Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR733922
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR733922/1
Verordening Individuele Inkomenstoeslag 2025
Geldend van 01-01-2025 t/m heden
Intitulé
Verordening Individuele Inkomenstoeslag 2025Onderwerp: Verordening Individuele Inkomenstoeslag 2025
Zaaknummer: 661808
Vergadering: 17 december 2024
De raad van de gemeente Hof van Twente;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders;
besluit:
vast te stellen de navolgende VERORDENING INDIVIDUELE INKOMENSTOESLAG 2025.
Artikel 1Begripsbepalingen
1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet en de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
2. In deze verordening wordt verstaan onder:
a. Bijstandsnorm: de normen als bedoeld in artikel 21, 22a en 23 van de wet;
b. Inkomen: het inkomen als bedoeld in artikel 32 van de wet, met dien verstande dat voor de zinsnede ‘een periode waarover een beroep op bijstand wordt gedaan’ moet worden gelezen ‘de referteperiode’. Een bijstandsuitkering wordt, in afwijking van artikel 32 van de wet voor de beoordeling van het recht op inkomenstoeslag als inkomen gezien.
c. Peildatum: datum waarop een persoon individuele inkomenstoeslag aanvraagt door middel van een daarvoor bestemd aanvraagformulier;
d. Referteperiode: de onafgebroken periode van 36 maanden onmiddellijk voorafgaand aan de peildatum;
e. Wet: de Participatiewet;
f. WSF 2000: Wet Studiefinanciering 2000;
g. WTOS: Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten;
Artikel 2Rechthebbenden
1. Voor een inkomenstoeslag komt in aanmerking degene, die 21 jaar of ouder maar jonger is dan de voor hem of haar geldende pensioengerechtigde leeftijd en die gedurende de referteperiode aangewezen is geweest op een inkomen per maand, dat niet hoger is dan 120% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm en geen in aanmerking te nemen vermogen heeft als bedoeld in artikel 34 van de wet.
2. Het recht op inkomenstoeslag komt gehuwden gezamenlijk toe. Zij moeten allebei, zowel afzonderlijk als gezamenlijk aan de voorwaarden voldoen. Als één van beide gehuwden niet voldoet aan de voorwaarden, dan hebben beide echtgenoten geen recht op inkomenstoeslag.
Artikel 3Uitsluitingsgronden
1. Er bestaat geen recht op een inkomenstoeslag als belanghebbende of diens partner in de referteperiode buiten Nederland heeft verbleven en het verblijf buiten Nederland, per kalenderjaar bezien, langer was dan de periode genoemd in artikel 13 lid 1 onder e of artikel 13 lid 4 onder a van de wet;
2. Het college kan het recht op een inkomenstoeslag voor 1 jaar uitsluiten als belang-hebbende of diens partner in de referteperiode een maatregel op grond van de Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ en Wet inburgering 2021, wegens het niet nakomen van de (niet) geüniformeerde verplichtingen met betrekking tot de arbeidsinschakeling en een tegenprestatie is opgelegd;
3. Het college kan het recht op een inkomenstoeslag voor 1 jaar uitsluiten als belang-hebbende of diens partner in de referteperiode een maatregel op grond van de Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ en Wet inburgering 2021, wegens tekortschietend besef van verantwoordelijk voor de voorziening in het bestaan is opgelegd.
4. Een belanghebbende of diens partner op de peildatum of in de referteperiode een inkomen geniet of heeft genoten op grond van de Wet op de Studiefinanciering of de Wet Tegemoetkoming Onderwijsbijdrage en Schoolkosten.
Artikel 4Langdurig laag inkomen
Een persoon heeft langdurig een laag inkomen als bedoeld in artikel 36, eerste lid, van de wet als gedurende de referteperiode het in aanmerking te nemen inkomen niet hoger is dan 120% van de toepasselijke bijstandsnorm inclusief vakantiegeld (VT).
Artikel 5Hoogte van de toeslag
1. De inkomenstoeslag bedraagt per jaar:
a. voor een alleenstaande € 370,00;
b. voor een alleenstaande ouder € 474,00;
c. voor gehuwden/samenwonenden zonder kinderen € 529,00; en
d. voor gehuwden/samenwonenden met kinderen € 633,00.
2. Het recht op inkomenstoeslag komt gehuwden gezamenlijk toe. Zij voldoen allebei, zowel afzonderlijk als gezamenlijk, aan de voorwaarden. Als één van beide gehuwden niet voldoet aan de voorwaarden, dan hebben beide echtgenoten geen recht op de individuele inkomenstoeslag.
3. Indien één van de gehuwden op de peildatum is uitgesloten van het recht op inkomenstoeslag ingevolge artikel 11 of artikel 13 lid 1 van de wet komt de recht-hebbende echtgenoot in aanmerking voor een inkomenstoeslag naar de hoogte die voor hem als alleenstaande of alleenstaande ouder zou gelden.
4. Voor de toepassing van het eerste, tweede en derde lid is de gezinssituatie op de datum van aanvraag bepalend.
Artikel 6Hardheidsclausule
Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen ten gunste van de recht-hebbende afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Artikel 7Beleid
Burgemeester en wethouders kunnen ten behoeve van de uitvoering van deze verordening nadere regels stellen.
Artikel 8Indexering
Burgemeester en wethouders kunnen jaarlijks de hoogte van de bijdrage opnieuw vaststellen.
Artikel 9Onvoorziene gevallen
In gevallen, de uitvoering van deze verordening betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders.
Artikel 10Citeertitel
Deze verordening kan aangehaald worden als de Verordening Individuele Inkomenstoeslag 2025.
Artikel 11Inwerkingtreding
1. De Verordening Individuele Inkomstentoeslag 2025 van de gemeente Hof van Twente treedt in werking op 1 januari 2025.
2. De Verordening Individuele Inkomstentoeslag 2021 wordt gelijktijdig ingetrokken.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Hof van Twente d.d. 17 december 2024.
De raad van Hof van Twente,
de griffier, de voorzitter,
H.M. Meerman drs. H.A.M. Nauta-van Moorsel MPM
Toelichting op de Verordening Individuele Inkomenstoeslag 2025
De individuele inkomenstoeslag is niet gerelateerd aan bepaalde kosten. Het is een inkomensondersteunende maatregel voor bepaalde personen die langdurig een laag inkomen hebben en daarbij, gelet op de omstandigheden van die persoon, geen uitzicht hebben op inkomensverbetering (artikel 36, eerste lid, van de Participatiewet).
Bij verordening moeten regels vastgesteld worden over het verlenen van een individuele inkomenstoeslag. Deze regels moeten in ieder geval betrekking hebben op de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de begrippen ‘langdurig’ en ‘laag inkomen’. Op grond van deze verordening is geen sprake van een laag inkomen bij een inkomen hoger dan 120% van de toepasselijke bijstandsnorm. Daarnaast moet bij verordening de hoogte van de individuele inkomenstoeslag bepaald worden. Bij de beoordeling van het criterium 'geen uitzicht op inkomensverbetering' moet het college rekening houden met de omstandigheden van de persoon. Er is in principe geen zicht op inkomensverbetering als de aanvrager dat ook de afgelopen 3 jaar (zie ook referteperiode) buiten zijn toedoen niet heeft kunnen realiseren.
Artikelsgewijze toelichting
Artikel 1Begrippen
Begrippen die in de Participatiewet voorkomen hebben in deze verordening dezelfde betekenis als in de Participatiewet. Ten aanzien van een aantal begrippen, die niet in de Participatiewet staan is een definitie gegeven in deze verordening.
Met de bijstandsnorm wordt altijd bedoeld de voor de aanvrager geldende norm.
Referteperiode: dit is een periode van drie jaar gedurende welke men aan de voor-waarden voor het recht op een inkomenstoeslag moet hebben voldaan om hiervoor in aanmerking te kunnen komen. Nadat iemand 3 jaar op een minimum inkomen is aangewezen, is er over het algemeen niet veel reserveringsruimte meer aanwezig.
De minimumleeftijd voor het recht op een inkomenstoeslag is 21 jaar. Iemand is immers vanaf een leeftijd van 18 jaar voor de bijstand een zelfstandig rechtssubject.
Peildatum: de datum waarop men de inkomenstoeslag aanvraagt.
Artikel 2Rechthebbenden
Iemand heeft recht op een inkomenstoeslag als hij gedurende een periode van drie jaar een inkomen heeft gehad, dat niet hoger is dan 120% van de voor hem geldende bijstandsnorm. Dit inkomen hoeft niet te zijn een inkomen uit een bijstandsuitkering. Ook mensen die een inkomen hebben uit of in verband met arbeid dat gelijk is aan of lager is dan de bijstandsnorm, komen voor de toeslag in aanmerking. Het recht op inkomens-toeslag komt gehuwden gezamenlijk toe. Zij moeten allebei, zowel afzonderlijk als gezamenlijk aan de voorwaarden voldoen. Als één van beide gehuwden niet in aanmerking komt voor het recht op inkomenstoeslag wegens het niet voldoen aan de voorwaarden als genoemd in artikel 36 Participatiewet of in deze verordening, hebben beide echtgenoten geen recht op inkomenstoeslag.
Artikel 5Hoogte van de toeslag
De gezinssituatie op de peildatum is bepalend voor welke toeslag men krijgt.
Als er sprake is van een niet-rechthebbende partner (artikel 11 van de wet) of als een partner uitgesloten is van het recht op bijstand (artikel 13, lid 1 van de wet), bijvoorbeeld vanwege detentie, dan kan de rechthebbende partner in aanmerking komen voor een inkomenstoeslag. De hoogte van de toeslag is dan die voor een alleenstaande of alleen-staande ouder. Als het vermogen van de rechthebbende op de peildatum hoger is dan het vrij te laten vermogen als bedoeld in artikel 34 van de wet, bestaat er geen recht.
Omdat de inkomenstoeslag een vorm van bijzondere bijstand is, wordt in het derde lid ook zo’n regeling gegeven voor het recht op inkomenstoeslag. Dit is iets anders dan als een van de gehuwden geen recht heeft op de inkomenstoeslag, omdat niet wordt voldaan aan de voorwaarden. Dan bestaat in het geheel geen recht op een inkomenstoeslag.
Ondertekening
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl