Subsidieregeling Cultuureducatie gemeente Woensdrecht 2025-2028

Geldend van 01-01-2025 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2025

Intitulé

Subsidieregeling Cultuureducatie gemeente Woensdrecht 2025-2028

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woensdrecht;

Overwegende:

  • -

    dat de gemeente Woensdrecht een Algemene subsidieverordening heeft opgesteld en het daarnaast noodzakelijk is nadere regels vast te stellen waarin is aangegeven welke activiteiten worden gesubsidieerd en de nadere voorwaarden vast te stellen waaronder subsidies worden verstrekt;

  • -

    dat het college van de gemeente Woensdrecht, in samenwerking met Kunstloc Brabant, de Regeling Cultuureducatie met Kwaliteit 2025–2028 Fonds voor Cultuurparticipatie (CmK-regeling) heeft aangevraagd voor de periode 2025 t/m 2028 en hiervoor middelen beschikbaar heeft gesteld;

  • -

    dat het college van de gemeente Woensdrecht de basisscholen in de gemeente wil stimuleren het cultuureducatiebeleid te verbeteren.

Gelet op:

  • -

    de Algemene subsidieverordening gemeente Woensdrecht 2023;

  • -

    artikel 4:2 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • -

    artikel 3.2 van de Regeling Cultuureducatie met Kwaliteit 2025-2028 Fonds voor Cultuurparticipatie.

Besluit vast te stellen:

  • -

    De Subsidieregeling ‘Cultuureducatie gemeente Woensdrecht 2025-2028’

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze subsidieregels wordt verstaan onder:

  • a.

    Aanvrager: een schoolinstelling binnen de gemeente Woensdrecht waar ten minste één interne cultuurcoördinator werkzaam is;

  • b.

    Asv: Algemene subsidieverordening gemeente Woensdrecht 2023;

  • c.

    College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woensdrecht;

  • d.

    CmK-regeling: Cultuureducatie met Kwaliteit-regeling 2025-2028 Fonds voor Cultuurparticipatie;

  • e.

    Cultuureducatie: alle vormen van educatie (waaronder kunsteducatie, literatuureducatie, media-educatie en erfgoededucatie) binnen het primair onderwijs in de gemeente Woensdrecht, waarbij cultuur als doel of als middel wordt ingezet;

  • f.

    Intermediair: Lokale procesbegeleider en verbinder die – in opdracht van een gemeente – in direct contact staat met scholen en de culturele omgeving;

  • g.

    Interne cultuurcoördinator: De leraar die op de school de verbindende schakel vormt tussen cultuur en onderwijs. Deze persoon ontwikkelt het cultuurbeleid en geeft het vorm. We spreken van ICC’er (interne cultuurcoördinator) bij primair onderwijs;

  • h.

    KunstLoc Brabant: Kennis- en uitvoeringsorganisatie over het brede kunst- en cultuurveld voor Noord-Brabant, die als penvoerder fungeert voor de CmK-regeling voor 52 Brabantse gemeenten;

  • i.

    Leerlingenaantal: het aantal leerlingen van een school zoals gepubliceerd door de Dienst Uitvoering Onderwijs;

  • j.

    Scholen: In deze regeling bedoelen we met scholen alle scholen voor primair onderwijs in de gemeente Woensdrecht;

Artikel 2 Doel

Deze subsidieregeling heeft als doelstelling het duurzaam versterken van de kwaliteit van cultuureducatie op basisscholen in de gemeente Woensdrecht, voor de periode van 1 januari 2025 tot en met 31 december 2028.

Artikel 3 De aanvrager

Een subsidieaanvraag kan enkel ingediend worden door een schoolinstelling binnen de gemeente Woensdrecht waar ten minste één interne cultuurcoördinator werkzaam is.

Artikel 4 De aanvraag

  • 1.

    De subsidieaanvraag moet in afwijking van artikel 9 van de ASV (Aanvraagtermijn) uiterlijk 1 maart van het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft, worden ingediend.

  • 2.

    Een subsidieaanvraag bestaat, in afwijking van artikel 8, tweede lid van de ASV, uit een volledig ingevuld formulier genaamd ‘Aanvraagformulier subsidie cultuureducatie gemeente Woensdrecht’. Dit formulier is te vinden op onze website.

  • 3.

    Het college geeft de verleningsbeschikking, in afwijking van artikel 9, tweede lid van de ASV (Beslistermijn), af binnen vier weken na een aanvraag.

Artikel 5 Subsidiabele en niet-subsidiabele activiteiten

  • 1.

    Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten die voldoen aan een of meerdere van de hieronder genoemde criteria:

  • a.

    Culturele bezoeken, zoals aan podiumkunst, bioscoop, museum, atelier, bibliotheek, creativiteitscentrum, archief, architectuur of monumenten;

  • b.

    Culturele gastlessen van een kunstenaar, theaterdocent, dansdocent, schrijver of erfgoeddeskundige;

  • c.

    Culturele projecten, zoals de huur van projectkisten kunst en cultuur, het maken van een schoolvoorstelling of tentoonstelling;

  • d.

    De aanschaf van cultuureducatief materiaal voor projecten en/of incidenteel gebruik;

  • 2.

    Niet voor subsidie in aanmerking komen:

  • a.

    Personele kosten, niet zijnde personele kosten van een vakleerkracht muziek, drama of dans;

  • b.

    Kosten van activiteiten, materialen of huisvesting die niet direct gerelateerd zijn aan cultuureducatie;

  • c.

    Kosten van de reguliere nascholing van docenten.

  • 3.

    De activiteiten dienen te worden afgestemd met de intermediair.

Artikel 6 Hoogte van de subsidie

Het college subsidieert elke schoolinstelling met een basisbedrag van €1.000,- per jaar plus een bedrag van €10,- maal het aantal leerlingen (per 1 oktober voorafgaand aan het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft).

Artikel 7 Verantwoording subsidie

Een aanvrager dient de besteding van de subsidie over het gehele kalenderjaar, in afwijking van artikel 17 van de ASV, uiterlijk 1 februari van jaar volgend op het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft te verantwoorden door het indienen van een verslag, waaruit blijkt in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht, en een volledig overzicht van de gemaakte kosten, inclusief onderliggende documenten.

Artikel 8 Vaststelling subsidie

  • 1.

    Subsidies tot €5.000,- worden in één keer vastgesteld;

  • 2.

    De verleningsbeschikking wordt beschouwd als het besluit tot subsidievaststelling;

  • 3.

    Indien gedurende of na afloop van de subsidieperiode blijkt dat niet voldaan is aan de gehanteerde subsidiecriteria zoals genoemd in artikel 5, heeft het college het recht de subsidie te herzien of lager vast te stellen en de subsidie geheel of gedeeltelijk terug te vorderen.

Artikel 9 Hardheidsclausule

Het college beslist in alle voorkomende gevallen waarin deze nadere regels niet voorzien. Daarnaast is het college bevoegd om in bijzondere gevallen gemotiveerd van deze regeling af te wijken.

Artikel 10 Mandaat uitvoering subsidieregeling

Voor de uitvoering van deze subsidieregeling mandateert het college zijn bevoegdheid inzake het nemen van besluiten omtrent het verstrekken van subsidies in het kader van de ‘Subsidieregeling Cultuureducatie gemeente Woensdrecht 2025-2028’, aan de teammanager Maatschappelijke Ontwikkeling. De bevoegdheid van het college en de verlening van het mandaat, vloeien voort uit artikel 5, eerste lid van de ASV en artikel 5 van het Mandaatbesluit 2024.

Artikel 11 Citeertitel

Deze subsidieregeling wordt aangehaald als ‘Subsidieregeling Cultuureducatie gemeente Woensdrecht 2025-2028’.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2025 en vervalt met ingang van 31 december 2028. De regeling blijft van kracht voor besluiten die op grond van deze regeling zijn genomen.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders op 18 december 2024.