in bijzondere gevallen in de beslissing op bezwaar besluiten dat ten gunste van de ontheemde wordt afgeweken van deze beleidsregels, indien toepassing hiervan tot onbillijkheden van overwegende aard leiden.
-
2. In situaties waarin het college voorafgaand aan het nemen van het besluit in redelijkheid al op de hoogte is en/of zou moeten zijn van omstandigheden van de ontheemde, op grond waarvan de mogelijkheid van de ontheemde om te kunnen voorzien in zijn/haar primaire levensbehoeften in het geding is, kan het college besluiten dat in dat specifieke geval ten gunste van die ontheemde wordt afgeweken van deze beleidsregels, waarbij geldt dat het gevolg van toepassing van deze beleidsregels is dat dit tot onbillijkheden van overwegende aard zou leidt.
-
3. Het college zoekt in de situaties als genoemd in lid 1 en lid 2 voor wat betreft (de wijze van beoordeling van) het onevenredig nadeel - zonder verdere aanvulling daarvan - aansluiting bij alles wat over onevenredig nadeel is opgenomen in de handreiking Eigen Bijdrage van het Ministerie van Asiel en Migratie.
Artikel 21:
-
1. De ontheemde is verplicht om iedere afwezigheid van de opvanglocatie langer dan 1 nacht persoonlijk en voorafgaand door te geven aan het locatiemanagement Inclusia. De ontheemde ondertekent deze melding bij Inclusia, die afwezigheid vervolgens in haar registratiesysteem opneemt.
-
2. Als een overschrijding van de 28 dagen afwezigheid nadert, maar tenminste 1 week daarvoor, kan het college Inclusia de opdracht geven om een aankondiging van de naderende overschrijding van 28 dagen en de gevolgen daarvan via het bekende e-mailadres van de ontheemde aan hem berichten
-
3. Bij afwezigheid langer dan 28 dagen per kalenderjaar, is het college bevoegd Inclusia de instructie te geven om de opvangplaats van de ontheemde aan een andere ontheemde toe te bedelen.
-
4. In geval lid 3 zich voordoet kan het college het leefgeld van de afwezige ontheemde per direct stopzetten en het ten onrechte betaalde leefgeld over de periode van afwezigheid van de ontheemde terugvorderen,
-
5. Inclusia voert namens het college steekproefsgewijs controle uit op de aanwezigheid/afwezigheid van ontheemden op de opvanglocatie.
-
6. Bij afwezigheid zonder voorafgaande melding aan Inclusia volgt een waarschuwing (gele kaart). Bij een 2e overtreding van afwezigheid zonder voorafgaande melding, kan het college via het laatst bekende e-mailadres van de ontheemde een voornemen van intrekking van het leefgeld aan en het vervallen van het recht op de opvangplaats aan.
-
7. De ontheemde kan binnen 14 dagen na datum verzending van het voornemen als bedoeld in lid 6 een zienswijze indienen tegen dit voornemen.
-
8. Het college neemt, mede met inachtneming van de zienswijze van de ontheemde als bedoeld in lid 7 een besluit over de intrekking van de verstrekkingen (leefgeld en opvangplaats) en informeert de betrokkene.
-
9. Het college kan een adresonderzoek instellen met betrekking tot de vertrokken ontheemde, waarbij geldt dat een brief van de locatiemanager, waarin de langdurige afwezigheid van de ontheemde gemotiveerd wordt bevestigd, kan volstaan. Een dergelijke brief is niet noodzakelijk voor afronding van het adresonderzoek.
-
10. Na toepassing van lid 8 en 9 kan uitschrijving uit de BRP volgen.
-
11. In het geval de ontheemde zich nadien weer meldt, en zijn/haar voormalig recht op de opvangplaats claimt, dan wel een andere opvangplaats binnen de gemeente, kan het college de ontheemde verwijzen naar de IND, waarbij hij/zij zich opnieuw moet aanmelden om ter beoordeling aan de IND aanspraak te maken op bescherming onder de Richtlijn Tijdelijke bescherming. Het college kan daarbij aan een landelijke of regionale voorziening, die de verspreiding van ontheemden registreert en coördineert, aangeven dat alle beschikbare opvangplaatsen reeds in gebruik zijn.
Artikel 22:
In situaties waarin in deze beleidsregels niet is voorzien, sluit het college zich aan bij de Handreiking Eigen bijdrage.
Artikel 23:
Voor alle bepalingen van deze beleidsregels geldt dat bij wijziging van de regeling, de TWOO, of bij inwerkingtreding van andere (hogere) wet- en regelgeving omtrent alle onderdelen van deze beleidsregels (waaronder het leefgeld, de eigen bijdrage en de 28-dagenregeling) voor ontheemde Oekraïners geldt dat de op dat moment geldende toepasselijke regelgeving voor ontheemden uit Oekraïne van toepassing is.
Artikel 24 Inwerkingtreding
Deze beleidsregels kunnen in de beoordeling betrekking hebben op leefgeld en op de eigen bijdrage. Het mandaatbesluit Stroomopwaarts betaling Leefgeld wordt per 1 februari 2025 ingetrokken. Om te voorkomen dat in januari 2025 meerdere (verschillende) beleidsregels van toepassing zijn op hetzelfde onderwerp, geldt het volgende:
alle bepalingen, voor zover zij geen betrekking hebben op het leefgeld, treden in werking met ingang van 1 januari 2025;
de bepalingen, voor zover zij betrekking hebben op het leefgeld, treden vervolgens per 1 februari 2025 ook in werking.
Artikel 25 Citeertitel
Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels ontheemden Oekraïne.
Ondertekening
Vlaardingen, 17 december 2024
Het college van burgemeester en wethouders van Vlaardingen
Noot
1artikel 1 e en f Regeling tot wijziging Regeling opvang ontheemden Oekraine in verband met Inwerkingtreding Tijdelijke wet opvang ontheemden Oekraine, alsmede enkele andere wijzigingen, Stcrt. 2024,37579; Staatscourant 2024, 37579 | Overheid.nl > Officiële bekendmakingen
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl