Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR734120
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR734120/1
Havenbeheersverordening Krimpenerwaard 2025
Geldend van 15-01-2025 t/m heden
Intitulé
Havenbeheersverordening Krimpenerwaard 2025De raad van de gemeente Krimpenerwaard;
Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders en
gelet op 149 van de Gemeentewet;
besluit vast te stellen de Havenbeheersverordening Krimpenerwaard 2025:
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
- a.
autosteiger: een aanlegplaats in de vorm van een steiger voor het aan boord zetten van een auto, te weten het noordoostelijk havenfront van steiger OU1 en steiger OU4;
- b.
binnenvaartschip: schip, niet zijnde een zeeschip;
- c.
college: college van burgemeester en wethouders;
- d.
De Kat: ligplaats in de haven van Schoonhoven zoals aangegeven op de kaart in bijlage I bij deze verordening;
- e.
exploitant: eigenaar, beheerder, rompbevrachter of ieder ander die zeggenschap heeft over het gebruik van het schip;
- f.
haven: wateren die in het beheer zijn van de gemeente Krimpenerwaard en die voor de scheepvaart openstaan, alsmede alle daartoe behorende kaden, kunstwerken, meergelegenheden, trappen, scheepshellingen, dokken, scheepsreparatiewerven en los- en laadplaatsen, zoals aangegeven op de kaarten in de bijlagen bij deze verordening;
- g.
havenbeheerder: degene die door de exploitant of huurster belast is met het dagelijks beheer c.q. de dagelijkse gang van zaken in de haven;
- h.
havenmeester: degene die door de gemeente belast is met het dagelijks beheer c.q. de dagelijkse gang van zaken op het haventerrein, alsmede diens plaatsvervanger;
- i.
haventerrein: de haven, de bijbehorende (parkeer)terreinen en gebouwen voor zover aanwezig;
- j.
historisch vaartuig: een vaartuig dat aanvankelijk is gebouwd als bedrijfsvaartuig, dat een leeftijd heeft van minimaal 30 jaar en dat qua uiterlijk zoveel mogelijk in oorspronkelijke staat van bouw en uitrusting wordt gehouden en niet meer bedrijfsmatig ingezet;
- k.
Kolensteiger: ligplaats in de rivier de Lek zoals aangegeven op de kaart in bijlage I bij deze verordening;
- l.
kunstwerken: objecten verband houdend met de haven, zoals kademuren, kades, bruggen, sluizen, steigers, meerpalen;
- m.
ligplaats: een ruimte in het water die door de exploitant/huurster aan de passant ter beschikking wordt gesteld voor de plaatsing van een vaartuig en/of een deel daarvan;
- n.
Nieuwe Steiger: ligplaats in de rivier de Lek zoals aangegeven op de kaart in bijlage I bij deze verordening;
- o.
ontvangstvoorziening: voorziening geschikt voor de ontvangst van huishoudelijk afval;
- p.
Oude Steiger: ligplaats in de rivier de Lek zoals aangegeven op de kaart in bijlage I bij deze verordening;
- q.
passant: een natuurlijk persoon die voor een beperkt aantal dagen met exploitant/huurster een overeenkomst sluit voor de huur van een ligplaats in één van de havens, die onderdeel is van het geëxploiteerde/gehuurde, voor een vaartuig en/of een deel daarvan;
- r.
pleziervaartuig: een vaartuig dat is bestemd of wordt gebruikt voor sportbeoefening of vrijetijdsbesteding;
- s.
schip: elk vaartuig met inbegrip van een watervliegtuig, een draagvleugelboot, een luchtkussenvoertuig, een boorinstallatie, een werkeiland of soortgelijk object, een baggermolen, een drijvende kraan, een elevator, een ponton, een drijvend werktuig, een drijvend voorwerp of een drijvende inrichting;
- t.
schipper: de gezagvoerder van een vaartuig of degene die deze vervangt;
- u.
tankschip: schip, gebouwd of aangepast en gebruikt voor het vervoer van onverpakte vloeibare lading in zijn laadruimten;
- v.
vaste ligplaats: wateroppervlak bestemd om gedurende langere tijd een zelfde (plezier)-vaartuig te kunnen laten afmeren of ten anker te leggen;
- w.
walstroomvoorziening: de walstroomkast met bijbehorende werken staande op of nabij de steiger van de haven;
- x.
woonschip: een schip dat uitsluitend of in hoofdzaak wordt gebruikt als, of te oordelen naar de constructie of inrichting uitsluitend of in hoofdzaak is bestemd als hoofdverblijf ten behoeve van het dag-en/of nachtverblijf door een of meerdere personen;
- y.
zeeschip: schip dat wordt gebruikt voor de vaart ter zee of dat blijkens zijn constructie uitsluitend of in hoofdzaak voor de vaart ter zee is bestemd en elk schip dat is voorzien van een document, afgegeven door het bevoegde gezag van het land waar het schip is ingeschreven, waaruit blijkt dat het geschikt is voor de vaart ter zee.
Artikel 1.2 Toepassingsgebied
Deze verordening is van toepassing in de havens van de gemeente Krimpenerwaard zoals opgenomen in de bijlagen behorende bij deze verordening.
Artikel 1.3 Beslistermijn
-
1. Het college beslist op een aanvraag voor een vergunning of ontheffing binnen 8 weken na de datum van ontvangst van de aanvraag.
-
2. Het college kan binnen 8 weken na ontvangst van de aanvraag deze termijn eenmaal met ten hoogste 6 weken verlengen.
-
3. Paragraaf 4.1.3.3 van de Awb is niet van toepassing op deze verordening.
Artikel 1.4 Voorschriften en beperkingen
-
1. Het college kan aan een vergunning, vrijstelling of ontheffing voorschriften en beperkingen verbinden.
-
2. Deze voorschriften en beperkingen zijn bedoeld ter bescherming van het belang of de belangen van de betreffende toestemming, aanwijzing of maatregel;
-
3. Degene aan wie een toestemming, aanwijzing of maatregel is gegeven dan wel een maatregel is opgelegd, houdt zich aan de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen.
Artikel 1.5 Weigerings-, wijzigings- en intrekkingsgronden
Het college kan een vergunning of ontheffing in ieder geval weigeren, wijzigen of intrekken als:
- a.
dit in het belang van de orde, de veiligheid en het milieu in of in de omgeving van de haven, of de kwaliteit van de dienstverlening in de haven noodzakelijk is;
- b.
de daaraan verbonden voorschriften of beperkingen niet zijn of worden nagekomen;
- c.
een verandering van de omstandigheden of inzichten optreedt na de verlening daarvan, intrekking of wijziging noodzakelijk is vanwege het belang of de belangen ter bescherming waarvan deze is vereist;
- d.
ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;
- e.
hiervan geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn dan wel, bij gebreke van een gestelde termijn van 8 weken;
- f.
de houder dit verzoekt.
Artikel 1.6 Geldigheidsduur
-
1. Tenzij bij of krachtens deze verordening anders is bepaald, wordt een vergunning of vrijstelling voor vaartuigen anders dan een pleziervaartuig verleend voor de duur van 1 jaar.
-
2. Een ontheffing voor een eenmalige gedraging of handeling wordt verleend voor de duur van die gedraging of handeling, met dien verstande dat de ontheffing voor maximaal 6 maanden wordt verleend.
-
3. Voor zover van toepassing geldt voor pleziervaartuigen dat een ontheffing, vrijstelling of vergunning wordt afgegeven voor maximaal het vaarseizoen.
Artikel 1.7 Verplichtingen van houders van toestemmingen
Degene aan wie een vergunning of ontheffing is verleend houdt deze, of een kopie hiervan, aan boord van het schip waarop deze betrekking heeft, tenzij het een schip zonder bemanningsverblijf betreft.
Artikel 1.8 Normadressaat
-
1. Tenzij in deze verordening anders is bepaald, is de schipper verantwoordelijk voor de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening.
-
2. Bij afwezigheid van een schipper is de exploitant verantwoordelijk voor de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening.
Artikel 1.9 Aanwijzing havenmeester
Het college wijst een of meerdere havenmeesters aan.
Artikel 1.10 Nadere regels
Het college kan nadere regels stellen in het kader van de orde, de veiligheid, de bescherming van het milieu, de kwaliteit van de dienstverlening in of in de omgeving van de haven of ter voorkoming van gevaar, schade of hinder, over:
- a.
de gegevens die aan de havenmeester moeten worden gemeld voordat met een schip een haven wordt aangedaan, voordat ligplaats wordt ingenomen of voordat bepaalde activiteiten worden ondernomen;
- b.
de wijze waarop de melding, bedoeld onder a, dient plaats te vinden;
- c.
de wijze waarop een aanvraag om een vergunning dient plaats te vinden;
- d.
de voorwaarden waaronder schepen zich in een door het college aangewezen gebied mogen bevinden, welke betrekking kunnen hebben op daar te ondernemen activiteiten en op eisen waaraan schepen of bemanning moeten voldoen om deze activiteiten te mogen ondernemen;
- e.
de wijze van afmeren van schepen en het innemen van een ligplaats.
Hoofdstuk 2 Orde in en gebruik van de haven
Artikel 2.1 Verkeerstekens
-
1. Het college kan in de haven verkeerstekens plaatsen die zijn vermeld in het Binnenvaartpolitiereglement en deze voorzien van nadere aanduidingen.
-
2. Het is verboden te handelen in strijd met verkeerstekens of de daarbij behorende nadere aanduidingen.
-
3. Het college kan van het in het tweede lid gestelde verbod ontheffing verlenen.
Artikel 2.2 Ligplaatsenoverzicht
Het college kan een ligplaatsenoverzicht vaststellen, dat in elk geval bevat een kaart van de haven met daarop aangegeven:
- a.
de plaatsen of gebieden die bestemd zijn om ligplaats te nemen;
- b.
indien van toepassing, de plaatsen of gebieden die bestemd zijn voor bepaalde categorieën schepen;
- c.
indien van toepassing, de plaatsen of gebieden die bestemd zijn voor ligplaatsvergunninghouders.
Artikel 2.3 Reserveren van een ligplaats
-
1. Het reserveren van een ligplaats is verplicht in de haven van Schoonhoven voor:
- a.
een schip met een lengte tot 50 meter, voor fietsboten aan De Kat.
- b.
een cruiseschip aan de Nieuwe Steiger. Er wordt een tijdsduur van 1 uur aangehouden tussen het vertrek van het ene schip en de aankomst van het volgende schip aan die steiger.
- a.
-
2. Indien er voor het geplande verblijf geen ligplaats is gereserveerd moet de schipper verplicht contact opnemen met havenmeester. De havenmeester bepaalt of en waar het schip kan aanmeren.
-
3. Reserveringen worden aangevraagd met de Ship Assist App.
-
4. Reserveringen worden geannuleerd met de Ship Assist App.
Artikel 2.4 Gebruik ligplaats historische vaartuigen haven Ouderkerk aan den IJssel
-
1. Een toegewezen ligplaats is uitsluitend bestemd voor eigen gebruik. Onderverhuring, ingebruikgeving aan derden of medegebruik is niet toegestaan. Ruiling van plaats is niet toegestaan, behoudens toestemming van de havenmeester.
-
2. De vergunninghouder c.q. gebruiker van een ligplaats dient deze net, ordelijk en overeenkomstig de bestemming in te richten en te gebruiken.
-
3. Het is niet toegestaan de kade of wal te gebruiken.
-
4. De vergunninghouder is verplicht het vaartuig aan te sluiten op de van gemeentewege aangelegde voorzieningen, zoals elektriciteit en riolering.
-
5. De vergunninghouder van een vaste ligplaats dient minimaal gedurende zes maanden per jaar gebruik te maken van de ligplaats.
-
6. Indien vergunninghouder zijn ligplaats gedurende een periode van een week of langer, om welke reden dan ook, niet zal gebruiken, moet dat vooraf gemeld worden aan de havenmeester. De havenmeester is gerechtigd om de betreffende ligplaats gedurende de betreffende periode toe te wijzen aan een ander. De vergunninghouder behoudt het recht gebruik te maken van de ligplaats gedurende de vergunningsperiode.
-
7. Het is niet toegestaan:
- a.
wijzigingen aan steigers, kaden, en dergelijke aan te brengen;
- b.
afval, olie, de inhoud van chemische toiletten of andere verontreinigingen te dumpen;
- c.
toebehoren zoals masten, rondhout en meertouwen op de kaden te laten liggen;
- d.
open vuur te ontsteken;
- .
overlast te veroorzaken.
- a.
Artikel 2.5 Verbod nemen ligplaats en aanmeren
-
1. Het is verboden in de haven een andere ligplaats in te nemen dan die welke de havenmeester heeft aangewezen.
-
2. Met een vaartuig dienende tot beoefening van de watersport of in gebruik ten behoeve van de sportvisserij mag uitsluitend bij dag en gedurende ten hoogste zes uur een ligplaats worden ingenomen.
-
3. Het is verboden vaartuigen ligplaats te laten nemen met het doel deze vaartuigen voor langere tijd buiten bedrijf te stellen..
-
4. Het is verboden zonder ontheffing van het college in de haven een vaartuig te hebben dat geheel of gedeeltelijk wordt gebruikt tot opslag of bewaring van goederen, tot werkplaats of tot de uitoefening van handel of bedrijf dan wel voor woondoeleinden.
-
5. Het is verboden met een schip, welke een teken voert als bedoeld in artikel 3.14 en artikel 3.32 van het Binnenvaart Politiereglement, een ligplaats in te nemen in de haven of daarvan op andere wijze gebruik te maken.
-
6. Het is verboden vaartuigen vast te leggen of vastgelegd te houden met gebruikmaking van een slot tenzij de havenmeester daarvoor toestemming heeft verleend.
-
7. Het is verboden zonder vergunning met een schip ligplaats in te nemen aan steiger L1 en L2.
-
8. Schepen met een lengte van meer dan 135 meter worden niet in de haven toegelaten.
-
9. Het is verboden in de havens van Schoonhoven met een binnenvaartschip aan te meren.
-
10. Het college kan van de in het derde, vijfde en negende lid gestelde verbod ontheffing verlenen.
Artikel 2.6 Bijzondere bepalingen innemen ligplaats
-
1. De schipper is verplicht zich bij aankomst in de haven te melden bij de havenmeester.
-
2. De vergunning voor de steigers L1 en L2 wordt voor een periode van 1 jaar verleend. De vergunning wordt verleend zolang er ruimte beschikbaar is aan de steiger.
-
3. Het is de schipper uitsluitend toegestaan met zijn schip een ligplaats in te nemen in het gedeelte van de haven dat volgens de bij deze verordening gevoegde en gewaarmerkte kaarten, bestemd is voor het type schip waarmee ligplaats wordt ingenomen.
-
4. Het is verboden om af te meren tegen kademuren of de remmingwerken ter plaatse van steiger OU4 en OU5. Deze remmingwerken zijn door hun constructie ongeschikt.
-
5. Het drijvende gedeelte van steiger OU4 en houten remmingwerk is niet bedoeld om af te meren. Het kort afmeren, maximaal 30 minuten, aan de drijvende steiger mag alleen plaats vinden ten behoeve van het aan of van boord gaan van passagiers.
-
6. Het is verboden om een ligplaats in te nemen anders dan voor het onmiddellijk laden of lossen van de personenauto op het vaste gedeelte van Steiger OU4. Bij een situatie waarin onvoldoende ligplaatsen beschikbaar zijn , kan de Steiger OU4 tijdelijk worden vrijgegeven voor het afmeren van binnenvaart, dit ter beoordeling van de havenmeester.
-
7. De steigers OU1, 2 en 3 zijn alleen bestemd voor binnenvaartschepen.
-
8. Het is verboden zich met een pleziervaartuig, waarmee al dan niet eveneens bedrijfsmatig wordt gevaren, in de haven te bevinden, tenzij:
- a.
het schip ligplaats heeft genomen in overeenstemming met het ligplaatsenoverzicht, de geplaatste verkeerstekens en de daarbij behorende nadere aanduidingen of met instemming van de eigenaar, huurder of erfpachter van het aan de plaats gelegen terrein;
- b.
het schip zich rechtstreeks en zonder onderbreking begeeft naar een in de haven gelegen ligplaats waar het in overeenstemming met het ligplaatsenoverzicht, de geplaatste verkeerstekens en de daarbij behorende nadere aanduidingen of met instemming van de eigenaar, huurder of erfpachter van het aan de plaats gelegen terrein ligplaats zal nemen.
- a.
-
9. Het is verboden met een schip dat uitsluitend door middel van zeilen wordt voortbewogen te varen in de haven.
-
10. Pleziervaartuigen mogen alleen aanmeren in de Noodhaven.
-
11. Het college kan van de in het eerste tot en met derde lid en het negende tot en met het elfde lid gestelde verboden ontheffing verlenen.
-
12. Het is uitsluitend voor cruiseschepen toegestaan om aan te meren in Schoonhoven.
Artikel 2.7 Tijdelijk andere ligplaats
De havenmeester kan de vergunninghouder tijdelijk een andere ligplaats aanwijzen in verband met activiteiten, onderhoudswerkzaamheden of iets dergelijks.
Artikel 2.8 Duur verblijf in haven
-
1. Aan de steigers OU5 en G1 is het niet toegestaan om met een pleziervaartuig langer dan 48 uur achtereen aan te meren.
-
2. Het college kan van het in het eerste lid gestelde verbod ontheffing verlenen.
Artikel 2.9 Verbod schepen met gevaarlijke stoffen
Het is verboden met een schip dat een teken voert als bedoeld in artikel 3.14 juncto artikel 3.32 van het Binnenvaartpolitiereglement of dat na het vervoer van de in artikel 3.14 bedoelde stoffen, nog niet van die stof is schoongemaakt, een ligplaats in te nemen in de haven of daarvan op andere wijze gebruik te maken.
Artikel 2.10 Voorzieningen en voorwerpen
-
1. Het is een ieder verboden voorzieningen of voorwerpen in, op, onder of boven water te hebben, te plaatsen of aan te brengen, als daardoor gevaar, schade of hinder kan ontstaan.
-
2. Het in het eerste lid gestelde verbod is niet van toepassing op het hebben, plaatsen of aanbrengen van scheepstoebehoren en voorzieningen die dienen, en als zodanig in gebruik zijn, voor het laden en lossen van schepen.
-
3. Het college kan van het in het eerste lid gestelde verbod ontheffing verlenen.
Artikel 2.11 Verhalen van schepen
-
1. Het college kan een exploitant of schipper schriftelijk opdragen een schip te verhalen of te doen verhalen naar een andere ligplaats, als dit in het kader van de bescherming van de orde, de veiligheid of het milieu in of in de omgeving van de haven noodzakelijk is.
-
2. Als geen gevolg wordt gegeven aan de opdracht een schip te verhalen kan het college het schip voor rekening en risico van de exploitant of schipper verhalen of doen verhalen.
-
3. In spoedeisende gevallen of als de exploitant of schipper onbekend is, kan het college het schip voor rekening en risico van de exploitant of schipper direct verhalen of doen verhalen.
Artikel 2.12 Gebruik van voortstuwers, boegschroeven of hekschroeven
-
1. Het is verboden voortstuwers, boegschroeven of hekschroeven te gebruiken als het schip:
- a.
aan de grond zit;
- b.
gemeerd, ten anker of op spudpalen ligt; of
- c.
ter hoogte van de kade of oever wordt gaande gehouden of tegen de kade of oever wordt gedrukt, anders dan noodzakelijk voor het ontmeren of afmeren.
- a.
-
2. Tijdens het gebruik van voortstuwers, boegschroeven of hekschroeven is een persoon die bekend is met de bediening van het schip in de stuurhut aanwezig.
-
3. Het in het eerste lid gestelde verbod is niet van toepassing als het een aan een ander schip gemeerd bunker- of bevoorradingsschip betreft, dat moet bij- of afdraaien ter voorkoming van schade.
-
4. Het college kan van het in het eerste lid gestelde verbod ontheffing of vrijstelling verlenen.
Artikel 2.13 Overlast aan vaartuigen
Tenzij bij of krachtens deze verordening anders bepaald is het anderen dan de eigenaar of schipper van een schip niet toegestaan zonder goedkeuring van de eigenaar of schipper dat schip vast te houden, zich daarop te begeven, zich daarop te bevinden of los te maken.
Artikel 2.14 Melding bedrijfsstoring, gebrek of schade
Bedrijfsstoringen, gebreken of schades aan of aan boord van een schip die gevaar, schade of hinder kunnen veroorzaken aan het schip of de omgeving, worden direct aan de havenmeester gemeld.
Artikel 2.15 Maatregelen bij ijsgang of dichtgevroren water
Bij ijsgang of dichtgevroren water in de haven is de kapitein of schipper is de gemeente niet aansprakelijk voor eventuele schade. De kapitein of schipper bevindt zich op eigen risico in de haven.
Artikel 2.16 Gebruik autosteiger
-
1. Het is verboden met een vaartuig een ligplaats in te nemen aan de als zodanig aangeduide autosteiger anders dan voor het onmiddellijk laden of lossen van een auto.
-
2. Het is verboden de autosteigers te belasten met (een) voertuig (en) met een gewicht groter dan 3.500 kilogram.
Artikel 2.17 Aanwijzen gebieden
Het college kan gebieden aanwijzen waar schepen zich alleen mogen bevinden onder de door het college nader te bepalen voorwaarden.
Artikel 2.18 Sluiting van vloeddeuren
In de periode tussen 1 oktober en 1 april zijn de vloeddeuren gesloten, zoals aangegeven op de kaarten in de bijlagen bij deze verordening.
Hoofdstuk 3 Veiligheid en bescherming milieu in en in de omgeving van de haven
Artikel 3.1 Voorkomen schade; veiligheid
-
1. De schipper is verplicht zodanige voorzorgen te nemen, dat met zijn schip of een onderdeel daarvan in de haven geen ongeval of schade wordt veroorzaakt en in het algemeen de veiligheid niet in gevaar wordt gebracht.
-
2. Het is de schipper verboden op zodanige wijze te varen, dat daardoor schade aan andere schepen of hun meermiddelen dan wel aan kaden of andere havenwerken wordt toegebracht, of redelijkerwijze is aan te nemen, dan daardoor schade aan die schepen of werken kan ontstaan.
-
3. De schipper is verplicht, wanneer met zijn schip of een onderdeel daarvan schade aan de haven is veroorzaakt, het college van burgemeester en wethouders of de havenmeester hieromtrent ten spoedigste in kennis te stellen.
Artikel 3.2 Gevaar, schade of hinder opleverende vaartuigen
-
1. Het college kan indien naar zijn oordeel een vaartuig in slechte staat van onderhoud is, ernstig gevaar, schade of hinder, of ernstige verstoring van de orde met zich meebrengt of kan brengen:
- a.
een verbod opleggen om met dat vaartuig de haven binnen te komen, in de haven te verblijven of zich met dat vaartuig op een ligplaats bevinden,
- b.
maatregelen opleggen aan de kapitein of de schipper van het vaartuig dat in de haven verblijft of zich op een ligplaats bevindt.
- a.
-
2. Degene aan wie het verbod is of de maatregelen zijn opgelegd, is verplicht daaraan gevolg te geven.
Artikel 3.3 Verontreiniging van lucht; stank, hinderof risico veroorzakende stoffen
-
1. Het is verboden stoffen uit een schip te laten ontsnappen, waardoor gevaar, schade of hinder ontstaat of kan ontstaan.
-
2. Het college kan van het in het eerste lid gestelde verbod ontheffing verlenen.
Artikel 3.4 Gebruik afvalverbrandingsoven
Het is een ieder verboden aan boord van een schip een afvalverbrandingsoven in gebruik te hebben.
Artikel 3.5 Afvalstoffen
-
1. Het is verboden as, vuilnis of andere afvalstoffen, alsmede voorwerpen van welke aard dan ook in de haven te werpen of te laten vallen, of brandbare of verontreinigde vloeistoffen in de haven te pompen, te werpen of te laten vloeien.
-
2. Het is verboden afvalstoffen op de wal of kade te plaatsen of geplaatst te houden.
-
3. Huishoudelijk afval dient in de daartoe bestemde containers te worden gedeponeerd.
Artikel 3.6 Melding en verwijdering van te water geraakte stoffen of voorwerpen
Degene door wiens toedoen een voorwerp of stof vrijkomt of in het water terechtkomt, waardoor gevaar, schade of hinder wordt of kan worden veroorzaakt, draagt ervoor zorg dat:
- a.
daarvan onmiddellijk kennis wordt gegeven aan de havenmeester; en
- b.
de stof of het voorwerp onmiddellijk wordt verwijderd, tenzij dit redelijkerwijs niet uitvoerbaar is.
Artikel 3.7 Veilige toegang
-
1. Een afgemeerd schip beschikt over een toegang die geen gevaar of schade aan personen kan veroorzaken.
-
2. Het eerste lid geldt niet met betrekking tot binnenvaartschepen waarbij:
- a.
de feitelijke situatie dit onmogelijk maakt ten gevolge van laad- of loshandelingen; of
- b.
het afmeren van korte duur is.
- a.
Artikel 3.8 Verbod gebruik van hoofdmotor
-
1. Het is verboden op een afgemeerd schip de hoofdmotor in werking te hebben, met uitzondering van direct voor vertrek van het schip.
-
2. Het college kan van het in het eerste lid gestelde verbod ontheffing verlenen.
Artikel 3.9 Deugdelijk afmeren
-
1. Het is eenieder verboden te laden of te lossen op een schip dat op ondeugdelijke wijze is afgemeerd.
-
2. De schipper of kapitein is verplicht er voor te zorgen dat zijn vaartuig zolang het een ligplaats inneemt, behoorlijk is vastgemaakt, dit ter beoordeling van de havenmeester.
-
3. Het vastmaken mag niet anders geschieden dan aan de daartoe bestemde palen, bolders, dukdalven, spudpalen of aan vaartuigen welke aan zodanige voorwerpen zijn vastgemaakt.
-
4. De schipper of kapitein dient te gedogen dat een ander vaartuig langszij zijn vaartuig gemeerd wordt. De schipper of kapitein van een vaartuig dat langszij is gemeerd van een ander vaartuig, is verplicht:
- a.
het andere vaartuig, indien de schipper of kapitein daarvan dit wenst, overpad te verlenen en om gelegenheid te geven te ontmeren en te vertrekken;
- b.
op aanwijzingen van de havenmeester zijn plaats in te ruimen voor een ander vaartuig, dat de ligplaats langszij het andere vaartuig nodig heeft.
- a.
-
5. Het genoemde in lid 4 is niet van toepassing voor vaartuigen waaraan herstelwerkzaamheden, nieuwbouw of afbouw wordt gepleegd door een van de bedrijven gelegen aan de havens zoals bedoeld in artikel 1.2.
-
6. Het is verboden om de Safe Working Load van aan de wal geplaatste bolders te overschrijden. De Safe Working Load van bolders geldt bij een verticale troshoek van maximaal 45 graden.
-
7. Het college kan van het in dit artikel bepaalde ontheffing of vrijstelling verlenen.
Artikel 3.10 Gebruik van walstroom
-
1. De schipper die ligplaats neemt is verplicht om voor schepen stroomvoorziening gebruik te maken van de aanwezige walstroomvoorziening
-
2. Het schip moet hiertoe zijn uitgerust met de nodige geschikte bekabeling om aan te sluiten op de walstroomkast staande op de steiger.
-
3. De in het eerste lid bedoelde verplichting geldt niet bij een verblijf korter dan anderhalf uur.
-
4. Op de dag van aankomst aan De Kat moet de schipper zich (bij de havenmeester) op de hoogte stellen of er gedurende het geplande verblijf aan De Kat een ligplaats met een schip aan de Nieuwe Steiger is gereserveerd.
-
5. Indien er gedurende het geplande verblijf aan De Kat geen ligplaats met een schip aan de Nieuwe Steiger is gereserveerd, is de schipper verplicht om ligplaats te nemen aan de Nieuwe Steiger.
-
6. Er kan een uitzondering op het in artikel 3.11 bepaalde lid 1 gemaakt worden door de havenmeester bij:
- a.
Een storing aan de walstroomkast
- b.
Een situatie waarin onvoldoende capaciteit kan worden boden
- c.
Praktische problemen bij het aansluiten van de kabel op de walstroomkast
- d.
Is het schip zelfvoorzienend, (bijv; batterij/zonnepanelen) waardoor het schip geen geluidsoverlast veroorzaakt
- a.
-
7. De havenmeester beslist over een mogelijk tijdelijk gebruik van (fluister)generatoren en (fluister)aggregaten in het geval het bepaalde in lid 6 aan de orde is.
-
8. Het college en/of de havenmeester kan van het in het eerste lid gestelde verbod ontheffing of vrijstelling verlenen.
Artikel 3.11 Gebruik generator
Het gebruik van generatoren en aggregaten in de haven wordt toegestaan als de schepen zo worden gepositioneerd dat de (fluister)generatoren/ (fluister)aggregraten van de huizen af liggen én er geen walstroomvoorziening aanwezig is.
Artikel 3.12 Gebruik van spudpalen
-
1. Het afmeren op spudpalen is toegestaan mits aan de meervoorschriften van dit artikel wordt voldaan.
-
2. Spudpalen mogen alleen worden gebruikt indien dit geen schade toebrengt aan taluds, oevers, ondergrondse kabels en leidingen.
-
3. Bij vaartuigen/casco's die onbeheerd worden achtergelaten is het gebruik van spudpalen verboden.
-
4. Het college kan van het in dit artikel bepaalde ontheffing verlenen.
Artikel 3.13 Verbod gebruik van ankers
-
1. Het is verboden een anker te gebruiken, tenzij dit geschiedt door een drijvende kraan, waarbij zeker is gesteld dat gebruik van een anker geen schade toebrengt aan de onderwaterbodem aangebrachte leidingen, kabels, duikers of oever- of kadeverdedigingswerken en het voornemen daartoe overeenkomstig het tweede lid van de havenmeester is gemeld.
-
2. Het college kan van het in het eerste lid gestelde verbod ontheffing of vrijstelling verlenen.
Artikel 3.14 Verbod laden en lossen
-
1. Het is verboden een vaste laad- en/of losplaats in de haven in te nemen. Bij de autosteigers is het toegestaan om een personenauto aan of van boord te zetten overeenkomstig het bepaalde in artikel 2.16.
-
2. Het is verboden al dan niet mechanische los- en laadinrichtingen op de kade te hebben en/of in gebruik te nemen.
-
3. Het college kan van de in het eerste en tweede lid gestelde verboden ontheffing verlenen.
Artikel 3.15 Verrichten van werkzaamheden
-
1. Het is een ieder verboden om aan boord, buitenboord of onder een schip of aan een voorwerp aan boord van een schip werkzaamheden te verrichten of doen verrichten, die verband houden met de bedrijfsgereedheid, de aanpassing, het herstel of de verbetering van het schip of het voorwerp, tenzij:
- a.
het schip ligplaats heeft op of bij een scheepswerf of herstellingsinrichting waarvoor een vergunning krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is verleend; of
- b.
per scheepsbezoek aan de haven de te verrichten werkzaamheden in de haven van Ouderkerk ten hoogste 7 werkdagen in beslag nemen en in de haven van Schoonhoven op aanwijzing van: havenmeester en er door de werkzaamheden geen gevaar, schade of hinder kan ontstaan, en:
- 1°.
als de werkzaamheden plaatsvinden op een tankschip of aan of in een brandstoftank van een schip, er voor de reparatiewerkzaamheden door een gasdeskundige als bedoeld in artikel 4.1 van de Arbeidsomstandighedenregeling een Veiligheids- en Gezondheidsverklaring is afgegeven voor de uit te voeren werkzaamheden;
- 2°.
dat doelmatige brandblusmiddelen en personen die met het gebruik van die middelen bekend zijn beschikbaar zijn; en
- 3°.
de werkzaamheden plaatsvinden op ten minste 25 meter van gevaarlijke stoffen of brandbaar materiaal.
- 1°.
- a.
-
2. Het college kan van het in het eerste lid gestelde verbod ontheffing verlenen.
Artikel 3.16 Ontsmetten van schepen
-
1. Het is verboden een schip of de lading te ontsmetten door het te behandelen met gassen of stoffen die gassen afstaan.
-
2. Het college kan van de in het eerste lid gestelde verboden ontheffing verlenen.
Hoofdstuk 4 Voorschriften en beperkingen
Artikel 4.1 Aanvraag vergunning indienen historische vaartuigen
-
1. Het aanvragen van een vergunning is verplicht voor historische vaartuigen.
-
2. De aanvraag voor een vergunning, vrijstelling of ontheffing danwel een reservering wordt ingediend bij burgemeester en wethouders door gebruikmaking van het aanvraagformulier.
-
3. Het aanvraagformulier dient per post gestuurd te worden naar Gemeente Krimpenerwaard, Postbus 51, 2820 AB Stolwijk of per e-mail naar info@krimpenerwaard.nl.
Artikel 4.2 Ligplaatsvergunning en wachtlijst historische vaartuigen
-
1. Een vergunning voor een ligplaats is persoons- en vaartuiggebonden en niet overdraagbaar op derden.
-
2. Een vergunning voor een ligplaats wordt vijf jaar verleend.
-
3. De havenmeester draagt zorg voor het beheer van een wachtlijst en schrijft een aanvrager op zijn verzoek in op de wachtlijst, indien hij voldoet aan de toetsingscriteria als bedoeld in artikel 4.3, maar aan hem geen ligplaats kan worden toegewezen.
-
4. De inschrijving op de wachtlijst wordt doorgehaald:
- a.
indien de ingeschrevene zijn inschrijving niet jaarlijks voor 1 januari heeft verlengd;
- b.
bij overlijden van de ingeschrevene;
- c.
op schriftelijk verzoek van de ingeschrevene;
- d.
wanneer aan de ingeschrevene een vergunning voor een ligplaats is verleend, tenzij de ingeschrevene deze op grond van bijzondere omstandigheden niet aanvaardt;
- e.
indien niet meer aan de toetsingscriteria als bedoeld in artikel 4.3 wordt voldaan.
- a.
-
5. De toewijzing van een beschikbaar gekomen ligplaats geschiedt aan degene die zich op de wachtlijst heeft laten inschrijven, in volgorde van inschrijving op deze lijst.
Artikel 4.3 Toetsingscriteria historische vaartuigen
Om in aanmerking te komen voor een vergunning voor een ligplaats voor historische vaartuigen, moet worden voldaan aan de volgende criteria:
- 1.
het vaartuig dient tenminste 50 jaar oud te zijn;
- 2.
het vaartuig dient een voormalig bedrijfsvaartuig te zijn, waarmee op de Nederlandse wateren enig bedrijf is uitgevoerd c.q. typerend is geweest binnen de ontwikkeling van de Nederlandse scheepsbouw en waarvan het karakter overwegend bewaard is gebleven. Met andere woorden, het vaartuig dient een cultuurhistorische en monumentale waarde te hebben;
- 3.
het silhouet van het vaartuig dient qua uiterlijk gaaf te zijn, waarbij inbegrepen aanvaardbaar zijn indien deze op respectvolle wijze ten aanzien van het historische karakter van het schip hebben plaatsgevonden;
- 4.
het vaartuig dient in een varende, goede en verzorgde staat te verkeren;
- 5.
het vaartuig dient zich, behoudens in geval van reparatiewerkzaamheden, op eigen motorkracht te kunnen voortbewegen;
- 6.
er dient ten minste één maal per jaar te worden gevaren met het vaartuig;
- 7.
indien het vaartuig niet geheel voldoet aan de toetsingscriteria onder 3, 4 en 5, kan op basis van een door het college goedgekeurd restauratieplan inclusief een tijdsplanning, een vergunning voor een ligplaats voor een historisch vaartuig worden verleend;
- 8.
het vaartuig moet qua uiterlijk en omvang passen in de omgeving, bij de eventueel reeds aanwezige schepen en de beschikbaar gekomen plaats en mag niet feitelijk een jacht zijn dat gezien zijn afmetingen in redelijkheid een plaats moet kunnen vinden in een jachthaven.
Hoofdstuk 5 Handhaving
Artikel 5.1 Aanwijzingen
-
1. De havenmeester kan mondeling of schriftelijk aanwijzingen geven in het belang van de orde en veiligheid in de haven, in het bijzonder ter regeling van het scheepvaartverkeer, het nemen van ligplaats en ter voorkoming van gevaar, schade of hinder.
-
2. Degene tot wie een aanwijzing is gericht, is gehouden de aanwijzing onmiddellijk op te volgen.
Artikel 5.2 Strafbepaling
Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening kan worden gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie.
Artikel 5.3 Toezichthoudende ambtenaren
-
1. Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de toezichthouders en handhavers.
-
2. Voorts zijn met het toezicht als bedoeld in het eerste lid belast de bij besluit van het college aan te wijzen personen of categorieën van personen.
Artikel 5.4 Betreden van woonruimten
-
1. Personen die bij of krachtens wettelijk voorschrift zijn belast met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde en opsporingsambtenaren, voor zover zij belast zijn met de opsporing van overtredingen van het bepaalde bij of krachtens deze verordening, zijn bevoegd elke plaats te betreden, met uitzondering van een woning zonder toestemming van de bewoner.
-
2. Het in het eerste lid bepaalde geldt niet ten aanzien van die ruimten waarvan het betreden of binnentreden, buiten het geval van ontdekking op heterdaad, voor het opsporen van een strafbaar feit als gevolg van het bepaalde in de Algemene Wet op het binnentreden niet is toegestaan.
Hoofdstuk 6 Overgangs- en slotbepalingen
Artikel 6.1 Intrekking oude regeling
De Havenverordening Ouderkerk aan den IJssel, Gouderak en Lageweg 2017, de Havenbeheersverordening Schoonhoven 2017 en het Havenreglement historische vaartuigen Ouderkerk aan den IJssel 2017 worden ingetrokken als de nieuwe verordening in werking treedt.
Artikel 6.2 Overgangsrecht
-
1. Een krachtens de Havenverordening Ouderkerk aan den IJssel, Gouderak en Lageweg 2017, de Havenbeheersverordening Schoonhoven 2017 of het Havenreglement historische vaartuigen Ouderkerk aan den IJssel 2017 verleende vergunning, ontheffing of vrijstelling geldt als vergunning, ontheffing of vrijstelling verleend krachtens deze verordening. Burgemeester en wethouders kunnen deze ambtshalve vervangen door een vergunning, ontheffing of vrijstelling krachtens deze verordening. Ambtshalve vervanging kan gepaard gaan met een wijziging van beperkingen en voorschriften.
-
2. Aanvragen om vergunning of ontheffing die zijn ingediend onder de Havenverordening Ouderkerk aan den IJssel, Gouderak en Lageweg 2017,de Havenbeheersverordening Schoonhoven 2017 of het Havenreglement historische vaartuigen Ouderkerk aan den IJssel 2017 maar waarop nog niet is beschikt bij het in werking treden van deze verordening, worden afgehandeld overeenkomstig deze verordening.
Artikel 6.3 Inwerkingtreding en citeertitel
-
1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2025
-
2. Deze verordening wordt aangehaald als Havenbeheersverordening Krimpenerwaard 2025.
Ondertekening
Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Krimpenerwaard, gehouden op 17 december 2024.
de griffier,
S. van Dijk
de voorzitter,
ir. J. Beenakker
Bijlage 1 Kaart haven Lageweg
Bijlage 2 Kaart haven Schoonhoven
Bijlage 3 Kaart haven Ouderkerk aan den IJssel
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl