Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR734223
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR734223/1
Regeling vervalt per 11-04-2025
Openstellingsbesluit Productieve investeringen voor bedrijfsverduurzaming 2025
Geldend van 15-01-2025 t/m 10-04-2025
Intitulé
Openstellingsbesluit Productieve investeringen voor bedrijfsverduurzaming 2025Gedeputeerde Staten van Flevoland
Gelet op artikel 1.2 van Hoofdstuk 1 en paragraaf 2 van Hoofdstuk 2 van de Subsidieverordening Gemeenschappelijk Landbouwbeleid Flevoland 2023-2027;
Besluiten:
- I.
Vast te stellen het openstellingsbesluit ‘Productieve investeringen voor bedrijfsverduurzaming provincie Flevoland’ (ook wel Productieve investeringen groen-blauw en dierenwelzijn) als bedoeld in paragraaf 2 van hoofdstuk 2 van de Subsidieverordening Gemeenschappelijk Landbouwbeleid Flevoland 2023-2027 (hierna: de Subsidieverordening);
- II.
Het subsidieplafond vast te stellen op € 9.403.798 bestaande uit twee deelplafonds:
- a.
Totaalbudget voor niet jonge landbouwers: € 6.320.314
- i.
Waarvan uit overhevelingsmiddelen (100% EU) : € 2.073.079
- ii.
Waarvan uit ELFPO (43% EU): € 1.826.312
- iii.
Waarvan provinciale cofinanciering (57% provincie Flevoland): € 2.420.923
- i.
- b.
Totaalbudget voor jonge landbouwers: € 3.083.484
- i.
Waarvan uit overhevelingsmiddelen (100% EU): € 815.978
- ii.
Waarvan uit ELFPO (43% EU): € 975.027
- iii.
Waarvan provinciale cofinanciering (57% provincie Flevoland): € 1.292.478
- i.
- a.
- III.
Dat aanvragen kunnen worden ingediend van 15 januari 2025, 09.00 uur tot en met 10 april 2025 17.00 uur;
- IV.
De volgende nadere regels vast te stellen:
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In aanvulling op artikel 1.1 van de Subsidieverordening wordt in deze nadere regels verstaan onder:
- a.
agroforestry: agroforestry verwijst naar landbouwsystemen en -praktijken die houtige meerjarige planten (bomen en struiken) bewust combineren op hetzelfde stuk land waar ook andere landbouwgewassen worden geteeld of veehouderij plaatsvindt. Er vindt daarmee een ecologische en economische wisselwerking plaats tussen houtige en niet-houtige onderdelen van landbouwsystemen. In Nederland vallen ook voedselbossen onder de definitie van agroforestry. Een voedselbos is een door mensen ontworpen productief ecosysteem naar het voorbeeld van een natuurlijk bos, met een hoge diversiteit aan meerjarige en/of houtige plantensoorten die deels voor de mens als voedsel dienen (vruchten, zaden, bladeren, stengels, wortels).
- b.
kleinschalige windmolens: Kleinschalige windmolens zijn turbines met een tiphoogte tot maximaal 15 meter en een vermogen tot maximaal 20 kW die windenergie omzetten in elektriciteit door middel van een generator ten behoeve van gebruik op het eigen bedrijf.
- c.
landbouwbedrijf: alle bij de Kamer van Koophandel ingeschreven eenheden op het grondgebied van Nederland die voor landbouwactiviteiten (als bedoeld in bijlage 1 VWEU) worden gebruikt en door een landbouwer worden beheerd.
- d.
regelbare drainage: Bij regelbare drainage wordt overtollig, ondiep grondwater niet meteen afgevoerd maar langer vastgehouden in de bodem. Door de ontwateringsbasis in hoogte te variëren kan de intensiteit van de drainage worden ingesteld.
- e.
subsidieverordening: Subsidieverordening Gemeenschappelijk Landbouwbeleid Flevoland 2023-2027.
- f.
voedselbos: een door mensen ontworpen productief ecosysteem naar het voorbeeld van een natuurlijk bos, met een hoge diversiteit aan meerjarige en/of houtige plantensoorten die deels voor de mens als voedsel dienen (vruchten, zaden, bladeren, stengels, wortels).
- g.
zelfrijdende werktuigen: Zelfrijdende werktuigen zijn werktuigen gecombineerd met een voertuig met een eigen aandrijving. Het zelfrijdende werktuig is dus voorzien van een motor. Volledig zelfrijdende werktuigen behoeven geen bestuurder terwijl bij semi zelfrijdende werktuigen de bestuurder ondersteund wordt door slimme sensoren, cameratechnieken en systemen.
Artikel 2 Subsidiabele activiteiten
In aanvulling op artikel 2.2.2 van de Subsidieverordening kan alleen subsidie worden verstrekt voor productieve investeringen groen- blauw of dierenwelzijn zoals opgenomen in bijlage 1 bij dit openstellingsbesluit.
Artikel 3 Aanvrager
-
1. Overeenkomstig artikel 2.2.3 van de Subsidieverordening wordt subsidie verstrekt aan:
- a.
landbouwers of een samenwerkingsverband van landbouwers of
- b.
jonge landbouwers of een samenwerkingsverband van jonge landbouwers als bedoeld in artikel 2.2.1 van de Subsidieverordening.
- a.
-
2. Conform artikel 2.1.1 van de Subsidieverordening is een jonge landbouwer iemand die:
- a.
jonger is dan 40 jaar op 31 december van het jaar waarin de subsidie wordt aangevraagd;
- b.
bedrijfshoofd is op het tijdstip van de aanvraag om subsidie, wat betekent dat hij:
- i.
als natuurlijk persoon een landbouwbedrijf uitoefent in eigen naam;
- ii.
mede belast is met de dagelijkse bedrijfsvoering, en;
- iii.
als natuurlijk persoon langdurige blokkerende zeggenschap heeft als bestuurder van een rechtspersoon, beherende vennoot, maat in de maatschap of als bestuurder van een vereniging of stichting, en;
- iv.
een landbouwdiploma of bewijs van vakbekwaamheid heeft, bestaande uit:
- 1.
een diploma of een getuigschrift van een basisopleiding landbouw, tuinbouw of aanverwant op mbo-, hbo- of wo-niveau, of
- 2.
een bewijs van ten minste 2 jaar aantoonbare ervaring met land- en tuinbouwproductie op het tijdstip van de aanvraag om subsidie, aangevuld met een diploma of een getuigschrift van een cursus op het gebied van bedrijfsovername, agrarische bedrijfsvoering of aanverwant.
- 1.
- i.
- a.
-
3. Van langdurige blokkerende zeggenschap als bedoeld in het eerste lid, onder b, subonderdeel iii, is sprake als de jonge landbouwer ten minste een blokkerende zeggenschap heeft ter zake van ondernemingsbeslissingen met een financieel belang van meer dan 25.000 euro.
-
4. Van langdurige blokkerende zeggenschap als bedoeld in het eerste lid, onder b, subonderdeel iii, is geen sprake als:
- a.
de jonge landbouwer een commanditaire vennoot van het betreffende landbouwbedrijf is; of
- b.
de door alle maten of vennoten ondertekende schriftelijke overeenkomst door elk der partijen eenzijdig kan worden opgezegd.
- a.
Artikel 4 Aanvraagvereisten
-
1. In afwijking van artikel 1.6 lid 3 van de Subsidieverordening bevat de aanvraag geen projectplan.
-
2. In aanvulling op artikel 1.6 van de Subsidieverordening bevat de aanvraag, in het geval dat de aanvrager voor de investeringen vergunningplichtig is, een bewijsstuk van de aanvraag van een vergunning dan wel van de reeds verkregen vergunning.
-
3. Als de aanvraag wordt ingediend door een landbouwer met een biologische bedrijfsvoering wordt de aanvraag vergezeld van een erkend certificaat of kwaliteitskeurmerk waaruit dit blijkt.
-
4. Als de aanvraag wordt ingediend door een landbouwer die in omschakeling is naar biologische landbouw wordt de aanvraag vergezeld van het inschrijfnummer en documentatie van een certificerende instantie ter onderbouwing dat de bedrijfsomschakeling is gestart.
-
5. Indien de aanvraag ingediend wordt door een jonge landbouwer zoals bedoeld in artikel 3, tweede lid van dit besluit bevat de aanvraag tevens:
- a.
Een kopie van een identiteitsbewijs van de jonge landbouwer;
- b.
Een diploma of bewijs van vakbekwaamheid; en
- c.
Een maatschapsakte of bewijs van aandelen in een BV.
- a.
-
6. Wanneer de aanvraag betrekking heeft op een investering in de productie van biobrandstoffen of hernieuwbare energie dient de aanvrager bewijs aan te leveren dat het gemiddelde jaarverbruik (brandstof/energie) aantoont.
Artikel 5 Subsidiabele kosten
-
1. Overeenkomstig artikel 2.2.5, eerste lid van de Subsidieverordening zijn alleen kosten zoals bedoeld in artikel 1.8 onder e van de Subsidieverordening subsidiabel.
-
2. Subsidiabele kosten worden berekend volgens artikel 1.9a uit de Subsidieverordening.
Artikel 6 Niet subsidiabele kosten
-
1. In aanvulling op artikel 1.10 van de Subsidieverordening komen niet voor subsidie in aanmerking:
- a.
kosten voor abonnementen op software-updates en servicecontracten.
- b.
kosten voor apparatuur benodigd voor het aflezen van de ICT en sensor techniek waaronder computers, laptops, tablets en smartphones.
- a.
-
2. Indien er een aanvraag wordt gedaan voor een investering ten behoeve van energieopwekking, dan moet de opgewekte energie gebruikt worden door de eigen landbouwonderneming, het worden van (netto)energieleverancier is niet subsidiabel.
Artikel 7 Subsidiehoogte
Onverminderd artikel 2.2.7 van de Subsidieverordening geldt dat de subsidie:
- a.
40% van de subsidiabele kosten bedraagt;
- b.
55% van de subsidiabele kosten bedraagt voor jonge landbouwers;
- c.
bij verlening minimaal € 20.000 bedraagt.
- d.
minder dan € 125.000 bedraagt.
Artikel 8 Weigeringsgronden
Onverminderd artikel 1.5 van de Subsidieverordening wordt subsidie geweigerd indien de aanvrager in hetzelfde aanvraagtijdvak al voor dezelfde investeringen een aanvraag om subsidie heeft ingediend op grond van deze paragraaf.
Artikel 9 Selectie en rangschikking
-
1. Een aanvraag om subsidie kan betrekking hebben op meerdere investeringscategorieën.
-
2. In afwijking van artikel 1.12, vijfde lid, onderdeel c van de Subsidieverordening wordt bij een aanvraag bestaande uit investeringen binnen meerdere investeringscategorieën voor de rangschikking het per investeringscategorie aan de investeringen toegekende aantal punten opgeteld en vervolgens door het aantal investeringscategorieën gedeeld.
-
3. Voor de rangschikking van aanvragen als bedoeld in artikel 1.12 lid 1 sub c en artikel 2.2.8 van de Subsidieverordening worden de scores van de investeringslijst in bijlage 1 gehanteerd.
-
4. Conform artikel 2.2.8 lid 3 van de Subsidieverordening krijgen landbouwers met een biologische bedrijfsvoering en landbouwers die omschakelen naar biologische landbouw een extra punt toegekend.
-
5. De aanvragen worden gerangschikt op volgorde van puntenaantal beginnend bij de aanvraag met de meeste punten.
Artikel 10 Voorschot en deelbetaling
-
1. In afwijking van artikel 1.17 van de Subsidieverordening verstrekken Gedeputeerde Staten geen voorschot; en
-
2. In afwijking van artikel 1.18 van de Subsidieverordening verstrekken Gedeputeerde Staten geen deelbetaling.
Artikel 11 Verplichtingen
-
1. Onverminderd het bepaalde in artikel 1.15 van de Subsidieverordening is de subsidieontvanger verplicht de subsidiabele activiteiten binnen één jaar na verzending van de subsidieverleningsbeschikking uit te voeren.
-
2. Indien de subsidiabele activiteit wegens onvoorziene omstandigheden niet kan worden afgerond binnen de projecttermijn zoals vastgelegd in de subsidieverleningsbeschikking en de subsidieontvanger acht verlenging van die termijn wenselijk, dan kan de subsidieontvanger uiterlijk de dag voor het verstrijken van die termijn schriftelijk een gemotiveerd verzoek indienen tot verlenging van de termijn tot uiterlijk 30 juni 2028.
-
3. In aanvulling op artikel 1.7 van de Subsidieverordening gelden voor de vaststelling van subsidies die zijn verleend in het kader van dit openstellingsbesluit alle regels volgens arrangement 2, zoals opgenomen in artikel 1.20 van de Subsidieverordening.
-
4. In aanvulling op artikel 1.22 van de Subsidieverordening is het niet mogelijk om van investeringscategorie te wijzigen.
Artikel 12 Publicatie en inwerkingtreding
Dit besluit wordt geplaatst in het Provinciaal Blad en treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.
Artikel 13 Citeertitel
Dit besluit wordt aangehaald als Openstellingsbesluit GLB Productieve investeringen voor bedrijfsverduurzaming provincie Flevoland 2025.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de vergadering van Gedeputeerde Staten van provincie Flevoland van 7 januari 2025.
Gedeputeerde Staten van Flevoland,
de secretaris,
de voorzitter,
Bijlage 1 Investeringscategorieën
Water
Categorie |
Investering |
Wel/niet subsidiabel |
Punten |
1 |
Regelbare drainage |
Subsidiabel: De aanschaf en aanleg van:
|
18 |
2 |
Stuwen |
Subsidiabel De aanschaf en aanleg van:
|
17 |
3 |
Ondergrondse waterberging |
Subsidiabel De aanschaf en aanleg van:
|
18 |
4 |
Waterbesparende precisieberegening en irrigatie |
Subsidiabel De aanschaf en aanleg van:
Niet subsidiabel
|
18 |
5 |
Waterbeheervoorzieningen ter verlaging van risico’s van verontreiniging door erfafspoeling bij een veehouderij of door afvalwater uit de veehouderij, akkerbouw, bloembollen-, boom-, fruit-, vollegronds- of bedekte teelt |
Subsidiabel Aanschaf en aanleg van:
Niet subsidiabel
|
16 |
6 |
Bovengrondse wateropvang (inclusief hemelwateropvang) |
Subsidiabel Aanschaf en aanleg van:
|
17 |
7 |
EC meters en monitoringssensoren |
Subsidiabel: Aanschaf en aanleg van:
|
18 |
Biodiversiteit en biologische bestrijding
Categorie |
Investering |
Wel/niet subdiabel |
Punten |
1 |
Autonome en semi-autonome niet-chemische bestrijding |
Subsidiabel Aanschaf van:
Niet subsidiabel
|
17 |
2 |
Agroforestry |
Omschrijving Teelt van houtige gewassen (bomen en struiken) gecombineerd met veeteelt, groenteteelt of akkerbouw op hetzelfde perceel landbouwgrond. De houtige gewassen zijn bedoeld voor de productie van fruit, noten of bessen. Subsidiabel Aanschaf en aanleg/aanplant van:
Niet subsidiabel
|
18 |
3 |
Onkruid-, plaag- en ziektebestrijding |
Subsidiabel Aanschaf van:
|
15 |
4 |
Verwerken bedrijfsgewassen tot krachtvoer en/of meststoffen |
Subsidiabel Aanschaf van:
Niet subsidiabel
Opmerking
|
18 |
5 |
Verwerken en toepassen van organisch restmateriaal |
Omschrijving Investeringen die specifiek bedoeld zijn voor de verwerking van organisch restmateriaal met als doel het verhogen van bodemkwaliteit, zoals materieel voor het maaien en ophalen van slootkanten, het verwerken en toepassen van gewasresten, maaisel van slootkanten, bermen of natuurterreinen, slootbagger of compost hiervan. Subsidiabel Aanschaf van:
Niet subsidiabel
|
18 |
Energie en klimaat
Categorie |
Investering |
Wel/niet subsidiabel |
Punten |
1 |
Aanpassing klimaatverandering |
Subsidiabel Aanschaf en aanleg van:
|
18 |
2 |
Duurzame energie en warmtewinning |
Subsidiabel Aanschaf en aanleg van:
Niet-subsidiabel
|
17 |
Veehouderij
Categorie |
Investering |
Wel/niet subsidiabel |
Punten |
1 |
Comfortabele ligplaatsen voor melkrundveehouderij (incl. vrouwelijk jongvee) |
Subsidiabel Aanschaf en aanleg van:
Niet subsidiabel
|
18 |
2 |
Digitale voorzieningen voor weidegang |
Subsidiabel Aanschaf en aanleg van:
|
18 |
3 |
Mestverwerkingssystemen |
Subsidiabel Aanschaf en aanleg van:
Niet subsidiabel
Opmerkingen
|
16 |
4 |
Mestscheidingsinstallaties |
Subsidiabel Aanschaf en aanleg van:
|
18 |
5 |
Niet digitale voorzieningen voor weidegang voor graasdieren |
Subsidiabel Aanschaf en aanleg van:
Niet subsidiabel
|
18 |
6 |
Stalklimaat |
Subsidiabel Aanschaf en aanlegvan:
Niet subsidiabel:
|
17 |
7 |
Brongerichte maatregelen en emissiearme stalsystemen varkenshouderij |
Subsidiabel Aanschaf en aanleg van:
Niet subsidiabel:
Opmerking Alleen subsidiabel zijn systemen die aan de maximale emissiewaarden voldoen per 1/1/2020 en voor IPCC bedrijven:
|
18 |
8 |
Gedeeltelijk dichte vloer in hokken voor biggenopfok |
Subsidiabel Aanschaf en aanleg van:
|
18 |
9 |
Technieken die uitkomst van eieren in vleeskuikenstallen mogelijk maken |
Subsidiabel Aanschaf en aanleg van:
Niet subsidiabel
|
16 |
10 |
Vrijloopkraamhokken zeugen |
Subsidiabel Aanschaf en aanleg van:
|
18 |
11 |
Gekartelde schoftboom en roterende koeborstel |
Subsidiabel Aanschaf en aanleg van:
Niet subsidiabel
|
18 |
Precisielandbouw
Categorie |
Investering |
Wel/niet subsidiabel |
Punten |
1 |
Groei- en oogstmonitoring |
Subsidiabel Aanschaf en aanlegvan:
|
18 |
2 |
Precisiegewasbescherming |
Subsidiabel Aanschaf van:
Niet subsidiabel
Opmerkingen
|
17 |
Toelichting bij GLB-openstellingsbesluit Productieve investeringen voor bedrijfsverduurzaming 2024 provincie Flevoland
LEESWIJZER
Voorliggend openstellingsbesluit moet in samenhang gelezen worden met de Subsidieverordening Gemeenschappelijk Landbouwbeleid 2023-2027 van de provincie Flevoland. Met dit openstellingsbesluit zijn de algemene en slotbepalingen uit de Subsidieverordening van toepassing op een aanvraag. In het bijzonder zijn de voorwaarden uit paragraaf 2 van hoofdstuk 2 van de Subsidieverordening – de maatregel Productieve investeringen groen-blauw en dierenwelzijn – van toepassing: de artikelen 2.2.1 tot en met 2.2.8.
- I.
Algemeen
Voorliggende regeling is een regeling vanuit het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) in de Provincie Flevoland. Het GLB loopt van 2023 tot en met 2027. Alle projecten moeten voor 1 april 2029 worden vastgesteld. Het programma is gericht op slimme veerkrachtige landbouw, milieu-, biodiversiteits- en klimaatdoelen en brede plattelandsontwikkeling.
De maatregel voor productieve investeringen groen-blauw en dierenwelzijn (gericht op bedrijfsverduurzaming) is vooral bedoeld om de aanschaf van moderne installaties en machines te stimuleren, waarmee landbouwers het eigen bedrijf kunnen verduurzamen. Dit doen zij door met specifieke investeringen een bijdrage te leveren aan de milieu- en klimaatdoelen en het efficiënt gebruiken van natuurlijke hulpbronnen, zoals water en bodem en biodiversiteit. Ook is er binnen deze regeling ruimte voor investeringen met betrekking tot dierenwelzijn. Investeringen die alleen of hoofdzakelijk gericht zijn op verbetering van de rentabiliteit van bedrijven en vervanging van dezelfde goederen die al op het bedrijf aanwezig zijn komen niet voor op de lijst.
Gedeputeerde Staten van Flevoland stellen een lijst vast met innovatieve duurzame investeringen die relevant zijn voor de bedrijfsvoering van landbouwers in Flevoland. Op deze lijst zijn alleen investeringen opgenomen die voldoen aan de minimale bijdrage aan de doelen voor verduurzaming. De score per investeringscategorie is bepaald op basis van de mate waarin de investering bijdraagt aan de innovatie, effectiviteit, haalbaarheid en efficiëntie. De investeringen zijn zo gekozen dat zij bijdragen aan één of meerdere doelstellingen (Strategic Objectives; SO’s) behorend bij deze interventie, zoals die benoemd zijn in het Nationaal Strategisch Plan (NSP), de Nederlandse uitwerking van het Europese GLB, namelijk:
- -
SO1 Het bieden van steun met het oog op een leefbaar bedrijfsinkomen en veerkracht van de landbouwsector in de hele Unie, ten behoeve van een grotere voedselzekerheid voor de lange termijn, van een meer diverse landbouw, en van een economisch duurzame landbouwproductie in de Unie.
- -
SO2 Vergroting van de marktgerichtheid en het concurrentievermogen van landbouwbedrijven voor zowel de korte als de lange termijn, onder meer door meer aandacht voor onderzoek, technologie en digitalisering.
- -
SO4 Bijdragen tot matiging van en aanpassing aan klimaatverandering, onder meer door de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen en meer koolstof vast te leggen, en duurzame energie te bevorderen.
- -
SO5 Bevordering van de duurzame ontwikkeling en het efficiënte beheer van natuurlijke hulpbronnen zoals water, bodem en lucht, onder meer door de afhankelijkheid van chemische middelen te verkleinen.
- -
SO6 Bijdragen tot het tot staan brengen en ombuigen van biodiversiteitsverlies, tot versterking van ecosysteemdiensten en tot de instandhouding van habitats en landschappen.
- -
SO9 Beter inspelen door de landbouw van de Unie op de maatschappelijke verwachtingen inzake voedsel en gezondheid, onder meer wat betreft hoogkwalitatief, veilig en voedzaam voedsel dat op duurzame wijze is geproduceerd, en voorts vermindering van de voedselverspilling, verbetering van het dierenwelzijn, en bestrijding van antimicrobiële resistentie.
Landbouw Meerdere Smaken provincie Flevoland
Voor de provincie Flevoland is de omgevingsvisie ‘Flevoland Straks’ leidend voor haar beleid op de lange termijn. De landbouw heeft daarin een prominente plek. De ambitie is geformuleerd onder de titel Landbouw: Meerdere Smaken (LMS) Landbouw: Meerdere Smaken - Omgevingsvisie FlevolandStraks. Het perspectief is als volgt: In 2030 en verder staat Flevoland bekend om haar meerdere smaken in de agrofoodsector, die door haar aanpassingsvermogen vernieuwingen en innovaties voortvarend en snel in praktijk brengt. In Flevoland is er gezonde landbouw voor iedereen. We lopen voorop, spelen in op nieuwe ontwikkelingen en werken aan een diverse agrofoodsector. De landbouw heeft respect voor de leefomgeving en is bekend in de wereld.
Om deze sterke positie te kunnen behouden en deels nog verkrijgen, wordt onder het programma LMS gewerkt aan verduurzaming, versterking en weerbaarheid van de sector. Om een sterke positie duurzaam te kunnen behouden wordt de sector gestimuleerd om nieuwe verdienmodellen te ontwikkelen, zodat Flevolandse landbouwers meer keuzevrijheid hebben in hoe zij -ook op lange termijn- duurzaam hun bedrijf kunnen voeren. Daarbij wordt ingezet op diverse “smaken” van innovaties: verkorting van de voedselketen, natuur-inclusieve landbouw, kringlooplandbouw, smart farming, eiwittransitie, energietransitie en dergelijke.
In Flevoland werken we samen in proeftuinen. Een proeftuin is een community van ondernemers en partijen die zich groeperen rondom de vernieuwing en ontwikkeling van één smaak, bijvoorbeeld natuur inclusieve landbouw of robot farming. Dragers van een proeftuin zijn de ondernemers. Partijen dragen bij en doen mee. Ondernemers worden uitgenodigd om met behulp van Het POP3+ programma ook te investeren in een nieuwe “smaak”. Daarbij kan gebruik gemaakt worden van de kennis die inmiddels is opgedaan. Bezoek de website www.omgevingsvisieflevoland.nl voor meer informatie en inspiratie.
Onderwerpen waar in de afgelopen jaren in de proeftuinen aan is gewerkt zijn:
- •
Natuurinclusieve landbouw, strokenteelt;
- •
Elektrificatie van de bedrijfsvoering (irrigatie, mechanisatie);
- •
Nieuwe gewassen, eiwittransitie;
- •
Smart farming;
- •
Agroforestry;
- •
Verkorting voedselketen;
- •
Verwerking restproducten;
- •
Logistiek;
- •
Energie-opwekking in de landbouw.
Het versterken van de agrosector in positie, kennis en diversifiëring als ambitie sluit goed aan bij de GLB-thema's, zoals: meerwaardestrategie, positie versterking producent, gesloten kringloop en behoud biodiversiteit. Subsidie kan verstrekt worden voor investeringen in innovatie van alle elementen uit de proeftuinen, zolang die in Flevoland plaatsvinden. Daarbij is geen onderwerp prioritair aan andere, want Flevoland kent Meerdere Smaken.
- I.
ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING
Artikel 2 Subsidiabele activiteiten
Op basis van de investeringslijst in bijlage 1 van het openstellingsbesluit kan aangegeven worden voor welke investeringen in welke investeringscategorieën subsidie wordt aangevraagd. Alleen investeringen die direct aansluiten bij de voorwaarden en omschrijvingen uit de investeringslijst komen voor subsidie in aanmerking.
Onder investeringen in bedrijfsmiddelen valt zowel aanschaf als financial lease van bedrijfsmiddelen. Wanneer sprake is van financial lease dient subsidieontvanger wel eigenaar te zijn voordat de instandhoudingstermijn als bedoeld in artikel 1.15 van de Subsidieverordening is afgelopen. Dat betekent dat hij voor die tijd alle termijnen moet hebben voldaan.
Artikel 3 Aanvrager
Subsidie wordt enkel en alleen verstrekt aan individuele landbouwers of samenwerkende landbouwers. Bij samenwerking kunnen investeringsplannen worden gebundeld. Een jonge landbouwer is in ieder geval jonger dan 40 jaar en bedrijfshoofd van het landbouwbedrijf op het moment van de aanvraag. De voorwaarden voor jonge landbouwers zijn opgenomen in artikel 2.1.1 van de Subsidieverordening.
Artikel 4 Aanvraagvereisten
In de aanvraag om subsidie moeten de begrote kosten duidelijk worden gespecificeerd aan de hand van bijvoorbeeld een offerte of kostenspecificatie. Op de offerte dienen de investeringen uitgebreid gespecificeerd te worden zodat vanuit de onderbouwing met de offerte een duidelijke link gelegd kan worden met de aangevinkte investeringscategorie.
Subsidie wordt alleen aan landbouwers verstrekt. Om aan te tonen dat sprake is van een landbouwbedrijf, wordt de inschrijving van het landbouwbedrijf bij de Kamer van Koophandel gecontroleerd. Wanneer de investeringen vergunningplichtig zijn, moet bij de aanvraag een bewijs van aanvraag van de vergunning of het besluit op de vergunningaanvraag worden overlegd.
Artikel 5 Subsidiabele kosten
Subsidiabele kosten kunnen enkel bestaan uit overige kosten (kosten bij derde partijen, ook wel ‘kosten derden’ genoemd) ten behoeve van de voorgenomen investeringen. De subsidiabele kosten worden berekend overeenkomstig artikel 1.9a van de Subsidieverordening. Dit houdt in dat de begroting op basis van werkelijke kosten wordt opgesteld. De begroting bevat altijd kosten exclusief BTW. Alleen wanneer een aanvrager BTW niet kan verrekenen, kan BTW worden opgevoerd als kosten. Landbouwondernemingen kan BTW altijd verrekenen met de belastingdienst waardoor BTW niet subsidiabel is.
Artikel 6 Niet subsidiabele kosten
Deze regeling is gericht op enkel het subsidiëren van nieuwe investeringen in bedrijfsmiddelen voor het landbouwbedrijf. Kosten voor bijvoorbeeld het gebruik of beheer van de investering, bijvoorbeeld een machine, zijn niet subsidiabel. Ook kosten van investeringen die in relatie staan tot energieopwekking die verder gaat dan het eigen gebruik op het landbouwbedrijf, zijn niet subsidiabel.
Artikel 7 Subsidiehoogte
De subsidie bedraagt 40% van de kosten van de investeringen wat betekent dat de eigen bijdrage minimaal 60% bedraagt. Jonge landbouwers kunnen 15% extra subsidie aanvragen waarmee de eigen bijdrage 45% bedraagt.
Artikel 8 Weigeringsgronden
Als sprake is van meerdere aanvragen van een aanvrager, die betrekking hebben op dezelfde investering, dan wordt alleen de eerst ingediende aanvraag in behandeling genomen.
Artikel 9 Selectie en rangschikking
Per aangevinkte categorie uit de investeringslijst kan een puntenscore worden behaald. Als sprake is van meerdere investeringscategorieën in een aanvraag, dan worden de puntenscores gemiddeld. Dit wil zeggen dat de scores van de aangevinkte investeringscategorieën bij elkaar worden opgeteld en gedeeld worden door het aantal investeringscategorieën. Uiteindelijk wordt op basis van het subsidieplafond subsidie toegekend aan de hoogst scorende aanvragen.
Voorbeeld: een aanvrager vraagt subsidie aan voor de volgende investeringen en investeringscategorieën, de te behalen puntenscore is dan als volgt:
Investeringscategorie |
Score |
Aantal investeringen |
Behaalde score |
Agroforestry |
18 |
Vijf bomen |
18 |
Onkruid-, plaag- en ziektebestrijding |
15 |
Een schoffelwerktuig |
15 |
|
|
Totaal |
33 |
|
|
Definitief behaalde score |
16,5 (33 /2) |
Artikel 11 Verplichtingen
Binnen een jaar na subsidietoekenning moet het investeringsplan zijn uitgevoerd en de kosten van de investeringen gemaakt zijn. Vanaf het moment van indienen van de aanvraag mag al gestart worden met het doen van investeringen. Uitbetaling van de subsidie vindt plaats op basis van het overleggen van een prestatieverklaring, een bewijs waaruit blijkt dat de investeringen ook daadwerkelijk gerealiseerd zijn.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl