Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR734072
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR734072/1
Beleidsnota Participatie onder de Omgevingswet gemeente Oss 2024
Geldend van 14-01-2025 t/m heden
Intitulé
Beleidsnota Participatie onder de Omgevingswet gemeente Oss 2024Hoofdstuk 1 Inleiding
Om een concreet plan te realiseren moet soms een ruimtelijke procedure worden doorlopen. Er is bijvoorbeeld een omgevingsvergunning voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit (OPA), een buitenplanse omgevingsplanactiviteit (BOPA) of een wijziging van het omgevingsplan nodig. De Omgevingswet stimuleert dat initiatiefnemers de omgeving vroeg bij hun plan betrekken.
De Omgevingswet trad op 1 januari 2024 in werking, maar het betrekken van de omgeving bij een concreet plan gebeurde daarvoor ook al in de gemeente Oss. In 2020 werd een pilot omgevingsdialoog gestart. Sinds toen is het bij ruimtelijke initiatieven onder de Wet ruimtelijke ordening gangbaar geworden een omgevingsdialoog te voeren. Bij grotere projecten en bepaalde ontwikkelingen in het Osse buitengebied stelde de gemeente Oss het zorgvuldig voeren van zo’n dialoog zelfs verplicht. Dit moest onderdeel van de motivering zijn. Als instrument van de pilot heeft de gemeente Oss in 2020 een Handreiking omgevingsdialoog gemaakt.
Uit de Omgevingswet volgt ook dat een gemeente eigen participatiebeleid moet hebben voor ontwikkelingen in de fysieke leefomgeving. De gemeente is verplicht om bij de vaststelling van een omgevingsvisie, programma of omgevingsplan aan te geven hoe inwoners, ondernemers en organisaties bij het opstellen daarvan zijn betrokken, welke resultaten dat heeft opgeleverd en wat daarmee is gedaan. De wet laat de vorm waarin dit plaatsvindt vrij.
De inwerkingtreding van de Omgevingswet heeft aanleiding gegeven tot een aanscherping (van de toepassing) van onze instrumenten voor de omgevingsdialoog. Deze waren onder de Wet ruimtelijke ordening gemaakt en moesten nog worden afgestemd op deze nieuwe wet. Met het grote aantal initiatieven in 2023 was er veel ervaring opgedaan met de omgevingsdialoog. Die ervaringen hebben geholpen onze instrumenten waar nodig ook te verbeteren. Naar aanleiding hiervan is vervolgens geconcludeerd dat ook een actualisatie nodig was van het gemeentelijke participatiebeleid voor ontwikkelingen in de fysieke leefomgeving. Deze beleidsnota betreft dat geactualiseerde beleid. Deze beleidsnota vervangt de ‘Nota Participatie onder de Omgevingswet’ die de gemeente Oss op 7 oktober 2021 vaststelde als uitvoering van de wettelijke verplichting.
Hoofdstuk 2 Waarom deze beleidsnota?
Paragraaf 2.1 Achtergrond
De ‘Nota Participatie onder de Omgevingswet’ is in 2021 vastgesteld. Hiermee gaf de gemeente Oss uitvoering aan de verplichting vanuit de Omgevingswet om gemeentelijk participatiebeleid vast te stellen, waarin aangegeven wordt hoe de gemeente bij ontwikkelingen in de fysieke leefomgeving met participatie wil omgaan.
Daarnaast was duidelijk dat de Omgevingswet meer dan voorheen de nadruk legt op vroegtijdige participatie. De wet stimuleert initiatiefnemers om de omgeving vroeg te betrekken bij plannen, zodat belangen, meningen en creativiteit op een vroeg moment op tafel komen. Omdat de Omgevingswet niets zegt over hoe dit moet plaatsvinden, bestond behoefte aan beleid om hier wel houvast aan te geven.
Naast de Omgevingswet zijn er ook andere redenen voor het opstellen van gemeentelijk participatiebeleid voor ontwikkelingen in de fysieke leefomgeving:
Betrokkenen 1 willen meedoen
We ervaren algemeen dat betrokkenen meer invloed willen hebben op wat er gebeurt in hun omgeving. Betrokkenen willen zich graag inzetten voor een betere, mooiere of sociaal sterkere wijk, dorp en stad. Betrokkenen kennen hun eigen omgeving goed en hebben soms extra kennis en ervaringen die de initiatiefnemer, gemeente en andere partijen niet hebben.
Uit oogpunt van meer steun en betrokkenheid bij hun omgeving is het van belang om betrokkenen al vroeg actief te betrekken bij ontwikkelingen in die omgeving. Tegelijkertijd verwacht de gemeente Oss hierbij ook een meer actieve rol van betrokkenen.
Betere plannen die aansluiten bij de behoefte
Bij initiatiefnemers en binnen de gemeentelijke organisatie is veel vakinhoudelijke kennis en ervaring aanwezig. Betrokkenen voegen daar hun specifieke kennis en ervaring aan toe. Betrokkenen weten vanuit de dagelijkse ervaring hoe de fysieke leefomgeving wordt beleefd en wat belangrijke aspecten zijn om mee te wegen. Daarmee kunnen betrokkenen goed aangeven wat de belangen en behoeftes zijn.
Als betrokkenen hun kennis, ervaringen, gevoel, emoties en belangen hierin kunnen inbrengen, dan kunnen initiatiefnemers dit meenemen in de planvorming. Dit kan leiden tot betere plannen die aansluiten bij de belangen en maatschappelijke behoeften.
Houvast bieden aan de kwaliteit
Onder de Omgevingswet is participatie vormvrij. Dat wil zeggen dat deze wet niet regelt hoe inwoners, ondernemers en organisaties betrokken moeten worden bij ontwikkelingen op het gebied van de fysieke leefomgeving. Gevolg is dat gemeenten ook geen eisen mogen stellen aan de vorm en kwaliteit van participatie bij fysieke ontwikkelingen. Uit de ervaringen met de omgevingsdialoog in de gemeente Oss komt echter naar voren dat het wel belangrijk is om hulpmiddelen mee te geven die hier enige houvast aan bieden en de wet staat dit niet in de weg.
Door in beleid vanuit een visie hulpmiddelen aan te reiken, wordt de manier waarop betrokkenen bij visies en (concrete) plannen voor de fysieke leefomgeving betrokken worden meer transparant. Bij het begin is duidelijk waar precies invloed op uitgeoefend kan worden en wat er met de resultaten gebeurt. Ook bereiken we dat het betrekken van de omgeving bij een visie of plan voldoende inzicht oplevert in de belangen van die omgeving, zodat de gemeente mede op basis daarvan een zorgvuldig besluit kan nemen over die visie of dat plan.
Paragraaf 2.2 Doel
Deze nota voorziet in beleid over participatie in het kader van de Omgevingswet bij ontwikkelingen op het gebied van de fysieke leefomgeving. De gemeente Oss wil met het beleid het betrekken van de omgeving bij ontwikkelingen op het gebied van de fysieke leefomgeving professionaliseren. Dit met het oog op goede uitvoering van de Omgevingswet.
Een zorgvuldige inventarisatie van belangen: de omgevingsdialoog
Als het gaat over het organiseren van participatie in het kader van de Omgevingswet, bij ontwikkelingen op het gebied van de fysieke leefomgeving, dan hebben we het in de gemeente Oss over de omgevingsdialoog. Een omgevingsdialoog houdt in dat inwoners, ondernemers en organisaties betrokken worden bij het maken van visies of (concrete) plannen voor de fysieke leefomgeving om de belangen van de omgeving breed in beeld te brengen. Het gaat dus om een zorgvuldige inventarisatie van de belangen van de omgeving. Vanuit dit inzicht kan een visie of plan mogelijk worden verbeterd. De dialoog heeft dus niet tot doel om zoveel mogelijk medestanders of draagvlak te verkrijgen of dat iedereen het met een visie of plan eens is of wordt.
Op een passend moment
De gemeente Oss vindt het vanzelfsprekend dat initiatiefnemers de omgeving op een passend moment betrekken bij het maken van een visie of (concreet) plan voor de fysieke leefomgeving en dat dit gebeurt voor het starten van de formele procedures voor rechtsbescherming op grond van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De omgevingsdialoog is dus een extra mogelijkheid voor betrokkenheid bij een visie of (concreet) plan. Bij de omgevingsdialoog is het niet nodig dat iemand direct belanghebbende is bij de te maken visie of het te maken plan. Dat is anders bij de procedures op grond van de Awb. Een indiener van een bezwaar of (hoger) beroep moet belanghebbende zijn.
Vooraf duidelijk wat wordt verwacht
Met deze nota wil de gemeente Oss vóóraf duidelijk maken wat initiatiefnemers en betrokkenen bij ontwikkelingen op het gebied van de fysieke leefomgeving kunnen/mogen verwachten als het gaat om de omgevingsdialoog. Deze nota is daarbij vooral bedoeld om eenduidig vast te leggen wat er van wie verwacht mag worden in het proces.
Zowel voor de gemeente zelf als andere initiatiefnemers
Ontwikkelingen op het gebied van de fysieke leefomgeving kunnen visies en plannen van de gemeente zelf zijn, zoals bijvoorbeeld de omgevingsvisie of het omgevingsplan. Maar er kan ook sprake zijn van een concreet (bouw)plan van een andere initiatiefnemer, waarvoor die initiatiefnemer bij de gemeente een aanvraag doet voor een omgevingsvergunning voor een binnen- of buitenplanse omgevingsplanactiviteit of een wijziging van het omgevingsplan. Deze beleidsnota heeft dan ook betrekking op zowel de omgevingsdialoog bij visies en (concrete) plannen voor de fysieke leefomgeving van de gemeente zelf als de dialoog bij concrete plannen voor de fysieke leefomgeving van andere initiatiefnemers.
Kortom, de doelen van deze beleidsnota zijn:
- •
Vastleggen welk doel participatie heeft als het gaat om ontwikkelingen op het gebied van de fysieke leefomgeving.
- •
Houvast bieden aan hoe de omgeving voorafgaand aan de formele procedures op grond van de Awb betrokken wordt bij het maken van visies en (concrete) plannen voor de fysieke leefomgeving.
- •
Vooraf voor iedereen duidelijk maken wat er verwacht mag worden van de omgevingsdialoog bij het voorbereiden van visies en (concrete) plannen voor de fysieke leefomgeving.
Hoofdstuk 3 Reikwijdte
Deze beleidsnota is bedoeld voor:
- •
Betrokkenen die vooraf willen weten wat er van hen mag worden verwacht als zij deelnemen aan een omgevingsdialoog.
- •
De gemeente, als kader voor hoe de omgeving in de voorbereidende fase in de omgevingsdialoog wordt betrokken bij het maken van een omgevingsvisie, programma of het omgevingsplan.
- •
Initiatiefnemers, als kader voor hoe de omgeving in de voorbereidende fase in de omgevingsdialoog wordt betrokken bij het maken van concrete plannen waarvoor een omgevingsvergunning of een wijziging van het omgevingsplan nodig is. Hierbij kan er sprake zijn van een particuliere initiatiefnemer, maar de gemeente kan zelf ook initiatiefnemer zijn.
Verder geldt het volgende:
- •
Deze beleidsnota staat los van de inspraakverordening c.q. participatieverordening van de gemeente Oss, omdat deze nota zich specifiek richt op hoe de omgeving te betrekken in de omgevingsdialoog bij het maken van visies en (concrete) plannen die vallen onder de Omgevingswet. De inspraak- c.q. participatieverordening regelt dit voor de voorbereiding van gemeentelijk beleid (niet gerelateerd aan de Omgevingswet).
- •
De gemeente Oss vindt het vanzelfsprekend dat initiatiefnemers op een passend moment -voor het starten van de formele procedures op grond van de Awb- een omgevingsdialoog voeren de omgeving betrekken bij het maken van een visie of (concreet) plan. Deze beleidsnota is bedoeld om aan de invulling van de dialoog houvast te bieden. De dialoog is geen vervanging van de formele procedures op grond van de Awb. Daarvoor volgt de Omgevingswet de Awb. De wettelijke verplichting voor het doorlopen van procedures waarin de gelegenheid wordt geboden tot zienswijzen, bezwaar en/of (hoger) beroep blijft bestaan, ook wanneer er voorafgaand sprake is van een zorgvuldig proces van het betrekken van inwoners, ondernemers en organisaties bij een bepaalde ontwikkeling.
- •
Deze beleidsnota dient niet als toetsingskader om te beoordelen of het betrekken van de omgeving bij een visie of plan voor de fysieke leefomgeving tot een bepaald resultaat heeft geleid. Hier bevat de Omgevingswet geen grondslag voor. Vanuit deze wet mag de beoordeling of de omgeving op een zorgvuldige manier betrokken is en of er zorgvuldig is omgegaan met de inbreng vanuit de omgeving wel onderdeel zijn van de verdere afweging en besluitvorming. Deze nota heeft daarom betrekking op beleid voor die beoordeling. Als het oordeel is dat de omgevingsdialoog onzorgvuldig verlopen is of onvoldoende inzicht in de belangen van de omgeving heeft opgeleverd, dan kan vanuit oogpunt van een zorgvuldig besluit worden verzocht om aanvulling van de motivering van een visie of plan op het onderdeel omgevingsdialoog.
- •
De gemeente Oss heeft met betrekking tot omgevingsvergunningen voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit (BOPA) geen gebruik gemaakt van de wettelijke mogelijkheid gevallen aan te wijzen, waarin de aanvrager verplicht is om participatie te organiseren.
- •
De Handreiking omgevingsdialoog komt te vervallen. Hiervoor in de plaats is er een Stappenplan omgevingsdialoog voor initiatiefnemers. Dit stappenplan is voor iedereen beschikbaar op de website van de gemeente Oss en wordt actief aan initiatiefnemers van een visie of een plan meegegeven. De opgestelde IMPACTmeter en Rollenplaat zijn een bijlage bij het stappenplan. Met deze hulpmiddelen bieden we handzame documenten voor een zorgvuldig verloop van de omgevingsdialoog bij een bepaalde ontwikkeling.
Hoofdstuk 4 Uitgangspunten
In dit hoofdstuk wordt vastgelegd wat voor de gemeente Oss de uitgangspunten zijn voor de omgevingsdialoog. Wat is er van belang om te komen tot een zorgvuldige inventarisatie van de belangen in de omgeving?
Uit de ervaringen die in de gemeente Oss met de omgevingsdialoog zijn opgedaan, is naar voren gekomen dat het wel belangrijk is om als gemeente enige houvast te bieden aan hoe de omgevingsdialoog ingevuld wordt. Er moet sprake zijn van een zorgvuldige dialoog en daarvoor is het zaak dat de concrete invulling van de omgevingsdialoog plaatsvindt op basis van bepaalde uitgangspunten.
De gemeente kan de benoemde uitgangspunten gebruiken om te beoordelen of de voor een visie of plan gevoerde omgevingsdialoog zorgvuldig is verlopen en er voldoende inzicht in de belangen van de omgeving is verkregen. Dat oordeel mag vervolgens in de verdere afweging en besluitvorming op die visie of dat plan worden meegewogen.
Dit betekent dat deze beleidsnota niet aangeeft in wat voor vorm (zoals informatie- of inloopbijeenkomst, nieuwsbrief, enquête, online peiling en dergelijke) de omgeving precies betrokken moet worden bij het maken van visies of (concrete) plannen voor de fysieke leefomgeving. Volgens de Omgevingswet is participatie in het kader van deze wet immers vormvrij. De initiatiefnemer is dus eerst zelf verantwoordelijk om te bepalen wat een passende vorm is voor de voor zijn visie of plan te voeren omgevingsdialoog.
Paragraaf 4.1 Algemeen
De concrete invulling van de omgevingsdialoog vraagt altijd om maatwerk.
Geen visie of (concreet) plan voor de fysieke leefomgeving is hetzelfde. Onder andere daardoor verschilt de erbij te betrekken omgeving. Ook de omstandigheden waaronder de dialoog gevoerd gaat worden, kunnen van invloed zijn op te maken keuzes voor de concrete invulling van een omgevingsdialoog. Bij een plan dat rechtstreeks uitvoering is van een wettelijke plicht past een andere invulling dan bij een plan in het kader van nieuw beleid. Ook daarom geeft deze nota niet aan in wat voor vorm de omgevingsdialoog precies moet worden gevoerd.
Invulling omgevingsdialoog volgt uit mate van impact.
In Oss vinden we dat de mate waarin je inwoners, ondernemers en organisaties betrekt bij een visie of (concreet) plan in verhouding moet staan tot de impact van die visie of van dat plan op de fysieke leefomgeving. In het algemeen geldt: hoe meer impact een visie of plan heeft, hoe belangrijker het is de omgeving daar zo vroeg mogelijk bij te betrekken.
Een grotere impact van een visie of plan op de omgeving vraagt om een uitgebreidere motivering van het gemeentelijk besluit. Dus hoe groter de impact van een visie of plan, hoe belangrijker de omgevingsdialoog is.
De gemeente Oss heeft een IMPACTmeter gemaakt. Deze IMPACTmeter kan door een initiatiefnemer of een betrokkene worden ingevuld om een beeld te krijgen van hoe groot de impact van een visie of (concreet) plan op de fysieke leefomgeving is. Dit is een bijlage bij het Stappenplan omgevingsdialoog. Het resultaat van de IMPACTmeter geeft houvast bij het bepalen van welke vorm en intensiteit van de omgevingsdialoog passend is, zie het overzicht hieronder.
|
Categorie A |
Categorie B |
Categorie C |
Categorie D |
Mate van impact |
Visie of plan heeft geen impact |
Visie of plan heeft weinig impact |
Visie of plan heeft redelijk impact |
Visie of plan heeft grote impact |
Mate van afstemming met de gemeente |
Een omgevingsdialoog is niet nodig |
Afstemming met de gemeente hoeft niet, u gaat zelf in gesprek met de directe omgeving Een dialoog met de directe omgeving is vanzelfsprekend, ook bij een plan met weinig impact daarop |
De invulling van de omgevingsdialoog is vormvrij, u bepaalt dit zelf Er is voor u een Stappenplan beschikbaar met daarin tips voor de mogelijke invulling van de dialoog |
U maakt afspraken met de gemeente over de invulling van de omgevingsdialoog In een omgevingsdialoogplan wordt vastgelegd hoe de omgevingsdialoog invulling krijgt. |
Mogelijke vormen |
|
Keukentafelgesprek met de buren, een Whatsapp-groep met betrokkenen, een brief over de visie of het plan versturen (in de brievenbus doen of per e-mail), visie of plan delen met de wijk- of dorpsraad |
Een informatie- of inloopbijeenkomst organiseren, een online bijeenkomst (bv. Teams), enquête of poll houden (online of rondsturen), de BouwApp of social media gebruiken |
Een combinatie van de bij categorie B en C genoemde mogelijke vormen, op meer dan één moment |
Bij het beoordelen van een gevoerde omgevingsdialoog gaat het om de zorgvuldigheid, niet om de inhoud van ingebrachte reacties.
We moeten als gemeente een zorgvuldig besluit kunnen nemen over een visie of een (concreet) plan. Daarom wegen we mee of er sprake is van een zorgvuldige omgevingsdialoog: is de omgeving op een zorgvuldige manier betrokken en is er zorgvuldig omgegaan met de inbreng vanuit de omgeving? We willen dat meer zichtbaar wordt wat de inbreng van betrokkenen is geweest en wat daarmee is gedaan: is de visie of het (concrete) plan naar aanleiding daarvan wel of niet aangepast?
We verwachten een verslag van de omgevingsdialoog en beoordelen dit op de volgende punten:
- •
Welke invulling heeft de omgevingsdialoog gekregen op basis van de IMPACTmeter.
- •
Waar, wanneer en in welke vorm heeft de dialoog plaatsgevonden.
- •
Wie is er uitgenodigd en wie hebben deelgenomen aan de dialoog.
- •
Is een duidelijke samenvatting opgenomen van wat er over de visie of het (concrete) plan is verteld.
- •
Zijn alle reacties van de omgeving duidelijk samengevat en is aangegeven hoe daarmee is omgegaan.
Als er in de gemaakte afweging voor gekozen is om één of meer reacties uit de omgevingsdialoog niet mee te nemen in de visie of het (concrete) plan, heeft dit geen gevolgen voor het vervolg van de ruimtelijke procedure. De inhoudelijke beoordeling van reacties vanuit de omgeving door de gemeente komt pas aan de orde wanneer een betrokkene tijdens het vervolg van die procedure een zienswijze, bezwaar en/of (hoger) beroep indient.
Paragraaf 4.2 Ruimtelijke visies en plannen
Bij het maken van een omgevingsvisie, programma of omgevingsplan onder de Omgevingswet is de gemeente verantwoordelijk voor de omgevingsdialoog.
Omgevingsvisie
Bij het vaststellen van een omgevingsvisie geldt een motiveringsplicht (art. 10.7 Omgevingsbesluit). De gemeente moet bij het besluit tot vaststellen van deze visie aangeven hoe inwoners, ondernemers, organisaties en bestuursorganen bij het maken zijn betrokken en wat daarvan de resultaten zijn. Daarbij moet duidelijk naar voren komen dat dit zorgvuldig is gebeurd.
Een omgevingsvisie geldt voor de gemeente Oss standaard als een visie die grote impact heeft. Hier hoort bij dat in de voorbereiding op het maken van deze visie ook een omgevingsdialoogplan wordt gemaakt voor hoe de omgevingsdialoog concreet zal worden ingevuld. Daarin wordt in ieder geval vastgelegd:
- •
Welke inwoners, ondernemers en/of organisaties in de dialoog worden betrokken. Hiervoor wordt ‘de omgeving’ bepaald en in beeld gebracht wie mogelijk relevante partijen zijn.
- •
In wat voor vormen en op welke momenten de dialoog georganiseerd wordt en hoe de omgeving wordt uitgenodigd en benaderd.
- •
Waarover de dialoog plaatsvindt. Waar kunnen betrokkenen inbreng op hebben en hoe zal met die inbreng worden omgegaan.
- •
Hoe er van de resultaten van de dialoog zorgvuldig verslag gedaan zal worden.
Voor het eerste punt kan er gebruik worden gemaakt van de Rollenplaat, die een bijlage is van het Stappenplan omgevingsdialoog.
Het omgevingsdialoogplan biedt een goede basis voor de wettelijke motiveringsplicht bij vaststelling van de omgevingsvisie. Om te verantwoorden of sprake is geweest van een zorgvuldige dialoog proces wat betreft het bij de visie betrekken van de omgeving, kan in de besluitvorming eerst worden meegenomen in hoeverre de omgevingsdialoog uiteindelijk conform dit plan verlopen is. Aanvullend is een oordeel nodig of op basis van het verslag van de dialoog en/of de visie zelf voldoende duidelijk is hoe de inbreng van betrokkenen in de omgevingsvisie verwerkt is.
Programma
Een programma in het kader van de Omgevingswet is een verdere uitwerking van te voeren beleid op het gebied van de fysieke leefomgeving. Die uitwerking kan gaan over ontwikkeling, beheer, bescherming en/of behoud van daarvan. Een programma kan ook betrekking hebben op een concreet pakket aan maatregelen om aan omgevingswaarden te voldoen (zoals geluidnormen) of doelen voor de fysieke leefomgeving te realiseren (zoals voldoende parkeergelegenheid). Doordat een programma mogelijk impact heeft op de fysieke leefomgeving, kan ook voor dit instrument een omgevingsdialoog van belang zijn.
Bij het vaststellen van een programma in het kader van de Omgevingswet geldt net als bij een omgevingsvisie een motiveringsplicht voor participatie (art. 10.8 Omgevingsbesluit). Anders dan bij een omgevingsvisie kan de mate waarin een programma impact op de omgeving heeft, variëren.
Het instrument programma is breed inzetbaar. Een programma kan wettelijk verplicht zijn of op vrijwillige basis worden gemaakt. Het kan over één beleidsterrein of één aspect gaan of integraal zijn. Het kan de hele gemeente betreffen of een specifiek gebied. Het kan door alleen de gemeente Oss of met meerdere overheden en partijen worden gemaakt. Gelet hierop zal voor elk programma apart in beeld gebracht moeten worden welke impact het op de omgeving heeft en wat zodoende een passende invulling is van de omgevingsdialoog.
Als sprake is van een programma dat een grote impact heeft, dan vindt het voorbereiden en motiveren van een zorgvuldige omgevingsdialoog op dezelfde manier plaats als bij een omgevingsvisie. Bij een programma met een redelijke of weinig impact kan daarvoor gebruik worden gemaakt van het Stappenplan omgevingsdialoog.
Omgevingsplan
Bij het omgevingsplan is er wat participatie betreft eerst sprake van een kennisgevingsplicht bij het voornemen om het plan vast te gaan stellen (art. 10.2 lid 1 Omgevingsbesluit, art. 16.29 en art. 5.47 Omgevingswet, art. 5.2 Omgevingsbesluit). Vervolgens geldt een motiveringsplicht bij het werkelijk vaststellen van dit plan (art. 10.2 lid 2 Omgevingsbesluit).
De Omgevingswet verplicht de gemeente Oss om uiterlijk in 2032 voor heel haar grondgebied één omgevingsplan te hebben. Omdat de bestaande bestemmingsplannen en de bruidsschat vanaf het in werking treden van deze wet samen het omgevingsplan van rechtswege vormen, zal dit ene omgevingsplan tot stand komen door opeenvolgende wijzigingen van het omgevingsplan. Een wijziging kan daarbij veelomvattend zijn qua inhoud, maar er kan ook sprake zijn van een wijziging van puur technische aard. De mate van impact op de omgeving zal hierdoor ook bij wijzigingen van het omgevingsplan variëren.
Gevolg is dat bij elke wijziging van het omgevingsplan apart in beeld moet worden gebracht wat de impact daarvan op de omgeving is en wat zodoende een passende invulling van de omgevingsdialoog is. Door middel van de kennisgevings- en motiveringsplicht wordt hierover bij de voorbereiding van de wijziging van het omgevingsplan en bij het besluit over de vaststelling verantwoording afgelegd.
Kennisgevingsplicht
De kennisgevingsplicht houdt in dat de gemeente in de voorbereidende fase van het maken van een wijziging van het omgevingsplan openbaar bekendmaakt hoe de participatie, de omgevingsdialoog, concreet zal worden ingevuld. In de bekendmaking wordt aangegeven:
- •
Welke inwoners, ondernemers en/of organisaties in de dialoog worden betrokken.
- •
In wat voor vorm(en) en op welk(e) moment(en) de dialoog georganiseerd wordt en hoe de omgeving wordt uitgenodigd en benaderd.
- •
Waarover de dialoog plaatsvindt.
- •
Wat de rol van de gemeente is.
- •
Hoe er van de resultaten van de dialoog zorgvuldig verslag gedaan zal worden.
- •
Waar aanvullende informatie beschikbaar is.
Bij een wijziging van het omgevingsplan met een grote impact op de omgeving is een omgevingsdialoogplan onderdeel van de voorbereidende fase. De bekendmaking over de concrete invulling van de omgevingsdialoog zal hier in feite een weergave zijn van de in dit plan vastgelegde afspraken.
Als sprake is van een wijziging van het omgevingsplan met een redelijke of weinig impact, dan legt de bekendmaking zelf in feite vast wat een passende concrete invulling van de omgevingsdialoog is gevonden. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het Stappenplan omgevingsdialoog.
Motiveringsplicht
De motiveringsplicht houdt in dat de gemeente bij het besluit tot het vaststellen van een wijziging van het omgevingsplan moet aangeven hoe inwoners, ondernemers, organisaties en bestuursorganen bij het maken zijn betrokken en wat daarvan de resultaten zijn. Net zoals bij een omgevingsvisie moet daarbij duidelijk naar voren komen dat dit zorgvuldig is gebeurd.
Bij een wijziging van het omgevingsplan met grote impact op de omgeving biedt het vooraf gemaakte omgevingsdialoogplan een goede basis voor deze wettelijke motiveringsplicht. Om te verantwoorden of de omgeving hier zorgvuldig bij betrokken is geweest, kan in de besluitvorming eerst worden meegenomen in hoeverre de omgevingsdialoog uiteindelijk conform dit plan verlopen is. Aanvullend is een oordeel nodig of op basis van het verslag van de dialoog en/of het plan zelf voldoende duidelijk is hoe de inbreng van betrokkenen in de wijziging van het omgevingsplan is verwerkt.
Als sprake is van een wijziging van het omgevingsplan met een redelijke of weinig impact, dan kan het motiveren van een zorgvuldige omgevingsdialoog plaatsvinden aan de hand van het Stappenplan omgevingsdialoog.
Paragraaf 4.3 Concrete plannen
Voor het betrekken van inwoners, ondernemers en organisaties bij het maken van een concreet plan voor de fysieke leefomgeving, zijn vanuit de Omgevingswet bij een omgevingsvergunning voor een binnen- of buitenplanse omgevingsplanactiviteit andere regels van toepassing dan bij een wijziging van het omgevingsplan op aanvraag. De regels voor deze instrumenten zijn als volgt:
- •
Bij een aanvraag omgevingsvergunning voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit (OPA) of buitenplanse omgevingsplanactiviteit (BOPA) is er sprake van een indieningsvereiste voor aanvrager (art. 7.4 Omgevingsregeling). Het is aan aanvrager om bij zijn aanvraag op te geven of hij burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en bestuursorganen bij de voorbereiding van zijn aanvraag betrokken heeft. Zo ja, moet hij ook toelichten hoe hij dat heeft gedaan en wat de resultaten daarvan waren. Het indieningsvereiste omvat dus geen verplichting voor aanvrager om de omgeving vroeg bij zijn concrete plan te betrekken; de aanvrager mag ook een nee opgeven.
- •
Bij een wijziging van het omgevingsplan op aanvraag geldt voor de gemeente eerst een kennisgevingsplicht bij het voornemen het plan vast te gaan stellen, waarin aangegeven wordt hoe inwoners, ondernemers, organisaties en bestuursorganen daarbij betrokken worden (art. 10.2 lid 1 Omgevingsbesluit, art. 16.29 en art. 5.47 Omgevingswet, art. 5.2 Omgevingsbesluit). Vervolgens ligt er bij de gemeente een motiveringsplicht bij het daadwerkelijk vaststellen van dit plan (art. 10.2 lid 2 Omgevingsbesluit): aangegeven moet worden hoe inwoners, ondernemers, organisaties en bestuursorganen bij het plan betrokken zijn en wat er is gedaan met de resultaten daarvan.
Initiatiefnemer neemt de verantwoordelijkheid.
De gemeente Oss vindt het, ongeacht welk instrument aan de orde is, bij concrete plannen vanzelfsprekend dat de initiatiefnemer de verantwoordelijkheid voor de omgevingsdialoog neemt. Hij is immers de maker van het concrete plan, waar een omgevingsvergunning voor een binnen- of buitenplanse omgevingsplanactiviteit of wijziging van het omgevingsplan voor nodig is. Dit geldt ook wanneer de gemeente zelf de initiatiefnemer is.
Dit betekent dat van de initiatiefnemer wordt verwacht dat hij in de voorbereidende fase in beeld brengt welke impact zijn concrete bouwplan op de fysieke leefomgeving heeft en wat zodoende een passende invulling is van de omgevingsdialoog.
Omgevingsdialoogplan
Als sprake is van een bouwplan met grote impact, dan hoort daar bij dat er ook een omgevingsdialoogplan wordt gemaakt voor hoe de dialoog concreet zal worden ingevuld. Daarin wordt in ieder geval vastgelegd:
- •
Welke inwoners, ondernemers en/of organisaties in de dialoog worden betrokken. Hiervoor wordt ‘de omgeving’ bepaald en in beeld gebracht wie mogelijk relevante partijen zijn.
- •
In wat voor vormen en op welke momenten de dialoog georganiseerd wordt en hoe de omgeving wordt uitgenodigd en benaderd.
- •
Waarover de dialoog plaatsvindt. Waar kunnen betrokkenen inbreng op hebben en hoe zal met die inbreng worden omgegaan.
- •
Hoe er van de resultaten van de dialoog zorgvuldig verslag gedaan zal worden.
Voor het eerste punt kan er gebruik worden gemaakt van de Rollenplaat, die een bijlage is van het Stappenplan omgevingsdialoog.
Het omgevingsdialoogplan biedt een goede basis voor het verantwoorden of er sprake is geweest van een zorgvuldig gevoerde omgevingsdialoog. In de besluitvorming kan eerst worden meegenomen in hoeverre de omgevingsdialoog uiteindelijk conform dit plan verlopen is. Aanvullend is een oordeel nodig of op basis van het verslag van de dialoog voldoende duidelijk is hoe de inbreng van betrokken inwoners, ondernemers en organisaties in het bouwplan is verwerkt.
Stappenplan omgevingsdialoog
Als sprake is van een concreet plan met een redelijke of weinig impact, dan kan het motiveren van een zorgvuldig proces van de omgevingsdialoog plaatsvinden aan de hand van het Stappenplan omgevingsdialoog.
Het kan zijn dat wij als gemeente wat betreft een door initiatiefnemer gevoerde omgevingsdialoog constateren dat het proces onvoldoende zorgvuldig is verlopen of onvoldoende inzicht in de belangen van de omgeving opgeleverd heeft. Dan zal er vanuit oogpunt van een zorgvuldig besluit worden gevraagd om het onderdeel omgevingsdialoog aan te vullen.
De gemeente Oss gaat in de voorbereidende fase een startgesprek aan met de initiatiefnemer van een concreet plan. Dit gesprek is onder andere bedoeld om houvast mee te geven met betrekking tot de omgevingsdialoog.
Hoofdstuk 5 Spelregels
Naast de in hoofdstuk 4 benoemde uitgangspunten is het voor een zorgvuldige dialoog zaak dat alle deelnemers aan de omgevingsdialoog daarbij verschillende spelregels in acht nemen. Het gaat om:
- •
We denken in mogelijkheden;
- •
We nemen elkaar serieus;
- •
We hebben allemaal een eigen verantwoordelijkheid;
- •
We zijn daadkrachtig;
- •
We communiceren zo mogelijk in klare taal.
- •
We sluiten niemand uit. We maken vooraf duidelijk wie bij de dialoog betrokken wordt. Maar inwoners, ondernemers en organisaties die zichzelf melden, laten we meedoen.
- •
We zijn duidelijk over de ruimte die er is voor inbreng en wat daarmee wordt gedaan.
- •
We delen alle relevante en openbare informatie met de betrokkenen. Die informatie maken we waar nodig toegankelijk; bij technische of vakinhoudelijke informatie kan het bijvoorbeeld nodig zijn om extra uitleg door een (onafhankelijk) deskundige aan te bieden.
- •
We maken deelname aan een dialoog zo laagdrempelig mogelijk om zoveel mogelijk betrokkenen te kunnen laten deelnemen.
Als geconstateerd wordt dat bovengenoemde spelregels niet of onvoldoende in acht genomen zijn, kan vanuit oogpunt van een zorgvuldig besluit worden verzocht om aanvulling van de motivering van een visie of plan op het onderdeel omgevingsdialoog.
Hoofdstuk 6 Inwerkingtreding en citeertitel
Dit beleid wordt aangehaald als ‘Beleidsnota participatie Omgevingswet gemeente Oss 2024’. Dit beleid treedt in werking op de dag na bekendmaking.
Ondertekening
Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 12 december 2024.
De gemeenteraad voornoemd,
Mede namens de voorzitter,
De griffier,
drs. P.H.A. van den Akker
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl