Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR733966
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR733966/1
Beleidsregels Jeugdhulp Rijssen-Holten 2025
Geldend van 10-01-2025 t/m heden
Intitulé
Beleidsregels Jeugdhulp Rijssen-Holten 2025Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rijssen-Holten, gelet op de Verordening jeugdhulp gemeente Rijssen-Holten 2025:
Bij besluit van 17 december 2024,
vast te stellen de Beleidsregels Jeugdhulp gemeente Rijssen-Holten 2025
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
Artikel 1. Begripsbepalingen
In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
- •
verordening: Verordening jeugdhulp Rijssen-Holten 2025.
Hoofdstuk 2. Algemene voorzieningen
Artikel 2. Nadere uitwerking beschikbare algemene voorzieningen (uitwerking artikel 3, lid 2 verordening)
-
1. In dit artikel noemen wij voorbeelden van algemene voorzieningen. Dit is geen limitatieve opsomming.
-
2. Voorbeelden van vormen van algemene voorzieningen zijn:
- a.
Informatie- en opvoedadvies: LOES, de jeugdgezondheidszorg, het maatschappelijk werk en het welzijnswerk;
- b.
(preventieve) Opvoed- en opgroeiondersteuning individueel of groepsgewijs: LOES, de jeugdgezondheidszorg, gezinswerk, het maatschappelijk werk, het welzijnswerk en vrijwilligersorganisaties;
- c.
Begeleiding van jeugdigen en/of opvoeders (ambulant): LOES, de jeugdgezondheidszorg, gezinswerk, het maatschappelijk werk, het jongerenwerk, het welzijnswerk en vrijwilligersorganisaties;
- d.
Respijtzorg: vrijwillig gastgezin, gezinsvrijwilliger.
- a.
Hoofdstuk 3. Individuele voorzieningen
Paragraaf 3.1 Individuele voorzieningen
Artikel 3. Nadere uitwerking individuele voorziening Ernstige dyslexiezorg (uitwerking artikel 4, lid 3 en artikel 5, lid 14 verordening)
-
1. In dit artikel wordt het afwegingskader voor inzet van Ernstige dyslexiezorg (hierna: ED) nader uitgewerkt.
-
2. Alvorens het college ED inzet, sluit het college eerst uit dat de lees- en/of spellingproblemen een andere oorzaak hebben, zoals slechte ogen, slecht taalonderwijs of een zeer laag IQ.
Artikel 4. Nadere uitwerking individuele voorziening Advies en Expertise (uitwerking artikel 4, lid 3 en artikel 10 verordening)
-
1. In dit artikel wordt een voorbeeld van Advies en Expertise genoemd.
-
2. De inzet van jeugdhulporganisaties bij KiECON en Integrale Vroeghulp (IVH) valt ook onder Advies & Expertise.
Paragraaf 3.2. Toegang procedureel
Artikel 5. Toegang jeugdhulp via de gemeente (uitwerking artikel 13 verordening)
-
1. Beschikking achteraf bij spoed is mogelijk mits:
- a.
Er multidisciplinair overleg met het netwerk is geweest (tenzij de veiligheid dat verhindert, professional moet dit kunnen motiveren) en/of;
- b.
Gemotiveerd kan worden waarom deze zorg, met spoed, noodzakelijk is.
- a.
-
2. Beschikking achteraf bij crisis en dwang is mogelijk mits:
- a.
Protocol met Raad voor de Kinderbescherming toegepast werd en/of;
- b.
Gemotiveerd kan worden waarom deze zorg noodzakelijk is.
- a.
Artikel 6. Nadere uitwerking onderzoek en opstellen ondersteuningsplan (stappenplan) (uitwerking artikel 14, lid 5 verordening)
-
1. Stap 1: Het onderzoek start door vast te stellen wat de hulpvraag van de jeugdige en/of zijn ouder is. Deze hulpvraag is het uitgangspunt bij de start van het onderzoek, maar is niet leidend voor het verdere onderzoeksproces. De jeugdige en/of zijn ouders vragen soms om hele concrete hulp, terwijl na onderzoek blijkt dat andere hulpverlening passender is. Of dat meer of minder ondersteuning nodig is dan in eerste instantie is gevraagd. Nadat tijdens het onderzoek is vastgesteld wat de hulpvraag van de jeugdige en/of zijn ouders is, gaat het college bij de inhoudelijke beoordeling uit van deze hulpvraag.
-
2. Stap 2: Het college onderzoekt met welke beperkingen en kwaliteiten van de jeugdige en/of het gezin op verschillende levensgebieden, rekening gehouden moet worden om de hulpvraag te kunnen beantwoorden. Het college zet wanneer nodig externe deskundigheid in om de (specifieke) problematiek goed in kaart te kunnen brengen om te kunnen beoordelen wat nodig is. Het college zorgt ervoor dat de stappen transparant en controleerbaar zijn voor de jeugdige en/of zijn ouder, hierbij is voor de jeugdige en zijn ouder duidelijk wie, wanneer met welke deskundigheid de hulpvraag heeft onderzocht.
Artikel 7. Evalueren individuele voorziening (uitwerking artikel 14, lid 4 verordening)
Het college evalueert de individuele voorziening voor het einde van, en zo nodig halverwege, de looptijd van de toegekende individuele voorziening.
Artikel 8. Deskundig oordeel en advies (uitwerking artikel 16 verordening)
Het college wint in ieder geval een specifiek deskundig oordeel en advies in als:
- a.
er sprake is van een complexe situatie tenzij het college oordeelt dat dit niet noodzakelijk is;
- b.
er twijfels zijn over de belasting van de ouder, bijvoorbeeld door een medisch onderzoek naar de belastbaarheid van de ouder.
Paragraaf 3.3 Afweging en voorwaarden Individuele voorzieningen
Artikel 9. Groepsgericht of individueel
Als het college een individuele voorziening inzet en er een keuze gemaakt kan worden tussen een groepsgerichte en een individueel gerichte voorziening, zet het college de groepsgerichte voorziening in.
Artikel 10. Voorbeelden van andere voorzieningen (artikel 14, lid 5 en artikel 15, lid 5 verordening)
-
1. In dit artikel wordt uitgewerkt wat het college verstaat onder een overige/andere voorziening. Bij aanspraak op overige/andere voorzieningen wordt er geen jeugdhulp ingezet (zie bijlage 1 Schema afbakening Jeugdwet andere wetten.).
-
2. Andere voorzieningen waar de jeugdige gebruik van kan maken zijn:
- a.
Wet langdurige zorg (hierna: Wlz):
- b.
Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (hierna: Wmo);
- c.
Wet Passend Onderwijs (hierna: WPO);
- d.
Zorgverzekeringswet (hierna: Zvw).
- a.
-
3. Het college verstaat onder een andere voorziening, ondersteuning vanuit de WPO. Ondersteuning vanuit de WPO is gericht is op het doorlopen van het onderwijsprogramma. De ondersteuning in het onderwijsprogramma is primair gericht op het leerproces, het behalen van onderwijsdoelen of om de jeugdige verder te ondersteunen bij de onderwijsontwikkeling. Het college zet alleen ondersteuning op basis van de Jeugdwet in als de activiteiten niet onderwijsgerelateerd zijn of niet gericht zijn op het leerproces. Het college zet op basis van de Jeugdwet bijvoorbeeld geen begeleidingsvormen in zoals huiswerkbegeleiding, stagebegeleiding, studiebegeleiding en bij begeleiding naar werk.
-
4. Het college verstaat onder een andere voorziening, ondersteuning vanuit de Zvw. Wanneer een jeugdige ondersteuning kan ontvangen vanuit een Zvw-indicatie zet het college geen ondersteuning in op basis van de Jeugdwet. Als een jeugdige slechts gedeeltelijke ondersteuning ontvangt via de Zvw, kan het college ervoor kiezen om een individuele voorziening te weigeren of slechts gedeeltelijk te vergoeden. Een voorbeeld van een dergelijke individuele voorziening is Vaktherapie, die soms geheel of gedeeltelijk wordt vergoed.
Artikel 11. Zorgplan van de zorgaanbieder (uitwerking artikel 19 lid 4 sub b verordening)
Om te kunnen bepalen of de met een pgb in te kopen voorziening of ondersteuning kwalitatief verantwoord is, wordt voorafgaand aan de toekenning van het pgb beoordeeld of het zorgplan van de zorgaanbieder garanties biedt op een verantwoorde kwaliteit van de te leveren voorziening of ondersteuning.
In het zorgplan komen in ieder geval de volgende aspecten aan de orde:
- a.
welke activiteiten op welk moment worden ingezet om de afgesproken resultaten met degene die ondersteuning nodig heeft te behalen;
- b.
de deskundigheid van de professionele zorgverlener, blijkend uit opleiding en ervaring;
- c.
vervanging van de zorgverlener bij ziekte of verlof indien de ondersteuning wordt geboden dooreen professionele zorgaanbieder die aangeeft te voldoen aan alle eisen die ook van toepassing zijn op gecontracteerde aanbieders.
Artikel 12. Uitbetaling pgb (uitwerking artikel 20 verordening)
Het college stelt de volgende randvoorwaarden aan de uitbetaling van het pgb:
- 1.
pgb-budgethouders doen vanuit het budget de volgende uitgaven wel:
- a.
alle bijkomende kosten voor de zorgverleners, zoals de werkgeverslasten voor ondersteuners met een arbeidsovereenkomst en wettelijk toegestane vergoedingen, zoals reiskostenvergoedingen voor woon-werkverkeer, verlofregelingen en pensioenvoorziening;
- b.
vervoerskosten, maar alleen als er een individuele voorziening jeugdhulpvervoer in de vorm van een pgb is toegekend;
- c.
Wanneer een budgethouder per kalenderjaar langer dan 6 weken of een aaneengesloten periode van 6 weken naar het buitenland (binnen EU) gaat, dan moet hij vooraf toestemming vragen aan de college om het pgb in het buitenland (binnen EU) te besteden of dit opnemen in het ondersteuningsadvies en budgetplan;
- d.
Inkoop maximaal 13 kalenderweken pgb in EU-landen: budgethouders kunnen maximaal 13 kalenderweken ondersteuning inkopen in het buitenland (binnen de EU);
- e.
Indien er sprake is van een onverwachte opname in een zorginstelling of overlijden van de budgethouder, kan in overleg met de budgethouder of diens gemachtigde, het toegekende budget worden verlengd, tot het einde van de lopende maand
- a.
- 2.
pgb wordt niet doorbetaald wanneer er geen hulp wordt geleverd door bijvoorbeeld ziekte of vakantie, tenzij er vervanging is geregeld.
- 3.
er vindt een betaling plaats op basis van de hulp die per uur is verleend en niet op basis van maandtarieven.
- 4.
Pgb-houders mogen vanuit het budget in ieder geval de volgende uitgaven niet doen:
- a.
kosten voor bemiddeling;
- b.
kosten voor het voeren van een pgb-administratie;
- c.
kosten voor ondersteuning bij het aanvragen en beheren van het pgb;
- d.
contributie voor het lidmaatschap van Per Saldo (er zijn ziektekostenverzekeringen die hier een bijdrage voor kennen);
- e.
kosten voor het volgen van cursussen over het pgb;
- f.
kosten voor het bestellen van informatiemateriaal;
- g.
kosten voor eigen bijdragen (bijvoorbeeld CAK);
- h.
kosten voor feestdagenuitkering / cadeau zorgverlener;
- i.
alle zorg en ondersteuning die onder een andere wet dan de Jeugdwet vallen;
- j.
alle zorg en ondersteuning die vallen onder een algemene voorziening en/of algemeen gebruikelijke voorzieningen;
- k.
ondersteuning inkopen buiten EU-landen; controle op kwaliteit en financiën is dan nauwelijks mogelijk;
- l.
verantwoordingsvrij bedrag.
- a.
Artikel 13. Uitsluiting Zorgaanbieders
Indien een zorgaanbieder uitgesloten is tijdens de aanbesteding voor de ZIN op gronden die direct zien op de kwaliteit, doeltreffendheid en cliëntgerichtheid van de zorg, is het uitgangspunt dat deze zorgaanbieder geen zorg mag verlenen op grond van een pgb. Dit is slechts anders indien de zorgaanbieder kan aantonen de kwaliteit en rechtmatigheid te hebben verbeterd.
Criminele organisaties ontwrichten de samenleving door intimidatie en bedreiging van het lokale bestuur, door drugsoverlast, witwaspraktijken, fysiek geweld en tal van andere criminele activiteiten. Dit gaat niet samen gaat met het zorgdragen voor kwetsbare
burgers.
Zorgaanbieders die lid zijn van of banden hebben met een criminele organisatie worden daarom uitgesloten als pgb-zorgaanbieder. Onder criminele organisaties vallen in ieder geval de Outlaw Motor Gangs.
Artikel 14. Trekkingsrecht (uitwerking artikel 20 verordening)
-
1. De financieel-administratieve afhandeling van het pgb gebeurt verplicht voor alle pgb-houders door de SVB. De budgethouder heeft een trekkingsrecht en krijgt niet meer zelf het budget overgemaakt. Alle bestedingen worden door de SVB bijgehouden en zijn inzichtelijk voor de budgethouders en het college.
-
2. De pgb-houder sluit (arbeids-)overeenkomsten waarin de te leveren ondersteuning wordt omschreven. Pas na goedkeuring van de (arbeids-)overeenkomsten door de SVB en de goedkeuring door het college, kunnen facturen door de SVB worden betaald.
Hoofdstuk 4. Herziening, intrekking, terugvordering en bestrijding misbruik
Artikel 15. Herziening, intrekking en terugvordering (uitwerking artikel 24, lid 2 verordening)
-
1. Het college gaat in de in artikel 24 lid 2 van de verordening genoemde gevallen over tot het beëindigen, het herzien of intrekken van de verleende individuele voorziening in de vorm van zorg in natura dan wel pgb.
-
2. Als het college het recht op een individuele voorziening, in de vorm van zorg in natura dan wel pgb heeft ingetrokken, gaat het college over tot het terugvorderen van de geldwaarde indien de inlichtingenplicht is geschonden dan wel onjuiste gegevens zijn verstrekt aan het college.
Artikel 16. Handhaving, fraudepreventie en toezicht op kwaliteit geleverde zorg
Naast de beoordeling van de kwaliteit van de voorzieningen die door gecontracteerde aanbieder worden geleverd, moet ook de kwaliteit van de geleverde zorg en ondersteuning die wordt ingekocht met een pgb worden gecontroleerd. Hiervoor wordt door het college een toezichthouder aangewezen. Deze zal, naast het toezicht op de kwaliteit, ook toezicht houden op de rechtmatige besteding van het pgb en de geleverde prestaties door aanbieders.
Samenvattend: voor de kwaliteit van de geleverde zorg en ondersteuning die met een pgb wordt ingekocht, gelden dezelfde eisen als voor zorg of ondersteuning in natura. Voor personen uit het sociale netwerk gelden deels andere (kwaliteits)eisen. Voor het pgb geldt dat het budget moet worden aangewend voor het doel waarvoor deze verstrekt is. Altijd moet door het college beoordeeld worden of het tussen de consulent en de ondersteuningsvrager afgesproken resultaat wel wordt bereikt. De besteding van het budget moet leiden tot het afgesproken resultaat.
De toezichthouder is bevoegd om onderzoek te doen naar de naleving van de Jeugdwet. In het algemeen zal een onderzoek naar de besteding van het PGB echter plaatsvinden naar aanleiding van een of meerdere signalen dat het budget niet goed wordt besteed of naar aanleiding van een melding over (niet) geleverde zorg door een aanbieder. Daarnaast zal steekproefsgewijs (waarbij de omvang van de controle kan oplopen tot 100%) een controle plaatsvinden op de besteding van het pgb.
De zorgaanbieder is gehouden actief alle benodigde medewerking te verlenen aan een onderzoek van de toezichthouder, alsook alle benodigde informatie te verstrekken. Indien uit onderzoek blijkt dat er door de zorgaanbieder opzettelijk onjuiste informatie is verstrekt, welke heeft geleid tot ten onrechte verstrekte zorggelden, dan zal het ten onrechte verstrekte zorggeld worden teruggevorderd van de zorgaanbieder.
Artikel 17. Verrekening
Het college gaat tot verrekening over als er sprake is van een teveel betaalde of ten onrechte uitbetaald pgb en er in de volgende periode wederom recht bestaat op een pgb indien het een periodieke verstrekking betreft. Het teveel betaalde wordt dan verrekend met het toekomstige recht op betaling.
Hoofdstuk 5. Slotbepaling
Artikel 18. Inwerkingtreding en citeertitel
-
1. Deze beleidsregels treden in werking op 1 januari 2025.
-
2. Op het moment dat deze beleidsregels in werking treden worden de vastgestelde Beleidsregels Jeugdhulp Rijssen-Holten 2019 ingetrokken.
-
3. Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels jeugdhulp Rijssen-Holten 2025.
Ondertekening
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl