Regeling Peuteropvang en Voorschoolse Educatie Houten

Geldend van 14-01-2025 t/m heden

Intitulé

Regeling Peuteropvang en Voorschoolse Educatie Houten

Het college van burgemeester en wethouders van Houten;

gelet op

  • de Wet Kinderopvang, het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie, de Wet op het primair onderwijs, de Wet harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerken, de Wet Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang

overwegende dat

  • het voor de vergoeding aan een aanbieder van peuteropvang en Voor en Vroegschoolse Educatie (VVE) binnen de peuteropvang noodzakelijk is om nadere regels vast te stellen;

BESLUIT:

De regeling Peuteropvang en Voorschoolse Educatie Houten vast te stellen.

Doel regeling

Met deze regeling kunnen ouders die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag en ouders die een peuter hebben met een VVE indicatie zelf kiezen voor een aanbieder van peuteropvang. De gemeente Houten stelt als voorwaarde dat de peuteropvang, waarvoor ouders vergoeding kunnen krijgen, voldoet aan de kwaliteitscriteria die in deze regeling zijn opgenomen. De kwaliteitscriteria voor aanbieders van peuteropvang zijn voor alle locaties hetzelfde en geven daarbij ruimte voor eigen invulling. Voor het VVE-aanbod gelden aanvullende kwaliteitscriteria.

Artikel 1 Activiteit

Als activiteit die in aanmerking komt voor vergoeding wordt aangemerkt:

  • 1.

    Het deelnemen van peuters, waarvan ouders geen recht hebben op kinderopvangtoeslag, in de leeftijd 2,5 - 4 jaar aan peuteropvang van een voorschoolse voorziening.

  • 2.

    Het deelnemen van peuters die vallen onder de afgesproken doelgroepdefinitie VVE van de gemeente, o.a. de peuters met een verhoogd risico op het ontwikkelen van een taalachterstand, aan peuteropvang van een voorschoolse voorziening met een gecertificeerd VVE programma.

Artikel 2 Vereisten aan aanbieder

De aanbieder van peuteropvang ontvangt een vergoeding namens ouders die aan de volgende voorwaarden voldoen:

  • 1.

    De in Artikel 3 genoemde voorwaarden voor vergoeding aan ouders;

  • 2.

    De peuter bezoekt minimaal twee dagdelen (van 3,5 of 4 uren) per week de peuteropvang (peuters zonder VVE indicatie krijgen voor maximaal twee dagdelen van maximaal 3.5 of 4 uur een vergoeding); en;

  • 3.

    De ouder die aanvraag doet voor vergoeding voor een reguliere peuterplek komt niet in aanmerking voor de kinderopvangtoeslag van de belastingdienst;

  • 4.

    Ouders van een peuter waarvan de GGDrU jeugdgezondheidszorg een VVE-indicatie heeft afgegeven, kunnen -ongeacht het recht op kinderopvangtoeslag- gebruik maken van:

    • a.

      Het gecertificeerde VVE programma, dat binnen de peuteropvang wordt aangeboden, een totaalaanbod van 960 uur over 1,5 jaar1;

    • b.

      De twee1 extra dagdelen VVE-peuteropvang van 4 uur van de aanbieder die een VVE gecertificeerd programma aanbiedt. Deze (VVE)-uren moeten bij dezelfde aanbieder worden afgenomen waar ook de twee andere dagdelen peuteropvang worden afgenomen.

    • c.

      Het VVE-ouderprogramma dat de aanbieder gericht aanbiedt op opvoeden en leesbevordering.

Artikel 3 Voorwaarden voor vergoeding

Om in aanmerking te kunnen komen voor de vergoeding van de gemeente Houten dienen ouders van de peuter te kiezen voor een aanbieder die minimaal voldoet aan de volgende eisen:

  • 1.

    Registratie in het LRK, ook van het VVE-aanbod;

  • 2.

    Op de kwaliteit van de peuteropvang:

    • a.

      wordt toegezien door de GGD die op de hoogte wordt gesteld van de aanvullende gemeentelijk kwaliteitscriteria;

    • b.

      voert de Inspectie voor het Onderwijs op locatie inspectie uit over het aangeboden.

      • i.

        Voor Artikel 3.2 a en b geldt dat het toezicht positief wordt beoordeeld

      • ii.

        Eventuele door 3.2 a of b aangegeven verbeterpunten worden door de aanbieder aantoonbaar en per omgaande opgepakt.

      • iii.

        Als niet aan i en ii wordt voldaan, heeft dit gevolgen voor de financiële vergoeding vanuit de gemeente.

  • 3.

    Kwaliteitscriteria waaraan een voorschoolse voorziening met peuterplaatsen met gemeentelijke vergoeding moet voldoen zijn:

    • a.

      Alle peuters op de groep wordt op hetzelfde moment een educatief programma aangeboden. Het programma wordt niet tijdens een slaapmoment aangeboden.

    • b.

      De peutergroep heeft gekwalificeerde beroepskrachten, conform de BKR, op minimaal mbo3- niveau, die beschikken over het taalniveau 3F.

    • c.

      De organisatie beschrijft in het beleidsplan de wijze waarop:

      • i.

        de organisatie investeert in het permanent leren van personeel en bevat daarbij de investering in tijd;

      • ii.

        pedagogisch medewerkers met regelmaat worden bijgeschoold en daarnaast de mogelijkheid krijgen continu te leren en reflecteren op de eigen praktijk;

      • iii.

        de organisatie investeert in oudersamenwerking.

    • d.

      De organisatie stelt een voorleesbeleid op waarin staat beschreven op welke wijze er wordt ingezet op leesbevordering en taalontwikkeling en de organisatie:

      • i.

        investeert in een positief voorleesklimaat op de groep;

      • ii.

        betrekt de ouders actief bij het voorleesbeleid betrekt;

      • iii.

        samenwerkt met de bibliotheek bij het stimuleren van ouders bij het thuis voorlezen.

    • e.

      Bij gesignaleerde laaggeletterdheid van ouders worden ouders door de peuteropvang in contact gebracht met het Taalhuis van Houten.

    • f.

      Pedagogisch medewerkers werken ontwikkelingsgericht en signaleren vroegtijdig bij opvoed- en ondersteuningsvragen.

      • i.

        Bij zorgvragen initieert de voorschoolse voorziening een multidisciplinair overleg (MDO) waarbij de Stichting Sociaal Team Houten of de GGDrU jeugdgezondheidszorg altijd wordt betrokken.

      • ii.

        Bij een vermoeden van kindermishandeling moeten kinderopvangorganisaties en hun medewerkers verplicht starten met de meldcode, het zogenaamde "Protocol 'kindermishandeling en grensoverschrijdend gedrag' voor de kinderopvang".

    • g.

      De voorschoolse voorziening werkt samen met de basisschool in een doorgaande lijn.

      • i.

        De ontwikkeling van de peuter houdt de voorschoolse voorziening bij met een volgsysteem dat bij voorkeur goed aansluit op het volgsysteem van het onderwijs.

      • ii.

        Bij een peuter met een specifieke zorg- of ondersteuningsvraag legt de pedagogisch medewerker ongeveer vier en minimaal drie maanden voorafgaand aan hun vierde verjaardag contact met school. Hierbij investeren ouders, peuteropvang en school in een warme ('face-to-face') overdracht.

  • 4.

    Kwaliteitscriteria waaraan voorschoolse voorziening met een VVE peutergroep moet voldoen zijn:

    • a.

      Het gemengde groepen zijn met als uitgangspunt dat er bij voorkeur minder VVE peuters dan reguliere peuters in een groep zitten. Waar haalbaar bestaat de groep uit maximaal 1/3de VVE peuters t.o.v. 2/3de peuters zonder VVE indicatie.

    • b.

      Pedagogisch medewerkers zijn geschooid in het door hei NJI gecertificeerde VVE­ programma2 waarmee wordt gewerkt.

      • i.

        De hoofdtaak van de pedagogisch medewerkers is zorgen voor de emotionele veiligheid, het VVE programma begeleiden en ontwikkelingsgericht werken met peuters

    • c.

      Vanaf 1 januari 2022 dient de aanbieder voor de verhoging van de kwaliteit van de voorschoolse educatie (VE) een pedagogisch beleidsmedewerker in te zetten op hbo werk- en denkniveau. Deze pedagogisch beleidsmedewerker richt zich op de ontwikkeling en implementatie van het beleid of de coaching van beroepskrachten Voorschoolse Educatie. De aanbieder moet in het beleidsplan aangeven op welke wijze de rol van de pedagogisch beleidsmedewerker Voorschoolse Educatie wordt ingevuld en hoe dit bijdraagt aan de kwaliteit van de Voorschoolse Educatie.

    • d.

      De voorschoolse voorziening werkt samen met de bibliotheek bij het stimuleren van VVE-ouders bij het thuis voorlezen vanuit programma's als de Voorleesexpress, Boekstart in de kinderopvang en het project digitale prentenboeken in de kinderopvang.

    • e.

      Het VVE-ouderprogramma gericht op opvoeden wordt in samenwerking met lokale partners zoals de GGD, CJG, bibliotheek en het onderwijs vormgegeven

    • f.

      Er is altijd een warme ('face-to-face') overdracht van VVE-peuters naar het basisonderwijs. Het hiervoor gebruikte observatieformulier wordt ten minste drie maanden voor de start van de basisschool doorgesproken met de intern begeleider.

    • g.

      Ingezet wordt op een 100% bereik van VVE-peuters.

    • h.

      De VE aanbieder houdt de lijst met GGDrU aanmeldingen (indicaties) bij, zodat overzicht blijft op het bereik van de VE kinderen en in samenwerking met de GGDrU mogelijk acties ondernomen kunnen worden.

    • i.

      Samen met het primair onderwijs zorgt de voorschoolse voorziening dat resultaatafspraken worden nagekomen.

Artikel 4 Tarief

Het jaarlijks in november berekende tarief (zie artikel 4.5) voor de peuteropvang die valt onder het doel van deze regeling Is:

  • 1.

    Gebaseerd op de kinderopvangtoeslag van de Belastingdienst;

  • 2.

    Voor maximaal 7 of 8 uur3 per week verdeeld over twee dagdelen in 40 weken per jaar;

  • 3.

    Wordt per peuter met een VVE- indicatie aangevuld met meerkosten van het VVE­ aanbod (minimaal 10,5/ 16 uur1 uur per week) per jaar (zie artikel 4.5);

  • 4.

    Voor peuterplekken bij KMN Kind & Co vergoedt de gemeente een jaarlijks bedrag (zie artikel 4.5) bovenop het uurtarief vanuit een compensatie regeling Cao Welzijn en Maatschappelijke dienstverlening naar Cao Kinderopvang;

  • 5.

    De uurtarieven voor peuteropvang en VVE worden jaarlijks vastgesteld en worden gecommuniceerd met de aanbieders en gepubliceerd. op de website van de gemeente. De meerkosten en CAO compensatie wordt met de aanbieder(s) gecommuniceerd.

Artikel 5 Aanvraag

Het proces voor de aanvraag van regeling is als volgt:

  • 1.

    De vergoeding voor ouders van de peuter wordt gecoördineerd door de gemeente Houten.

  • 2.

    Een potentieel nieuwe aanbieder van peuteropvang kan een aanvraag indienen om aanbieder van peuteropvang in de gemeente Houten te zijn en voor peuters die in aanmerking komen voor een vergoeding vanuit de gemeente. Deze aanvraag bevat:

    • i.

      het pedagogisch beleidsplan;

    • ii.

      het voorleesbeleid;

    • iii.

      de wijze van overdracht met het primair onderwijs.

  • 3.

    De gemeente geeft op basis van de geleverde informatie de peuteropvang binnen vijf weken wel of geen toestemming om peuteropvang in Houten aan te bieden.

    • i.

      De gemeente vermeldt na toestemming de peuteropvang organisatie op de website van Houten.

  • 4.

    Wanneer ouders zich melden bij de organisatie van hun keuze voor peuteropvang;

    • i.

      Informeert deze ouders over hun (voorlees)beleid;

    • ii.

      Informeert deze ouders of zij wel of geen peuterplaatsen met gemeentelijke vergoeding aanbieden;

    • iii.

      Informeert de aanbieder ouders over de mogelijkheid op vergoeding vanuit de gemeente. Ook informeert de aanbieder ouders dat wanneer de (werk)situatie wijzigt, zij dit verplicht moeten melden. Dit omdat de wijziging van invloed kan zijn op de hoogte of het recht op vergoeding via de gemeente. De peuterplek blijft onveranderd;

    • iv.

      Sluiten ouders en aanbieder bij overeenstemming samen een ondertekende overeenkomst over de af te nemen peuteropvang;

    • v.

      Stimuleert de aanbieder de ouders hun kind voor 16 uur per week1 deel te laten nemen aan VVE op de peuteropvang.

  • 5.

    Ouders betalen een inkomensafhankelijke ouderbijdrage aan de peuteropvang.

    • i.

      Ouders met recht op kinderopvangtoeslag dienen een aanvraag in voor kinderopvangtoeslag bij de Belastingdienst;

    • ii.

      Ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag dienen een aanvraag in voor een inkomensafhankelijke gemeentelijke vergoeding in via de website van de gemeente.

  • 6.

    Via een aanvraagformulier op de website van de gemeente Houten die via DigiD wordt benaderd, dient de ouder met een inkomensverklaring een aanvraag voor vergoeding in bij de gemeente. Dit proces is van toepassing op:

    • i.

      Ouder(s) die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag;

    • ii.

      Ouder(s) met een kind met een VVE-indicatie vraagt:

      • 1.

        bij recht op kinderopvangtoeslag de toeslag aan bij de Belastingdienst;

      • 2.

        bij geen recht op kinderopvangtoeslag een vergoeding aan voor twee dagdelen bij de gemeente;

  • 7.

    De gemeente betaalt de inkomensafhankelijke vergoeding aan ouders uit aan de kinderopvangorganisatie;

  • 8.

    De kindervangorganisatie brengt het resterende bedrag in rekening bij de ouders;

  • 9.

    Als de gemeente de inkomensafhankelijke ouderbijdrage heeft vastgesteld, verstuurt de gemeente de beschikking zowel naar ouders als naar de kinderopvangorganisatie. In deze beschikking wordt vermeldt:

    • i.

      De hoogte van vastgestelde ouderbijdrage die de peuteropvang organisatie in rekening brengt bij de ouder;

    • ii.

      De hoogte van de vergoeding die de gemeente rechtstreeks betaalt aan de peuteropvang-organisatie;

  • 10.

    Jaarlijks kan de gemeente bij ouders informatie opvragen of het recht op subsidie onveranderd is gebleven en wordt de inschaling op basis van de inkomensverklaring (van het voorgaande jaar) vastgesteld;

  • 11.

    Voor mogelijke controle legt de aanbieder dossiers aan met minimaal de volgende informatie en documenten:

    • i.

      aanvraagformulier ouder

    • ii.

      ondertekende overeenkomst ouder en aanbieder

    • iii.

      start-/einddatum en/of wijzigingen

    • iv.

      aantal uren peuteropvang per maand

    • v.

      uurtarief en ouderbijdrage

    • vi.

      regulier of VVE-plek,

    • vii.

      afschrift indicatiestelling van de peuter door de JGZ,

    • viii.

      evt. aanmaningen, bevestiging opzegging.

Artikel 6 inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

  • 2. Deze regeling wordt aangehaald als Regeling Peuteropvang en Voorschoolse Educatie Houten

  • 3. De Subsidieregeling Peuteropvang en voorschoolse educatie Houten zoals vastgesteld op 5 december 2017 wordt ingetrokken.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 8 december 2020

De secretaris,

de burgemeester


Noot
1

Kinderen geboren vanaf 01-02-2018 krijgen 2 extra dagdelen van 4 uur, kinderen geboren voor 01-02-2018 krijgen 1 extra dagdeel. Kinderen geboren vanaf 01-02-2018 komen op een totaal van 16 uur per week.

Noot
2

https://www.nji.nl/nl/Kennis/Dossler/Programmas-voor-voor-en-vroegschoolse-educatie

Noot
3

Peuters op een VE locatie krijgen vergoeding voor twee keer vier uur per week. Alle andere peuters krijgen vergoeding voor twee keer 3,5 uur per week.