Mandaatbesluit Waterschap Limburg 2025

Geldend van 09-01-2025 t/m heden

Intitulé

Mandaatbesluit Waterschap Limburg 2025

Het dagelijks bestuur van het Waterschap Limburg,

De voorzitter van het Waterschap Limburg,

De secretaris-directeur voor zover het artikel 8 betreft,

De directeuren voor zover het artikel 8, derde en vierde lid en artikel 9, betreft,

De afdelingsmanagers en programmamanagers voor zover het artikel 8, zesde lid, en 10 en 11 betreft,

De teammanagers voor zover het artikel 10, zesde lid, en 11 betreft,

Overwegende als volgt.

In 2023 is een nieuw mandaatbesluit voor het Waterschap Limburg vastgesteld en in werking getreden. Vanuit de voor de organisatie belangrijke kernwaarden veilig, verbindend, slagvaardig en toekomstgericht ligt aan dit mandaatbesluit een omgekeerd mandaat ten grondslag. Dit om te komen tot een slagvaardigere organisatie. Dat betekent dat een manager geacht wordt over mandaat te beschikken voor zover het betreft de uitoefening van bevoegdheden die behoren tot het werkterrein of het taakgebied van de betreffende manager, tenzij een bepaalde bevoegdheid uitdrukkelijk is uitgezonderd van het mandaat.

Vanwege de opheffing van het Waterschapsbedrijf Limburg zal een aantal taken – die met name samenhangen met de waterzuivering – overgaan naar het Waterschap Limburg. Dit maakt het noodzakelijk om de met die taken samenhangende bevoegdheden te integreren in het mandaatbesluit.

Een herziening van het huidige mandaatbesluit biedt tevens de mogelijkheid om de inmiddels met het huidige mandaatbesluit opgedane ervaringen daarin te verwerken en om het besluit aan te passen aan de inmiddels in werking getreden Omgevingswet.

Gelezen het voorstel van de secretaris-directeur van het Waterschap Limburg inzake de vaststelling van het Mandaatbesluit Waterschap Limburg 2025.

Gelet op Titel III van de Waterschapswet, de Waterwet, Afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht, het Burgerlijk Wetboek, artikel 4 van het Reglement voor het Waterschap Limburg en het Delegatiebesluit Waterschap Limburg 2025.

BESLUITEN:

Vast te stellen het Mandaatbesluit Waterschap Limburg 2025, als volgt.

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • a.

    Algemeen bestuur: het algemeen bestuur van het Waterschap Limburg;

  • b.

    AVG: Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (Algemene verordening gegevensbescherming);

  • c.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht;

  • d.

    Beleidsteam calamiteiten: het beleidsteam dat verantwoordelijk is voor de coördinatie en organisatie van de respons in het geval van een calamiteit;

  • e.

    Budgetbeheerder: een aangewezen budgetbeheerder bij of krachtens het besluit van het dagelijks bestuur van het Waterschap Limburg houdende regels voor het budgetbeheer, niet zijnde de secretaris-directeur, een directeur, een programmamanager, een teammanager of projectleider;

  • f.

    Dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van het Waterschap Limburg;

  • g.

    Derde: een natuurlijke persoon, een rechtspersoon of personenvennootschap, die op basis van een overeenkomst (van opdracht) werkzaamheden verricht ten behoeve van het Waterschap Limburg en daarbij niet werkzaam is onder de verantwoordelijkheid van het dagelijks bestuur;

  • h.

    HRM-aangelegenheden: alle aangelegenheden met betrekking tot medewerkers op het gebied van het sluiten, wijzigen en uitoefenen van bevoegdheden uit hoofde van arbeidsovereenkomsten (inclusief het beëindigen daarvan) door het Waterschap Limburg, waaronder begrepen het treffen van disciplinaire maatregelen en alle aangelegenheden op grond van de Cao Werken voor waterschappen;

  • i.

    Kasgeldlening: een kortlopende banklening met een vast rentepercentage, waarbij het geleende bedrag ineens wordt opgenomen en aan het einde van de looptijd ook in één bedrag wordt afgelost;

  • j.

    Machtiging: de bevoegdheid om in naam van (een bestuursorgaan van) het Waterschap Limburg handelingen te verrichten die geen besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht en geen privaatrechtelijke rechtshandeling zijn;

  • k.

    Manager: de functieroepnamen van secretaris-directeur, directeuren, afdelingsmanagers, programmamanagers, teammanagers, projectmanagers en projectleiders:

    • a.

      secretaris-directeur: de functionaris die leiding geeft aan en verantwoordelijk is voor de ambtelijke organisatie en adviseert aan het dagelijks bestuur, de voorzitter en het algemeen bestuur;

    • b.

      directeur: functieroepnaam van de functionaris die verantwoordelijk is voor de inhoudelijke werkprocessen, de bedrijfsvoering en de integrale (door)ontwikkeling van de door die functionaris aangestuurde directie en alle daaronder vallende afdelingen, programma’s en teams;

    • c.

      afdelingsmanager: functieroepnaam van de functionaris die verantwoordelijk is voor de inhoudelijke werkprocessen, de bedrijfsvoering en de integrale (door)ontwikkeling van de door die functionaris aangestuurde afdeling en alle daaronder vallende teams;

    • d.

      programmamanager: de functionaris die verantwoordelijk is voor de inhoudelijke werkprocessen en de integrale (door)ontwikkeling van het door die functionaris aangestuurde programma;

    • e.

      teammanager: de functionaris die verantwoordelijk is voor de inhoudelijke werkprocessen, de bedrijfsvoering en de integrale (door)ontwikkeling van het door die functionaris aangestuurde team binnen een afdeling of programma;

    • f.

      projectmanager: de functionaris die verantwoordelijk is voor de inhoudelijke werkprocessen en de integrale (door)ontwikkeling van het door die functionaris aangestuurde project binnen een directie, afdeling, programma en/of team;

    • g.

      projectleider: de medewerker aan wie door de afdelingsmanager of de teammanager de rol of functie van projectleider is toegekend;

  • l.

    Mandaat: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan een besluit te nemen in de zin van artikel 1:3 Awb, inclusief de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te ondertekenen;

  • m.

    Mandaatbesluit: het Mandaatbesluit Waterschap Limburg 2025;

  • n.

    Medewerker: persoon die op basis van een arbeidsovereenkomst of uitzendovereenkomst dan wel in een vorm van een detachering onder verantwoordelijkheid van het dagelijks bestuur werkzaamheden verricht ten behoeve van het Waterschap Limburg;

  • o.

    Samenwerkingsverband: een geen rechtspersoonlijkheid bezittend verband, bestaande uit ten minste twee deelnemers, waaronder in ieder geval (een bestuursorgaan van) het Waterschap Limburg, dat is opgericht ten behoeve van de uitvoering van activiteiten, niet zijnde een rechtspersoon, personenvennootschap of een regeling als bedoeld in de Wet gemeenschappelijke regelingen;

  • p.

    Treasuryadviseur: de als zodanig door de Afdelingsmanager Interne dienstverlening aangewezen medewerker van het team Financiën, welke medewerker is belast met het verrichten van taken ten aanzien van de Treasurybevoegdheden;

  • q.

    Treasurybevoegdheden: het aantrekken van geldleningen, het aangaan van kasgeldleningen, het tijdelijk beleggen van overtollig kasgeld tot maximaal het uit het treasurystatuut blijkende percentage van het begrotingstotaal bij de Nederlandsche Waterschapsbank (NWB) en het tijdelijk beleggen van overtollig kasgeld door middel van schatkistbankieren;

  • r.

    UAVG: Uitvoeringswet Algemene Verordening Gegevensbescherming;

  • s.

    Volmacht: de bevoegdheid om in naam van het Waterschap Limburg privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten, en

  • t.

    Voorzitter: de voorzitter van het Waterschap Limburg.

Afdeling 1 – Mandaat aan de voorzitter en het verlenen van instemming aan de voorzitter om anderen te machtigen

Artikel 2 Mandaat aan de voorzitter en het verlenen van instemming aan de voorzitter om anderen te machtigen

  • 1. Het dagelijks bestuur besluit om zijn bevoegdheid uit artikel 19.15 van de Omgevingswet te mandateren en te machtigen aan de voorzitter, voor zover deze optreedt in hoedanigheid van voorzitter van het beleidsteam calamiteiten.

  • 2. Het dagelijks bestuur verleent instemming aan de voorzitter om op grond van artikel 95 van de Waterschapswet anderen te machtigen om het Waterschap Limburg in en buiten rechte te vertegenwoordigen, de ondertekening van stukken en overeenkomsten daaronder begrepen.

Afdeling 2 – Machtiging aan de rekenkamer en de Commissie Integriteit tot vertegenwoordiging van het Waterschap Limburg in en buiten rechte

Artikel 3 Machtiging aan de rekenkamer en de Commissie Integriteit

  • 1. De voorzitter machtigt de rekenkamer om het Waterschap Limburg in en buiten rechte te vertegenwoordigen bij het aangaan van en het uitoefenen van bevoegdheden uit hoofde van gesloten overeenkomsten voor het leveren van goederen, werken of diensten aan het Waterschap Limburg in het kader van de uitvoering van de taken van de rekenkamer als bedoeld in Hoofdstuk XIIa van de Waterschapswet en de Verordening op de rekenkamer Waterschap Limburg 2024.

  • 2. De rekenkamer is bevoegd om aan haar voorzitter of aan individuele leden ondermachtiging te verlenen ter zake de in het eerste lid bedoelde bevoegdheden.

  • 3. De voorzitter machtigt de Commissie Integriteit om het Waterschap Limburg in en buiten rechte te vertegenwoordigen bij het aangaan van en het uitoefenen van bevoegdheden uit hoofde van gesloten overeenkomsten voor het leveren van goederen, werken of diensten aan het Waterschap Limburg in het kader van de uitvoering van het onderzoeken van een integriteitsmelding ten aanzien van politieke ambtsdragers.

  • 4. De Commissie Integriteit is bevoegd om aan individuele leden ondermachtiging te verlenen ter zake de in het derde lid bedoelde bevoegdheden.

Afdeling 3 – Mandaat, volmacht en machtiging aan leden van de dagelijks bestuur en de secretaris-directeur, alsmede machtiging aan leden van het dagelijks bestuur tot vertegenwoordiging van het Waterschap Limburg in en buiten rechte

Artikel 4 Mandaat, volmacht en machtiging aan leden van het dagelijks bestuur

Mandaat, volmacht en machtiging van het dagelijks bestuur en de voorzitter aan de individuele leden van het dagelijks bestuur

  • 1.

    Het dagelijks bestuur mandateert en machtigt zijn bevoegdheid uit artikel 19.15 van de Omgevingswet aan de individuele leden van het dagelijks bestuur, voor zover deze optreden in de hoedanigheid van voorzitter van het beleidsteam calamiteiten.

  • 2.

    De voorzitter verleent mandaat, volmacht en machtiging ter zake zijn bevoegdheid uit artikel 96 van de Waterschapswet aan de individuele leden van het dagelijks bestuur, voor zover deze optreden in hoedanigheid van voorzitter van het beleidsteam calamiteiten.

Vertegenwoordiging van (bestuursorganen van) het Waterschap Limburg in en buiten rechte door individuele leden van het dagelijks bestuur

  • 3.

    De voorzitter machtigt de afzonderlijke leden van het dagelijks bestuur, voor zover het hun portefeuille betreft, om het Waterschap Limburg in en buiten rechte te vertegenwoordigen. Dit omvat het vertegenwoordigen van (de bestuursorganen van) het Waterschap Limburg in procedures van bezwaar, administratief beroep of (hoger) beroep als bedoeld in artikel 1:5 van de Awb en in civielrechtelijke en strafrechtelijke procedures in alle instanties en in eventuele mediationprocedures die daarmee verband houden. Het omvat het treffen van executoriale maatregelen en het verzoeken om verlof tot het treffen van conservatoire maatregelen en het na verkregen verlof treffen van conservatoire maatregelen. Het omvat ook het indienen van aanvragen bij andere bestuursorganen. Het omvat daarnaast het ondertekenen van (overige) stukken, waaronder begrepen overeenkomsten (zoals bijvoorbeeld overeenkomsten van opdracht en samenwerkingsovereenkomsten) en aansprakelijkstellingen.

Artikel 5 Mandaat, volmacht en machtiging aan de secretaris-directeur

Mandaat, machtiging en volmacht door het dagelijks bestuur aan de secretaris-directeur

  • 1.

    Het dagelijks bestuur verleent aan de secretaris-directeur mandaat, volmacht en machtiging voor alle aan het dagelijks bestuur geattribueerde en gedelegeerde bevoegdheden, onder de voorwaarden zoals vermeld in dit mandaatbesluit. Voor zover er aan het dagelijks bestuur bevoegdheden zijn gemandateerd wordt dienaangaande ondermandaat verleend aan de secretaris-directeur, onder de voorwaarden zoals vermeld in dit mandaatbesluit.

Mandaat, machtiging en volmacht door de voorzitter aan de secretaris-directeur

  • 2.

    De voorzitter verleent aan de secretaris-directeur mandaat, machtiging en volmacht voor alle aan de voorzitter geattribueerde en gedelegeerde bevoegdheden, onder de voorwaarden zoals vermeld in dit mandaatbesluit. Voor zover er aan de voorzitter bevoegdheden zijn gemandateerd wordt dienaangaande ondermandaat verleend aan de secretaris-directeur, onder de voorwaarden zoals vermeld in dit mandaatbesluit

Mandaat, machtiging en volmacht voor de uitoefening van treasurybevoegdheden

  • 3.

    In afwijking van de vorige leden wordt voor het uitoefenen van treasurybevoegdheden door het dagelijks bestuur respectievelijk de voorzitter mandaat, machtiging en volmacht verleend aan de secretaris-directeur en de treasuryadviseur gezamenlijk. Dit betekent dat het mandaat en de machtiging of volmacht uitsluitend kan worden uitgeoefend door de secretaris-directeur samen met de treasuryadviseur.

Bevoegdheid tot het verlenen van ondermandaat , -machtiging en -volmacht door de secretaris-directeur

  • 4.

    De secretaris-directeur is bevoegd om ondermandaat, -machtiging en -volmacht te verlenen aan medewerkers ter zake de in dit artikel bedoelde bevoegdheden met inachtneming van dit mandaatbesluit.

  • 5.

    De secretaris-directeur is bevoegd om, met inachtneming van de uitzonderingen en beperkingen uit artikel 7 tot en met 10, ondermandaat, ondermachtiging en -volmacht te verlenen aan derden, met uitzondering van bevoegdheden waarmee financiële verplichtingen worden aangegaan namens het Waterschap Limburg, en voor zover:

    • a.

      de aangelegenheden passen binnen de directie, afdeling respectievelijk het programma of het team als omschreven in bijlage 1 ten behoeve waarvan de derde werkzaamheden gaat verrichten;

    • b.

      de aangelegenheden passen binnen de met de derde door het Waterschap Limburg gesloten overeenkomst van opdracht én

    • c.

      de algemene bepalingen uit afdeling 5 van dit mandaatbesluit in acht worden genomen.

Artikel 6 Reikwijdte mandaat, volmacht en machtiging van de secretaris-directeur

  • 1. Het aan de secretaris-directeur verleende (onder)mandaat en de (onder)machtiging en (onder)volmacht als bedoeld in artikel 5 vindt plaats in de ruimste zin van het woord. Dit betekent dat het alle aan het dagelijks bestuur of de voorzitter geattribueerde, gedelegeerde en gemandateerde bevoegdheden omvat, tenzij een bevoegdheid in dit mandaatbesluit uitdrukkelijk van (onder)mandaat, (onder)machtiging of (onder)volmacht is uitgezonderd.

  • 2. Onder het (onder)mandaat, de (onder)machtiging en (onder)volmacht van de secretaris-directeur vallen, zonder uitputtend te zijn, in ieder geval:

    • a.

      het nemen van bestuursrechtelijke besluiten, waaronder begrepen, het opleggen van bestuurlijke sancties, het nemen van strafbeschikkingen en het nemen van besluiten op grond van de Wet open overheid;

    • b.

      het besluiten tot het indienen en ondertekenen van aanvragen bij eigen en andere bestuursorganen;

    • c.

      het besluiten tot het voeren van bestuursrechtelijke, civielrechtelijke en strafrechtelijke procedures namens (bestuursorganen van) het Waterschap Limburg en de vertegenwoordiging van (bestuursorganen van) het Waterschap Limburg in die procedures. Dit omvat mede het nemen van de daarbij behorende beslissingen ter voorbereiding, ter voorkoming of ter beëindiging van deze procedures, het treffen van conservatoire en executoriale maatregelen en het in voorkomend geval vragen van een voorlopige voorziening;

    • d.

      het besluiten tot en het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen, waaronder begrepen het aangaan en ondertekenen van (samenwerkings)overeenkomsten en het aangaan van samenwerkingsverbanden;

    • e.

      het verrichten van feitelijke handelingen;

    • f.

      het nemen van beslissingen die betrekking hebben op HRM-aangelegenheden;

    • g.

      Het uitoefenen van de bevoegdheden bij gevaar voor waterstaatswerken op grond van hoofdstuk 19, afdeling 19.4, van de Omgevingswet;

    • h.

      Het vaststellen van bestrijdingsplannen op basis van het door het algemeen bestuur vastgestelde calamiteitenplan en

    • i.

      Het uitoefenen van de bevoegdheden met betrekking tot verontreiniging van de bodem en oever van oppervlaktewaterlichamen op grond van de regeling over een ongewoon voorval uit hoofdstuk 19, afdeling 19.4, van de Omgevingswet of de regeling over de toevalsvondst van verontreiniging op of in de bodem uit hoofdstuk 19, afdeling 19.2a, van de Omgevingswet.

Artikel 7 Uitzonderingen en beperkingen

  • 1. Het (onder)mandaat en de (onder)machtiging en (onder)volmacht als bedoeld in artikel 6 heeft geen betrekking op:

    • a.

      Het besluiten tot het vaststellen van een voorkeursbeslissing of een projectbesluit in het kader van de projectprocedure op grond van afdeling 5.2 van de Omgevingswet, indien er ten aanzien van de ontwerpbesluiten zienswijzen naar voren zijn gebracht;

    • b.

      Het nemen, wijzigen of intrekken van gedoogplichtbeschikkingen op grond van afdeling 10.3 van de Omgevingswet;

    • c.

      Het uitoefenen van bevoegdheden op grond van hoofdstuk 11 van de Omgevingswet en de Onteigeningswet;

    • d.

      Het besluiten over HRM-aangelegenheden die betrekking hebben op de secretaris-directeur, voor zover het betreft het sluiten van een arbeidsovereenkomst, het schorsen of het treffen van (overige) disciplinaire maatregelen, het eenzijdig opzeggen van een arbeidsovereenkomst als bedoeld in afdeling 9 van boek 7 Burgerlijk Wetboek en het sluiten van (vaststellings)overeenkomsten in het kader van de beëindiging van arbeidsovereenkomsten;

    • e.

      Het besluiten tot en het aangaan van een gemeenschappelijke regeling als bedoeld in de Wet gemeenschappelijke regelingen;

    • f.

      Het aanwijzen van bestuursleden voor rechtspersonen, vennootschappen of gemeenschappelijke regelingen waarin (bestuursorganen van) het Waterschap Limburg deelneemt (deelnemen), alsmede het uitoefenen van andere bevoegdheden die (bestuursorganen van) het Waterschap Limburg heeft (hebben) in hoedanigheid van deelnemer van rechtspersonen, personenvennootschappen en gemeenschappelijke regelingen;

    • g.

      Beslissingen naar aanleiding van een klacht in de zin van hoofdstuk 9 van de Awb die betrekking heeft op een gedraging van een lid van het dagelijks bestuur, de voorzitter, de secretaris-directeur, de concerncontroller, de strategisch portfoliomanager, de functionaris gegevensbescherming of de CISO, en

    • h.

      Het nemen van beslissingen op bezwaar voor zover daarbij wordt afgeweken van het advies van de bezwarencommissie als bedoeld in artikel 7:13 van de Awb en de Verordening behandeling bezwaarschriften Waterschap Limburg 2017.

  • 2. Voor het besluiten over HRM-aangelegenheden die betrekking hebben op de concerncontroller, de strategisch portfoliomanager, de functionaris gegevensbescherming en de CISO respectievelijk een directeur, voor zover het betreft het sluiten van een arbeidsovereenkomst, het schorsen of het treffen van (overige) disciplinaire maatregelen, het eenzijdig opzeggen van een arbeidsovereenkomst als bedoeld in afdeling 9 van boek 7 Burgerlijk Wetboek en het sluiten van (vaststellings)overeenkomsten in het kader van de beëindiging van arbeidsovereenkomsten, is voorgaande instemming van het dagelijks bestuur vereist.

Afdeling 4 – Ondermandaat, -machtiging en -volmacht aan de overige managers, onafhankelijke functionarissen en aan de medewerkers

Artikel 8 Ondermandaat, -machtiging en -volmacht door de secretaris-directeur aan een aantal managers, een aantal onafhankelijke functionarissen en ter zake treasurybevoegdheden

Ondermandaat , -machtiging en -volmacht door de secretaris-directeur aan de directeuren

  • 1.

    De secretaris-directeur verleent aan de directeuren ondermandaat, -machtiging en -volmacht in de ruimste zin van het woord. Het ondermandaat en de -machtiging en -volmacht van een directeur heeft uitsluitend betrekking op aangelegenheden die passen binnen de (afdelingen, programma’s en teams van de) directie waarvoor de betreffende directeur verantwoordelijk is. Deze directies, afdelingen, programma’s en teams zijn nader omschreven in bijlage 1.

  • 2.

    Van het ondermandaat respectievelijk de ondermachtiging en -volmacht aan een directeur is uitgezonderd:

    • a.

      Het beslissen op een bezwaarschrift;

    • b.

      Het opleggen van een bestuurlijke sanctie en het nemen van een strafbeschikking, voor zover het een andere directie dan de directie Advies en Omgeving betreft. Van het ondermandaat respectievelijk de ondermachtiging en -volmacht aan de directeur Advies en Omgeving is uitgezonderd het opleggen van een bestuurlijke sanctie en het nemen van een strafbeschikking voor zover de geldelijke waarde meer bedraagt dan EUR 200.000. Bij de geldelijke waarde gaat het om het (totaal)bedrag aan (maximaal) te verbeuren dwangsommen, het (totaal)bedrag van te verwachten kosten voor het toepassen van bestuursdwang of het (totale) boetebedrag;

    • c.

      Het besluiten omtrent het openbaar maken van publieke informatie op grond van de Wet open overheid of het hergebruik van publieke informatie op grond van de Wet hergebruik van overheidsinformatie, voor zover het gaat om een aangelegenheid die betrekking heeft op meerdere directies;

    • d.

      Het beslissen op verzoeken op grond van de AVG en UAVG, voor zover het gaat om een verzoek over een aangelegenheid die betrekking heeft op meerdere directies;

    • e.

      Beslissingen naar aanleiding van een klacht in de zin van hoofdstuk 9 van de Awb die betrekking heeft op een gedraging van de directeur;

    • f.

      Treasurybevoegdheden, en

    • g.

      HRM-aangelegenheden, voor zover het betreft het schorsen of het treffen van (overige) disciplinaire maatregelen, het eenzijdig opzeggen van een arbeidsovereenkomst als bedoeld in afdeling 9 van boek 7 Burgerlijk Wetboek en het sluiten van (vaststellings)overeenkomsten in het kader van de beëindiging van arbeidsovereenkomsten alsmede het sluiten van een arbeidsovereenkomst met een directeur.

  • 3.

    De directeuren zijn bevoegd om ondermandaat, -machtiging en -volmacht te verlenen aan medewerkers ter zake de in leden 1 en 2 van dit artikel bedoelde bevoegdheden met inachtneming van dit mandaatbesluit.

  • 4.

    De directeuren zijn ook bevoegd om, met inachtneming van de uitzonderingen en beperkingen uit artikel 7 tot en met 10, ondermandaat, ondermachtiging en -volmacht te verlenen aan derden, met uitzondering van bevoegdheden waarmee financiële verplichtingen worden aangegaan namens het Waterschap Limburg, en voor zover:

    • a.

      de aangelegenheden passen binnen de afdeling respectievelijk het programma of het team als omschreven in bijlage 1 ten behoeve waarvan de derde werkzaamheden gaat verrichten;

    • b.

      de aangelegenheden passen binnen de met de derde door het Waterschap Limburg gesloten overeenkomst van opdracht;

    • c.

      de algemene bepalingen uit afdeling 5 van dit mandaatbesluit in acht worden genomen, én

    • d.

      de directeur het ondermandaat en de ondermachtiging en -volmacht, voorafgaand aan de verlening daarvan, heeft gemeld voor akkoord bij de secretaris-directeur.

Ondermandaat , -machtiging en -volmacht door de secretaris-directeur aan de afdelingsmanager Bestuurlijk-juridische zaken

  • 5.

    De secretaris-directeur verleent aan de afdelingsmanager Bestuurlijk-juridische zaken ondermandaat, -machtiging en -volmacht in de ruimste zin van het woord voor aangelegenheden die passen binnen de afdeling waarvoor deze afdelingsmanager verantwoordelijk is. Deze afdeling is nader omschreven in bijlage 1. Voor het ondermandaat en de ondermachtiging en -volmacht gelden dezelfde uitzonderingen als bedoeld in lid 2, met dien verstande dat telkens waar “de directeur” genoemd staat “de afdelingsmanager Bestuurlijk-juridische zaken” wordt bedoeld.

  • 6.

    Van het ondermandaat respectievelijk de ondermachtiging en -volmacht aan de afdelingsmanager Bestuurlijk-juridische zaken is verder uitgezonderd het besluiten tot en het aangaan van samenwerkingsverbanden.

Ondermandaat -, -machtiging en -volmacht door de secretaris-directeur aan een aantal onafhankelijke functionarissen

  • 7.

    De secretaris-directeur verleent aan de concerncontroller ondermandaat, -machtiging en -volmacht in de ruimste zin van het woord voor aangelegenheden die passen binnen zijn werkterrein. Dit werkterrein is nader omschreven in bijlage 1. Op het ondermandaat en de ondermachtiging en -volmacht zijn de uitzonderingen uit lid 2 van toepassing, met dien verstande dat telkens waar “de directeur” genoemd staat “de concerncontroller” wordt bedoeld. Van het ondermandaat respectievelijk de ondermachtiging en -volmacht aan de concerncontroller is uitgezonderd het besluiten tot en het aangaan van samenwerkingsverbanden.

  • 8.

    De secretaris-directeur verleent aan de strategisch portfoliomanager, de functionaris gegevensbescherming en de CISO ondermandaat, -machtiging en -volmacht in de ruimste zin van het woord voor aangelegenheden die passen binnen hun werkterrein. Deze werkterreinen zijn nader omschreven in bijlage 1. Op het ondermandaat en de ondermachtiging en -volmacht zijn de uitzonderingen uit lid 2 van toepassing, met dien verstande dat telkens waar “de directeur” genoemd staat “de strategisch portfoliomanager” respectievelijk “de functionaris gegevensbescherming” respectievelijk “de CISO” wordt bedoeld. In afwijking van lid 2 geldt dat van het ondermandaat en de ondermachtiging en -volmacht de uitoefening van alle HRM-bevoegdheden is uitgezonderd. Van het ondermandaat respectievelijk de ondermachtiging en -volmacht is tevens uitgezonderd het besluiten tot en het aangaan van samenwerkingsverbanden.

Ondermandaat , -machtiging en -volmacht door de secretaris-directeur ter zake treasurybevoegdheden

  • 9.

    De secretaris-directeur verleent ondermandaat, -machtiging en -volmacht aan de teammanager Financiën en de treasuryadviseur gezamenlijk voor het uitoefenen van treasurybevoegdheden, niet zijnde het aantrekken van geldleningen anders dan kasgeldleningen. Dit betekent dat het ondermandaat en de ondermachtiging en -volmacht uitsluitend kan worden uitgeoefend door de teammanager Financiën samen met de treasuryadviseur.

Artikel 9 Ondermandaat, -machtiging en -volmacht door de directeuren aan de afdelingsmanagers en de programmamanagers

  • 1. De directeuren verlenen, steeds voor zover het betreft de directie waarvoor de betreffende directeur verantwoordelijk is, aan de afdelingsmanagers ondermandaat, -machtiging en -volmacht in de ruimste zin van het woord voor aangelegenheden die passen binnen de afdeling waarvoor de afdelingsmanager verantwoordelijk is. Deze afdelingen zijn nader omschreven in bijlage 1.

  • 2. Van het ondermandaat respectievelijk de ondermachtiging en -volmacht aan een afdelingsmanager zijn uitgezonderd:

    • a.

      Het besluiten tot en het aangaan van samenwerkingsverbanden, en

    • b.

      Beslissingen naar aanleiding van een klacht in de zin van hoofdstuk 9 van de Awb die betrekking heeft op een gedraging van de afdelingsmanager.

  • 3. De directeur Advies en Omgeving verleent aan de programmamanagers HWBP, Water in balans en Watersystemen ondermandaat, -machtiging en -volmacht in de ruimste zin van het woord voor aangelegenheden die passen binnen het programma waarvoor die programmamanagers verantwoordelijk zijn. Deze programma’s zijn nader omschreven in bijlage 1.

  • 4. Van het door de directeur Advies en Omgeving verleende ondermandaat aan de afdelings- en programmamanagers is uitgezonderd de bevoegdheid tot het opleggen van een bestuurlijke sanctie en het nemen van een strafbeschikking, met uitzondering van de Afdelingsmanager Vergunningen, toezicht en handhaving. Van het ondermandaat van de Afdelingsmanager Vergunningen, toezicht en handhaving is uitgezonderd de bevoegdheid tot het opleggen van een bestuurlijke sanctie en het nemen van een strafbeschikking, indien de geldelijke waarde van dat besluit meer bedraagt dan EUR 100.000. Bij de geldelijke waarde van het besluit gaat het om het (totaal)bedrag aan (maximaal) te verbeuren dwangsommen, het (totaal)bedrag aan te verwachten kosten voor het toepassen van bestuursdwang of het (totale) boetebedrag.

  • 5. Van het ondermandaat respectievelijk de ondermachtiging en -volmacht aan een programmamanager binnen de programma’s HWBP, Water in balans en Watersystemen zijn uitgezonderd:

    • a.

      Het besluiten tot en het aangaan van samenwerkingsverbanden, en

    • b.

      Beslissingen naar aanleiding van een klacht in de zin van hoofdstuk 9 van de Awb die betrekking heeft op een gedraging van de programmamanager.

  • 6. De afdelingsmanagers en programmamanagers zijn bevoegd om ondermandaat, -machtiging en -volmacht te verlenen ter zake de in dit artikel bedoelde bevoegdheden met inachtneming van dit mandaatbesluit.

Artikel 10 Ondermandaat, -machtiging en -volmacht door de afdelingsmanagers aan de teammanagers, projectmanagers, projectleiders en medewerkers die de rol van Budgetbeheerder vervullen

Ondermandaat , -machtiging en -volmacht door de afdelingsmanagers aan de teammanagers

  • 1.

    De afdelingsmanagers, voor zover het de afdeling betreft waarvoor de betreffende afdelingsmanager verantwoordelijk is, verlenen aan de teammanagers ondermandaat, -machtiging en -volmacht in de ruimste zin van het woord voor aangelegenheden die passen binnen het team waarvoor de teammanager verantwoordelijk is. Deze teams zijn nader omschreven in bijlage 1.

  • 2.

    De programmamanagers, voor zover het een programma betreft waarvoor de desbetreffende programmamanager verantwoordelijk is, verlenen aan de teammanagers in het betreffende programma ondermandaat, -machtiging en -volmacht in de ruimste zin van het woord voor aangelegenheden die passen binnen het team waarvoor de teammanager verantwoordelijk is.

  • 3.

    Voor zover het ondermandaat en de ondermachtiging en -volmacht als bedoeld in het tweede lid betrekking heeft op HRM-aangelegenheden, is dit beperkt tot HRM-aangelegenheden van de medewerkers die uitsluitend werkzaam zijn binnen deze programma’s. Indien medewerkers uit andere directies, afdelingen respectievelijk teams ook werkzaam zijn binnen een team in een programma blijft de manager die verantwoordelijk is voor die andere directie, afdeling respectievelijk team uitsluitend bevoegd tot het uitoefenen van HRM-aangelegenheden ten aanzien van deze medewerkers.

  • 4.

    Van het ondermandaat respectievelijk de ondermachtiging en -volmacht aan een teammanager zijn beslissingen naar aanleiding van een klacht in de zin van hoofdstuk 9 van de Awb die betrekking heeft op een gedraging van de teammanager uitgezonderd.

  • 5.

    Van het ondermandaat van alle teammanagers – met uitzondering van de teammanager Toezicht en handhaving – is de bevoegdheid tot het opleggen van een bestuurlijke sanctie of het nemen van een strafbeschikking uitgezonderd. Van het ondermandaat van de teammanager Toezicht en handhaving is uitgezonderd de bevoegdheid tot het opleggen van een bestuurlijke sanctie en het nemen van een strafbeschikking indien de geldelijke waarde van dat besluit meer bedraagt dan EUR 50.000. Bij de geldelijke waarde van het besluit gaat het om het (totaal)bedrag aan maximaal te verbeuren dwangsommen, het (totaal)bedrag aan te verwachten kosten voor het toepassen van bestuursdwang of het (totale) boetebedrag.

  • 6.

    De teammanagers zijn bevoegd om ondermandaat, -machtiging en -volmacht te verlenen ter zake de in dit artikel bedoelde bevoegdheden met inachtneming van dit mandaatbesluit.

Ondermandaat , -machtiging en -volmacht door de afdelingsmanagers, programmamanagers en teammanagers aan projectmanagers en projectleiders

  • 7.

    De afdelingsmanagers, voor zover het de afdeling betreft waarvoor de betreffende afdelingsmanager verantwoordelijk is en waarin geen teammanagers werkzaam zijn, verlenen aan de projectmanagers en projectleiders ondermandaat, -machtiging en -volmacht in de ruimste zin van het woord voor aangelegenheden die passen binnen het project waarvoor de projectmanagers en projectleiders verantwoordelijk zijn.

  • 8.

    De programmamanagers, voor zover het een programma betreft waarvoor de betreffende programmamanager verantwoordelijk is en waarin geen teammanagers werkzaam zijn, verlenen aan de projectmanagers en projectleiders ondermandaat, -machtiging en -volmacht in de ruimste zin van het woord voor aangelegenheden die passen binnen het project waarvoor de projectmanagers en projectleiders verantwoordelijk zijn.

  • 9.

    Voor zover projectmanagers en projectleiders werkzaam zijn in een team waarvoor een teammanager verantwoordelijk is, verlenen deze teammanagers aan de projectmanagers en projectleiders ondermandaat, -machtiging en -volmacht in de ruimste zin van het woord voor aangelegenheden die passen binnen het project waarvoor de projectmanagers en projectleiders verantwoordelijk zijn.

  • 10.

    Van het ondermandaat respectievelijk de ondermachtiging en -volmacht aan een projectmanager en projectleider zijn beslissingen naar aanleiding van een klacht in de zin van hoofdstuk 9 van de Awb die betrekking heeft op een gedraging van de projectmanager respectievelijk projectleider uitgezonderd.

Ondermandaat , -machtiging en -volmacht door de afdelingsmanagers, programmamanagers en teammanagers aan medewerkers die de rol van budgetbeheerder vervullen

  • 11.

    De afdelingsmanagers, voor zover het de afdeling betreft waarvoor de betreffende afdelingsmanager verantwoordelijk is en waarin geen teammanagers werkzaam zijn, verlenen aan de medewerkers die de rol van budgetbeheerder vervullen ondermandaat, -machtiging en -volmacht voor aangelegenheden die passen binnen de afdeling waarbinnen de medewerker die de rol van Budgetbeheerder vervult, werkzaam is. Deze afdelingen zijn nader omschreven in bijlage 1. Van het ondermandaat en de ondermachtiging en -volmacht zijn HRM-aangelegenheden uitgezonderd.

  • 12.

    De programmamanagers, voor zover het een programma betreft waarvoor de betreffende programmamanager verantwoordelijk is en waarin geen teammanagers werkzaam zijn, verlenen aan de medewerkers die de rol van budgetbeheerder vervullen ondermandaat, -machtiging en -volmacht in de ruimste zin van het woord voor aangelegenheden die passen binnen het project waarbinnen de medewerker die de rol van budgetbeheerder vervult, werkzaam is.

  • 13.

    Voor zover medewerkers die de rol van budgetbeheerder vervullen werkzaam zijn in een team waarvoor een teammanager verantwoordelijk is, verlenen deze teammanagers aan de medewerkers die de rol van budgetbeheerder vervullen ondermandaat, -machtiging en -volmacht in de ruimste zin van het woord voor aangelegenheden die passen binnen het team waarbinnen de medewerker die de rol van budgetbeheerder vervult, werkzaam is. Deze teams zijn nader omschreven in bijlage 1.

  • 14.

    Van het ondermandaat respectievelijk de ondermachtiging en -volmacht aan een medewerker die de rol van budgetbeheerder vervult zijn beslissingen naar aanleiding van een klacht in de zin van hoofdstuk 9 van de Awb die betrekking heeft op een gedraging van de medewerker die de rol van budgetbeheerder vervult, uitgezonderd.

Artikel 11 Verdere ondermandatering, (onder)machtiging en -volmacht aan medewerkers en derden

  • 1. De afdelingsmanagers, programmamanagers en teammanagers verlenen aan de specifiek in bijlage 2 genoemde functionarissen ten aanzien van de specifiek in bijlage 2 genoemde bevoegdheden ondermandaat, -machtiging en -volmacht. Van het ondermandaat en de ondermachtiging en -volmacht zijn HRM-aangelegenheden uitgezonderd. Onder de in bijlage 2 genoemde functionarissen worden mede verstaan de personen die naar aard en omvang dezelfde werkzaamheden verrichten als de specifiek in die bijlage genoemde functionarissen. In afwijking van artikel 12, tweede lid, van dit mandaatbesluit gelden in voorkomend geval de specifiek in bijlage 2 genoemde financiële grenzen.

  • 2. De afdelingsmanagers, programmamanagers en teammanagers zijn bevoegd om ondermandaat, ondermachtiging en volmacht in de ruimste zin van het woord, te verlenen aan de medewerkers binnen hun afdelingen, programma’s en teams voor zover:

    • a)

      de aangelegenheden passen binnen de afdeling, het programma of het team als omschreven in bijlage 1 of, voor zover de betreffende medewerker is aangewezen als projectmanager of projectleider, binnen het betreffende project;

    • b)

      de financiële grenzen, zoals beschreven in artikel 12, in acht worden genomen én

    • c)

      de algemene bepalingen uit afdeling 5 van dit Mandaatbesluit in acht worden genomen.

  • 3. Van het ondermandaat respectievelijk de ondermachtiging en -volmacht aan een medewerker zijn uitgezonderd:

    • a)

      HRM-aangelegenheden en

    • b)

      Beslissingen naar aanleiding van een klacht in de zin van hoofdstuk 9 van de Awb die betrekking heeft op een gedraging van een medewerker.

  • 4. De afdelingsmanagers, programmamanagers, teammanagers, projectmanagers en projectleiders zijn bevoegd om ondermandaat, ondermachtiging en -volmacht te verlenen aan derden, met uitzondering van bevoegdheden waarmee financiële verplichtingen worden aangegaan namens het Waterschap Limburg, en voor zover:

    • a)

      de aangelegenheden passen binnen de afdeling respectievelijk het programma of het team van de desbetreffende manager als omschreven in bijlage 1 respectievelijk passen binnen het project waarvoor de betreffende projectmanager of projectleider verantwoordelijk is;

    • b)

      de aangelegenheden passen binnen de met de derde door het Waterschap Limburg gesloten overeenkomst van opdracht;

    • c)

      de algemene bepalingen uit afdeling 5 van dit Mandaatbesluit in acht worden genomen, én

    • d)

      de manager respectievelijk projectmanager of -leider de ondermachtiging en -volmacht, voorafgaand aan de verlening daarvan, heeft gemeld voor akkoord bij de eerstvolgende hiërarchisch bovengeschikte.

  • 5. De mandaatgever kan te allen tijde ter zake van de uitoefening van de bevoegdheden instructies en bijzondere aanwijzingen geven aan de (onder)gemandateerde, (onder)gemachtigde en -gevolmachtigde.

  • 6. Voor verdere ondermandatering, ondermachtiging en –volmacht buiten de in dit artikel benoemde cumulatieve begrenzingen, is de voorafgaande schriftelijke toestemming van de secretaris-directeur vereist.

Afdeling 5 – Algemene bepalingen

Artikel 12 Financiële voorwaarden

  • 1. Het in (onder)mandaat en (onder)volmacht aangaan van financiële verplichtingen voor het Waterschap Limburg, waaronder begrepen de koop en verkoop van registergoederen door het Waterschap Limburg, geschiedt met inachtneming van de financiële grenzen uit het tweede lid. De financiële grenzen gelden bij meerjarige verplichtingen voor de totale omvang van de verplichtingen voor alle jaren gezamenlijk. De financiële grenzen zijn exclusief de eventueel verschuldigde btw. De splitsing van een opdracht in delen om op die manier beneden de grenzen te blijven is niet toegestaan. De financiële grenzen uit het tweede lid gelden niet voor het uitoefenen van treasurybevoegdheden.

  • 2. Er gelden, voor zover daarvan in andere bepalingen niet is afgeweken, de volgende financiële grenzen:

    • a.

      Voor leden van het dagelijks bestuur, de voorzitter en de secretaris-directeur: geen financiële grens;

    • b.

      Voor de directeuren: tot EUR 1.600.000;

    • c.

      Voor de afdelingsmanagers, programmamanagers en de concerncontroller: tot EUR 400.000;

    • d.

      Voor de teammanagers, projectmanagers en projectleiders: tot EUR 100.000;

    • e.

      Voor de rekenkamer en de Commissie Integriteit: tot EUR 50.000;

    • f.

      Voor medewerkers die de rol van Budgetbeheerder vervullen, niet zijnde een functionaris als bedoeld onder sub a-d: tot EUR 25.000;

    • g.

      In overige gevallen: tot EUR 7.500

  • 3. De directeuren, de afdelingsmanagers en de programmamanagers hebben, in afwijking van lid 2, onder b en c, mandaat tot aan het drempelbedrag uit de geconsolideerde Richtlijn 2014/24/EU voor zover het gaat om de inkoop en/of aanbesteding van “werken” in de zin van de geconsolideerde Richtlijn 2014/24/EU. De drempelbedragen zijn exclusief de eventueel verschuldigde btw.

  • 4. Als door de wijziging van een overeenkomst, waaronder begrepen een opdracht voor meerwerk, de totale uit die overeenkomst voortvloeiende financiële verplichtingen voor het Waterschap Limburg meer bedragen dan de voor de ondergemandateerde en -gevolmachtigde geldende financiële grens, moet de betreffende ondergemandateerde of gevolmachtigde voorafgaand aan de wijziging overleg voeren met degene die het ondermandaat en de -volmacht heeft verleend.

Artikel 13 Instructies

  • 1. De uitoefening van de (onder)gemandateerde bevoegdheden, verleende (onder)machtigingen en (onder)volmachten geschiedt met inachtneming van:

    • a)

      Het bepaalde bij of krachtens het besluit van het dagelijks bestuur houdende regels voor het budgetbeheer;

    • b)

      Ter zake geldende algemeen verbindende voorschriften (waaronder wettelijke voorschriften en regelingen van de bevoegde bestuursorganen van het Waterschap Limburg), beleidsregels en de algemene beginselen van behoorlijk bestuur;

    • c)

      Door het algemeen bestuur of het dagelijks bestuur vastgestelde dan wel goedgekeurde programma's of projecten;

    • d)

      De regels gesteld bij en krachtens artikel 108 en 109 van de Waterschapswet en het treasurystatuut en

    • e)

      Het inkoop- en aanbestedingsbeleid van het Waterschap Limburg.

  • Voor zover het (onder)mandaat, de (onder)volmacht of de (onder)machtiging betrekking heeft op de uitoefening van de bevoegdheden uit artikel 19.15 van de Omgevingswet en artikel 96 Waterschapswet staat het de gemandateerde of ge(vol)machtigde vrij om, voor zover dat gelet op het (dreigende) gevaar noodzakelijk is, bij het treffen van maatregelen af te wijken van de instructies onder a tot en met e, voor zover het (onder)mandaat, de (onder)machtiging of de (onder)volmacht wordt uitgeoefend door de voorzitter of een lid van het dagelijks bestuur, of van de instructies onder a, b en d en e, voor zover het (onder)mandaat, de (onder)machtiging of de (onder)volmacht wordt uitgeoefend door een andere persoon dan de voorzitter of een lid van het dagelijks bestuur.

  • 2. (onder)gemandateerde, (onder)gemachtigde en (onder)gevolmachtigde bevoegdheden ten aanzien van HRM-aangelegenheden voor zover het betreft het schorsen of het treffen van (overige) disciplinaire maatregelen jegens medewerkers van het Waterschap Limburg, het eenzijdig opzeggen van een arbeidsovereenkomst als bedoeld in afdeling 9 van boek 7 BW of het sluiten van (vaststellings)overeenkomsten in het kader van de beëindiging van arbeidsovereenkomsten, kunnen niet eerder worden uitgeoefend dan na een voorafgaand verkregen advies van of namens de afdelingsmanager Interne dienstverlening en/of de teammanager Human resources.

Artikel 14 Uitsluitingen

  • 1. De (onder)gemandateerde, de (onder)gemachtigde en de (onder)gevolmachtigde maken geen gebruik van het (onder)mandaat, de (onder)machtiging of de (onder)volmacht in de volgende gevallen:

    • a)

      Indien de secretaris-directeur, het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur of de voorzitter zelf de beslissing wenst te nemen. De secretaris-directeur doet, indien zich een situatie als bedoeld in de eerste volzin voordoet, daarvan, al dan niet door tussenkomst van een andere manager, zo spoedig mogelijk mededeling aan de functies en medewerkers die ter zake over een (onder)mandaat, (onder)volmacht of (onder)machtiging beschikken;

    • b)

      Indien de uitoefening van de bevoegdheid grote bestuurlijke, beleidsmatige en/of financiële consequenties krijgt of vermoedelijk kan krijgen;

    • c)

      Indien de (onder)gemandateerde, (onder)gemachtigde of (onder)gevolmachtigde een persoonlijk belang heeft bij het (op een bepaalde manier) uitoefenen van een bevoegdheid en

    • d)

      Indien afwijking optreedt van algemeen verbindende voorschriften respectievelijk van beleidsregels, ander beleid of goedgekeurde programma’s of projecten van (de bestuursorganen van) het Waterschap Limburg.

  • Voor zover het (onder)mandaat, de (onder)machtiging of de (onder)volmacht betrekking heeft op de uitoefening van de bevoegdheden uit artikel 19.15 van de Omgevingswet en artikel 96 Waterschapswet gelden voor de (onder)gemandateerde, (onder)gemachtigde of (onder)gevolmachtigde, voor zover dat gelet op het (dreigende) gevaar noodzakelijk is, bij het treffen van maatregelen niet de uitsluitingen onder b en c, voor zover het mandaat, de volmacht of de machtiging wordt uitgeoefend door de voorzitter of een lid van het dagelijks bestuur respectievelijk geldt niet de uitsluiting als bedoeld onder b, voor zover het (onder)mandaat, de (onder)machtiging of de (onder)volmacht wordt uitgeoefend door een andere persoon dan de voorzitter of een lid van het dagelijks bestuur.

  • 2. Bij twijfel of een aangelegenheid onder het (onder)mandaat, (onder)machtiging en (onder)volmacht valt en in de onderstaande gevallen, is de (onder)gemandateerde, (onder)gemachtigde of (onder)gevolmachtigde verplicht tot vooroverleg met de eerstvolgende hiërarchisch bovengeschikte. De secretaris-directeur moet indien het een door hem uitgeoefend (onder)mandaat, (onder)machtiging of (onder)volmacht betreft in voorkomende gevallen vooroverleg voeren met het dagelijks bestuur of, indien het een bevoegdheid van de voorzitter betreft, de voorzitter. Daarnaast is in ieder geval overleg met de eerstvolgende hiërarchisch bovengeschikte die ter zake over een (onder)mandaat, (onder)machtiging of (onder)volmacht beschikt vereist:

    • a)

      bij weigering tot het nemen van een besluit en

    • b)

      bij een beslissing die afwijkt van het advies, als inwinning van dat advies is voorgeschreven.

Artikel 15 Vooroverleg bij samenloop

  • 1. Indien bij de uitoefening van het ondermandaat, de ondermachtiging en ondervolmacht door een directeur, afdelingsmanager, programmamanager, teammanager, projectmanager of projectleider de belangen van andere directies, afdelingen, programma’s, teams en/of projecten betrokken zijn, legt deze zijn voorgenomen beslissing voor aan de betrokken directeur, afdelingsmanager, programmamanager, teammanager, projectmanager en/of projectleider die verantwoordelijk zijn voor die afdelingen, programma’s, teams en/of projecten.

  • 2. Als het vooroverleg als bedoeld in lid 1 niet tot overeenstemming leidt, beslist de secretaris-directeur.

Artikel 16 Ondertekening stukken

Het krachtens (onder)mandaat, (onder)machtiging of (onder)volmacht ondertekenen van stukken geschiedt door uitdrukkelijke vermelding van het bestuursorgaan of de rechtspersoon namens wie het stuk wordt ondertekend, gevolgd door de handtekening, naam en de functieaanduiding van de persoon die in (onder)mandaat, (onder)machtiging of (onder)volmacht ondertekent.

Het dagelijks bestuur van het Waterschap Limburg,

namens dezen,

(naam functionaris)

(functie)

Artikel 17 Actieve informatieplicht

  • 1. De secretaris-directeur, het dagelijks bestuur, het verantwoordelijke lid van het dagelijks bestuur of de voorzitter worden actief in kennis gesteld van op grond van (onder)mandaat, (onder)machtiging of (onder)volmacht te nemen of reeds genomen beslissingen, als moet worden aangenomen dat kennisneming voor deze personen van belang is. Dit geldt in ieder geval als er een bestuurlijke sanctie of strafbeschikking wordt opgelegd.

  • 2. De actieve informatieplicht rust op degene die het (onder)mandaat, de (onder)machtiging of de (onder)volmacht uitoefent of voornemens is uit te oefenen.

Artikel 18 Vervanging

  • 1. De uit dit mandaatbesluit voor de managers voortvloeiende bevoegdheden kunnen in geval van afwezigheid worden uitgeoefend door hun aangewezen plaatsvervangers of waarnemers, met uitzondering van de bevoegdheid tot het verlenen van (onder)mandaat, (onder)machtiging en (onder)volmacht.

  • 2. Directeuren, afdelingsmanagers, programmamanagers, teammanagers – met uitzondering van de teammanager Vergunningen en de teammanager Toezicht en handhaving – en projectmanagers wijzen een andere directeur, afdelingsmanager, programmamanager, teammanager respectievelijk projectmanager van een ander(e) directie, afdeling, programma, team of project – maar wel zoveel als mogelijk binnen dezelfde directie, afdeling of programma – aan als een plaatsvervanger of waarnemer.

  • 3. De teammanager Vergunningen en de teammanager Toezicht en handhaving wijzen de afdelingsmanager Vergunningen, toezicht en handhaving aan als plaatsvervanger of waarnemer. In overeenstemming met artikel 13.9, tweede lid, onder b, van het Omgevingsbesluit wijst de afdelingsmanager Vergunningen, toezicht en handhaving – in het geval dat de afdelingsmanager Vergunningen, toezicht en handhaving gelijktijdig wordt aangewezen als plaatsvervanger of waarnemer van zowel de teammanager Vergunningen als de teammanager Toezicht en handhaving – onverwijld voor één functie een andere plaatsvervanger of waarnemer aan indien:

    • a)

      het gaat om een milieubelastende activiteit als bedoeld in Bijlage 1 bij de Omgevingswet, en

    • b)

      deze milieubelastende activiteit is genoemd in Hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving.

  • 4. Indien het niet mogelijk blijkt om een directeur van een andere directie aan te wijzen als plaatsvervanger of waarnemer, dan wijst een directeur de secretaris-directeur aan als plaatsvervanger of waarnemer.

  • 5. Indien het niet mogelijk blijkt om een afdelingsmanager, programmamanager, teammanager respectievelijk projectmanager van een ander(e) afdeling, programma, team of project aan te wijzen als plaatsvervanger of waarnemer, dan wijzen afdelingsmanagers, programmamanagers, teammanagers en projectmanagers binnen de eigen directie, programma of afdeling een leidinggevende aan als plaatsvervanger of waarnemer.

Artikel 19 Wijziging wetgeving en dynamische verwijzingen

  • 1. Ingeval van wijziging van wetgeving waarop een (onder)gemandateerde, (onder)gemachtigde of (onder)gevolmachtigde bevoegdheid berust, blijft het (onder)mandaat en de (onder)machtiging en (onder)volmacht verleend en wordt deze bevoegdheid geacht te zijn verleend op grond van de corresponderende bepalingen in de gewijzigde wetgeving.

  • 2. Voor zover in dit mandaatbesluit wordt verwezen naar door bestuursorganen van het Waterschap Limburg vastgestelde algemeen verbindende voorschriften, beleidsregels of overige regels wordt daarmee steeds bedoeld de meest actuele versie daarvan, inclusief eventueel na vaststelling van dit mandaatbesluit daarin doorgevoerde wijzigingen. Voor zover deze algemeen verbindende voorschriften, beleidsregels of overige regels na inwerkingtreding van dit mandaatbesluit geheel of gedeeltelijk worden ingetrokken of komen te vervallen en daarvoor andere algemeen verbindende voorschriften, beleidsregels of overige regels in de plaats treden, dan moet de betreffende verwijzingen in dit mandaatbesluit geacht worden betrekking te hebben op die nieuwe algemeen verbindende voorschriften, beleidsregels of overige regels.

Artikel 20 Actualisatie

Dit mandaatbesluit wordt, indien daarvoor aanleiding is, jaarlijks geactualiseerd.

Artikel 21 Inwerkingtreding en vervallen besluiten

  • 1. Dit mandaatbesluit treedt in werking op de dag na die van bekendmaking in het Waterschapsblad.

  • 2. Op het moment van inwerkintreding van dit mandaatbesluit vervalt het Besluit van het dagelijks bestuur van het Waterschap Limburg houdende regels omtrent mandaat (Mandaatbesluit Waterschap Limburg 2023).

Artikel 22 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Mandaatbesluit Waterschap Limburg 2025.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van het dagelijks bestuur van 17 december 2024.

De secretaris-directeur,

de voorzitter,

Bijlage 1: Werkterreinen (Beschrijving afdelingen, teams en rollen)

Directie Operatie en beheer

Versterken en verbeteren

Operatie en Beheer is waar strategie tot leven komt, waar beleid wordt omgezet in praktijk. Met een sterk team van experts zorgen we voor het beheer en onderhoud van onze watersystemen, waterkeringen en afvalwaterinfrastructuur. Onze uitvoeringsafdelingen staan dicht bij de praktijk en zetten zich in voor schoon en veilig water en een robuust watersysteem. Zij worden ondersteund door specialisten die adviseren op het gebied van planning, informatie en technische en specialistische vraagstukken. Met een krachtige projectorganisatie realiseren we vernieuwing en onderhoud van onze afvalwaterinfrastructuur. Samen zorgen we ervoor dat we klaarstaan, ongeacht de omstandigheden en zorgen we voor een praktische en betrouwbare uitvoering van de waterschapstaken.

Afdeling Projecten Operatie en Beheer

Korte toelichting (navigatiehandboek)

Uitgebreide toelichting

Aanvullingen t.b.v. Mandaatbesluit

Het plannen, ontwerpen, begeleiden en uitvoeren van transport- en zuiveringsprojecten.

Team Projectmanagement

Het aansturen van projecten op basis van gestelde projectdoelen en binnen tijd, budget en kwaliteit.

Team Engineering

Ontwerpen, adviseren en toezicht bij projecten aan technische installaties, constructies en infrastructuur die nodig zijn voor operatie en beheer.

De afdeling Projecten Operatie en Beheer is verantwoordelijk voor het plannen, ontwerpen, begeleiden en uitvoeren van projecten die gericht zijn op de vernieuwing, renovatie en het onderhoud van de afvalwaterinfrastructuur, zoals gemalen, leidingen en zuiveringstechnische installaties. Daarnaast beheert de afdeling het contractbeheer voor onderhoudscontracten van het watersysteem en zorgt zij voor de operationele uitvoering en controle van deze contracten.

Team Projectmanagement

Het team Projectmanagement is verantwoordelijk voor het sturen en beheersen van projecten binnen de afdeling. De kern van de werkzaamheden bestaat uit het realiseren van projectdoelen binnen de gestelde kaders van tijd, budget en kwaliteit. Het team voert regie over de uitvoering van projecten en zorgt voor een optimale samenwerking tussen interne en externe partijen. Daarnaast beheert het team de contracten met externe leveranciers en aannemers, inclusief het toezicht op de naleving van contractuele verplichtingen.

Team Engineering

Het team Engineering levert technische expertise en advies voor projecten binnen de afdeling. De kerntaak is het ontwerpen, berekenen en technisch adviseren voor transport- en zuiveringsprojecten. Daarnaast verzorgt het team het toezicht op de uitvoering van werkzaamheden door externe opdrachtnemers en ziet het erop toe dat werkzaamheden worden uitgevoerd conform technische specificaties en kwaliteitsnormen.

IPM-team en contractteam onderhoudscontracten watersysteem

Verantwoordelijk voor de aansturing en het contractbeheer van de onderhoudscontracten voor het watersysteem voor:

  • -

    Maai- en groenonderhoud;

  • -

    Rasteronderhoud;

  • -

    Commerciële begrazing;

  • -

    Databeheer voor maaien en groenonderhoud;

  • -

    Calamiteitenbestrijding;

  • -

    Operationeel omgevingsmanagement.

Afdeling Watersysteem- en keringenbeheer

Korte toelichting (navigatiehandboek)

Uitgebreide toelichting

Aanvullingen t.b.v. Mandaatbesluit

Het beheren van het watersysteem en de waterkeringen.

Team Inspectie en uitvoering Noord

Watersysteem en -keringen inspecteren en onderhouden in de regio Noord-Limburg.

Team Inspectie en uitvoering Zuid

Watersysteem en -keringen inspecteren en onderhouden in de regio Zuid-Limburg.

Team Bestrijding

Beverbeheer en bestrijden van muskusratten, beverratten en invasieve exoten.

Team Onderhoud en beheer

Onderhouden en beheren van waterkeringen. Waaronder werkvoorbereiding, technische ondersteuning en data- en gegevensbeheer.

De afdeling Watersysteem- en keringenbeheer is verantwoordelijk voor het beheer, de inspectie en het onderhoud van de watersystemen en waterkeringen, inclusief stuwen, gemalen, watergangen, buffers en andere assets. De afdeling speelt een cruciale rol in het waarborgen van waterveiligheid en waterbeheer in zowel reguliere situaties als calamiteiten. Daarnaast zorgt de afdeling voor een adequate voorbereiding en uitvoering van onderhoudswerkzaamheden, databeheer en technische ondersteuning.

Team Inspectie en uitvoering Noord

Het team Inspectie en uitvoering Noord is verantwoordelijk voor het inspecteren en onderhouden van watersystemen en waterkeringen in de regio Noord. Dit omvat zowel planmatig onderhoud als het verhelpen van incidenten en storingen. Het team werkt nauw samen met andere teams en externe partijen om een goed functionerend watersysteem te waarborgen.

Team Inspectie en uitvoering Zuid

Het team Inspectie en uitvoering Zuid is verantwoordelijk voor het inspecteren en onderhouden van watersystemen en waterkeringen in de regio Zuid. Dit omvat zowel planmatig onderhoud als het verhelpen van incidenten en storingen. Het team werkt nauw samen met andere teams en externe partijen om een goed functionerend watersysteem te waarborgen.

Team Bestrijding

Het team Bestrijding richt zich op het beverbeheer en het bestrijden van muskusratten, beverratten en invasieve exoten in het gehele beheersgebied.

Team Onderhoud en beheer

Het team Onderhoud en beheer is verantwoordelijk voor het planmatig onderhoud en beheer van waterkeringen, inclusief het uitvoeren van werkvoorbereiding, technische ondersteuning en het beheren van data en gegevens die essentieel zijn voor operationeel beheer.

Afdeling Transport en Zuivering

Korte toelichting (navigatiehandboek)

Uitgebreide toelichting

Aanvullingen t.b.v. Mandaatbesluit

Bediening (operatie) en onderhoud van de zuiveringsinstallaties, gemalen en leidingen.

Team Productie Noord

Fysiek bedienen van de zuiveringen en gemalen in gebied Noord-Limburg.

Team Productie Zuid

Fysiek bedienen van de zuiveringen en gemalen in gebied Zuid-Limburg.

Team Onderhoud Noord

Onderhouden van de zuiveringen en gemalen in gebied Noord-Limburg.

Team Onderhoud Zuid

Onderhouden van de zuiveringen en gemalen in gebied Zuid-Limburg.

Team Onderhoud Extern

Onderhoud uitvoeren aan installaties/ gemalen/IBA's voor externe klanten.

Team Centrale Werkvoorbereiding

Ondersteuning van de primaire processen (bedienen, onderhouden en monitoren) en magazijn.

Team Centrale Regiekamer

Monitoren en op afstand bedienen en proces technisch beheer van de zuiveringsinstallaties en gemalen.

De afdeling Transport en Zuivering is verantwoordelijk voor de bediening (operatie) en het onderhoud van zuiveringsinstallaties, slibverwerkingsinstallaties, gemalen en transportleidingen in de gehele provincie Limburg. Een deel van de afdeling levert specifieke onderhoudsdiensten aan externe klanten.

Team Productie Noord

Het team Productie Noord is verantwoordelijk voor de fysieke bediening van de zuiveringsinstallaties, gemalen en transportleidingen in Noord-Limburg. Dit omvat het dagelijks monitoren van processen, het optimaliseren van operationele prestaties en het verhelpen van eventuele storingen.

Team Productie Zuid

Het team Productie Zuid is verantwoordelijk voor de fysieke bediening van de zuiveringsinstallaties, gemalen en transportleidingen in Zuid-Limburg. Dit omvat het dagelijks monitoren van processen, het optimaliseren van operationele prestaties en het verhelpen van eventuele storingen.

Team Onderhoud Noord

Het team Onderhoud Noord is verantwoordelijk voor het preventieve en correctieve onderhoud van zuiveringsinstallaties, gemalen en transportleidingen in Noord-Limburg. Het team zorgt ervoor dat installaties optimaal blijven presteren en storingen tot een minimum worden beperkt.

Team Onderhoud Zuid

Het team Onderhoud Zuid is verantwoordelijk voor het preventieve en correctieve onderhoud van zuiveringsinstallaties, gemalen en transportleidingen in Zuid-Limburg. Het team zorgt ervoor dat installaties optimaal blijven presteren en storingen tot een minimum worden beperkt.

Team Onderhoud Extern

Het team Onderhoud Extern richt zich op het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden aan installaties, gemalen en Individuele Behandelingssystemen van Afvalwater (IBA’s) voor externe klanten. Dit omvat het verlenen van diensten op maat, waarbij kwaliteit en klanttevredenheid centraal staan.

Team Centrale Werkvoorbereiding

Het team Centrale Werkvoorbereiding ondersteunt de primaire processen (bedienen, onderhouden en monitoren) en beheert het magazijn van de afdeling Transport en Zuivering.

Team Centrale Regiekamer

Het team Centrale Regiekamer is verantwoordelijk voor het monitoren, op afstand bedienen en proces technisch beheren van alle zuiveringsinstallaties, gemalen en transportleidingen in de provincie. Dit team vormt het centrale punt voor het bewaken van de continuïteit en betrouwbaarheid van de processen.

Afdeling Advies en ondersteuning

Korte toelichting (navigatiehandboek)

Uitgebreide toelichting

Aanvullingen t.b.v. Mandaatbesluit

Advisering en ondersteuning van de operationele afdelingen.

Team Bedrijfsbureau Transport en Zuivering

Planning van transport en zuivering activiteiten. Coördinatie op energie, klimaat, opleidingen, logistiek, GIS en tekenarchief.

Team Adviesbureau Watersysteem- en waterkeringenbeheer

Advies voor een goed beheer van watersysteem en -keringen.

Team Adviesbureau Hydrologie en modellering

Ontwikkelen en beheren modellen en operationeel peilbeheer van het watersysteem.

Team Crisisbeheersing en waterinformatie

Voorbereiden op calamiteiten en crisissituaties. Het WMC-WL monitort de waterinformatie en zorgt voor de systeembeheersing van het watersysteem en de -keringen.

De afdeling Advies en Ondersteuning is verantwoordelijk voor de advisering en ondersteuning van de operationele afdelingen binnen het waterschap. Deze afdeling biedt specialistische kennis en coördinatie op het gebied van planning, monitoring, crisisbeheersing, ecologie, waterkwaliteit, waterveiligheid en beheer en onderhoud. De afdeling vormt een brug tussen operationele, tactische en strategische niveaus.

Team Bedrijfsbureau Transport en Zuivering

Het team Bedrijfsbureau Transport en zuivering is verantwoordelijk voor de planning van activiteiten, coördinatie op energie en klimaat, opleidingen, logistiek, GIS en tekenarchief voor de afdeling Transport en Zuivering. Daarnaast speelt het team een rol bij de coördinatie van inkoop van chemicaliën voor de zuiveringsprocessen.

Team Adviesbureau Watersysteem- en waterkeringenbeheer

Het team Adviesbureau Watersysteem- en Waterkeringenbeheer levert specialistisch advies op het gebied van ecologie, waterkwaliteit, waterveiligheid en het beheer van watersystemen en waterkeringen.

Team Adviesbureau Hydrologie en modellering

Het team Adviesbureau Hydrologie en Modellering is verantwoordelijk voor specialistisch advies en modelontwikkeling op het gebied van hydrologie en peilbeheer. Het team beheert en ontwikkelt hydrologische en ecologische modellen voor het watersysteem en waterkeringenbeheer en voert operationeel peilbeheer uit.

Team Crisisbeheersing en waterinformatie

Het team Crisisbeheersing en Waterinformatie bereidt de organisatie voor op calamiteiten en crisissituaties. Het team ontwikkelt en beheert het Watermanagementcentrum Waterschap Limburg (WMC-WL), dat een centrale rol speelt in het monitoren en beheren van het watersysteem en de waterkeringen.

Directie Advies en Omgeving

Vernieuwen en verbinden

Advies en Omgeving werkt in nauwe verbinding met de wereld om ons heen. We onderhouden relaties met inwoners, overheden, bedrijven en andere organisaties, waarbij we luisteren, leren en samenwerken om onze gezamenlijke opgaven te realiseren. We bouwen bruggen tussen beleid en praktijk in onze beleidsontwikkeling, vergunningverlening en innovatieve projecten. Met onze programma’s Hoogwaterbescherming, Water in Balans en Watersystemen geven we vorm aan de uitdagingen van vandaag en morgen. Bij Advies en Omgeving brengen we samen ideeën tot leven en leggen we de basis voor een duurzame en veilige toekomst.

Programma HWBP

Korte toelichting (navigatiehandboek)

Uitgebreide toelichting

Aanvullingen t.b.v. Mandaatbesluit

Het vormgeven en realiseren van de dijkversterkingsopgave om uiterlijk in 2050 te voldoen aan de landelijke veiligheidsnormen.

Team HWBP

Betreft de HR aansturing van de IPM projectteams

Team HWBP

Betreft de HR aansturing van de IPM projectteams

Het programma Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) werkt aan de opgave om alle dijktrajecten in Limburg uiterlijk in 2050 te laten voldoen aan de landelijke veiligheidsnormen. Dit programma bestaat uit meerdere projecten gericht op het versterken van dijken en het creëren van ruimte voor de rivier, waarbij klimaatadaptieve oplossingen een belangrijke rol spelen. Er wordt intensief samengewerkt met diverse stakeholders, waaronder gemeenten, provincies, Rijkswaterstaat en bewoners, om te komen tot duurzame en gedragen oplossingen.

Programma Water in Balans

Korte toelichting (navigatiehandboek)

Uitgebreide toelichting

Aanvullingen t.b.v. Mandaatbesluit

Het ontwikkelen en realiseren van de van maatregelen om wateroverlast in het regionaal watersysteem te beperken.

Team programma Water in Balans

Betreft de HR aansturing van de IPM projectteams

Het programma Water in Balans richt zich op het ontwikkelen en realiseren van maatregelen om wateroverlast in het regionaal watersysteem te verminderen. Het programma bestaat uit diverse projecten en samenwerkingen met overheden, bedrijven, en inwoners van Limburg om het watersysteem klimaatbestendiger te maken. Centraal staat het verbeteren van de waterafvoer, vergroten van waterberging en aanpassen van bestaande infrastructuur aan veranderende klimaatomstandigheden.

Programma Watersystemen

Korte toelichting (navigatiehandboek)

Uitgebreide toelichting

Aanvullingen t.b.v. Mandaatbesluit

Het ontwerpen en realiseren van watersysteemprojecten waaronder beekherstel en assets.

Team programma watersystemen

Betreft de HR aansturing van de IPM projectteams

Het programma Watersystemen is verantwoordelijk voor het ontwerpen en realiseren van projecten binnen het regionale watersysteem, waaronder beekherstel en het vernieuwen of renoveren van watergerelateerde assets zoals stuwen en gemalen. De projecten dragen bij aan het verbeteren van de ecologische en waterkwaliteitsdoelen in Limburg, waaronder de Kader Richtlijn Water (KRW) doelstellingen voor 2027. Het programma werkt intensief samen met andere overheden, maatschappelijke organisaties en bewoners.

Afdeling Klantcontact en relatiebeheer

Korte toelichting (navigatiehandboek)

Uitgebreide toelichting

Aanvullingen t.b.v. Mandaatbesluit

Eerste aanspreekpunt voor de buitenwereld, onderhoud van relaties met stakeholders en het verwerven, verkopenen beheren van vastgoed.

Team Klantcontactcentrum en receptie

Eerste aanspreekpunt voor de klanten, inwoners en bezoekers. Zowel digitaal, telefonisch als fysiek.

Team Vastgoed

(Strategisch) Verwerven, verkopen en beheren van gronden en vastgoed.

Team Externe advisering en gebiedsmanagement

Contacten met de buitenwereld, inhoudelijke adviesdienst op riolering en stedelijk water, het basisrelatiemanagement, informatie ophalen en delen.

De afdeling Klantcontact en Relatiebeheer is het eerste aanspreekpunt voor de buitenwereld van het waterschap. De afdeling onderhoudt relaties met stakeholders, verzorgt het klantcontact en is verantwoordelijk voor het strategisch en operationeel beheer van vastgoed, inclusief de verwerving en verkoop van gronden. Deze afdeling speelt een cruciale rol in het verbinden van het waterschap met onze omgeving.

Team Klantcontactcentrum en receptie

Het team Klantcontactcentrum en Receptie is het eerste aanspreekpunt voor klanten, inwoners en bezoekers. Het team verwerkt vragen en meldingen via verschillende kanalen, waaronder digitale platforms, telefoon en fysieke afstemming. Het meldingenloket is een belangrijk onderdeel van de dienstverlening en zorgt voor een snelle en klantgerichte afhandeling van vragen en meldingen over waterbeheer, onderhoud en andere waterschapstaken.

Team Vastgoed

Het team Vastgoed is verantwoordelijk voor het strategisch en operationeel beheer van gronden en vastgoed. Dit omvat de verwerving van gronden die nodig zijn voor de projecten, de verkoop van overtollig vastgoed en het beheren van eigendommen in lijn met de doelstellingen van het waterschap.

Team Externe advisering en gebiedsmanagement

Het team Externe Advisering en Gebiedsmanagement onderhoudt contacten met externe stakeholders, waaronder gemeenten, bedrijven en maatschappelijke organisaties. Het team biedt inhoudelijke adviezen op gebieden zoals stedelijk waterbeheer en riolering en speelt een belangrijke rol in het relatiemanagement van het waterschap. Het team fungeert ook als schakel tussen de interne organisatie en externe partijen door informatie op te halen en te delen.

Afdeling Vergunningen, toezicht en handhaving

Korte toelichting (navigatiehandboek)

Uitgebreide toelichting

Aanvullingen t.b.v. Mandaatbesluit

Het beschikken, verlenen, toezichthouden op en handhaven van vergunningen.Het verstrekken van subsidies.

Team Vergunningen

Het beschikken op aanvragen voor vergunningen en ontheffingen. Het verlenen van vergunningen vanuit externe vragen.

Team Toezicht en handhaving

Toezichthoudende en handhavende rol op verleende vergunningen en wet- en regelgeving.

De afdeling Vergunningen, Toezicht en Handhaving is verantwoordelijk voor het beleidskader en de uitvoering met betrekking tot vergunningverlening, plantoetsing, subsidieverlening, toezicht en handhaving binnen het beheergebied van het waterschap.

Team Vergunningen

Het team Vergunningen is verantwoordelijk voor het beoordelen en beschikken op aanvragen voor vergunningen en ontheffingen. Dit omvat zowel aanvragen van externe partijen als interne verzoeken die vallen onder de verantwoordelijkheid van het waterschap. Het team draagt bij aan de naleving van wet- en regelgeving door zorgvuldige plantoetsing en vergunningverlening. Daarnaast adviseert het team over de mogelijkheden en beperkingen binnen het beleidskader van het waterschap.

Team Toezicht en handhaving

Het team Toezicht en Handhaving houdt toezicht op de naleving van verleende vergunningen en de wet- en regelgeving die valt onder de verantwoordelijkheid van het waterschap. Bij geconstateerde overtredingen is het team verantwoordelijk voor handhavingsmaatregelen, waaronder het opleggen van sancties of herstelmaatregelen. Het team speelt een sleutelrol in het signaleren van risico’s en overtredingen en in het waarborgen van de integriteit van het watersysteem.

Afdeling Waterbeleid

Korte toelichting (navigatiehandboek)

Uitgebreide toelichting

Aanvullingen t.b.v. Mandaatbesluit

Opgaven vertalen naar concreet beleid en, kaders voor de uitvoering. Toetsen van watersysteem en -keringen aan de normeringen. Interne en externe advisering.

Team Waterveiligheid

Opstellen, beheren en evalueren van beleid en kaders en advisering binnen het thema waterveiligheid.

Team Ruimtelijke ontwikkeling

Opstellen, beheren en evalueren van beleid en kaders en advisering binnen het thema ruimtelijke ontwikkeling.

Team Klimaatadaptatie

Opstellen, beheren en evalueren van beleid en kaders en advisering binnen het thema klimaatadaptatie.

Team Waterkwaliteit en Ecologie

Opstellen, beheren en evalueren van beleid en kaders en advisering binnen het thema waterkwaliteit en ecologie.

De afdeling Waterbeleid is verantwoordelijk voor het vertalen van de strategische doelen en opgaven van het waterschap naar concreet beleid en duidelijke kaders. Dit beleid vormt de basis voor uitvoering binnen het waterschap en draagt bij aan het behalen van zowel interne doelstellingen als externe verplichtingen. De afdeling evalueert beleid en kaders om de effectiviteit ervan te waarborgen en levert inhoudelijk advies aan zowel interne als externe klanten. De afdeling toetst het watersysteem en de waterkeringen aan wettelijke normeringen en kaders.

Team Waterveiligheid

Het team Waterveiligheid ontwikkelt beleid en kaders op het gebied van waterveiligheid, gericht op het voorkomen van overstromingen en het waarborgen van veilige waterkeringen. Het team voert ook normtoetsingen uit en adviseert over waterveiligheidsvraagstukken.

Team Ruimtelijke ontwikkeling

Het team Ruimtelijke Ontwikkeling is verantwoordelijk voor het ontwikkelen van beleid en kaders die waterbeheer integreren in ruimtelijke plannen. Dit omvat onder meer advisering over bestemmingsplannen, bouwontwikkelingen en infrastructuurprojecten.

Team Klimaatadaptatie

Het team Klimaatadaptatie ontwikkelt beleid en kaders die bijdragen aan het weerbaarder maken van het watersysteem tegen de gevolgen van klimaatverandering. Dit omvat het bevorderen van maatregelen zoals waterberging, vergroening en droogtebestrijding.

Team Waterkwaliteit en Ecologie

Het team Waterkwaliteit en Ecologie ontwikkelt beleid en kaders gericht op het verbeteren van de ecologische en chemische waterkwaliteit, in lijn met de Kader Richtlijn Water (KRW) en andere wettelijke vereisten.

Directie Ontwikkeling, Strategie en Transitie

Voorbereiden op de toekomst

Ontwikkeling, Strategie en Transitie kijkt vooruit en vertaalt toekomstige ontwikkelingen naar strategie en actie. Of het nu gaat om veranderingen in wetgeving, nieuwe technologieën of maatschappelijke trends: wij zorgen dat de organisatie klaar is voor wat er komt. Met digitalisering, innovatie en duurzaamheid als onze speerpunten stimuleren we vernieuwing op elk niveau. De afdeling Informatie en Digitale Transformatie helpt de organisatie om slimmer en effectiever werken, terwijl Organisatieontwikkeling medewerkers en processen versterkt. Assetmanagement helpt ons in het goed beheren van onze assets (zorgplicht) en het maken van de juiste afweging tussen kosten, prestaties en risico’s. Samen transformeren we het waterschap tot een organisatie die klaar is voor de toekomst.

Projecten en programma’s Ontwikkeling, Strategie en Transitie

Korte toelichting (navigatiehandboek)

Uitgebreide toelichting

Aanvullingen t.b.v. Mandaatbesluit

Het initiëren en realiseren van interne programma’s en projecten vanuit de directie Ontwikkeling, Strategie en Transitie.

Voor de organisatie eenheid Projecten en Programma’s binnen de directie Ontwikkeling, Strategie en Transitie is de directeur verantwoordelijk voor het initiëren en realiseren van projecten en programma’s. De HR sturing wordt uitgevoerd door de afdelingsmanager Organisatieontwikkeling.

Afdeling Informatie en digitale transformatie

Korte toelichting (navigatiehandboek)

Uitgebreide toelichting

Aanvullingen t.b.v. Mandaatbesluit

Ontwikkelen van informatiemanagement en de organisatie ondersteunen in de digitale transformatie, proces- en kantoorautomatisering en datamanagement.

Team Digitale transformatie

Aanjager van de digitale transformatie.

Team IT regie en advies

Regie en advisering van digitale middelen van de organisatie. Functioneel beheer, informatievoorzieningenbeheer, IT-beveiliging, IT-infrastructuurontwikkeling applicatieontwikkeling.

Team Geo-data

Het bewaken van de Geo-datakwaliteit, het vertalen van Geo-data naar informatie en het verspreiden van informatie door de organisatie.

Team Water-data

Het bewaken van de water-datakwaliteit, het vertalen van water-data naar informatie en het verspreiden van informatie door de organisatie.

De afdeling Informatie en Digitale Transformatie is verantwoordelijk voor het ondersteunen van de organisatie in de digitale transformatie, proces- en kantoorautomatisering, datamanagement en de regie op IT-middelen. De afdeling speelt een strategische en uitvoerende rol in het optimaliseren van digitale processen, datakwaliteit en informatievoorziening om de doelstellingen van het waterschap te ondersteunen.

Team Digitale transformatie

Het team Digitale Transformatie fungeert als aanjager van de digitale transformatie binnen het waterschap. Het team ondersteunt de organisatie in de overgang naar meer datagedreven en digitale werkwijzen en helpt bij het ontwikkelen en implementeren van innovatieve digitale oplossingen.

Team IT regie en advies

Het team IT Regie en Advies is verantwoordelijk voor het regisseren en adviseren van de inzet van digitale middelen binnen de organisatie. Het team beheert de functionele en technische infrastructuur, zorgt voor beveiliging van IT-systemen en ondersteunt applicatieontwikkeling en informatievoorziening.

Team Geo-data

Het team Geo-data is verantwoordelijk voor het beheer en de kwaliteit van geo-gerelateerde data en de vertaling van deze data naar bruikbare informatie. Het team speelt een sleutelrol in het beschikbaar stellen van geografische informatie binnen de organisatie.

Team Water-data

Het team Water-data is verantwoordelijk voor het beheer en de kwaliteit van watergerelateerde data. Het team zorgt ervoor dat waterdata wordt vertaald naar bruikbare informatie voor interne en externe stakeholders en dat deze informatie effectief wordt verspreid.

Afdeling Organisatie ontwikkeling

Korte toelichting (navigatiehandboek)

Uitgebreide toelichting

Aanvullingen t.b.v. Mandaatbesluit

Het veranderen en verbeteren van de organisatie binnen processen, structuren, kwaliteit, cultuur en ontwikkeling van medewerkers.

De afdeling Organisatieontwikkeling is verantwoordelijk voor het verbeteren en vernieuwen van de organisatie, gericht op processen, structuren, cultuur en de ontwikkeling van medewerkers. De afdeling richt zich op het bevorderen van een professionele, lerende organisatie die zich aanpast aan interne en externe ontwikkelingen en strategische doelen realiseert. Dit wordt gedaan door middel van integrale bedrijfsarchitectuur, proces- en kwaliteitsmanagement, leiderschapsontwikkeling, coaching en talentmanagement. De afdeling ondersteunt zowel leidinggevenden als medewerkers in het behalen van persoonlijke en organisatorische ambities.

Afdeling Strategische ontwikkeling, duurzaamheid en innovatie

Korte toelichting (navigatiehandboek)

Uitgebreide toelichting

Aanvullingen t.b.v. Mandaatbesluit

Vertalen van ontwikkelingen naar strategische doelen en ambities, het stimuleren en faciliteren van innovatie en het verankeren van duurzaamheid in de organisatie.

De afdeling Strategische Ontwikkeling, Duurzaamheid en Innovatie is verantwoordelijk voor het vertalen van externe en interne ontwikkelingen naar strategische doelen en ambities. Dit omvat het analyseren van trends zoals wettelijke eisen, beleidsontwikkelingen en maatschappelijke vraagstukken, en het ontwikkelen van uitvoeringsstrategieën die aansluiten bij de bestuurlijke ambities van het waterschap. Daarnaast stimuleert en faciliteert de afdeling innovatieprojecten en borgt zij duurzaamheid als integraal onderdeel van de bedrijfsvoering en besluitvorming. De afdeling werkt samen met interne en externe stakeholders om strategische doelen te realiseren en impact te creëren op het gebied van duurzaamheid en innovatie.

Afdeling Assetmanagement

Korte toelichting (navigatiehandboek)

Uitgebreide toelichting

Aanvullingen t.b.v. Mandaatbesluit

Het strategisch beheren en optimaliseren van assets. Het continue ontwikkelen van assetmanagement in de organisatie.

De afdeling Assetmanagement is verantwoordelijk voor het strategisch beheren en optimaliseren van de assets van het waterschap, zoals zuiveringen, gemalen, waterkeringen en andere infrastructuur. Dit omvat het ontwikkelen van strategische planningen, het opstellen van onderhouds- en vervangingsprogramma’s en het maken van afwegingen tussen risico’s, kosten en prestaties bij investeringen. De afdeling ontwikkelt en beheert het assetmanagementbeleid en de bijbehorende kaders en borgt de naleving van wettelijke zorgplichten. Assetmanagement is een integraal onderdeel van het verbeteren van de duurzaamheid, efficiëntie en levensduur van de waterschapsassets.

Directie Bedrijfsondersteuning

Betrouwbare ondersteuning

De directie Bedrijfsondersteuning zorgt dat de organisatie haar werk goed kan doen. Wij ondersteunen medewerkers en afdelingen met beleid, advies en praktische oplossingen. Wij zorgen dat iedereen zijn werk goed kan doen, met de juiste middelen en ondersteuning. Onze focus ligt op een efficiënte bedrijfsvoering die aansluit bij de strategische doelen van het waterschap. Door continu te vernieuwen en te verbeteren zorgen we voor een bedrijfsvoering die efficiënt, betrouwbaar en toekomstgericht is. Door gevraagd en ongevraagd advies te geven, processen te verbeteren en risico’s te beheersen zorgen we ervoor dat de organisatie in control is, zodat we samen onze maatschappelijke opgaven kunnen realiseren.

Projecten en programma’s Bedrijfsondersteuning

Korte toelichting (navigatiehandboek)

Uitgebreide toelichting

Aanvullingen t.b.v. Mandaatbesluit

Het initiëren en realiseren van interne programma’s en projecten vanuit de directie Bedrijfsondersteuning.

Voor de organisatie eenheid Projecten en Programma’s binnen de directie Bedrijfsondersteuning is de directeur verantwoordelijk voor het initiëren en realiseren van projecten en programma’s en de HR sturing wordt uitgevoerd door de afdelingsmanager Advies & Control.

Afdeling Interne dienstverlening

Korte toelichting (navigatiehandboek)

Uitgebreide toelichting

Aanvullingen t.b.v. Mandaatbesluit

Ondersteunen, versterken en vernieuwen van de dienstverlening aan de interne organisatie ter ondersteuning van de organisatie.

Team Human Resources

Ondersteunt de organisatie bij het aantrekken, ontwikkelen en optimaal inzetten van medewerkers. Verantwoordelijk voor de salaris- en personeelsadministratie.

Team Financiën

Verantwoordelijk voor het nauwkeuring verwerken, beheren en rapporteren van financiële gegevens om de financiële informatievoorziening en transparantie van de organisatie te waarborgen.

Team Facilitaire zaken

Zorgt voor het beheer en de ondersteuning van gebouwen, middelen en diensten om een veilig, efficiënte en comfortabele werkomgeving te garanderen.

Team IT service en DIV

Ondersteunt de organisatie door betrouwbare IT-dienstverlening, informatiebeheer en digitale toegankelijkheid te waarborgen, en efficiënte documentatie- en archiveringsprocessen te faciliteren.

De afdeling Interne Dienstverlening is verantwoordelijk voor het ondersteunen, versterken en vernieuwen van de interne dienstverlening binnen de organisatie. Deze afdeling zorgt ervoor dat de interne processen en middelen optimaal functioneren om de operationele en strategische doelen van het waterschap te ondersteunen. Dit omvat HR, financiële administratie, facilitaire ondersteuning, IT-dienstverlening en documentbeheer. De afdeling speelt een cruciale rol in het bieden van een efficiënte, veilige en toekomstbestendige werkomgeving.

Team Human Resources (HR)

Het team HR ondersteunt de organisatie bij het aantrekken, ontwikkelen en optimaal inzetten van medewerkers. Het team is verantwoordelijk voor HR-advies, beleidsontwikkeling en operationele HR-processen, waaronder werving en selectie, loopbaanontwikkeling, duurzame inzetbaarheid en het beheer van salaris- en personeelsadministratie.

Team Financiën

Het team Financiën is verantwoordelijk voor het beheren en rapporteren van financiële gegevens. Het team waarborgt de nauwkeurigheid van de financiële administratie, waaronder het debiteuren- en crediteurenbeheer en biedt transparante en tijdige informatievoorziening.

Team Facilitaire zaken

Het team Facilitaire Zaken ondersteunt de organisatie door het beheer van gebouwen, middelen en faciliteiten. Het team zorgt voor een veilige, efficiënte en comfortabele werkomgeving door te voorzien in facilitaire diensten, onderhoud en logistieke ondersteuning.

Team IT service en DIV

Het team IT Service en DIV is verantwoordelijk voor het leveren van IT-dienstverlening aan collega’s en het faciliteren van documentatie- en archiveringsprocessen.

Afdeling Communicatie

Korte toelichting (navigatiehandboek)

Uitgebreide toelichting

Aanvullingen t.b.v. Mandaatbesluit

Zorgt voor effectieve interne en externe communicatie om betrokkenheid, draagvlak en samenwerking met organisatie, bestuur en omgeving te bevorderen.

De afdeling Communicatie is verantwoordelijk voor het ontwikkelen en uitvoeren van strategieën en activiteiten op het gebied van interne en externe communicatie. Het doel is om betrokkenheid, draagvlak en samenwerking te bevorderen in de organisatie, het bestuur en de omgeving. De afdeling speelt een sleutelrol in het vertalen van beleidsdoelen naar begrijpelijke en effectieve boodschappen en het versterken van de interne communicatie. Daarnaast ondersteunt de afdeling de organisatie bij crisiscommunicatie en reputatiemanagement.

Afdeling Advies en control

Korte toelichting (navigatiehandboek)

Uitgebreide toelichting

Aanvullingen t.b.v. Mandaatbesluit

Ondersteunen en adviseren in veilig werken, sturen, beheersen en verantwoorden, borgen van de financiële continuïteit, rechtmatig inkopen en aanbesteden en contractmanagement.

Team Veiligheid, kwaliteitssystemen en milieu

Waarborgt een veilige werkomgeving, implementeert en onderhoudt kwaliteitsstandaarden en ziet toe op het naleven van milieueisen.

Team Control

Ondersteunt en adviseert de organisatie en het bestuur in het sturen, beheersen en verantwoorden gericht op het realiseren van de doelstellingen en een goede risicobeheersing.

Team Inkoop, contractmanagement en contractbeheer

Ondersteuning, advisering en toetsing van de organisatie bij inkopen, aanbestedingen, contractmanagement en contractbeheer.

De afdeling Advies en Control ondersteunt en adviseert de organisatie bij het sturen, beheersen van risico’s en in- en externe verantwoording. Dit omvat veilig werken, het borgen van financiële continuïteit, risicobeheersing, rechtmatig inkopen en aanbesteden, en effectief contractmanagement. De afdeling is een belangrijke partner voor het management en het bestuur in het realiseren van strategische doelen en het naleven van wet- en regelgeving.

Team Veiligheid, kwaliteitssystemen en milieu

Het team Veiligheid, Kwaliteitssystemen en Milieu is verantwoordelijk voor het waarborgen van een veilige werkomgeving en het implementeren en onderhouden van kwaliteitsstandaarden. Daarnaast ziet het team toe op het naleven van milieueisen en ondersteunt het de organisatie bij het voldoen aan Arbo- en milieuwetgeving.

Team Control

Het team Control ondersteunt en adviseert het bestuur en de organisatie in het sturen, beheersen en verantwoorden, gericht op het realiseren van organisatiedoelen en het beheersen van risico’s. Het team coördineert en monitort ook subsidieaanvragen en -verantwoording en ziet toe op rechtmatige en doelmatige besteding van middelen.

Team Inkoop, contractmanagement en contractbeheer

Het team Inkoop, Contractmanagement en Contractbeheer is verantwoordelijk voor het opstellen van centrale kaders en kwaliteitseisen en het ondersteunen, adviseren en toetsen van de organisatie bij het inkopen van goederen en diensten, aanbestedingen en het beheer van contracten.

Stafafdelingen en -functies

Boven de vier Directies staat de Secretaris Directeur met afdeling bestuurlijk-juridische zaken. Daarnaast zijn er stafrollen die een onafhankelijk karakter hebben, zij opereren binnen de organisatie, maar hebben de bevoegdheid om rechtstreeks op te schalen naar bestuur.

Afdeling Bestuurlijk-juridische zaken

Korte toelichting (navigatiehandboek)

Uitgebreide toelichting

Aanvullingen t.b.v. Mandaatbesluit

Ondersteunt het algemeen en dagelijks bestuur bij haar taken en draagt zorg voor juridisch advies.

Team Bestuurszaken

Verantwoordelijk voor de ondersteuning en advisering van het bestuurlijke proces van het dagelijks bestuur, algemeen bestuur, adviescommissies en directie.

Team Juridische zaken

Ondersteunt en adviseert de organisatie en het bestuur op juridisch gebied, zoals wet- en regelgeving, geschillen, contracten, vergunningen, projectbesluiten en juridische risico’s.

De afdeling Bestuurlijk-Juridische Zaken ondersteunt en adviseert het algemeen en dagelijks bestuur en de organisatie met juridisch en bestuurlijk advies. De afdeling zorgt voor een correcte inrichting en uitvoering van het bestuurlijke proces en monitoring van de juridische risico’s.

Team Bestuurszaken

Het team Bestuurszaken is verantwoordelijk voor de ondersteuning en advisering van het bestuurlijke proces van het dagelijks bestuur, algemeen bestuur, adviescommissies en de directie. Het team verzorgt de informatievoorziening richting het bestuur, coördineert bestuurlijke stukken en waarborgt de integriteit en transparantie binnen bestuurlijke processen. De integriteitscoördinator en klachtencoördinator zijn ook onderdeel van dit team.

Team Juridische zaken

Het team Juridische Zaken ondersteunt en adviseert de organisatie en het bestuur over juridische vraagstukken. Dit omvat advisering over wet- en regelgeving, geschillen, contracten, vergunningen en juridische risico’s. Het team draagt bij aan het waarborgen van rechtmatigheid en monitort juridische risico’s binnen de organisatie en in de besluitvorming.

Staffunctie Concerncontrol

Korte toelichting (navigatiehandboek)

Uitgebreide toelichting

Aanvullingen t.b.v. Mandaatbesluit

Adviseert bestuur en organisatie bij strategische besluitvorming en inrichting van de interne sturing en beheersing. Toetst vanuit een onafhankelijke rol op integriteit, naleving van wet- en regelgeving, effectiviteit en efficiëntie.

Concerncontrol adviseert het bestuur en de organisatie bij strategische besluitvorming en de inrichting van interne sturing en beheersing. Vanuit een onafhankelijke rol toetst Concerncontrol op integriteit, naleving van wet- en regelgeving, en de effectiviteit en efficiëntie van de organisatie in het behalen van strategische doelen. Concerncontrol voert audits uit, coördineert de verbijzonderde interne controle (VIC) en doet bestuurlijke onderzoeken.

Staffunctie Strategisch portfoliomanager

Korte toelichting (navigatiehandboek)

Uitgebreide toelichting

Aanvullingen t.b.v. Mandaatbesluit

De strategisch portfoliomanager coördineert en optimaliseert opgavegericht werken binnen de organisatie en voert regie over het portfoliomanagementproces. Ondersteunt de directie bij het prioriteren en het balanceren van ambities en middelen. Bewaakt de strategische samenhang en transparante besluitvorming.

.

De strategisch portfoliomanager coördineert en optimaliseert opgavegericht werken binnen de organisatie en voert regie over het portfoliomanagementproces. Ondersteunt de directie bij het prioriteren en het balanceren van ambities en middelen. Bewaakt de strategische samenhang en transparante besluitvorming.

Staffunctie Chief Information Security Officer

Korte toelichting (navigatiehandboek)

Uitgebreide toelichting

Aanvullingen t.b.v. Mandaatbesluit

Ontwikkelt het informatiebeveiligingsbeleid van de organisatie en bewaakt de naleving van dit beleid. Adviseert over maatregelen om de organisatie te beschermen tegen digitale bedreigingen en risico’s.

De CISO ontwikkelt het informatiebeveiligingsbeleid van de organisatie, coördineert de implementatie en bewaakt de naleving van dit beleid. Adviseert over maatregelen om de organisatie te beschermen tegen digitale bedreigingen en risico’s.

Staffunctie Functionaris gegevensbescherming

Korte toelichting (navigatiehandboek)

Uitgebreide toelichting

Aanvullingen t.b.v. Mandaatbesluit

Toezien op de naleving van privacywetgeving, adviseert over gegevensbescherming en fungeert als aanspreekpunt voor zowel de organisatie als toezichthoudende autoriteiten.

De Functionaris Gegevensbescherming (FG) ziet toe op de naleving van privacywetgeving, adviseert over gegevensbescherming en fungeert als aanspreekpunt voor toezichthoudende autoriteiten en de organisatie. De FG waarborgt dat persoonsgegevens rechtmatig worden verwerkt en coördineert bewustwordingsactiviteiten binnen de organisatie.

Rollen en taken bestuurlijke en ambtelijke organisatie

Algemeen bestuur

Korte toelichting (navigatiehandboek)

Uitgebreide toelichting

Stelt het beleid vast, bepaalt de hoogte van de waterschapsbelastingen en waaraan het geld wordt besteed, controleert de uitvoering van het beleid door het dagelijks bestuur en vertegenwoordigt de belangen van inwoners, bedrijven en natuur binnen het beheersgebied. De leden worden om de vier jaar gekozen via de waterschapsverkiezingen.

Het algemeen bestuur is het hoogste bestuursorgaan van Waterschap Limburg. Het neemt strategische en financiële beleidsbesluiten, houdt toezicht op de uitvoering van het beleid door het dagelijks bestuur en bepaalt de hoogte van de waterschapsbelastingen en waaraan het geld wordt besteed. De voorzitter (dijkgraaf) zit het algemeen bestuur voor. De 30 leden vertegenwoordigen verschillende belanghebbenden in ons werkgebied, zoals inwoners, bedrijven, belangenorganisaties en medeoverheden. Van het algemeen bestuur zijn 26 leden rechtstreeks gekozen via de waterschapsverkiezingen. Daarnaast zijn twee leden benoemd door de Limburgse Land- en Tuinbouwbond (LLTB) en twee door de Vereniging van Bos- en Natuurterreineigenaren (VBNE).

Dagelijks bestuur

Korte toelichting (navigatiehandboek)

Uitgebreide toelichting

Is verantwoordelijk voor het voorbereiden en uitvoeren van het beleid om daarmee de vastgestelde doelen te bereiken. Bestaat uit de dijkgraaf en gekozen leden vanuit het algemeen bestuur.

Het dagelijks bestuur zorgt voor de dagelijkse gang van zaken bij het waterschap en is verantwoordelijk voor het voorbereiden en uitvoeren van het beleid, om daarmee de vastgestelde doelen te bereiken. Het bestaat uit de dijkgraaf en gekozen leden uit het algemeen bestuur.

Dijkgraaf

Korte toelichting (navigatiehandboek)

Uitgebreide toelichting

Fungeert als voorzitter van het algemeen en dagelijks bestuur, vertegenwoordigt het waterschap extern (boegbeeld) en bewaakt de uitvoering van de kerntaken. In het algemeen bestuur heeft de dijkgraaf geen stemrecht, maar in het dagelijks bestuur wel. De dijkgraaf wordt benoemd door de Kroon voor een periode van zes jaar.

Secretaris-directeur

Korte toelichting (navigatiehandboek)

Uitgebreide toelichting

Ondersteunt het algemeen en dagelijks bestuur als secretaris en de organisatie door leiding te geven aan de ambtelijke organisatie voor een efficiënte en effectieve uitvoering van beleid en taken. De secretaris-directeur is het boegbeeld voor de interne organisatie en ambtelijk eindverantwoordelijk. Hiërarchisch leidinggevende van de directeuren.

Directeur

Korte toelichting (navigatiehandboek)

Uitgebreide toelichting

De directeur is in de eerste plaats directeur van het Waterschap en daarna van de eigen directie. De directeur is verantwoordelijk voor het vormgeven van de strategie en aansturen van de realisatie van de opgaven, beschreven in het Waterbeheerprogramma via de doelenboom. De directeuren zijn verantwoordelijk voor het integraal sturen op hoofdlijnen en op de samenhang tussen organisatiebrede onderwerpen.

Afdelingsmanager

Korte toelichting (navigatiehandboek)

Uitgebreide toelichting

De afdelingsmanager is in de eerste plaats manager van het Waterschap en daarna van de eigen afdeling. De afdelingsmanager vertaalt de strategie naar een tactisch en operationeel niveau. Geeft leiding aan een afdeling, stuurt op resultaten en samenwerking en draagt bij aan het realiseren van de doelen en ambities van de organisatie. De afdelingsmanager is verantwoordelijk voor het opstellen en realiseren van het afdelingsplan. Vertegenwoordigt de afdeling binnen en buiten de organisatie en onderhoudt contact met interne en externe stakeholders.

Teammanager

Korte toelichting (navigatiehandboek)

Uitgebreide toelichting

De teammanager draagt zorg voor de operationele aansturing van een specifiek team binnen de afdeling. Geeft leiding aan medewerkers, coacht hen en zorgt voor een goede werkverdeling. De teammanager zorgt ervoor dat het team zijn doelen haalt en levert volgens planning en kwaliteitseisen. Is het aanspreekpunt voor het team en vertaalt afdelingsdoelen naar concrete teamdoelen. Verantwoordelijk voor het realiseren van teamresultaten binnen de gestelde kaders.

Medewerker

Korte toelichting (navigatiehandboek)

Uitgebreide toelichting

Alle medewerkers zijn in dienst van de overheid en dragen middels zijn of haar functie en rollen bij aan het behalen van de maatschappelijke taken van het Waterschap.

Alternatief voorstel (HH):

Als medewerker werkt je aan de uitvoering van operationele en inhoudelijke taken waarmee je een bijdrage levert aan de maatschappelijke opgave van het Waterschap. Je bent expert op jouw vakgebied en draagt actief bij aan de resultaten van het team. Je werkt samen met je collega’s, denkt mee over verbeteringen en neemt verantwoordelijkheid voor je eigen werkzaamheden.

Bijlage 2: Ondermandaat, -machtiging en -volmacht als bedoeld in artikel 11 van het mandaatbesluit

Functie

Omschrijving bevoegdheden waarop het ondermandaat, de ondervolmacht en/of de ondermachtiging betrekking heeft

Eventuele voorwaarden waaronder het ondermandaat of de ondervolmacht of ondermachtiging is verleend

Strategisch adviseur onroerende zaken

  • Het besluiten tot het aangaan, wijzigen of beëindigen van overeenkomsten en het uitoefenen van bevoegdheden uit hoofde van gesloten overeenkomsten met betrekking tot het aan- en verkopen, het in gebruik geven en het ruilen, (ver)pachten en (ver)huren van onroerende zaken.

  • Het aangaan, wijzigen en beëindigen van jacht- en visrechtovereenkomsten respectievelijk het overdragen of afstand doen van oude heerlijkheden, zoals jacht-, vis- en molenrechten voor zover deze als (oude) zakelijk rechten moeten worden aangemerkt.

Financiële grens per rechtshandeling bedraagt EUR 100.000. De financiële grens wordt op dezelfde manier bepaald als beschreven in artikel 12, eerste lid, van het mandaatbesluit.

Vakspecialist onroerende zaken

  • Het besluiten tot het aangaan, wijzigen of beëindigen van overeenkomsten en het uitoefenen van bevoegdheden uit hoofde van gesloten overeenkomsten met betrekking tot het aan- en verkopen, het in gebruik geven en het ruilen, (ver)pachten en (ver)huren van onroerende zaken.

  • Het aangaan, wijzigen en beëindigen van jacht- en visrechtovereenkomsten respectievelijk het overdragen of afstand doen van oude heerlijkheden, zoals jacht-, vis- en molenrechten voor zover deze als (oude) zakelijk rechten moeten worden aangemerkt.

Financiële grens per rechtshandeling bedraagt EUR 25.000. De financiële grens wordt op dezelfde manier bepaald als beschreven in artikel 12, eerste lid, van het mandaatbesluit.

Adviseur Juridische zaken

  • Het vertegenwoordigen van (de bestuursorganen van) het Waterschap Limburg in procedures van bezwaar, administratief beroep of (hoger) beroep als bedoeld in artikel 1:5 van de Awb en in civielrechtelijke en strafrechtelijke procedures in alle instanties (inclusief het treffen van executoriale maatregelen en het verzoeken om verlof tot het treffen van conservatoire maatregelen en het na verkregen verlof treffen van conservatoire maatregelen) en in eventuele mediationprocedures die daarmee verband houden.

  • Het besluiten tot het laten bijstaan of vervangen door een of meerdere door deze adviseur aan te wijzen personen ter zitting.

  • Het verrichten van procedurele handelingen in bestuursrechtelijke procedures, voor zover het niet gaat om handelingen ten aanzien waarvan (de secretaris van) de bezwaarschriftencommissie bevoegd is, waaronder in ieder geval wordt verstaan:

    • -

      Het versturen ontvangstbevestigingen van ingekomen aanvragen en bezwaarschriften;

    • -

      Doorzending van geschriften aan het wel bevoegde (bestuurs)orgaan;

    • -

      Het bieden van gelegenheid aan de aanvrager om (al dan niet met toepassing van artikel 4:5 van de Awb) de aanvraag aan te vullen of ontbrekende gegevens in te dienen;

    • -

      Het al dan niet met toepassing van artikel 4:7 of 4:8 van de Awb) bieden van de gelegenheid aan een aanvrager of belanghebbende tot het geven van een zienswijze naar aanleiding van een voorgenomen besluit;

    • -

      Het verdagen van de beslistermijn;

    • -

      Het opschorten van de beslistermijn;

    • -

      Het doen van een mededeling omtrent de beslistermijn als bedoeld in artikel 4:14 van de Awb;

    • -

      Het ter inzage leggen of toezenden van stukken in het kader van de voorbereiding van een besluit en in het kader van bezwaar- en beroepsprocedures.

 

Adviseur vergunningen

  • Het vertegenwoordigen van (de bestuursorganen van) het Waterschap Limburg in procedures van bezwaar, administratief beroep of (hoger) beroep als bedoeld in artikel 1:5 van de Awb en in civielrechtelijke en strafrechtelijke procedures in alle instanties (inclusief het treffen van executoriale maatregelen en het verzoeken om verlof tot het treffen van conservatoire maatregelen en het na verkregen verlof treffen van conservatoire maatregelen) en in eventuele mediationprocedures die daarmee verband houden.

  • Het besluiten tot het laten bijstaan of vervangen door een of meerdere door deze adviseur aan te wijzen personen ter zitting.

  • Het verrichten van procedurele handelingen in bestuursrechtelijke procedures, voor zover het niet gaat om handelingen ten aanzien waarvan (de secretaris van) de bezwaarschriftencommissie bevoegd is, waaronder in ieder geval wordt verstaan:

    • -

      Het versturen ontvangstbevestigingen van ingekomen aanvragen en bezwaarschriften;

    • -

      Doorzending van geschriften aan het wel bevoegde (bestuurs)orgaan;

    • -

      Het bieden van gelegenheid aan de aanvrager om (al dan niet met toepassing van artikel 4:5 van de Awb) de aanvraag aan te vullen of ontbrekende gegevens in te dienen;

    • -

      Het al dan niet met toepassing van artikel 4:7 of 4:8 van de Awb) bieden van de gelegenheid aan een aanvrager of belanghebbende tot het geven van een zienswijze naar aanleiding van een voorgenomen besluit;

    • -

      Het verdagen van de beslistermijn;

    • -

      Het opschorten van de beslistermijn;

    • -

      Het doen van een mededeling omtrent de beslistermijn als bedoeld in artikel 4:14 van de Awb;

    • -

      Het ter inzage leggen of toezenden van stukken in het kader van de voorbereiding van een besluit en in het kader van bezwaar- en beroepsprocedures.

 

Adviseur toezicht en handhaving

  • Het vertegenwoordigen van (de bestuursorganen van) het Waterschap Limburg in procedures van bezwaar, administratief beroep of (hoger) beroep als bedoeld in artikel 1:5 van de Awb en in civielrechtelijke en strafrechtelijke procedures in alle instanties (inclusief het treffen van executoriale maatregelen en het verzoeken om verlof tot het treffen van conservatoire maatregelen en het na verkregen verlof treffen van conservatoire maatregelen) en in eventuele mediationprocedures die daarmee verband houden.

  • Het besluiten tot het laten bijstaan of vervangen door een of meerdere door deze adviseur aan te wijzen personen ter zitting.

  • Het verrichten van procedurele handelingen in bestuursrechtelijke procedures, voor zover het niet gaat om handelingen ten aanzien waarvan (de secretaris van) de bezwaarschriftencommissie bevoegd is, waaronder in ieder geval wordt verstaan:

    • -

      Het versturen ontvangstbevestigingen van ingekomen aanvragen en bezwaarschriften;

    • -

      Doorzending van geschriften aan het wel bevoegde (bestuurs)orgaan;

    • -

      Het bieden van gelegenheid aan de aanvrager om (al dan niet met toepassing van artikel 4:5 van de Awb) de aanvraag aan te vullen of ontbrekende gegevens in te dienen;

    • -

      Het al dan niet met toepassing van artikel 4:7 of 4:8 van de Awb) bieden van de gelegenheid aan een aanvrager of belanghebbende tot het geven van een zienswijze naar aanleiding van een voorgenomen besluit;

    • -

      Het verdagen van de beslistermijn;

    • -

      Het opschorten van de beslistermijn;

    • -

      Het doen van een mededeling omtrent de beslistermijn als bedoeld in artikel 4:14 van de Awb;

    • -

      Het ter inzage leggen of toezenden van stukken in het kader van de voorbereiding van een besluit en in het kader van bezwaar- en beroepsprocedures.

 

Omgevingsmanager

  • Het indienen van aanvragen namens (de organen van) het Waterschap Limburg voor vergunningen op het gebied van het omgevingsrecht.

  • Het besluiten tot het namens het Waterschap aangaan van en het vertegenwoordigen van het Waterschap bij het sluiten van een schadevergoedingsovereenkomst als bedoeld in artikel 13.3c van de Omgevingswet.

Financiële grens per overeenkomst bedraagt EUR 25.000. De financiële grens wordt op dezelfde manier bepaald als beschreven in artikel 12, eerste lid, van het mandaatbesluit.

  • Het onderhandelen over, het besluiten tot het aangaan van, het vertegenwoordigen van het Waterschap Limburg bij het sluiten van vaststellingsovereenkomsten, het uitoefenen van bevoegdheden uit hoofde van en het wijzigen of beëindigen van gesloten vaststellingsovereenkomsten, voor zover het vaststellingsovereenkomsten betreft die gesloten worden om afspraken met betrekking tot (het gebruik) onroerende zaken vast te leggen ter voorkoming van onteigening of het opleggen van gedoogplichten

Financiële grens per overeenkomst bedraagt EUR 25.000. De financiële grens wordt op dezelfde manier bepaald als beschreven in artikel 12, eerste lid, van het mandaatbesluit.

Contractmanager

Het onderhandelen over, het besluiten tot het aangaan van en het vertegenwoordigen van het Waterschap Limburg bij

  • (1)

    het sluiten van overeenkomsten inzake inkoop van roerende zaken en afnemen van diensten,

  • (2)

    het uitoefenen van bevoegdheden uit hoofde van gesloten overeenkomsten,

  • (3)

    het wijzigen of beëindigen van gesloten overeenkomsten,

  • (4)

    het uitvoeren van (rechts)handelingen ter uitvoering van de gesloten overeenkomsten, en

  • (5)

    het uitvoeren van (rechts)handelingen strekkende tot nakoming van de gesloten overeenkomsten door de wederpartij.

 

Adviseur inkoop

  • Het verrichten van procedurele handelingen die samenhangen met het aanbestedingstraject, waaronder in ieder geval wordt verstaan:

    • -

      Het opstellen van de aanbestedingsdocumenten en modelcontracten;

    • -

      Het publiceren van de aanbestedingsdocumenten;

    • -

      Het opstellen en publiceren van de nota van inlichtingen en het beantwoorden van vragen.

 

Medewerkers van de afdeling Informatie en digitale transformatie

  • Het aanleveren van een brondocument met betrekking tot de ondergrond van Nederland aan de minister als bedoeld in artikel 9, eerste en derde lid, van de Wet basisregistratie ondergrond.

  • Het opnieuw aanleveren van een brondocument aan de minister als bedoeld in artikel 12, tweede lid, van de Wet basisregistratie ondergrond, als een brondocument is teruggezonden.

  • Het gebruiken van een authentiek gegeven die in de registratie ondergrond is opgenomen, als bedoeld in artikel 27, eerste lid, van de Wet basisregistratie ondergrond.

  • Het gebruiken van een ander gegeven dan authentiek gegeven die in de registratie ondergrond is opgenomen, als bedoeld in artikel 27, tweede lid, van de Wet basisregistratie ondergrond.

  • Het verzoek tot verstrekking van een authentiek gegeven, die in de registratie ondergrond beschikbaar is, als bedoeld in artikel 29 van de Wet basisregistratie ondergrond.

  • Het doen van een melding onder opgaaf van redenen aan de minister bij gerede twijfel over de juistheid van een in de registratie ondergrond opgenomen authentiek gegeven over een verkenning, gebruiksrecht of constructie of het ontbreken van een dergelijk gegeven in de registratie ondergrond als bedoeld in artikel 30, eerste lid, van de Wet basisregistratie ondergrond.

  • Het doen van een melding onder opgaaf van redenen aan de minister bij gerede twijfel over de schematische weergave van de ondergrond op een bepaalde plaats binnen een in de registratie ondergrond opgenomen authentiek model of over een authentiek gegeven over dat model alsmede het doen van het verzoek om – voor zover de melding ziet op een authentiek model – het authentieke model tussentijds te actualiseren als bedoeld in artikel 30, tweede, van de Wet basisregistratie ondergrond.

  • Voor zover dat ingevolge artikel 33, tweede lid, van de Wet basisregistratie ondergrond noodzakelijk is, het onderzoeken van het authentieke gegeven en het zo spoedig mogelijk verstrekken van de resultaten van het onderzoek aan de minister, als bedoeld in artikel 33, derde lid, van de Wet basisregistratie ondergrond.

  • Het ter inschrijving aanbieden van een brondocument dat dateert van vóór het tijdstip van inwerkingtreding van de hoofdstukken 2 en 3 van de Wet basisregistratie ondergrond en de grondslag vormt voor een op dat tijdstip actueel gegeven over een verkenning, gebruiksrecht of constructie dat vóór dat tijdstip niet was opgenomen in de informatiesystemen als bedoeld in artikel 40, eerste lid, van de Wet basisregistratie ondergrond.

 

Toelichting

Aanleiding

In 2023 is een nieuw mandaatbesluit voor het Waterschap Limburg vastgesteld en in werking getreden. Vanwege de opheffing van het Waterschapsbedrijf Limburg zal een aantal taken – die met name samenhangen met de waterzuivering – overgaan naar het Waterschap Limburg. Dit maakt het noodzakelijk om de met die taken samenhangende bevoegdheden te integreren in het mandaatbesluit. Een herziening van het huidige mandaatbesluit biedt tevens de mogelijkheid om de inmiddels met het huidige mandaatbesluit opgedane ervaringen daarin te verwerken en om het besluit aan te passen aan de inmiddels in werking getreden Omgevingswet.

Uitgangspunten

Een aantal uitgangspunten ligt aan het mandaatbesluit ten grondslag. Deze uitgangspunten zijn niet wezenlijk gewijzigd ten opzichte van het mandaatbesluit van 2023, en worden hierna dan ook kort toegelicht.

I. Vertrouwen en bestuurlijke sensitiviteit

In dit besluit is gekozen voor een algemeen, breed mandaat aan de secretaris-directeur en verdere ondermandatering aan de directeuren, afdelingsmanagers respectievelijk programmamanagers, teammanagers en projectmanagers en -leiders van het Waterschap Limburg. Hierbij wordt aangesloten op een ingezet beleid waarin uitgegaan wordt van een professionele bestuurlijke en ambtelijke organisatie die met een hoge mate van zelfstandigheid moet kunnen werken. Dit uiteraard binnen een aantal duidelijke grenzen die in dit mandaatbesluit zijn opgenomen. Het mandaatbesluit berust verder op het vertrouwen dat de gemandateerden hun bevoegdheden uitoefenen met inachtneming van de geldende wet- en regelgeving en in overeenstemming met het beleid van het Waterschap Limburg. Het mandaatbesluit berust daarnaast op het vertrouwen dat de gemandateerden over voldoende bestuurlijke sensitiviteit beschikken om in voorkomend geval te kunnen beoordelen of uitoefening van een bevoegdheid niet door de gemandateerde maar door de mandaatgever of het verantwoordelijke bestuursorgaan zelf moet worden uitgeoefend.

Vanwege de bestuurlijke sensitiviteit is de behandeling van klachten (als bedoeld in hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht) die betrekking heeft op een gedraging van een lid van het dagelijks bestuur, de voorzitter, de secretaris-directeur, de concerncontroller, de strategisch portfoliomanager, de functionaris gegevensbescherming of de CISO uitgezonderd in dit mandaatbesluit. Deze bevoegdheid blijft dus bij het dagelijks bestuur berusten, zodat ook de onafhankelijkheid van de klachtenbehandeling is gewaarborgd. Om deze reden is in dit mandaatbesluit gewaarborgd dat managers en medewerkers niet bevoegd zijn tot klachtbehandeling voor zover deze klacht ziet op een gedraging van deze manager of medewerker zelf. In dat geval is de hiërarchisch bovengeschikte functionaris die eveneens over een mandaat voor de betreffende aangelegenheid beschikt, bevoegd om die klacht af te handelen.

Tot slot zijn individuele leden van het dagelijks bestuur enkel tekeningsbevoegd ten aanzien van overeenkomsten. De bevoegdheid om te beslissen tot het aangaan van overeenkomsten berust bij het dagelijks bestuur als geheel, en niet bij individuele leden van het dagelijks bestuur. In het geval dat het dagelijks bestuur besloten heeft tot het aangaan van een overeenkomsten (zijnde een privaatrechtelijke rechtshandeling), dan is een individueel lid van het dagelijks bestuur dus wel bevoegd om deze overeenkomst namens het Waterschap Limburg te ondertekenen.

II. Verantwoordelijkheid

Ondanks dat de feitelijke bevoegdheidsuitoefening in veel gevallen komt te liggen bij degene die het mandaat heeft, blijft de mandaatgever daarvoor naar buiten toe ten volle verantwoordelijk. De mandaatgever kan daarom altijd algemene en specifieke instructies geven of het mandaat doorbreken en de bevoegdheid zelf uitoefenen. Naar buiten toe zal altijd duidelijk moeten zijn dat de gemandateerde de bevoegdheid uitoefent onder verantwoordelijkheid van de mandaatgever. Bovendien moet de burger kunnen nagaan of de gemandateerde wel bevoegd namens het bestuursorgaan optreedt.

III. Informatie en overleg

Omdat het dagelijks bestuur en de voorzitter, ook al hebben zij mandaat verleend, verantwoordelijk blijven voor de 'in mandaat' genomen beslissing, is het van belang dat zij tijdig op de hoogte worden gesteld van die beslissingen of handelingen waarvan kennisneming door hen van belang is. In het mandaatbesluit is daarom voorzien in een actieve informatieplicht voor de managers en medewerkers die over (onder)mandaat beschikken.

IV. Mandaat en ondertekeningsmandaat

Het mandaatbesluit hanteert als uitgangspunt dat de gemandateerde die het besluit neemt dit ook ondertekent.

V. Het mandaatbesluit gaat uit van de nieuwe organisatiestructuur met directies, afdelingen, programma’s en teams

Vanwege de integratie van de taken van het Waterschapsbedrijf Limburg in het Waterschap Limburg is er een nieuwe organisatiestructuur vastgesteld. Het onderhavige mandaatbesluit is gebaseerd op deze nieuwe organisatiestructuur met directies, afdelingen, programma’s en teams. In het mandaatbesluit worden de bevoegdheden die aan de secretaris-directeur zijn gemandateerd (op een aantal specifieke uitzonderingen na) ondergemandateerd aan de directeuren en vervolgens verder gemandateerd aan de afdelingsmanagers respectievelijk programmamanagers en teammanagers. Op die manier beschikken de directeuren, afdelingsmanagers respectievelijk programmamanagers en teammanagers binnen hun werkterrein over de benodigde bevoegdheden.

VI. Omgekeerd mandaat

Vanuit de voor de organisatie belangrijke kernwaarden veilig, verbindend, slagvaardig en toekomstgericht ligt aan dit mandaatbesluit een omgekeerd mandaat ten grondslag. Dit om te komen tot een slagvaardigere organisatie. Dat betekent dat een manager geacht wordt over mandaat te beschikken voor zover het betreft de uitoefening van bevoegdheden die behoren tot het werkterrein of het taakgebied van de betreffende manager, tenzij een bepaalde bevoegdheid uitdrukkelijk is uitgezonderd van het mandaat. Tot op het niveau van teammanager is voorzien in ondermandaat, -volmacht en -machtiging. De teammanagers (en alle bovengeschikte managers) zijn bevoegd om een algemeen of specifiek ondermandaat te verlenen aan medewerkers van het waterschap. Hiertoe is echter een apart besluit van de teammanager (of bovengeschikte manager) nodig.

Het omgekeerd mandaat betekent dat ervan uit wordt gegaan dat tot op het niveau van teammanager het mandaat is verleend, tenzij uitdrukkelijk uit de wet of het mandaatbesluit blijkt dat er geen mandaat is. Naast een aantal uitgesloten bevoegdheden bevat het mandaatbesluit ook een aantal voorwaarden waaronder een gemandateerde bevoegdheid (niet) mag worden uitgeoefend. Het gaat hierbij enerzijds om financiële voorwaarden die bepalen tot welk bedrag in mandaat financiële verplichtingen namens het Waterschap Limburg kunnen worden aangaan door een bepaalde functionaris of medewerker. Anderzijds gaat het om inhoudelijke voorwaarden, zoals de voorwaarde dat de bevoegdheden binnen de bestaande regels en het bestaande beleid van het Waterschap Limburg moeten worden uitgeoefend (bijvoorbeeld het inkoop- en aanbestedingsbeleid en het treasurystatuut) en de voorwaarde dat de bevoegdheid niet behoort te worden uitgeoefend als dit grote bestuurlijke, beleidsmatige en/of financiële consequenties krijgt of vermoedelijk kan krijgen.

VII. Mandaatverlening aan managers voor het werkterrein waarvoor zij verantwoordelijk zijn

Het past binnen de huidige organisatiestructuur en sturingsfilosofie dat de managers zo veel als mogelijk over (onder)mandaat moeten beschikken voor zover dit hun specifieke werkterrein betreft. In het mandaatbesluit is dit als volgt vormgegeven:

  • Alle aan het dagelijks bestuur en de voorzitter toegekende bevoegdheden worden, tenzij uitgezonderd, gemandateerd aan de secretaris-directeur;

  • De secretaris-directeur geeft het gehele mandaat, behalve een aantal uitzonderingen, in ondermandaat aan de directeuren, voor zover het de directies betreft waarvoor zij verantwoordelijk zijn;

  • De directeuren, ieder voor zover het de directies betreft waarvoor zij verantwoordelijk zijn, geven het gehele mandaat, behalve een aantal uitzonderingen, in ondermandaat aan de afdelingsmanagers respectievelijk programmamanagers met betrekking tot de afdelingen en programma’s waarvoor deze verantwoordelijk zijn;

  • De afdelingsmanagers geven het gehele ondermandaat, ieder voor zover het de afdelingen betreft waarvoor zij verantwoordelijk zijn, in verder ondermandaat aan de teammanagers met betrekking tot de teams waarvoor deze verantwoordelijk zijn;

  • De teammanagers (en als er geen teams zijn: de afdelings- en programmamanagers) geven het gehele ondermandaat, ieder voor zover het de teams betreft waarvoor zij verantwoordelijk zijn, in verder ondermandaat aan de projectmanagers en -leiders met betrekking tot de projecten waarvoor deze verantwoordelijk zijn.

Reikwijdte van het besluit: mandaat, volmacht en machtiging

Het mandaatbesluit heeft alleen betrekking op (onder)mandaat, (onder)machtiging en (onder)volmacht van bevoegdheden die externe (rechts)gevolgen hebben. Externe (rechts)gevolgen wil zeggen dat er (ook) voor anderen dan (de bestuursorganen van) het Waterschap Limburg rechten of verplichtingen ontstaan. Denk aan het verlenen van een vergunning aan een bedrijf, het namens het Waterschap Limburg sluiten van een overeenkomst met een leverancier of het door het Waterschap Limburg aanvragen van een subsidie. Als het gaat om louter interne zaken die enkel interne werking hebben, dan heeft het mandaatbesluit daar dus geen betrekking op. Bij interne zaken met enkel interne werking kan gedacht worden aan bijvoorbeeld het voteren van kredieten, begrotingswijzigingen, het inregelen van CODA en budgetbeheer.

Het mandaatbesluit heeft, uitgezonderd een specifiek aantal mandaten van het dagelijks bestuur aan de voorzitter en leden van het dagelijks bestuur respectievelijk van de voorzitter aan de leden van het dagelijks bestuur, uitsluitend betrekking op de verlening van (onder)mandaat met betrekking tot bevoegdheden van het dagelijks bestuur en de voorzitter aan de secretaris-directeur. De secretaris-directeur verleent vervolgens ondermandaat aan de directeuren, waarna verder ondermandaat wordt verleend aan de afdelingsmanagers respectievelijk programmamanagers en teammanagers voor zover de gemandateerde bevoegdheden passen binnen hun werkterrein of project. In de mogelijkheid van verdere ondermandatering aan medewerkers door de teammanagers (of een bovengeschikte manager) is tevens voorzien.

In de praktijk blijkt dat er onder omstandigheden tevens behoefte bestaat dat door het Waterschap Limburg ingeschakelde derden namens het Waterschap Limburg bepaalde (rechts)handelingen moeten kunnen verrichten. Daarom zijn alle managers bevoegd om aan “derden” een algemeen of specifiek mandaat te verlenen. Opgemerkt zij dat deze derden geen ondermandaat, machtiging en -volmacht kunnen verkrijgen voor bevoegdheden waarmee financiële verplichtingen namens het waterschap Limburg worden aangegaan. Deze beperking vloeit voort uit artikel 12, tweede lid van het mandaatbesluit. Vanwege deze beperking kunnen deze derden dan ook geen financiële verplichtingen aangaan namens het waterschap Limburg. Deze bevoegdheden blijven bij de managers berusten. In het mandaatbesluit is een definitie van een “derde” opgenomen: een natuurlijke persoon, een rechtspersoon of personenvennootschap, die op basis van een overeenkomst (van opdracht) werkzaamheden verricht ten behoeve van het Waterschap Limburg. Daarom is in de artikelen 8, 9 en 11 voorzien in bepalingen over ondermandaat, -machtiging en -volmacht aan derden door de managers. Tevens is in de artikel 11 voorzien in bepalingen over ondermandaat, -machtiging en -volmacht aan medewerkers door afdelings-, programma- en teammanagers.

Dit besluit heeft naast mandaat ook betrekking op het verlenen van volmacht en van machtiging voor het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen respectievelijk het verrichten van handelingen die niet een privaatrechtelijke rechtshandeling of een publiekrechtelijke rechtshandeling inhouden.

Onder mandaat wordt verstaan: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen. Een besluit is op grond van artikel 1:3 Algemene wet bestuursrecht (‘Awb’): een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. Gedacht kan bijvoorbeeld worden aan het verlenen van een vergunning of een subsidie.

Volmacht heeft betrekking op privaatrechtelijke rechtshandelingen. Een voorbeeld daarvan is het sluiten van een overeenkomst tot de levering van diensten, goederen of werken aan het Waterschap Limburg. De gevolmachtigde handelt niet namens een (bestuurs)orgaan, zoals bij mandaat, maar namens een rechtspersoon. In dit geval is dat de rechtspersoon ‘Waterschap Limburg’. Overeenkomsten worden dus aangegaan door de rechtspersoon ‘Waterschap Limburg’. Het aangaan van een overeenkomst moet overigens worden onderscheiden van het besluit tot het aangaan van de overeenkomst. Dat besluit wordt genomen door het daartoe bevoegde bestuursorgaan (in dit geval: het dagelijks bestuur). De bevoegdheid om te besluiten om een overeenkomst aan te gaan valt dus onder het mandaat en niet de volmacht. Volmacht is geregeld in Boek 3, titel 3, van het Burgerlijk Wetboek (BW). De daarin opgenomen bepalingen gelden echter bij een volmacht aan ondergeschikten van het Waterschap Limburg slechts voor zover zij niet in strijd zijn met de artikelen 10:2 t/m 10:11 Awb.

Machtiging ziet op andere handelingen dan een besluit of een privaatrechtelijke rechtshandeling. Hierbij kan gedacht worden aan niet-schriftelijke beslissingen en aan feitelijke handelingen. Voorbeelden daarvan zijn het feitelijk uitvoeren van bestuursdwang of het doen van mededelingen.

Van belang is nog om op te merken dat de Waterschapswet de term ‘machtiging’ gebruikt in een specifieke betekenis. Op grond van het bepaalde in artikel 95 van de Waterschapswet is de voorzitter degene die het Waterschap Limburg in en buiten rechte vertegenwoordigt. Op grond van dat artikel is de voorzitter bevoegd om, met instemming van het dagelijks bestuur, een machtiging te verlenen aan derden tot vertegenwoordiging. Uit de tekst van het mandaatbesluit blijkt duidelijk in welke gevallen de term machtiging met deze specifieke betekenis wordt gehanteerd.

De rekenkamer en de Commissie Integriteit

In dit mandaatbesluit is specifiek voorzien in een machtiging die door de voorzitter wordt verleend aan de rekenkamer. De rekenkamer dient in het kader van de door haar te verrichten onderzoeken de mogelijkheid te hebben om bijvoorbeeld externe deskundigen te kunnen inschakelen. Om de onafhankelijke positie van de rekenkamer ten opzichte van het dagelijks bestuur te waarborgen, is het niet wenselijk dat het dagelijks bestuur zelf het besluit neemt over de in dat kader te sluiten overeenkomsten. Dit past ook bij de bepalingen uit de Waterschapswet over de positie van de rekenkamer. De bevoegdheden omtrent de instelling en positie van de rekenkamer zijn door de wetgever expliciet aan het algemeen bestuur geattribueerd. De wettelijke rol van het dagelijks bestuur is daarbij beperkt tot het op voordracht van de rekenkamer sluiten van arbeidsovereenkomsten met ambtenaren die de rekenkamer voor de uitoefening van haar taken noodzakelijk oordeelt. Het is gelet op die bepalingen het meest zuiver om de bevoegdheid om te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten voor het leveren van (met name) diensten niet aan het dagelijks bestuur te delegeren voor zover het aangelegenheden van de rekenkamer betreft. Dit is in het Delegatiebesluit Waterschap Limburg 2025 geregeld. Om de rekenkamer wél in staat te stellen voortvarend te kunnen besluiten omtrent het aangaan van overeenkomsten met externe partijen, is daartoe in voornoemd delegatiebesluit door het algemeen bestuur een algemeen mandaat aan de rekenkamer verstrekt. Hiervoor is toegelicht dat het besluiten tot het aangaan van een overeenkomst moet worden onderscheiden van het sluiten (‘ondertekenen’) van die overeenkomst. De bevoegdheid om het Waterschap Limburg in en buiten rechte te vertegenwoordigen, waaronder begrepen het sluiten van overeenkomsten, berust op grond van de Waterschapswet bij de voorzitter. De voorzitter is bevoegd om personen te machtigen die namens hem bevoegd zijn om het Waterschap Limburg te vertegenwoordigen. Door middel van dit mandaatbesluit wordt door de voorzitter de rekenkamer gemachtigd om het Waterschap Limburg te vertegenwoordigen bij het sluiten van overeenkomsten en het uitoefenen van bevoegdheden uit hoofde van overeenkomsten die verband houden met de taakuitoefening door de rekenkamer.

Voor de Commissie Integriteit gelden vergelijkbare overwegingen. Om de onafhankelijke positie van de Commissie Integriteit te waarborgen, is het meest zuiver om de bevoegdheid om te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten voor het leveren van (met name) diensten niet aan het dagelijks bestuur te delegeren. Om de Commissie Integriteit wél in staat te stellen voortvarend te kunnen besluiten omtrent het aangaan van overeenkomsten met externe partijen, is daartoe in voornoemd delegatiebesluit door het algemeen bestuur een algemeen mandaat aan de Commissie Integriteit verstrekt. Hiervoor is toegelicht dat het besluiten tot het aangaan van een overeenkomst moet worden onderscheiden van het sluiten (‘ondertekenen’) van die overeenkomst. De bevoegdheid om het Waterschap Limburg in en buiten rechte te vertegenwoordigen, waaronder begrepen het sluiten van overeenkomsten, berust op grond van de Waterschapswet bij de voorzitter. De voorzitter is bevoegd om personen te machtigen die namens hem bevoegd zijn om het Waterschap Limburg te vertegenwoordigen. Door middel van dit mandaatbesluit wordt de Commissie Integriteit door de voorzitter gemachtigd om het Waterschap Limburg te vertegenwoordigen bij het sluiten van overeenkomsten en het uitoefenen van bevoegdheden uit hoofde van overeenkomsten die verband houden met de taakuitoefening door de Commissie Integriteit.

Bevoegdheid mandaatverlener

Het verlenen van mandaat (volmacht en machtiging) betekent niet, dat het dagelijks bestuur of de voorzitter niet meer bevoegd is de betrokken bevoegdheid uit te oefenen en dat nog slechts de gemandateerden die bevoegdheid zouden kunnen uitoefenen. Het dagelijks bestuur of de voorzitter blijft altijd bevoegd de bevoegdheid zelf uit te oefenen (artikel 10:7 Awb). Het dagelijks bestuur of de voorzitter kan het mandaat ook te allen tijde intrekken (artikel 10:8 Awb). Verder is de gemandateerde gehouden om het dagelijks bestuur inlichtingen te verschaffen over de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden en om door het dagelijks bestuur of de voorzitter gegeven instructies op te volgen (artikel 10:6 Awb). Die instructies kunnen algemeen zijn of per geval gegeven worden.

Bijzondere mandaten

Het onderhavige besluit is een regeling van algemene aard. Als mandaatverlenend bestuursorgaan blijft het dagelijks bestuur of de voorzitter bevoegd om voor bijzondere gevallen een specifieke regeling te treffen. Daarvoor zal dan steeds een apart besluit nodig zijn. Uitgangspunt blijft echter een zo groot mogelijke uniformiteit op grond van deze regeling en een beperking van het aantal bijzondere regelingen.

Overlegprocedures

Dit mandaatbesluit doet niet af aan de binnen het Waterschap Limburg ten aanzien van de voorbereiding van besluiten geldende overleg- en coördinatieprocedures. Deze blijven onverkort hun gelding behouden.

Financieel kader

Voor het aangaan van financiële verplichtingen gelden per functie de specifieke financiële grenzen die in artikel 12 van dit mandaatbesluit zijn geregeld. Aan een verleend (onder)mandaat (volmacht en machtiging) ligt tevens het uitgangspunt ten grondslag dat dit ook betrekking heeft op de bijbehorende bevoegdheid om te beschikken over de daarvoor benodigde financiële middelen/budget. De regels voor het budgetbeheer vormen het hiertoe aangewezen financiële kader. Het gaat daarbij uitdrukkelijk niet om de financiële bedragen tot welke een bepaalde functionaris bevoegd is om namens het Waterschap Limburg financiële verplichtingen aan te gaan (die grenzen zijn in dit mandaatbesluit geregeld), maar om de interne regels over de vraag of, in hoeverre en onder welke voorwaarden die verplichtingen ten laste van een bepaald budget gebracht kunnen worden.

Artikelsgewijze toelichting

Waar geen toelichting bij een artikel is gegeven, spreekt de inhoud voor zich.

Artikel 1

In dit artikel is een aantal definities opgenomen. De meeste definities spreken voor zich en behoeven geen toelichting.

Het artikel introduceert de begrippen “medewerker” en “derde”. Binnen het Waterschap Limburg zijn namelijk personen werkzaam op basis van een arbeidsovereenkomst, op basis van detachering en/of op basis van een overeenkomst van opdracht. De personen die werkzaam zijn op basis van een arbeidsovereenkomst of op basis van detachering worden (materieel) gezien als de werknemers van het Waterschap Limburg, en vallen dan ook onder het medewerkersbegrip. Deze werknemers staan ten dienste van het Waterschap Limburg en verrichten in het kader van hun dienstverband of detachering werkzaamheden voor het Waterschap Limburg. Het is wenselijk dat de organisatie in vergaande mate ondermandaat, volmacht en -machtiging aan deze medewerkers kan verstrekken, zodat zij bijvoorbeeld namens het Waterschap Limburg de benodigde overeenkomsten kunnen sluiten of vergunningen kunnen aanvragen. Voor de goede orde wordt opgemerkt dat met het medewerkersbegrip uit het mandaatbesluit niet is beoogd om in arbeidsrechtelijke zin af te bakenen jegens welke personen het Waterschap Limburg (niet) geldt als werkgever.

De term “derde” ziet op de personen die op basis van een overeenkomst van opdracht werkzaamheden verrichten ten behoeve van het Waterschap Limburg. Deze personen werken niet uitsluitend voor het Waterschap Limburg, maar verrichten heel specifiek de werkzaamheden die samenhangen met een door het Waterschap Limburg gegeven opdracht. Dit mandaatbesluit voorziet in de mogelijkheid om onder bepaalde – strikte – voorwaarden een mandaat (volmacht of machtiging) te verlenen aan derden. Omdat het gaat om een mandaat aan een niet-ondergeschikte, zal degene aan wie het mandaat wordt verleend daarmee moeten instemmen alsmede, in het voorkomende geval, degene onder wiens verantwoordelijkheid hij werkt (artikel 10:4 lid 1 van de Awb). Opgemerkt zij dat deze derde geen financiële verplichtingen kan aangaan namens het waterschap Limburg. Deze begrenzing vloeit rechtstreeks voort uit het mandaatbesluit, zodat managers deze bevoegdheden niet verder kunnen ondermandateren, ondermachtigen en ondervolmachtigen aan deze derden. Vanwege deze beperking kunnen deze derden dan ook geen financiële verplichtingen aangaan namens het waterschap Limburg. Deze bevoegdheden blijven bij de teammanagers – en de hiërarchisch bovengelegen managers – berusten.

Artikel 2

In dit artikel wordt voorzien in mandaat en machtiging van het dagelijks bestuur aan de voorzitter van de bevoegdheid om maatregelen te treffen bij gevaar voor waterstaatswerken in het geval waarin de voorzitter functioneert als voorzitter van het beleidsteam calamiteiten. Tevens is voorzien in de instemming van het dagelijks bestuur aan de voorzitter voor het machtigen van anderen om het Waterschap Limburg in en buiten rechte te vertegenwoordigen.

Artikel 3

In artikel 3 wordt voorzien in de machtiging van de voorzitter aan de rekenkamer respectievelijk de Commissie Integriteit om het Waterschap Limburg in en buiten rechte te vertegenwoordigen bij het aangaan van en het uitoefenen van bevoegdheden uit hoofde van gesloten overeenkomsten voor het leveren van goederen, werken of diensten aan het Waterschap Limburg in het kader van de uitvoering van de taken van de rekenkamer als bedoeld in Hoofdstuk XIIa van de Waterschapswet en de Verordening op de rekenkamer Waterschap Limburg 2024 respectievelijk de aan de Commissie Integriteit toegekende taken. Ondermachtiging aan de voorzitter of aan individuele leden van de rekenkamer respectievelijk van de Commissie Integriteit is mogelijk.

Artikel 4

Dit artikel regelt op de eerste plaats dat voor zover individuele leden van het dagelijks bestuur fungeren als voorzitter van het beleidsteam calamiteiten zij bevoegd zijn om namens (bestuursorganen van) het Waterschap Limburg besluiten en andere (rechts)handelingen te verrichten in situaties waarin er sprake is van (onmiddellijk) gevaar voor waterstaatswerken (lid 1-3). Meer specifiek worden de individuele leden van het dagelijks bestuur op grond van artikel 4 gemandateerd, gemachtigd en gevolmachtigd om de bevoegdheid van het dagelijks bestuur op grond van artikel 19.15 van de Omgevingswet en de bevoegdheid van de voorzitter op grond van artikel 96 van de Waterschapswet uit te kunnen oefenen.

Verder voorziet artikel 4 in het verlenen van een machtiging van de voorzitter aan de individuele leden van het dagelijks bestuur om het Waterschap Limburg in en buiten rechte te vertegenwoordigen. Dit betekent bijvoorbeeld dat individuele leden van het dagelijks bestuur bevoegd zijn om namens het Waterschap Limburg een (bestuurs)overeenkomst te ondertekenen of het Waterschap Limburg te vertegenwoordigen in een bestuursrechtelijke, strafrechtelijke of civielrechtelijke procedure. De machtiging houdt overigens niet de bevoegdheid in om namens het dagelijks bestuur te besluiten tot het aangaan van die overeenkomst of het voeren van (verweer in) die procedure; deze besluitbevoegdheid blijft voorbehouden aan het dagelijks bestuur. Concreet betekent dit dat het dagelijks bestuur bevoegd is tot het besluiten tot het aangaan van overeenkomsten of het voeren van (verweer in) procedures, en ieder lid van het dagelijks bestuur vervolgens bevoegd is tot vertegenwoordiging in en buiten rechte van het Waterschap Limburg bij deze handelingen.

Artikel 5

Dit artikel vormt de basis voor het algemeen mandaat (volmacht en machtiging) van de voorzitter en het dagelijks bestuur aan de secretaris-directeur. Overeenkomstig het uitgangspunt “mandaat, tenzij” wordt in dit artikel voor alle aan de voorzitter en het dagelijks bestuur geattribueerde, gedelegeerde en gemandateerde bevoegdheden (onder)mandaat (volmacht en machtiging) verleend aan de secretaris-directeur. Bij geattribueerde bevoegdheden gaat het om bevoegdheden die in de Waterschapswet of een andere wet rechtstreeks aan het dagelijks bestuur (of de voorzitter) zijn toegekend, zoals de bevoegdheid tot het procederen in kort geding (artikel 86 Waterschapswet). Bij gedelegeerde bevoegdheden gaat het om bevoegdheden van het algemeen bestuur die zijn overgedragen (‘gedelegeerd’) aan het dagelijks bestuur (of de voorzitter), zoals de bevoegdheid tot het aangaan van overeenkomsten. Welke bevoegdheden dit betreft is geregeld in het Delegatiebesluit Waterschap Limburg 2025 van het algemeen bestuur.

Voor treasurybevoegdheden (lid 3) geldt een afwijkende mandaatregeling. Bij treasurybevoegdheden gaat het om het namens het Waterschap Limburg aangaan van leningen (geldleningen en kasgeldleningen) en het beleggen van overtollig kasgeld. Overeenkomstig het treasurystatuut wordt het mandaat (volmacht en machtiging) niet aan de secretaris-directeur alleen verleend, maar aan de secretaris-directeur gezamenlijk met de treasuryadviseur (dit is een adviseur uit het team Financiën binnen de Afdeling Interne dienstverlening binnen de directie Bedrijfsondersteuning, die specifiek met het adviseren over treasurybevoegdheden is belast). Dat betekent dat de secretaris-directeur uitsluitend samen met de treasuryadviseur mag beslissen om bijvoorbeeld geldleningen aan te trekken. Daarmee wordt het vier ogen-principe gewaarborgd.

Artikel 6

In dit artikel wordt de reikwijdte bepaald van de mandatering, volmachtverlening en machtiging aan (in eerste instantie) de secretaris-directeur. Uitgangspunt is dat het mandaat in de ruimste zin van het woord wordt verstrekt en dat alle aan het dagelijks bestuur en de voorzitter geattribueerde, gedelegeerde en gemandateerde bevoegdheden worden gemandateerd, gevolmachtigd en gemachtigd aan de secretaris-directeur. In lid 2 is niet-limitatief een aantal bevoegdheden opgesomd die in ieder geval onder het mandaat (volmacht, machtiging) vallen. Het betreft bijvoorbeeld het nemen van beslissingen op bezwaar, het opleggen van bestuurlijke sancties (last onder dwangsom, last onder bestuursdwang etc.) en het nemen van besluiten op grond van de Wet open overheid.

Artikel 7

Het artikel bevat de bevoegdheden die van mandaat, volmacht en machtiging zijn uitgezonderd. Deze uitzonderingen vormen een aanvulling op de wettelijke uitzonderingen uit artikel 10:3 van de Awb. Nu de Awb zelf beperkingen stelt ten aanzien van de bevoegdheid om van mandaat gebruik te maken, zijn deze beperkingen niet in het mandaatbesluit opgenomen. Omwille van de overzichtelijkheid en volledigheid is ervoor gekozen deze beperkingen op te nemen in deze toelichting. Dit om aan te geven dat dit mandaatbesluit zelf geen uitputtende regeling bevat, maar dat bij het gebruik ervan ook naar titel 10.1 van de Awb moet worden gekeken. De wettelijke uitzonderingen zien op de volgende bevoegdheden:

  • Het vaststellen van algemeen verbindende voorschriften;

  • Het nemen van een besluit ten aanzien waarvan is bepaald dat het met versterkte meerderheid moet worden genomen of waarvan de aard van de voorgeschreven besluitvormingsprocedure zich anderszins tegen mandaatverlening verzet;

  • Het vernietigen van of tot het onthouden van goedkeuring aan een besluit van een ander bestuursorgaan;

  • Het beslissen op een bezwaarschrift of op een verzoek om instemming tot het instellen van rechtstreek beroep door degene die het besluit waartegen het bezwaar zich richt heeft genomen, en

  • Tot het opleggen van een bestuurlijke boete in gevallen waarin artikel 5:53 van de Awb van toepassing is (kort gezegd indien voor een overtreding een bestuurlijke boete van meer dan EUR 340 kan worden opgelegd) door degene die het boeterapport heeft opgesteld.

In artikel 7 zijn verder de bevoegdheden genoemd die expliciet van mandaat zijn uitgesloten, zoals het nemen van gedoogplichtbeschikkingen en het besluiten tot het treffen van een gemeenschappelijke regeling. Deze bevoegdheden worden dus niet aan de secretaris-directeur gemandateerd. Ondermandaat van deze bevoegdheden is dus evenmin toegestaan.

Opgemerkt zij dat de term “waterakkoord” niet meer voorkomt in de Omgevingswet. De bevoegdheid tot het besluiten tot het vaststellen van waterakkoorden is dan ook uit dit mandaatbesluit verwijderd. In de praktijk kan het voorkomen dat een overeenkomst wel aangeduid wordt als “waterakkoord”. Het besluiten tot (en het) aangaan van deze overeenkomst vallen onder de algemene bevoegdheid tot het besluiten tot en het uitoefenen van alle privaatrechtelijke rechtshandelingen namens het Waterschap Limburg.

Speciale vermelding verdient de in randnummer e opgenomen uitzondering om te besluiten tot en het aangaan van een gemeenschappelijke regeling als bedoeld in de Wet gemeenschappelijke regelingen. Vanuit de bestaande bestuurspraktijk is de wens geuit dat managers in (onder)mandaat, (onder)volmacht en/of (onder)machtiging kunnen besluiten tot het kunnen aangaan van samenwerkingsverbanden (niet zijnde een rechtspersoon of een gemeenschappelijke regeling). Deze bevoegdheid is dan ook niet uitgezonderd. Daarom is ook een definitie van “samenwerkingsverband” opgenomen in artikel 1. De uitzondering van het oprichten van een rechtspersoon en het aangaan van een gemeenschappelijke regeling is in deze definitie expliciet opgenomen. In dit artikel is nogmaals expliciet benoemd dat de bevoegdheid tot het besluiten tot en het aangaan van een gemeenschappelijke regeling – voor zover dat ziet op bevoegdheden die bij het dagelijks bestuur berusten – bij het dagelijks bestuur blijft berusten. Voor het oprichten van of deelnemen in een rechtspersoon hoeft dit niet geregeld te worden, omdat het algemeen bestuur deze bevoegdheid met het Delegatiebesluit 2025 niet gedelegeerd heeft aan het dagelijks bestuur. Kort en goed omvat het mandaat van de secretaris-directeur dus ook het aangaan van samenwerkingsverbanden, voor zover dergelijke verbanden niet de vorm aannemen van het oprichten van of deelnemen in een rechtspersoon respectievelijk het treffen van een gemeenschappelijke regeling.

Artikel 8

Dit artikel regelt de verlening van ondermandaat, ondervolmacht en -machtiging door de secretaris-directeur aan de directeuren. Voor ondermandaat, ondervolmacht en -machtiging is uitsluitend plaats aangaande aangelegenheden die zich naar aard en inhoud daartoe lenen. Een directeur krijgt daarom alleen het ondermandaat en de ondermachtiging en -volmacht voor aangelegenheden die passen binnen de (afdelingen, programma’s en teams van de) directie waarvoor de betreffende directeur verantwoordelijk is. Om die reden is in lid 2 verder een aantal bevoegdheden van het ondermandaat (ondervolmacht en -machtiging) uitgesloten. Het gaat dan onder andere om het nemen van beslissingen op bezwaar en het nemen van besluiten naar aanleiding van verzoeken op grond van de Wet open overheid die betrekking hebben op directieoverstijgende aangelegenheden. Twee uitzonderingen behoeven specifieke bespreking.

Ten eerste de bevoegdheid tot het opleggen van bestuurlijke sancties en strafbeschikkingen. Onder bestuurlijke sancties vallen de last onder dwangsom, de last onder bestuursdwang en de bestuurlijke boete. Binnen de bestaande praktijk oefenen alleen de managers die betrokken zijn bij toezicht en handhaving de bevoegdheid tot het opleggen van bestuurlijke sancties en strafbeschikkingen uit. Om het mandaatbesluit in overeenstemming te brengen met deze bestaande praktijk, is de bevoegdheid tot het opleggen van bestuurlijke sancties en strafbeschikkingen in beginsel uitgezonderd van het ondermandaat. De secretaris-directeur heeft alleen aan de directeur Advies en Omgeving ondermandaat verleend voor het opleggen van bestuurlijke sancties en strafbeschikkingen tot een bedrag van maximaal 200.000 EUR. Bij een last onder dwangsom betekent dit dat het maximum aan te verbeuren dwangsommen niet meer mag bedragen dan EUR 200.000. Bij een last onder bestuursdwang wordt de overtreder in de gelegenheid gesteld om zelf de overtreding te beëindigen. Gebeurt dit niet binnen de gestelde termijn dan voert het dagelijks bestuur de last uit op kosten van de overtreder. De grens van EUR 200.000 heeft bij de last onder bestuursdwang betrekking op de ten tijde van het opleggen van de last ingeschatte kosten indien het dagelijks bestuur de last zelf zou moeten uitvoeren. Het kan voorkomen dat er door een overtreder meerdere voorschriften tegelijkertijd worden overtreden. Bijvoorbeeld twee voorschriften verbonden aan een vergunning. In dat geval kan er per overtreding een last onder dwangsom of bestuursdwang worden opgelegd. Het maximum van EUR 200.000 ziet in een dergelijk geval op het totaalbedrag aan dwangsommen respectievelijk het totaalbedrag van de kosten van de in verband met de beide overtredingen op te leggen lasten. Een dwangsombesluit wegens twee overtredingen waarbij aan last 1 en last 2 een maximale dwangsom van EUR 100.000 wordt gekoppeld kan dus in mandaat worden genomen door de directeur Advies en Omgeving. Een dwangsombesluit waarbij aan last 1 een maximum dwangsom van EUR 120.000 en aan last 2 een maximum dwangsom van EUR 90.000 wordt verbonden kan niet in mandaat worden genomen door de directeur Advies en Omgeving. Aan de afdelingsmanager Vergunningen, toezicht en handhaving en teammanager Toezicht en handhaving wordt met dit mandaatbesluit ondermandaat verleend voor het opleggen van bestuurlijke sancties en strafbeschikkingen. Daarbij geldt echter een maximum van EUR 100.000 (afdelingsmanager) respectievelijk EUR 50.000 (teammanager) in plaats van EUR 200.000.

Ten tweede de bevoegdheden met betrekking tot de HRM-aangelegenheden. Voor de normale/reguliere HRM-aangelegenheden wordt ondermandaat verleend aan de directeuren. Hieronder vallen alle HRM-aangelegenheden met uitzondering van het eenzijdig opzeggen van een arbeidsovereenkomst en het treffen van disciplinaire maatregelen (zoals het schorsen van een medewerker). Deze uitgezonderde bevoegdheden worden zodanig ingrijpend geacht dat dienaangaande uitsluitend de secretaris-directeur deze bevoegdheden in mandaat, volmacht en machtiging mag uitoefenen. Sterker nog, het uitoefenen van disciplinaire maatregelen ten aanzien van een directeur en de concerncontroller is voorbehouden aan het de secretaris-directeur na voorafgaande instemming van het dagelijks bestuur (artikel 7, tweede lid, van het mandaatbesluit). Hiermee is het mandaat van de secretaris-directeur beperkt, omdat de voorafgaande instemming van het dagelijks bestuur noodzakelijk is voor het kunnen uitoefenen van deze bevoegdheid.

In het derde en vierde lid is voorzien in de bevoegdheid voor de directeuren om rechtstreeks ondermandaat, -machtiging en -volmacht te verlenen aan medewerkers respectievelijk derden, mits aan de omschreven voorwaarden wordt voldaan. Hiertoe is echter een apart besluit nodig. Als er een apart ondermandaat (-machtiging of -volmacht) wordt verleend, geldt dat de gemandateerde de (financiële) grenzen uit het mandaatbesluit in acht dient te nemen. Dit betekent voor medewerkers bijvoorbeeld dat er in beginsel tot een bedrag van maximaal EUR 7.500 financiële verplichtingen namens het Waterschap Limburg mogen worden aangegaan.

In het vijfde en zesde lid van dit artikel is voorzien in ondermandaat, -machtiging en -volmacht van de secretaris-directeur aan de afdelingsmanager Bestuurlijk-juridische zaken. De afdeling Bestuurlijk-juridische zaken berust rechtstreeks onder de secretaris-directeur. Om die reden wordt er voorzien in een rechtstreeks ondermandaat, -machtiging en -volmacht aan deze afdelingsmanager.

Voorts voorziet het zevende en achtste lid van dit artikel in rechtstreeks ondermandaat, -machtiging en -volmacht van de secretaris-directeur aan vier onafhankelijke functies, die rechtstreeks ressorteren onder de secretaris-directeur. Het betreft de concerncontroller, de strategisch portfoliomanager, de functionaris gegevensbescherming en de CISO. Nu de concerncontroller medewerkers onder zich zal krijgen, is voor deze functionaris ook voorzien in ondermandaat, -machtiging en -volmacht ten aanzien van normale/reguliere HRM-aangelegenheden. Omdat de andere functionarissen geen personeel onder zich hebben, beschikken zij niet over ondermandaat, en -volmacht en -machtiging voor normale/reguliere HRM-aangelegenheden.

Daarnaast voorziet het negende lid in rechtstreeks ondermandaat, -machtiging en -volmacht van de secretaris-directeur aan de teammanager Financiën en de treasuryadviseur gezamenlijk voor het uitoefenen van treasurybevoegdheden. Treasurybevoegdheden zijn (1) het aantrekken van geldleningen, (2) het aangaan van kasgeldleningen, (3) het tijdelijk beleggen van overtollig kasgeld tot maximaal het uit het treasurystatuut blijkende percentage van het begrotingstotaal bij de Nederlandsche Waterschapsbank (NWB) en (4) het tijdelijk beleggen van overtollig kasgeld door middel van schatkistbankieren. De secretaris-directeur en de treasuryadviseur mogen gezamenlijk alle treasurybevoegdheden uitoefenen. De bevoegdheden van de teammanager Financiën en de treasuryadviseur gezamenlijk zijn beperkt tot het aantrekken van kasgeldleningen (en dus geen andere geldleningen), het tijdelijk beleggen van overtollig kasgeld tot maximaal het uit het treasurystatuut blijkende percentage van het begrotingstotaal bij de Nederlandsche Waterschapsbank (NWB) en het tijdelijk beleggen van overtollig kasgeld door middel van schatkistbankieren Nu de treasurybevoegdheden zijn uitgezonderd van het ondermandaat, -machtiging en -volmacht aan de directeuren, is gewaarborgd dat treasurybevoegdheden enkel uitgeoefend kunnen worden door ofwel de secretaris-directeur gezamenlijk met de treasuryadviseur (onbeperkt), danwel de teammanager Financiën en de treasuryadviseur gezamenlijk (met uitzondering van geldleningen anders dan kasleningen). Andere managers kunnen dus geen treasurybevoegdheden uitoefenen. Op deze manier is steeds ook het vier ogen-principe gewaarborgd.

Artikel 9

Dit artikel regelt het (verdere) ondermandaat, -volmacht en -machtiging aan de afdelingsmanagers (lid 1 en 2) en de programmamanagers (lid 3). Kort gezegd komt de regeling erop neer dat aan de afdelingsmanager en de programmamanager hetzelfde mandaat respectievelijk dezelfde volmacht en machtiging toekomt als de directeuren, zij het dat het mandaat is beperkt tot de aangelegenheden die behoren tot de afdeling respectievelijk het programma waarvoor de betreffende manager verantwoordelijk is. Tevens is in het vierde lid voorzien in rechtstreeks ondermandaat, -volmacht en -machtiging van de directeur Advies en Omgeving aan de Afdelingsmanager Vergunningen, toezicht en handhaving voor het opleggen van bestuurlijke sancties en het nemen van strafbeschikkingen tot een bedrag van maximaal EUR 100.000.

Aan de afdelings- en programmamanagers is de bevoegdheid toegekend om ondermandaat en -machtiging en -volmacht te verlenen met inachtneming van de beperkingen uit het mandaatbesluit (lid 6).

In een aparte bijlage bij het mandaatbesluit worden de werkterreinen van de verschillende afdelingen en programma’s beschreven.

Artikel 10

Dit artikel regelt ten eerste het (verdere) ondermandaat, -volmacht en -machtiging aan de teammanagers, projectmanagers, projectleiders en medewerkers die de rol van Budgetbeheerder vervullen. Kort gezegd komt de regeling erop neer dat aan de teammanager, projectmanager, projectleider respectievelijk een medewerker die de rol van Budgetbeheerder vervult hetzelfde mandaat respectievelijk dezelfde volmacht en machtiging toekomt als aan de afdelingsmanager respectievelijk programmamanager met betrekking tot de aangelegenheden die behoren tot het team waarvoor de betreffende manager verantwoordelijk is (lid 1, 2 en 3). Opgemerkt zij dat binnen de programma’s HWBP, Water in balans en Watersystemen ook teammanagers werkzaam zijn, die verantwoordelijk zijn voor teams met één of twee dijktrajecten onder zich. Aangezien deze teams geen specifieke naam hebben, zijn deze teams niet opgenomen in de organisatiestructuur. Het is echter wel wenselijk dat deze teammanagers over dezelfde bevoegdheden beschikken als de programmamanagers.

De bevoegdheid tot het opleggen van een bestuurlijke sanctie of het nemen van een strafbeschikking is echter van het (verdere) ondermandaat uitgezonderd. In het vierde lid is enkel voorzien in (verder) ondermandaat door de Afdelingsmanager Vergunningen, toezicht en handhaving aan de teammanager Toezicht en handhaving voor het opleggen van een bestuurlijke sanctie en het nemen van een strafbeschikking tot een bedrag van maximaal EUR 50.000.

In een aparte bijlage bij het mandaatbesluit worden de werkterreinen van de verschillende teams beschreven.

Tevens is voorzien in ondermandaat, -machtiging en -volmacht door de afdelingsmanager respectievelijk programmamanagers respectievelijk teammanager aan de projectmanagers en teamleiders (lid 7 tot en met 10) en de medewerkers die de rol van Budgetbeheerder vervullen (lid 11 tot en met 14). Voor de projectmanagers, projectleiders en medewerkers die de rol van Budgetbeheerder vervullen is het wenselijk om eveneens te voorzien in een algemeen ondermandaat, -machtiging en -volmacht, zodat aparte mandaatbesluiten voor deze medewerkers niet nodig zijn. Deze medewerkers zullen soms rechtstreeks werkzaam zijn onder een afdelingsmanager respectievelijk programmamanager in plaats van een teammanager. Om te voorzien in een algemeen ondermandaat, -machtiging en -volmacht is daarom voorzien in een regeling waarin afdelingsmanagers respectievelijk programmamanagers rechtstreeks ondermandaat, -machtiging en -volmacht verlenen aan projectmanagers, projectleiders en medewerkers die de rol van Budgetbeheerder vervullen. Tevens is voorzien in rechtstreeks ondermandaat, -machtiging en -volmacht door de teammanagers aan projectmanagers, projectleiders en medewerkers die de rol van Budgetbeheerder vervullen, die werkzaam zijn binnen hun teams.

Artikel 11

Met dit artikel wordt voorzien in de bevoegdheid voor de afdelingsmanagers, programmamanagers, teammanagers, projectmanagers en projectleiders tot (verdere) ondermandaat, volmacht en -machtiging aan medewerkers of derden (artikel 10:9 Awb). Hiertoe is echter een apart besluit nodig. Als er een apart ondermandaat (-machtiging of -volmacht) wordt verleend, geldt dat de gemandateerde de (financiële) grenzen uit het mandaatbesluit in acht dient te nemen. Dit betekent voor medewerkers bijvoorbeeld dat er in beginsel tot een bedrag van maximaal EUR 7.500 financiële verplichtingen namens het Waterschap Limburg mogen worden aangegaan, tenzij het gaat om een medewerker die genoemd is in bijlage 2. Voor deze in bijlage 2 genoemde medewerkers is in dit mandaatbesluit voorzien van rechtstreeks ondermandaat, -machtiging en -volmacht.

Artikel 12

Dit artikel regelt de financiële grenzen die gelden bij het uitoefenen van bevoegdheden in (onder)mandaat, (onder)volmacht en (onder)machtiging als gevolg waarvan door het Waterschap Limburg financiële verplichtingen worden aangegaan. Denk bijvoorbeeld aan overeenkomsten tot het leveren van diensten, goederen en werken aan het Waterschap Limburg. Bij meerjarige verplichtingen gaat het om de totale opdrachtwaarde over alle jaren. Een voorbeeld kan dit verduidelijken. Voor een afdelings- en programmamanager bedraagt de financiële grens (exclusief btw) EUR 400.000. Stel dat er sprake is van een overeenkomst voor vijf jaar waarbij de opdrachtwaarde per jaar EUR 100.000 (exclusief btw) bedraagt. De totale financiële verplichtingen die in dat geval met de overeenkomst worden aangegaan belopen in het voorbeeld EUR 500.000. Ten aanzien van een dergelijke overeenkomst kan de afdelingsmanager derhalve in ondermandaat en -volmacht geen bevoegdheden uitoefenen.

De financiële grens voor de concerncontroller is – anders dan de andere drie onafhankelijke functies – gesteld op EUR 400.000. Vanuit de werkzaamheden van de concerncontroller vloeit (onder meer) voort dat hij bijvoorbeeld opdrachten zal moeten kunnen geven voor het doen van onderzoeken. Door de concerncontroller gelijk te stellen met de afdelings- en programmamanagers is voorzien in een afdoende financiële begrenzing behorende bij de specifieke werkzaamheden van de concerncontroller.

In het tweede lid, onder d tot en met g is ook voorzien in financiële grenzen voor de projectmanagers, projectleiders, de rekenkamer en de Commissie Integriteit, medewerkers die de rol van Budgetbeheerder vervullen, medewerkers waarvoor specifieke financiële grenzen voortvloeien uit de budgetbeheerregels en alle overige medewerkers. Met deze bepaling is voorzien in een gedetailleerde en genuanceerde regeling voor het geval dat deze medewerkers bij een apart besluit ondermandaat, volmacht en -machtiging ontvangen van hun manager.

In het derde lid is voorzien in een hogere financiële grens voor de inkoop en/of aanbesteding van “werken” in de zin van de geconsolideerde Richtlijn 2014/24/EU. In de praktijk worden door het Waterschap Limburg met enige regelmaat overeenkomsten aangegaan die strekken tot de levering van werken. In de bestaande praktijk was het gewoon dat dergelijke overeenkomsten tot aan de aanbestedingsdrempel uit voornoemde richtlijn mochten worden aangegaan door directeuren, afdelings- en programmamanagers. In het mandaatbesluit is deze bestendige praktijk vastgelegd, zodat die praktijk ook gecontinueerd kan worden.

Voor het wijzigen van een overeenkomst (bijvoorbeeld door het goedkeuren meerwerk/ondertekenen VTW) gelden geen aparte financiële grenzen. Het wijzigen van reeds gesloten overeenkomsten betreft in feite het opnieuw aangaan van financiële verplichtingen namens het Waterschap Limburg. Dat betekent dat een functionaris, rol of medewerker bij het goedkeuren van meerwerk of het ondertekenen van een VTW opnieuw is gebonden aan de voor deze functionaris, rol of medewerker geldende financiële grens. Als echter door het goedkeuren van het meerwerk of het ondertekenen van een VTW het bedrag van de aanvankelijke opdrachtwaarde samen met het meerwerk de voor de betreffende functionaris, rol of medewerker geldende financiële grens wordt overschreden, dan geldt de verplichting om mededeling te doen van het goedgekeurde meerwerk aan de hiërarchisch bovengeschikte functionaris die eveneens over een mandaat voor de betreffende aangelegenheid beschikt. Deze mededelingsplicht is opgenomen om erop toe te zien dat het goedkeuren van meerwerk blijft voldoen aan de daarover binnen het Waterschap Limburg geldende regels, zoals onder meer opgenomen in het inkoop- en aanbestedingsbeleid. Een voorbeeld kan het voorgaande verduidelijken. Een teammanager is bevoegd om in ondermandaat financiële verplichtingen tot een bedrag van maximaal EUR 100.000 aan te gaan. Stel dat in ondermandaat een overeenkomst wordt gesloten met een opdrachtwaarde van EUR 95.000. Aan de teammanager wordt vervolgens een meerwerkopdracht met een waarde van EUR 7.500 ter goedkeuring voorgelegd. Het goedkeuren van deze meerwerkopdracht houdt het opnieuw uitoefenen van het ondermandaat van de teammanager in en kan door hem worden uitgeoefend omdat hij bevoegd is om tot EUR 100.000 financiële verplichtingen namens het Waterschap Limburg aan te gaan. Door het goedkeuren van de meerwerkopdracht komt de totale opdrachtwaarde echter uit op EUR 102.500. Omdat dit de grens van EUR 100.000 overschrijdt moet de teammanager de goedgekeurde meerwerkopdracht dient de teammanager – voorafgaand aan de wijziging van de overeenkomst – overleg te voeren met zijn direct bovengeschikte manager die ook over een (onder)mandaat beschikt. In zijn geval zal dit de afdelingsmanager respectievelijk programmamanager van zijn afdeling respectievelijk programma zijn.

Artikel 13-15

De in dit besluit opgenomen instructiebevoegdheden, uitsluitingen en overlegverplichtingen zijn opgenomen in artikelen 13, 14 en 15.

De instructiebevoegdheden (artikel 13) gelden aanvullend op de instructiebevoegdheden uit de Awb en komen er op neer dat bevoegdheden in (onder)mandaat of met (onder)machtiging of (onder)volmacht uitgeoefend dienen te worden met inachtneming van interne regels, beleidsregels, en beleid. Ingevolge artikel 10:6 Awb kunnen deze instructies zowel per geval als in het algemeen gegeven worden. Niet vereist is, dat zij schriftelijk worden gegeven; het kan dus ook mondeling. Dit is slechts anders als het noodzakelijk is dat het beleidsteam calamiteiten direct handelt vanwege (dreigend) gevaar. Tevens kunnen alleen disciplinaire maatregelen in (onder)mandaat of met (onder)machtiging en/of (onder)volmacht genomen worden na een voorafgaand verkregen advies van of namens de afdelingsmanager Interne dienstverlening en/of de teammanager Human resources.

In artikel 14 zijn situaties opgenomen waarin de (onder)gemandateerde, de (onder)gemachtigde en de (onder)gevolmachtigde geen gebruik maken van het (onder)mandaat, de (onder)machtiging of de (onder)volmacht. Het gaat om situaties waarin het wenselijk is dat op bestuurlijk niveau de bevoegdheden worden uitgeoefend. Dit is slechts anders als het noodzakelijk is dat het beleidsteam calamiteiten direct handelt vanwege (dreigend) gevaar. Tevens is in drie situaties voorgeschreven dat overleg plaatsvindt met de eerstvolgende hiërarchisch bovengeschikte, namelijk (1) als de (onder)gemandateerde, de (onder)gemachtigde en de (onder)gevolmachtigde twijfelt over het gebruik van het (onder)mandaat, de (onder)machtiging of de (onder)volmacht, (2) bij weigering tot het nemen van een besluit, en (3) bij een beslissing die afwijkt van het advies, als inwinning van dat advies is voorgeschreven.

In artikel 15 is overleg voorafgaand voorgeschreven als het aannemelijk is dat uitoefening van het (onder)mandaat, de (onder)machtiging of de (onder)volmacht de belangen van andere directies, afdelingen, programma’s, teams en/of projecten betrokken zijn. Mochten de managers van de betrokken directies, afdelingen, programma’s, teams en/of projecten niet tot overeenstemming komen, dan beslist de secretaris-directeur.

Artikel 17

Omdat de secretaris-directeur en uiteindelijk het dagelijks bestuur respectievelijk de voorzitter als mandaatgever verantwoordelijk zijn, dienen deze over de mogelijkheid te beschikken om aan hun verantwoordingsplicht te kunnen voldoen. Artikel 17 voorziet daarom in de verplichting van de (onder)gemandateerde, (onder)gevolmachtigde en (onder)gemachtigde om actief verantwoording af te leggen aan de secretaris-directeur en het dagelijks bestuur, dan wel de betrokken portefeuillehouder dan wel de voorzitter.

Het initiatief voor de verantwoording ligt dus bij de (onder)gemandateerde. Het in kennis stellen van het bestuur of de betrokken portefeuillehouders of voorzitter wordt afhankelijk gemaakt van het belang van de uitgeoefende bevoegdheid. Hier wordt verwezen naar de algemene toelichting met betrekking tot de bestuurlijke sensitiviteit. Het dagelijks bestuur en de voorzitter blijven bevoegd de gemandateerde, gevolmachtigde en gemachtigde bevoegdheden zo nodig zelf uit te oefenen (artikel 10:7 Awb).

Artikel 18

Artikel 18 bevat een vervangingsregeling bij afwezigheid van een manager door bijvoorbeeld (langdurige) ziekte of verlof. Managers kunnen een andere manager – bij voorkeur zoveel als mogelijk binnen dezelfde directie of afdeling – aanwijzen als plaatsvervanger of waarnemer.

Dit geldt echter niet voor de teammanager Vergunningen en de teammanager Toezicht en handhaving: zij wijzen de afdelingsmanager Vergunningen, toezicht en handhaving aan als plaatsvervanger of waarnemer. Mochten beide teammanagers gelijktijdig afwezig zijn, dan betekent dit dat de afdelingsmanager Vergunningen, toezicht en handhaving belast is met zowel de vergunningverlening voor bepaalde activiteiten, als het toezicht op en de handhaving van dezelfde activiteiten (waarvoor al dan niet een vergunning is verleend). Op grond van artikel 13.9 van het Omgevingsbesluit mag een persoon die is belast met het beoordelen van en beslissen op een aanvraag om een omgevingsvergunning, het beoordelen van en beslissen op een aanvraag om toestemming tot het treffen van een gelijkwaardige maatregel of het stellen van een maatwerkvoorschrift ten aanzien van een milieubelastende activiteit, niet worden belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de wet ten aanzien van dezelfde milieubelastende activiteit en het opleggen en ten uitvoer leggen van een bestuurlijke sanctie ten aanzien van dezelfde milieubelastende activiteit. Het gaat hier om een milieubelastende activiteit als bedoeld in Bijlage 1 bij de Omgevingswet, die is genoemd in Hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving. Nu vergunningverlening enerzijds, en toezicht en handhaving anderzijds voor dezelfde milieubelastende activiteiten niet in één hand mogen liggen, is voorzien in een regeling dat in het geval de afdelingsmanager Vergunningen, toezicht en handhaving onverhoopt voor deze beide functies als plaatsvervanger of waarnemer is aangewezen, hij onverwijld voor beide functies een andere plaatsvervanger of waarnemer aanwijst.

Artikel 19

In artikel 19 is een zogenoemde dynamische verwijzing opgenomen in verband met toekomstige wijzigingen van wetgeving waarop een (onder)gemandateerde, (onder)gevolmachtigde of (onder)gemachtigde bevoegdheid berust. Als die wetgeving wijzigt dan regelt artikel 19 dat het (onder)mandaat, de (onder)volmacht of de (onder)machtiging geacht wordt te zijn verleend op basis van de gewijzigde wetgeving. Dit betekent dat het mandaatbesluit in beginsel niet aan nieuwe wetgeving behoeft te worden aangepast. In het artikel is eveneens een dynamische verwijzing opgenomen voor het geval dat voorschriften of beleid van het Waterschap Limburg zelf wijzigen. Voor zover in het mandaatbesluit naar dergelijke voorschriften of beleid wordt verwezen geldt die verwijzing bij een wijziging van die voorschriften of dat beleid voor de aangepaste voorschriften of het aangepaste beleid. In het mandaatbesluit is bijvoorbeeld bepaald dat bij het uitoefenen van het mandaat ten aanzien van treasurybevoegdheden het geldende treasurystatuut in acht moet worden genomen. Als dat treasurystatuut wordt gewijzigd dan is de gemandateerde gehouden om het gewijzigde treasurystatuut in acht te nemen.

Artikel 20

In artikel 20 is tot slot voorzien in een actualisering van het Mandaatbesluit opgenomen indien daarvoor aanleiding bestaat. Op die manier wordt geborgd dat het mandaatbesluit blijft aansluiten bij onder meer wijzigende wet- en regelgeving.