Cameratoezicht Merensplein

9 januari 2025

De burgemeester van Haarlem,

Overwegende:

dat ik op grond van artikel 2.77 van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV), juncto artikel 151c Gemeentewet, de bevoegdheid heb om te kunnen besluiten tot plaatsing van camera's voor een bepaalde duur ten behoeve van het toezicht op een openbare plaats als dat naar mijn oordeel noodzakelijk is in het belang van de handhaving van de openbare orde;

Noodzaak

Naar aanleiding van informatie dat een woning op het Merensplein wordt bedreigd met ernstig geweld heb ik in overleg met de politie besloten tot het plaatsen van camera’s op het Merensplein en de Rozenprieelstraat te Haarlem. Deze dreiging met geweld levert een gevaar op voor de openbare orde en de veiligheid van bewoners op het Merensplein.

Belangenafweging

Het inzetten van cameratoezicht is, in aanvulling op de bestaande maatregelen, noodzakelijk ter handhaving van de openbare orde. Het belang van een effectieve handhaving van de openbare orde enerzijds en de daarmee gepaard gaande mogelijke inperking van het recht op privacy anderzijds zijn tegen elkaar afgewogen. In die afweging moet aan het algemene belang om verstoringen van de openbare orde te voorkomen en een veilige woon- en leefomgeving op het Merensplein en de parkeerplaats aan de achterzijde van het Merensplein aan de Rozenprieelstraat te waarborgen meer gewicht worden toegekend dan aan het belang van de privacy.

Gelet op artikel 151c Gemeentewet juncto artikel 2.77 APV;

Besluit