Beleidsregels en toetsingscriteria 'ontheffingen nachtzaken' gemeente Maastricht

Geldend van 15-01-2025 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels en toetsingscriteria 'ontheffingen nachtzaken' gemeente Maastricht

Gelet op:

De beleidsregels en toetsingscriteria ‘ontheffingen nachtzaken’, vastgesteld op 8 juli 2016 door de burgemeester van Maastricht, gepubliceerd op 28 juli 2016 en in werking getreden op 29 juli 2016;

Met inachtneming van:

De Europese Dienstenrichtlijn en daarop gebaseerde landelijke jurisprudentie;

De Omgevingswet;

De Algemene Plaatselijke Verordening;

De horecanota 2016 – 2019;

Besluit:

Tot vaststelling van de volgende beleidsregels en toetsingscriteria ‘ontheffingen nachtzaken gemeente Maastricht’:

§ 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Belangen

Deze beleidsregels en toetsingscriteria zijn opgesteld in het belang van:

  • a.

    De openbare orde, de veiligheid, de bescherming van de fysieke leefomgeving en het (stedelijk) milieu, de publieke gezondheid en

  • b.

    Een aantrekkelijk aanbod van nachtzaken/nachtelijke activiteiten/evenementen passend bij de gemeente Maastricht en het spreiden en verdelen daarvan binnen de gemeente Maastricht met het oog op voornoemde belangen.

Artikel 2. Toepassingsbereik

  • 1. Deze beleidsregels en toetsingscriteria zijn van toepassing op:

    • a.

      Categorieën inrichtingen als bedoeld in artikel 2.22 APV, lid 3;

    • b.

      Evenementen voor zover het geldend evenementenbeleid en de bepalingen van de Evenementenverordening hierop niet van toepassing zijn.

  • 2. Terrassen, behorend bij inrichtingen als bedoeld in artikel 2.22, lid 3 APV vallen niet onder de werkingssfeer van deze beleidsregels en toetsingscriteria.

Artikel 3. Begripsomschrijvingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

Grootschalige inrichting met een boven-stedelijk karakter

Inrichting, niet uitsluitend gericht op inwoners van Maastricht met een cultureel georiënteerde functie, een exclusief karakter voor de regio, een versterkend karakter voor de (binnen-)stad en een uit veiligheidsoogpunt minimaal toelaatbare capaciteit van 300 bezoekers

Horecaconcentratiegebied

Gebied zoals dat bij of krachtens het door het gemeentebestuur vastgestelde horecabeleid is aangewezen

Inrichting

Inrichting bedoeld in artikel 1.1 van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet

Nachtontheffing

Ontheffing van de burgemeester als bedoeld in artikel 2.22, lid 3 APV

Studentensociëteit

Studentenverenigingen met een besloten karakter

Artikel 4. Overdraagbaarheid

Ontheffingen op grond van deze beleidsregels zijn aan de persoon en aan de zaak gebonden en derhalve niet overdraagbaar.

Artikel 5. Soorten inrichtingen

Voor een nachtontheffing komen uitsluitend de volgende inrichtingen in aanmerking:

  • a.

    Ten hoogste 16 inrichtingen gelegen in het door het gemeentebestuur bij of krachtens het horecabeleid vastgestelde gebied;

  • b.

    Grootschalige inrichtingen met een boven-stedelijk karakter die naast horeca-activiteiten ook activiteiten ontplooien op het gebied van cultuur;

  • c.

    Studentensociëteiten met een besloten karakter.

Artikel 6. Aanvraag

  • 1. De aanvrager dient bij de aanvraag voor een nachtontheffing de navolgende bescheiden over te leggen:

    • a.

      Een geldige vergunning op grond van de Alcoholwet;

    • b.

      Een nauwkeurige beschrijving van de inrichting, waarbij is opgenomen het adres en de kadastrale aanduiding van de beoogde locatie, de oppervlakte daarvan, alsmede een plattegrond;

    • c.

      Een akoestisch rapport;

    • d.

      De personalia van de aanvrager/rechtspersoon en de leidinggevende(n), voorzien van een kopie van een geldig legitimatiebewijs;

    • e.

      Een bewijs van inschrijving bij de Kamer van Koophandel;

    • f.

      Een bewijs waaruit blijkt dat hij gerechtigd is over bedoelde inrichting te beschikken;

    • g.

      Een volledig ingevuld en ondertekend vragenformulier in het kader van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur;

    • h.

      Stukken op grond waarvan de burgemeester een oordeel kan geven omtrent de criteria voor de verdeling van concurrente aanvragen, zoals bedoeld in artikel 16.

    • i.

      Stukken waaruit blijkt dat de omwonenden in de omgeving van een nieuw te vestigen inrichting geïnformeerd zijn over het initiatief en verzocht zijn hun bevindingen ter zake kenbaar te maken, alsmede het resultaat van die informatie-/participatieronde.

  • 2. De burgemeester kan nadere eisen stellen aan de in te dienen bescheiden als bedoeld in het eerste lid van deze bepaling in het kader van de openbare orde en veiligheid.

§ 2. Weigeringsgronden

Artikel 7. Facultatieve weigeringsgronden op basis van situering

De nachtontheffing voor grootschalige inrichtingen met een boven-stedelijk karakter en voor studentensociëteiten kan worden geweigerd op grond van de volgende (situerings-)eisen:

  • a.

    Ter voorkoming van aantasting van de openbare orde en/of het woon- en leefklimaat;

  • b.

    De specifieke ligging in relatie tot woningen van derden en andere geluidgevoelige gebouwen;

  • c.

    Het karakter van de straat of de wijk, w.o. onder meer de breedte van de straat, de vrije ruimte rondom de inrichting, de mate van woonbestemming, achtergrondgeluidniveau, het aantal en de aard van reeds gevestigde (horeca)inrichtingen.

Artikel 8. Imperatieve weigeringsgronden op basis van situering

Op plaatsen waar het woon- en leefklimaat naar het oordeel van de burgemeester reeds onder druk staat, wordt de nachtontheffing voor de inrichtingen als bedoeld in artikel 5 geweigerd indien:

  • a.

    Nabij de inrichting, gebaseerd op vigerende parkeernormen en parkeerregelgeving, voldoende parkeergelegenheid ontbreekt.

  • b.

    Binnen een straal van 50 meter van de inrichting naar het oordeel van de burgemeester voldoende stallingsgelegenheid voor fietsen en bromfietsen ontbreekt.

  • c.

    De inrichting naar het oordeel van de burgemeester zodanig is gelegen dat een goede bereikbaarheid voor verkeer en bezoekers niet is gewaarborgd.

Artikel 9. Imperatieve weigeringsgronden op basis van akoestische kwaliteit

  • 1. Indien de akoestische kwaliteit van de inrichtingen als bedoeld in artikel 5 ten opzichte van geluidgevoelige objecten naar het oordeel van de burgemeester niet afdoende is, wordt de nachtontheffing geweigerd.

  • 2. Om aan te tonen dat de akoestische kwaliteit van de inrichting als bedoeld in het eerste lid voldoende is ten opzichte van geluidgevoelige objecten, overlegt aanvrager bij diens aanvraag aan de gemeente een geluidrapport van een onafhankelijk(e), ter zake deskundig(e) bureau.

  • 3. Het geluidrapport als bedoeld in het voorgaande lid is niet ouder dan 2 jaar, tenzij de inrichting binnen voornoemde periode van 2 jaar ingrijpend is gewijzigd of verbouwd met mogelijk akoestische gevolgen voor (geluidgevoelige objecten in) de omgeving. In dat geval overlegt aanvrager bij de aanvraag een akoestisch rapport gebaseerd op en rekening houdend met de gewijzigde/verbouwde situatie.

  • 4. Een bij de aanvraag overgelegd of over te leggen geluidrapport ouder dan 2 jaar is uitsluitend toegestaan in het geval de aanvrager informatie kan overleggen waaruit aantoonbaar en onweerlegbaar blijkt dat:

    • a.

      De inrichting waarvoor nachtontheffing wordt aangevraagd en

    • b.

      De omgeving, waarin die inrichting is gesitueerd,

    in de periode met ingang van de datum van het geluidrapport tot de datum van de aanvraag niet zodanig zijn gewijzigd dat de geluidbelasting vanuit die inrichting op geluidgevoelige objecten is of kan zijn toegenomen; mocht dat bewijs niet binnen een redelijke termijn geleverd (kunnen) worden, dan volgt het besluit tot het buiten behandeling laten of de niet-ontvankelijkheid van de aanvraag.

  • 5. Lid 4 van deze bepaling blijft buiten toepassing, indien twee jaar voorafgaand aan de aanvraag om een ontheffing meerdere, gevalideerde geluidklachten bij de gemeente of de Omgevingsdienst Zuid-Limburg zijn gemeld, in welk geval aanvrager bij de aanvraag om nachtontheffing een actueel geluidrapport als bedoeld in het derde lid van deze bepaling bij de gemeente in moet dienen.

  • 6. De burgemeester betrekt bij het oordeel als bedoeld in het eerste lid alle relevante geldende wet- en regelgeving en baseert toelaatbaarheid van de inrichting op daarin bepaalde geluidwaarden.

Artikel 10. Andere imperatieve weigeringsgronden

  • 1. De burgemeester weigert een aanvraag, die buiten de termijn als bedoeld in artikel 15, lid 3, onder a van deze regeling wordt ontvangen.

  • 2. De burgemeester weigert op grond van de kwaliteit van het nachtleven en de professionaliteit van de inrichting-houder de aanvraag om een nachtontheffing, indien deze aanvraag betrekking heeft op:

    • a.

      Niet ten minste 4 dagen per week en

    • b.

      Niet tenminste de tijdsduur tot 03:00 uur, zaterdag en zondag uitgezonderd.

  • 3. De burgemeester weigert een aanvraag, waarbij een geldige vergunning op grond van de Alcoholwet ontbreekt.

§ 3. Intrekkingsgronden en voorwaarden

Artikel 11. Intrekking van de nachtontheffing

De burgemeester trekt de nachtontheffing in, indien:

  • a.

    De houder van de nachtontheffing in strijd handelt met de belangen als bedoeld in artikel 1;

  • b.

    Binnen 6 maanden na verlening van de nachtontheffing niet is gestart met gebruikmaking van de nachtontheffing;

  • c.

    De inrichting, waarvoor de nachtontheffing geldt, gedurende een aaneengesloten periode van 3 maanden gedurende 5 weken niet het minimale aantal dagen en/of de minimale tijden als bedoeld in artikel 10 voor publiek geopend is.

Artikel 12. Voorwaarden

  • 1. De burgemeester kan een nachtontheffing onder voorwaarden verlenen.

  • 2. De voorwaarden strekken tot behartiging van de in artikel 1 genoemde belangen.

  • 3. De burgemeester kan aan een nachtontheffing voor een studentensociëteit voorwaarden verbinden omtrent het besloten karakter.

§ 4. Bepalingen ten behoeve van gelijke kansen voor een nachtontheffing binnen het horecaconcentratiegebied

Artikel 13. Definitie en betekenis van schaarste

  • 1. Bij het uitoefenen van bevoegdheden bij of krachtens deze regeling beoordeelt de burgemeester of sprake is van schaarse rechten.

  • 2. Van schaarse rechten is in ieder geval sprake als nachtontheffingen worden aangevraagd voor inrichtingen gelegen binnen het gebied, dat bij of krachtens het door het gemeentebestuur vastgestelde horecabeleid is aangewezen en binnen dat gebied het maximale aantal van 16 ontheffingen bij toewijzing van de aanvraag wordt overschreden.

  • 3. In geval van schaarste is de burgemeester gerechtigd met de aanvrager in overleg te treden om te bezien of deze bereid is zijn ontheffingsaanvraag zodanig aan te passen dat geen sprake meer is van schaarste.

Artikel 14. Verdeling bij schaarste

  • 1. Indien sprake is van schaarste zoals bedoeld in artikel 13, lid 1 of 2 zal het schaarse recht aan de aanvrager ervan toegedeeld worden op basis van een openbare, objectieve en non-discriminatoire procedure.

  • 2. Bij de wijze van toedeling, de criteria en de weging op basis waarvan de toedeling van het schaarse recht plaats zal vinden, treedt de burgemeester niet buiten het kader van de in artikel 1 genoemde belangen.

Artikel 15. Verdelingsprocedure

  • 1. Indien sprake is van schaarste als bedoeld in artikel 13, lid 1 en 2 en overleg als bedoeld in artikel 13, lid 3 met aanvrager(s) niet ertoe heeft geleid dat verzoekers bereid zijn hun verzoek zodanig aan te passen dat geen sprake meer is van schaarste, dan start de burgemeester een verdelingsprocedure met als doel het schaarse recht toe te delen.

  • 2. De verdelingsprocedure neemt een aanvang door de bekendmaking van de burgemeester dat een nachtontheffing vrij is of vrijkomt.

  • 3. In de bekendmaking wordt vermeld:

    • a.

      De termijn (start- en einddatum) van 3 maanden, waarbinnen een aanvraag moet worden ingediend;

    • b.

      De eisen waaraan een aanvraag moet voldoen;

    • c.

      De procedure hoe de ontheffingen worden verleend;

    • d.

      Het aantal nachtontheffingen dat maximaal verleend kan worden;

    • e.

      De geldigheidsduur van de te verlenen nachtontheffing.

  • 4. De publicatie vindt in elk geval plaats op de gemeentelijke website.

Artikel 16. Indieningsvereisten

  • 1. Ten behoeve van de verdeelprocedure dienen onverminderd de aanvraagvereisten als bedoeld in artikel 6 de volgende documenten ingediend te worden:

    • a.

      Een ondernemersplan, dat in elk geval bevat:

      • 1.

        De beschrijving van de bedrijfsexploitant(en), waaronder in ieder geval de persoonsgegevens, opleiding en ervaring in de branche;

      • 2.

        Een beschrijving van de onderneming, haar doelgroep als ook in welke behoefte wordt voorzien;

      • 3.

        Een overzicht van te verrichten investeringen;

      • 4.

        De financiële haalbaarheid van de onderneming;

    • b.

      Een veiligheidsplan, dat in elk geval bevat:

      • 1.

        Een risicoanalyse met betrekking tot de openbare orde en veiligheid en het omliggende woon- en leefklimaat;

      • 2.

        De te nemen maatregelen ter bescherming van de openbare orde en veiligheid en het omliggende woon- en leefklimaat;

      • 3.

        De wijze van toezicht in de inrichting en de directe omgeving daarvan;

      • 4.

        Het toegangs- en deurbeleid;

      • 5.

        Een beschrijving van de bereikbaarheid van de inrichting, de aanwezige parkeervoorzieningen voor bezoekers en het te verwachten effect op het verkeer;

      • 6.

        Een afschrift van de huisregels.

    • c.

      Een beschrijving of en in welke mate en omvang de onderneming bijdraagt aan of onderdeel uitmaakt van een breder leisure-concept, waarbij in elk geval wordt beschreven:

      • 1.

        De diversiteit in aanbod van vermaak en vrijetijdsbesteding wordt beschreven;

      • 2.

        De onderlinge afspraken en samenwerking in relatie tot een adequate exploitatie van het (gehele) leisure-concept;

      • 3.

        De zorg voor - en veiligheid van de bezoekers in de inrichting en de directe omgeving daarvan.

Artikel 17. Beoordelingscriteria

De beoordelingscriteria luiden:

criterium

wegingsfactor

1.

De inrichting waarvoor de ontheffing wordt aangevraagd beschikt over het keurmerk veilig uitgaan

5

2.

De aanvrager overlegt een ondernemersplan dat tenminste het verdienmodel, de doelgroep en de behoefte waarin wordt voorzien beschrijft (artikel 17, lid 1 sub a)

3

3.

De aanvrager overlegt een plan van aanpak over veiligheid en gezondheid van bezoekers (artikel 17, lid 1 sub b)

3

4.

De aanvrager biedt een vernieuwend en/of onderscheidend concept t.a.v. doelgroep en/of programmering (artikel 17, lid 1 sub c)

3

5.

De inrichting is toegankelijk en heeft een inclusief karakter

3

6.

De inrichting draagt bij aan duurzaamheid en de circulaire economie

3

7.

De inrichting is imagoversterkend voor de stad Maastricht

3

Artikel 18. Besluit

  • 1. De burgemeester zal de slechtst scorende aanvraag of aanvragen afwijzen en de best scorende aanvraag toewijzen.

  • 2. De burgemeester maakt binnen twee weken na datum besluitvorming het besluit of de besluiten daaromtrent aan de betrokken aanvragers kenbaar.

  • 3. Bij het besluit of de besluiten als bedoeld in de vorige leden zal de burgemeester:

    • a.

      Alle betrokken aanvragers op de hoogte stellen van alle scores van betrokken aanvragers;

    • b.

      Alle betrokken aanvragers op de hoogte stellen van de motivering van hun eigen scores;

    • c.

      De afgewezen betrokken aanvrager(s) op de hoogte stellen van de relatieve voordelen van de best scorende aanvrager ten opzichte van hun eigen score.

  • 4. Bij een gelijke score op grond van de kwaliteitscriteria als bedoeld in artikel 17 wordt de toewijzing van de aanvraag bepaald aan de hand van de volgende stappen:

    • a.

      Een van de aanvragers heeft voldaan aan kwaliteitscriterium 1 (in bezit van het keurmerk);

    • b.

      Door alle of geen van de aanvragers is voldaan aan kwaliteitscriterium 1, maar een aanvrager heeft voldaan aan het grootste aantal kwaliteitscriteria als bedoeld in artikel 16;

    • c.

      Scoren aanvragers na stap a en b nog een gelijk puntenaantal, dan wordt de aanvraag door loting toegewezen.

Artikel 19. Nachtontheffing voor bepaalde tijd

  • 1. Een nachtontheffing wordt verleend voor een periode van 10 jaar.

§ 5. Overige bepalingen

Artikel 20. Overgangsbepaling

  • 1. Nachtontheffingen, die gelden ten tijde van de inwerkingtreding van deze regeling, blijven ongewijzigd van kracht.

  • 2. Ontvankelijke aanvragen van een nachtontheffing die zijn ingediend voorafgaand aan de datum van inwerkingtreding van deze beleidsregels worden beoordeeld en afgehandeld volgens de Beleidsregels en toetsingscriteria ‘ontheffingen nachtzaken’ d.d. 8 juli 2016.

Artikel 21. Intrekking oude beleidsregels

De Beleidsregels en toetsingscriteria ‘ontheffingen nachtzaken’ d.d. 8 juli 2016 vervallen tegelijkertijd met de inwerkingtreding van deze beleidsregels.

Artikel 22. Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking op de eerste dag na die van bekendmaking.

Artikel 23. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Beleidsregels en toetsingscriteria ‘ontheffingen nachtzaken’ gemeente Maastricht.

Ondertekening

Aldus besloten door de burgemeester van Maastricht d.d. 6 januari 2025.

De Burgemeester,

W. A. G. Hillenaar

Toelichting

Algemeen

De Beleidsregels en toetsingscriteria ‘ontheffingen nachtzaken’ gemeente Maastricht zijn in voorgaande regeling geactualiseerd.

Deze actualisatie was nodig omdat er op grond van deze beleidsregels o.a. schaarse rechten als bedoeld in de Europese Dienstenrichtlijn vergund worden in de vorm van nachtontheffingen.

De schaarste vloeit voort uit de maximering van het aantal nachtontheffingen tot 16 binnen het horecaconcentratiegebied. Dit laatste is geregeld in het geldende horecabeleid.

Het ontheffingenplafond is vastgesteld om binnen een bepaald, relatief klein gebied in het centrum van Maastricht, waarin woon-, winkel- en horecafunctie geconcentreerd zijn, de leefbaarheid en levendigheid in evenwicht te brengen en te houden. Daarbij vormen de bescherming van de openbare orde, de veiligheid, de fysieke leefomgeving en het (stedelijk) milieu, de publieke gezondheid, alsmede het spreidingsprincipe van nachtzaken dringende redenen van algemeen belang. Dat geldt temeer, omdat de reguliere horeca doordeweeks om 02:00 uur en op vrijdag en zaterdag om 03:00 uur sluit en een deel van de bezoekers aansluitend de nachtzaken bezoekt. Dat geeft een extra toeloop naar de nachtzaken en daarmee een grotere concentratie van horecabezoekers in het horecaconcentratiegebied in de nachtelijke uren.

De Europese Dienstenrichtlijn en daarop gebaseerde landelijke jurisprudentie verplicht in het geval van schaarse rechten op grond van het gelijkheidsbeginsel tot een openbaar, transparant systeem van vergunningverlening voor bepaalde tijd.

Daarnaast is de terminologie in de beleidsregels aangepast aan andere geldende wet- en regelgeving.

Een tweede belangrijke reden voor deze actualisatie is gelegen in de noodzaak om bij aanvragen voor een nachtontheffing over actuele geluidrapportages te beschikken. Deze regeling voorziet daar duidelijker en genuanceerder in dan de oude regeling.

Uitgangspunt is een geluidsrapport dat niet ouder is dan 2 jaar. De nuance zit hem in het feit dat de aanvrager van een bestaande inrichting na het verstrijken van de termijn van de nachtontheffing kan volstaan met een geluidrapport van oudere datum als de inrichting, noch de omgeving uit akoestisch oogpunt relevante wijzigingen heeft ondergaan.

De relevante APV-bepalingen, die onder meer de basis vormen voor deze beleidsregels, zijn:

Artikel 2.18, onderdeel a, onder 1° en 2° en artikel 2.22, lid 1 onder a en b van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV):

het is de houder van een inrichting waar bedrijfsmatig alcoholhoudende drank of, al dan niet door middel van een automaat, eetwaren ter directe consumptie voor gebruik ter plaatse worden verstrekt, verboden deze voor bezoekers geopend te hebben of daarin of aldaar één of meer bezoekers toe te laten of te laten verblijven:

van maandag tot en met vrijdag van 02:00 tot 07:00 uur;

op zaterdag en zondag van 03:00 tot 07:00 uur.

Artikel 2.22, lid 3 APV:

De burgemeester kan, ten behoeve van een inrichting als bedoeld in artikel 2.18, eerste lid, onderdeel a, onder 1°, voor bepaalde tijd gedurende de uren tot 06.00 uur ontheffing verlenen van het in het eerste lid bedoelde verbod, voor zover het betreft:

  • a.

    een inrichting, welke is gelegen in een horecaconcentratiegebied;

  • b.

    een grootschalige inrichting met een bovenstedelijke functie;

  • c.

    een studentensociëteit.

Bijzonder

Artikel 1

Dit artikel benoemt de specifieke algemene belangen die de verordening beoogt te borgen. Bevoegdheden die krachtens deze verordening verleend zijn aan het bestuursorgaan worden op gemotiveerde wijze ingezet ter borging van een of meerdere van deze belangen.

Artikel 3

Horecaconcentratiegebied wordt in deze bepaling omschreven als het gebied zoals dat bij of krachtens het door het gemeentebestuur vastgestelde horecabeleid is aangewezen. In de horecanota’s 2008 en 2016 is dit gebied vastgesteld. Ook artikel 2.22, lid 3 APV vermeldt het begrip horecaconcentratiegebied om aan te geven waar inrichtingen, anders dan grootschalige, bovenstedelijke inrichtingen en studentensociëteiten, op basis van een nachtontheffing toegestaan kunnen worden. Bij de actualisatie van het horecabeleid is de verwachting dat dezelfde gebiedsaanduiding wordt gecontinueerd.

Artikel 2, lid 1 onder b

Voor evenementen is afzonderlijk beleid en ter uitvoering en regulering daarvan een verordening vastgesteld. Er kunnen evenementen binnen inrichtingen met een nachtontheffing georganiseerd of gehouden worden. Om te voorkomen dat regels uit de twee beleidskaders (horecabeleid enerzijds en nachtzakenbeleid anderzijds) met elkaar conflicteren, zijn in het geval dat sprake is van een evenement volgens het evenementenbeleid en de evenementenverordening laatstgenoemde (beleids-)regels van toepassing en niet de beleidsregels nachtontheffingen.

Artikel 17

De toepassing van kwaliteitscriteria voor de beoordeling van aanvragen om nachtontheffingen is eerst dan aan de orde wanneer het maximaal aantal ontheffingen van 16 in het daartoe aangewezen gebied dreigt te worden overschreden. De kwaliteitscriteria gelden uitsluitend voor aanvragen binnen het daartoe aangewezen gebied, maar niet voor studentensociëteiten en grootschalige inrichtingen met een boven-stedelijk karakter, ook niet als de twee laatstgenoemde inrichtingssoorten gesitueerd zijn binnen het gebied zoals aangewezen in de Omgevingsvisie en het horecabeleid.

Op dit moment gelden er slechts 5 van de 16 te verlenen nachtontheffingen. Mocht de behoefte op de markt aantrekken en er meer aanvragen binnen het daartoe aangewezen gebied ingediend worden, zorgt het maximale aantal te verlenen nachtontheffingen van 16 ervoor dat de levendigheid van het gebied niet te koste gaat van de leefbaarheid.

De kwaliteitscriteria ex artikel 17, onder 1 tot en met 7

Ad 1. Keurmerk Veilig Uitgaan

Het keurmerk wordt naar verwachting in een tijdsbestek van ongeveer 2 jaar na het van kracht worden van deze beleidsregels in beleid van de gemeente Maastricht verankerd. Deelname aan het keurmerk kan niet worden afgedwongen. Er wordt toegewerkt naar een vorm van samenwerking tussen de betrokken stakeholders. Nachtzakenondernemers behoren tot die stakeholders. Hoogstwaarschijnlijk mondt het beleidsproces uit in een te sluiten samenwerkingsconvenant.

  • Mocht in de toekomst sprake zijn van aanvragen om ontheffing waarbij het maximaal aantal ontheffingen binnen het aangewezen centrumgebied worden overschreden, dan wordt de aanvrager die in het bezit is van het Keurmerk Veilig Uitgaan met 5 punten gewaardeerd. Voor algemene informatie over het Keurmerk Veilig Uitgaan kan worden verwezen naar: Kwaliteitsmeter Veilig Uitgaan - Het CCV

Ad 2. Ondernemersplan

Een aanvrager die een ondernemersplan overlegt, waarin ten minste het verdienmodel nader wordt onderbouwd, de doelgroep waar de onderneming zich op richt wordt beschreven en de behoefte beschrijft waarin de nachtzaak voorziet, wordt gewaardeerd met 3 punten.

Ad 3. Veiligheidsplan

Aanvragers die nog niet beschikken over het Keurmerk Veilig Uitgaan, maar in plaats daarvan een uitgewerkt plan over veiligheid en gezondheid van bezoekers van de nachtzaak overleggen, worden gewaardeerd met 3 punten.

Ad 4. Vernieuwend en/of onderscheidend concept qua doelgroep en/of programmering

De aanvrager die zich met diens aanvraag onderscheidt door een vernieuwend concept of activiteiten-/festiviteitenprogramma te bieden en/of een andere doelgroep benadert of aantrekt ten opzichte van reeds gevestigde nachtzaken, wordt daarvoor gewaardeerd met 3 punten.

Ad 5. Toegankelijkheid van de inrichting

Deelname aan de maatschappij bevordert de gezondheid, zorgt voor sociale contacten en draagt bij aan het welzijn van mensen. Maastricht streeft naar een inclusieve samenleving in de breedste zin van het woord. Daarbij komt ook de toegankelijkheid van nachtzaken voor bezoekers in beeld met aandacht voor zo veel mogelijk -, bij voorkeur alle doelgroepen, Een aanvraag voor een nachtontheffing die dat doel dient, verdient een waardering met 3 punten.

Ad 6. Duurzaamheid/Circulaire economie

Een aanvrager, die een duurzaamheidsplan indient met aantoonbare maatregelen ten aanzien van de navolgende thema’s wordt gewaardeerd met 3 punten:

  • a.

    organisatie en communicatie (bijvoorbeeld aanstellen van een milieucoördinator, opstellen van duurzaamheidsdoelstelling/-visie);

  • b.

    energie (o.a. een stroomplan, gebruik van LED-verlichting, energiebesparende maatregelen);

  • c.

    water (o.a. duurzaam verwerken van afvalwater, gebruik van milieuvriendelijke schoonmaakmiddelen);

  • d.

    afval (gescheiden inzameling en verwerking van afval, geen gebruik single use plastic, composteerbaar eetgerei);

  • e.

    mobiliteit (ontmoediging autogebruik, stimuleren duurzaam vervoer);

  • f.

    eten en drinken (zoveel mogelijk lokale aanbieders, aanbieden gezonde en/of vegetarische voeding);

  • g.

    bodem en groen (geen gebruik van vuurwerk en rookinstallaties, geen gebruik van ballonnen);

  • h.

    inkopen (zoveel mogelijk lokale aanbieders, leveranciers en materialen).

Dient de aanvrager in plaats van het duurzaamheidsplan een erkend keurmerk duurzaamheid bij de aanvraag om ontheffing in, dan volgt eveneens de waardering met 3 punten.

Ad 7. Imagoversterkend voor de stad

Als imagoversterkend voor de stad wordt aangemerkt dat de inrichting, waarvoor de nachtontheffing wordt aangevraagd, bijdraagt aan de verbinding van mensen, de levendigheid van de stad en Maastricht op de kaart zet doordat deze uniek of bijzonder is in zijn soort.

Artikel 19

Het verdienmodel dat aan een nachtontheffing ten grondslag ligt, leidt tot een tijdsbepaling van 10 jaar. De huidige ontheffingen zijn verleend voor een periode van 5 jaar. Reden voor dit laatste is dat binnen een relatief kort tijdsbestek de inrichtingseisen, omgevingssituatie (geluid) en inrichting-houder volledig opnieuw gescreend kunnen worden. Door de termijn in de ontheffingen te verlengen van 5 naar 10 jaar, dit laatste gebaseerd op een redelijk verdienmodel, komt het principe van de screening op gezette tijden niet wezenlijk in het gedrang. Daarnaast zijn er voldoende mogelijkheden om tijdens de looptijd van de ontheffing controles te doen, toezicht te houden en waar nodig met maatregelen in te grijpen om ongewenste situaties te verbeteren of op te heffen. De gemeente streeft ernaar om binnen enkele jaren het keurmerk veilig uitgaan in Maastricht te introduceren. Reden om dit als een belangrijk kwaliteitscriterium op te nemen wanneer in de toekomst de hoeveelheid aanvragen het maximaal toegestane aantal nachtontheffingen dreigt te overschrijden.