Beleidsregel evenementen Goeree-Overflakkee

1. De burgemeester stelt jaarlijks op uiterlijk 15 december een evenementenkalender vast.

2. De jaarlijks vastgestelde evenementenkalender wordt bekendgemaakt in het gemeenteblad. Wijzigingen na vaststelling worden eveneens gepubliceerd in het gemeenteblad en op de website van de gemeente Goeree-Overflakkee.

3. Degene die voornemens is een categorie B-evenement of een categorie C-evenementen te organiseren waarvoor een vergunning op grond van artikel 2:25 van de Apv vereist is, verzoekt de burgemeester bij voorkeur vóór 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het kalenderjaar wanneer het evenement moet plaatsvinden te verzoeken het betreffende evenement te plaatsen op de evenementenkalender voor het volgende jaar.

4. Het verzoek als bedoeld in het derde lid dient te geschieden door middel van een door de burgemeester vastgesteld formulier. Dit formulier staat op de gemeentelijke website. Een dergelijk verzoek is geen aanvraag voor een vergunning als bedoeld in artikel 2:25 van de Apv.

5. Een verzoek ingediend ná 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het kalenderjaar waarin het evenement (categorie B-evenement of een categorie C-evenement) moet plaatsvinden, wordt beoordeeld nadat de evenementenkalender is vastgesteld. Deze beoordeling vindt plaats na overleg met de hulpdiensten.

1. Wanneer er sprake is van vergunningaanvragen voor samenlopende evenementen zal de burgemeester een afweging maken of beide evenementen kunnen doorgaan, zo niet welk evenement dan wel door mag gaan.

2. Alvorens de afweging gemaakt zal worden, worden de organisatoren in de gelegenheid gesteld om onderling af te stemmen en samen te werken.

3. De burgemeester zal in zijn afweging de volgende criteria meewegen:

• a.

  ervaringen uit het verleden met evenementen georganiseerd door dezelfde aanvrager(s);

• b.

  de invloed op de openbare orde, de (verkeers)veiligheid, het milieu of de gezondheid. Daarbij wordt ook de benodigde inzet van de hulpdiensten betrokken.

1. Een aanvraag voor een vergunningsplichtig evenement moet worden ingediend met gebruikmaking van het digitale webformulier op de webpagina van de gemeente Goeree-Overflakkee.

2. De aanvrager overlegt een veiligheidsplan (conform het format uit de handreiking publieksevenementen) en verkeersplan in het geval van een categorie B- of C- evenement. Incidenteel kan de aanvrager ook in het geval van een A-evenement worden gevraagd een veiligheidsplan te overleggen. Dit kan het geval zijn wanneer er sprake is van specifieke risicoverhogende factoren.

3. Voor een A-evenement dient de aanvraag uiterlijk acht weken voor de aanvang van het evenement plaats te vinden en uiterlijk zestien weken voor de aanvang van een B- of C-evenement.

1. Het formulier voor het melden van een klein evenement als bedoeld in artikel 2.25 Apv wordt geplaatst op de website van de gemeente.

2. Indien blijkt dat een gemeld evenement alsnog vergunningsplichtig is, kan de melding uitsluitend als aanvraag worden behandeld indien de melding tijdig is binnengekomen conform artikel 6, derde lid.

1. De vergunning geldt voor de dagen en tijden zoals opgenomen in de vergunning.

2. De vergunning is niet overdraagbaar.

3. Meerjarige vergunningen worden alleen verstrekt indien het evenement ongewijzigd wordt georganiseerd en plaatsvindt op eigen terrein (niet zijnde openbare ruimte).

1. Bij een vergunning voor een evenement worden voorschriften opgenomen met betrekking tot:

• a.

  geneeskundige hulpverlening;

• b.

  toiletvoorzieningen;

• c.

  bereikbaarheid door hulpdiensten;

• d.

  het gebruik van glaswerk voor het schenken van dranken;

• e.

  op- en afbouwtijden ten dienste van het evenement;

• f.

  de geluidsnorm.

2. Indien noodzakelijk kunnen aanvullende voorschriften worden opgenomen op het gebied van o.a.:

• a.

  brandveiligheid (o.a. gebruiksmelding);

• b.

  constructieve veiligheid;

• c.

  beveiliging;

• d.

  verkeersregelaars;

• e.

  schoonmaak; of

• f.

  voorlichting over genotsmiddelen;

3. De burgemeester is bevoegd om nadere voorschriften te stellen die inhouden dat de vergunninghouder een zorgplicht krijgt opgelegd om binnen zijn/haar mogelijkheden passende maatregelen te treffen om de mogelijke overlast in de openbare ruimte te beperken.

1. Op evenementen wordt de sluitingstijdenregeling van de Apv (artikel 2:29) toegepast. Aan evenementen wordt ter bescherming van de omgeving de maximale eindtijd verbonden van 02.00 uur.

2. De burgemeester mag afwijken van deze tijden indien dit, naar zijn oordeel, wenselijk en noodzakelijk is.

3. Aan de evenementenvergunning voor een evenement met versterkt geluid wordt in ieder geval het voorschrift verbonden dat het voortbrengen van versterkt geluid uiterlijk 15 minuten vóór de eindtijd van het evenement moet worden gestaakt.

1. In het kader van de openbare orde (geleidelijke uitloop van een evenement) kan de burgemeester besluiten dat er gebruik gemaakt moet worden van een coolingdown-periode.

2. Indien een coolingdown-periode wordt toegepast, worden de volgende voorwaarden opgenomen in de vergunning:

U bent verplicht een ‘coolingdown-periode’ toe te passen zoals hierna omschreven:

• a.

  Een kwartier voor de eindtijd stopt men met het verstrekken van alcoholische drank en etenswaren, en zal de organisatie de verlichting opvoeren. Het moet voor de bezoekers duidelijk zijn dat het evenement ten einde loopt;

• b.

  Een half uur na de eindtijd zijn er geen bezoekers meer op het evenemententerrein.

3. Indien een organisator van mening is dat de coolingdown-periode te kort is om te ontruimen, zodat de uiterlijke eindtijd niet gehaald kan worden, is het zijn verantwoordelijkheid om eerder te beginnen met ontruimen. De uiterste eindtijd blijft dus staan.

4. De burgemeester kan afwijken van de voorwaarden zoals opgenomen in het tweede lid.

1. De burgemeester kan, indien de impact van een evenement op het verkeer groot is, de aanvrager verzoeken een verkeersplan te overleggen.

2. Een verkeersplan is in ieder geval vereist bij een evenement:

• a.

  dat (gedeeltelijke) afsluiting van doorgaande wegen/hoofdwegen vergt;

• b.

  dat een dusdanig aantal bezoekers trekt dat deze bezoekersstromen nadrukkelijk geleid moeten worden of dat in de directe omgeving van het evenement niet voorzien kan worden in voldoende parkeergelegenheid;

• c.

  dat is gesitueerd nabij locaties zoals bijvoorbeeld een ziekenhuis, winkelgebied, horecagebied etc.; of

• d.

  inhoudende een sportevenement op de openbare weg.

3. Afhankelijk van de reden waarom een verkeersplan benodigd is, dient in een verkeersplan in ieder geval inzicht te worden gegeven:

• a.

  in de hoeveelheid bezoekers die een evenement trekt;

• b.

  in de wijze waarop bezoekers vervoerd worden naar het evenement;

• c.

  in de maatregelen die de organisator treft om het gebruik van openbaar vervoer te bevorderen;

• d.

  in de wijze waarop de organisator voorziet in de parkeerbehoefte;

• e.

  over de inzet van verkeersregelaars om de verkeersstromen in goede banen te leiden;

• f.

  over de doorgang voor de hulpdiensten;

• g.

  in de overige benodigde verkeersmaatregelen.

4. Een kaart met daarop aangeven de verkeersmaatregelen, afsluitingen en de omleidingen maakt deel uit van het verkeersplan.

5. Voor het plaatsen van wegafzettingen moet de organisator zelf zorgdragen. Ook voor het aangeven van omleidingen. De organisator controleert zelf of de wegafzettingen en omleidingen goed zijn uitgevoerd. De gemeente ziet hierop toe.

1. Voor het gebruik van grond van derden is schriftelijke toestemming vereist.

2. Als de gemeente eigenaar is van de grond, dan kan de gemeente nadere voorwaarden verbinden aan het gebruik van grond. Daaronder worden tevens begrepen financiële voorwaarden, zoals een huurprijs of andere vergoedingen.

3. Er mogen geen voorwerpen in gemeentelijke bestrating worden geslagen of andere beschadigingen worden aangebracht, tenzij dit met schriftelijke toestemming plaatsvindt.

4. Na afloop van het evenement moet het gebruikte gebied en de directe omgeving schoon, vrij van afval en in ongeschonden staat achtergelaten worden. Het schoon opleveren geldt niet voor de organisatoren van de herdenkingen van de Watersnoodramp, de nationale dodenherdenking en de nationale Nederlands-Indië herdenking. Hierbij wordt de buitendienst van de gemeente ingezet.

1. Past het evenement niet binnen de gebruiksregels die het omgevingsplan voor de betreffende locatie geeft, en kent het omgevingsplan geen eigen vergunningstelsel om dit mogelijk te maken, dan is op grond van de Omgevingswet een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit (BOPA) vereist voor dit afwijkende gebruik.

2. Een aanvraag omgevingsvergunning als bedoeld in het eerste lid wordt getoetst aan de criteria gesteld in paragraaf 8.1.1 van het Besluit kwaliteit leefomgeving. Bij het criterium van de evenwichtige toedeling van functies aan locaties (artikel 8.0a Bkl) wordt in ieder geval getoetst aan de onderstaande aandachtspunten:

• a.

  Duurzaamheid:

  • -

    de organisator van een open evenement maakt geen gebruik van wegwerpbekers en -bakjes die plastic bevatten. Een circulair systeem, waarbij bekers en bakjes retour komen voor hergebruik is verplicht. Als uitzondering op deze regel geldt dat plastic wegwerpbekers en -bakjes wel gebruikt mogen worden wanneer deze worden ingezameld voor hoogwaardige recycling.

• b.

  Gezondheid:

  • -

    de organisator van een evenement draagt zorg voor een gedegen gezondheidsplan en de uitvoering daarvan, dat voldoet aan de normen van de Regionale Handreiking Publieksevenementen Rotterdam-Rijnmond en goedkeuring heeft gekregen van burgemeester en wethouders en hulpdiensten.

• c.

  Omgevingsveiligheid inclusief sociale veiligheid:

  • -

    de organisator van een evenement draagt zorg voor een gedegen veiligheidsplan, en de uitvoering daarvan, dat voldoet aan de normen van de Regionale Handreiking Publieksevenementen Rotterdam-Rijnmond en goedkeuring heeft gekregen van burgemeester en wethouders en hulpdiensten.

• d.

  Verkeer en parkeren:

  • -

    de organisator van een evenement draagt zorg voor een gedegen verkeersplan en de uitvoering daarvan, dat voldoet aan de normen van de Regionale Handreiking Publieksevenementen Rotterdam-Rijnmond en goedkeuring heeft gekregen van burgemeester en wethouders en hulpdiensten.

• e.

  Landschap en natuur:

  • -

    een evenement mag geen schade toebrengen aan behoud, herstel en ontwikkeling van de aan de bossen, houtwallen, zandwallen, duinen, duingraslanden, zandplaten, slikken, schorren, oevervegetaties, poelen en water eigen zijnde natuur-, landschaps- en cultuurhistorische waarden.

• f.

  Archeololie:

  • -

    indien het omgevingsplan op de locatie waar het evenement plaatsvindt vanuit het belang van archeologie regels stelt over activiteiten op of in de bodem, worden die ook toegepast voor zover als gevolg van het evenement zulke activiteiten worden verricht.

• g.

  Water:

  • -

    afvalwater van catering, toiletten, douches, wasbakken en stortplaatsen (chemische toiletten) dient te worden afgevoerd via de bestaande riolering of wordt opgevangen in speciaal daarvoor bestemde opslagtanks.

3. Bij het beoordelen van de aanvraag om omgevingsvergunning worden ook de criteria uit andere artikelen in deze beleidsregel meegewogen die betrekking hebben op hinder voor de omgeving, veiligheid, verkeer of andere aspecten van de evenwichtige toedeling van functies aan locaties.

1. In de vergunning wordt als voorwaarde opgenomen dat het voorkomen van problemen behoort tot de primaire verantwoordelijkheid van de organisatie. De organisator is verantwoordelijk voor een ordelijk verloop van het evenement en treft daartoe alle nodige maatregelen, zowel voorafgaand aan als tijdens het evenement.

2. Ten aanzien van handhaving wordt de handhavingsmatrix gebruikt zoals opgenomen is in bijlage 2.

3. Bij categorie B- en C- evenementen vindt voorafgaand aan het evenement een schouw plaats.

4. Bij categorie A-evenementen kan een schouw worden gepland indien de situatie daar gelet op de belangen genoemd in artikel 1:8 van de Apv om vraagt.

5. Een dergelijke schouw kan eveneens onaangekondigd plaatsvinden.

6. Wanneer er sprake is van een onveilige situatie of gevaar voor de openbare orde of veiligheid kunnen er tijdens de schouw of gedurende een controle aanvullende aanwijzingen worden opgelegd aan de organisator door de gemeente. Indien deze aanwijzingen niet of niet voldoende worden opgevolgd wordt er handhavend opgetreden.

1. Categorie A-evenementen worden niet standaard geëvalueerd. Wel is het mogelijk om incidenteel A-evenementen te evalueren indien de burgemeester van oordeel is dat dit nodig is. Dit kan zowel op basis van de inschatting vooraf dat het evenement belangrijke leerpunten zal opleveren of de behoefte achteraf op basis van wat er tijdens het evenement is voorgevallen.

2. Categorie B- en C-evenementen worden standaard geëvalueerd met de organisator.

3. Bij de evaluatie zijn bij voorkeur betrokken de organisator, vergunningverlener, toezichthouder/boa en hulpdiensten.

4. Eventuele op- en aanmerkingen c.q. klachten van belanghebbenden uit de buurt worden meegenomen in de evaluatie.

5. Van de evaluatie wordt een verslag gemaakt.

6. Het verslag wordt aan de organisator uitgereikt dan wel toegezonden.

7. Conclusies worden meegenomen en kunnen worden vertaald naar maatregelen bij de beslissing over een volgende aanvraag van dezelfde organisator of voor hetzelfde evenement.