Subsidieregeling Lokale Aanpak Isolatie Haarlemmermeer 2024

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

• a.

  Appartement:

  • i.

    aandeel in een gebouw waarvoor een vereniging van eigenaars is opgericht, omvattende de bevoegdheid tot het uitsluitend gebruik van een woning;

  • ii.

    woning in een gebouw, waarvoor een wooncoöperatie is opgericht; of

  • iii.

    woning in een gebouw van een woonvereniging;

• b.

  Asv: Algemene subsidieverordening Haarlemmermeer 2024;

• c.

  Bouwschil: de geïntegreerde onderdelen die de binnenruimte van een gebouw scheiden van de daar buiten gelegen onderdelen van de fysieke leefomgeving;

• d.

  Eigenaar-bewoner: een natuurlijk persoon die:

  • i.

    een woning in eigendom heeft waarin hij zijn hoofdverblijf heeft;

  • ii.

    gerechtigde is van een bestaand appartementsrecht en in het desbetreffende appartement zijn hoofdverblijf heeft;

  • iii.

    zijn hoofdverblijf heeft in een woning van een wooncoöperatie en in verband daarmee lid is van die wooncoöperatie; of

  • iv.

    op basis van zijn lidmaatschap van een woonvereniging het recht heeft om in een woning te wonen en daarin zijn hoofdverblijf heeft.

• e.

  Energieadviesrapport: een adviesrapport over mogelijke verduurzamingsmaatregelen, met daarin een inventarisatie van de huidige energetische en bouwkundige staat van de woning of pand en de geschatte kosten en besparingen daarbij;

• f.

  Energielabel: schriftelijke verklaring over de energieprestatie van een gebouw;

• g.

  Intermediair: een rechtspersoon waarmee de gemeente een overeenkomst heeft gesloten voor het uitvoeren van het tweedelijns Energieloket;

• h.

  Slecht geïsoleerde woning: een woning:

  • 1.

    van een eigenaar-bewoner met een energielabelklasse D, E, F, G of een met die labelklassen vergelijkbare energetische staat, waaronder wordt verstaan een woning waarin ten minste twee van de volgende bestaande bouwdelen niet of slecht geïsoleerd zijn:

    • i.

      de vloer en de bodem (geen of slechte isolatie aanwezig: minder dan 5 cm isolatiemateriaal aanwezig, Rc ≤ 1,3);

    • ii.

      de gevel, waaronder de spouwmuur (geen of zeer slechte spouwmuurisolatie, voorzetwand of buitengevelisolatie aanwezig, Rc ≤ 1,1);

    • iii.

      het dak (geen, slechte en matige isolatie, minder dan 9 cm aanwezig / een Rc ≤ 2,0);

    • iv.

      de zolder of vlieringvloer (geen zolder- of vlieringvloerisolatie aanwezig, Rc ≤ 0,5);

    • v.

      de ramen en deuren (enkel glas, oud dubbelglas en HR glas, kozijnen, Ug waarde ≥ 1);

  • 2.

    in een gebouw waarvoor een vereniging van eigenaars bestaat en waarin ten minste twee van de volgende bestaande bouwdelen van het gebouw niet of slecht geïsoleerd zijn:

    • i.

      de vloer en de bodem (geen of slechte isolatie aanwezig: minder dan 5 cm isolatiemateriaal aanwezig, Rc ≤ 1,3);

    • ii.

      de gevel, waaronder de spouwmuur (geen of zeer slechte spouwmuurisolatie, voorzetwand of buitengevelisolatie aanwezig, Rc ≤ 1,1);

    • iii.

      het dak (geen, slechte en matige isolatie, minder dan 9 cm aanwezig / een Rc ≤ 2,0);

    • iv.

      de zolder of vlieringvloer (geen zolder- of vlieringvloerisolatie aanwezig, Rc ≤ 0,5);

    • v.

      de ramen en deuren (enkel glas, oud dubbelglas en HR glas, kozijnen, Ug waarde ≥ 1)

  • en waarbij de woning fysiek grenst aan het bouwdeel van het gebouw waaraan ten minste één van de voorgenomen energiebesparende isolatiemaatregelen als bedoeld in artikel 4, worden getroffen; of

    waaraan eerder energiebesparende isolatiemaatregelen als bedoeld in artikel 4, zijn getroffen op basis van deze regeling en die op enig daaraan voorafgaand moment kwalificeerde als slecht geïsoleerde woning als bedoeld onder artikel 1 sub g;

• i.

  SPUK LAI: Regeling van de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening van 1 februari 2023, nr. 2022-0000430533 houdende regels met betrekking tot de verstrekking van een specifieke uitkering aan gemeenten ten behoeve van de verduurzaming van slecht geïsoleerde woningen van eigenaar-bewoners en woningen van verenigingen van eigenaars, woonverenigingen en wooncoöperaties in het kader van het Nationaal Isolatieprogramma;

• j.

  Vereniging van eigenaars: vereniging van de eigenaars, woonvereniging of wooncoöperatie ten behoeve van gebouwen waarin zich ten minste één woning van een eigenaar-bewoner bevindt;

• k.

  Woning: een adresseerbaar object dat in de Basisregistratie Adressen en Gebouwen geregistreerd is met het gebruiksdoel woonfunctie;

• l.

  wooncoöperatie: wooncoöperatie als bedoeld in artikel 18a van de Woningwet;

• m.

  woonvereniging: vereniging die eigenaar is van één of meer gebouwen en waarvan de leden het recht hebben om in een bepaalde woning die onderdeel uitmaakt van dat gebouw of die gebouwen te wonen.

• n.

  WOZ-waarde: Waardering Onroerende Zaken met als peildatum 1 januari 2022.

Artikel 2. Doel van de subsidie

Het doel van de subsidieregeling is om slecht geïsoleerde koopwoningen te verduurzamen door middel van isolatiemaatregelen, zodat de energievraag vermindert en een verlaging van de uitstoot van broeikasgassen wordt bewerkstelligd.

Artikel 3. Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan:

Eigenaar-bewoners of verenigingen van eigenaars van woningen in Haarlemmermeer.

Artikel 4. Subsidiabele activiteiten

Het college verstrekt alleen subsidie voor één van de volgende uitgevoerde isolatiemaatregelen:

• a.

  Vloer-, dan wel bodemisolatie:

  • i.

    ten minste 20 vierkante meter van de oppervlakte van de bestaande vloer of de bestaande bodem in de bestaande bouwschil wordt geïsoleerd voor een woning van een eigenaar-bewoner;

  • ii.

    minimaal 70% van de oppervlakte van de gehele vloer behorend tot de bestaande bouwschil wordt geïsoleerd voor een vereniging van eigenaars;

  • iii.

    het isolatiemateriaal moet ten minste een Rd-waarde hebben van 3,5 m2K/W;

  • iv.

    het aanbrengen van lokaal gespoten PIR of PUR gebeurt met HFK-vrije blaasmiddelen.

• b.

  Glas, kozijnpaneel- of deurisolatie in de bestaande thermische schil door:

  • i.

    het vervangen van ten minste 8 vierkante meter van de oppervlakte, of raamoppervlakte van glas, kozijnpanelen of deuren door HR++ glas, eventueel in combinatie met nieuwe isolerende kozijnpanelen of nieuwe isolerende deuren met een Ud-waarde van ten hoogste 1,5 W/m2K;

  • ii.

    het vervangen van ten minste 8 vierkante meter van de oppervlakte, of raamoppervlakte van glas, kozijnpanelen of deuren door triple-glas, in combinatie met een nieuw isolerend raamkozijn met een Uf-waarde van ten hoogste 1,5 W/m2K, eventueel in combinatie met nieuwe isolerende kozijnpanelen of nieuwe isolerende deuren met een Ud-waarde van ten hoogste 1,0 W/m2K;

  • iii.

    het in het geval van een monument vervangen of toevoegen van ten minste 3 vierkante meter van de oppervlakte, of raamoppervlakte van glas, kozijnpanelen of deuren door glas of voor- of achterzetbeglazing met een U-waarde van ten hoogste 3,0 W/m2K, eventueel in combinatie met nieuwe isolerende kozijnpanelen of nieuwe isolerende deuren met een Ud-waarde van ten hoogste 2,0 W/m2K; of

  • iv.

    het vervangen of toevoegen van ten minste 3 vierkante meter van de oppervlakte, of raamoppervlakte van glas, kozijnpanelen of deuren door glas of voor- of achterzetbeglazing met een U-waarde van ten hoogste 2,0 W/m2K, eventueel in combinatie met nieuwe isolerende kozijnpanelen of nieuwe isolerende deuren met een U-waarde van ten hoogste 1,5W/m2K, of triple-glas, in combinatie met een nieuw isolerend raamkozijn met een Uf-waarde van ten hoogste 1,5 W/m2K.

Artikel 5. Weigeringsgronden

In aanvulling op artikel 12 van de Asv kan subsidieverlening worden geweigerd

• 1.

  als de maatregel waarvoor subsidie wordt aangevraagd een nieuw element aan de woning toevoegt;

• 2.

  het een aanvraag voor een subsidie betreft voor een maatregel die voor 1 maart 2025 is uitgevoerd.

Artikel 6. Subsidiecriteria

De gesubsidieerde activiteiten moeten zijn uitgevoerd binnen 6 maanden na vaststelling van de subsidie indien die vaststelling is gebaseerd op een offerte.

Artikel 7. Subsidiabele kosten

De subsidie heeft uitsluitend betrekking op de in redelijkheid gemaakte kosten die naar het oordeel van het college noodzakelijk zijn voor de subsidiabele activiteiten als genoemd in artikel 4.

Artikel 8. Niet-subsidiabele kosten

In aanvulling op artikel 6 van de Asv komen de kosten van activiteiten die door een eigenaar-bewoner of vereniging van eigenaars zelf zullen worden uitgevoerd in ieder geval niet voor subsidie in aanmerking.

Artikel 12. Beslistermijn

Het college beslist, in afwijking van artikel 11, lid 1, van de Asv binnen 8 weken nadat de aanvraag is ingediend.

Artikel 13. Aanvraagtermijn

In afwijking van artikel 10, lid 3, Asv wordt de aanvraag voor subsidie ingediend op het moment dat de activiteiten zijn uitgevoerd en een factuur kan worden overgelegd bij de aanvraag, tenzij de aanvraag namens de eigenaar-bewoner wordt ingediend door de intermediair.