Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR733881
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR733881/1
Beleidsuitgangspunten legger oppervlaktewateren, 2022
Geldend van 20-02-2024 t/m heden
Intitulé
Beleidsuitgangspunten legger oppervlaktewateren, 2022Het Algemeen Bestuur van waterschap Aa en Maas;
gelezen het voorstel van het Dagelijks Bestuur van 18 januari 2022;
gezien het advies van de Commissie Algemene Financiële Zaken van 3 februari 2022;
overwegende dat:
- -
Bij de inwerkingtreding van de Omgevingswet, verwijzingen naar regelgeving in beleidsnota’s hier op aangepast dienen te worden;
- -
de beleidsuitgangspunten legger oppervlaktewater, vastgesteld door het algemeen bestuur in 2010, louter redactioneel aangepast moet worden ten behoeve van de Omgevingswet en de Waterschapsverordening en er geen inhoudelijke wijzigingen noodzakelijk zijn;
B E S L U I T :
- 1.
De beleidsuitgangspunten legger oppervlaktewater in te trekken;
- 2.
De beleidsuitgangspunten legger oppervlaktewater, 2022 vast te stellen
- 3.
Dit besluit treedt in werking op 20 februari 2024
Aldus vastgesteld in de vergadering van het algemeen bestuur d.d. 25 februari 2022,
Het algemeen bestuur,
de secretaris,
Pieter Sennema
de dijkgraaf,
Mario Jacobs
Beleidsuitgangspunten legger oppervlaktewateren
Vastgesteld door het Algemeen Bestuur d.d. 1 oktober 2010
Beleidsneutraal gewijzigde versie t.b.v. inwerkingtreding Omgevingswet vastgesteld door het Algemeen Bestuur d.d. 25 februari 2022
Aanleiding
Artikel 2.39 van de Omgevingswet schrijft voor dat het waterschap dient te beschikken over een legger voor waterstaatswerken. Daarbij is in de wet tevens aangegeven welke gegevens minimaal in de legger opgenomen dienen te worden (zie bijlage 1). Door de provincie is in de Omgevingsverordening nader omschreven welke waterlopen in de legger vastgelegd dienen te worden en wanneer dwarsprofielen moeten worden opgenomen (zie bijlage 2).
Daarnaast schrijft de Waterschapswet voor dat het waterschap dient te beschikken over een legger waarin de onderhoudsplichtigen en de onderhoudsverplichtingen zijn opgenomen (zie bijlage 1). Beide wettelijke verplichtingen zullen door het waterschap in één legger geïnte-greerd worden.
Het waterschap rest nog een zekere beleidsvrijheid wat wel of niet in de legger wordt opgenomen. In deze beleidsnotitie is deze beleidsvrijheid door middel van een aantal beleidsuitgangspunten ingevuld. Tezamen met een aantal technische uitgangspunten geeft dit de kaders voor de legger (zie figuur 1).
Figuur 1: Kaders voor de legger.
Functie legger
Behalve dat het hebben van de legger een wettelijke verplichting is, is een legger noodzakelijk voor de goede taakuitoefening van het waterschap. Namelijk:
- •
Biedt transparantie over taken en verantwoordelijkheden over de onderhoudstoestand
- •
Planmatig uitvoeren van beheer, onderhoud en inrichtingsmaatregelen
- •
Biedt input voor beleidsvorming en -evaluatie
Relatie met beheerregister
Naast een legger beschikt het waterschap thans over een beheerregister van de oppervlaktewateren. Hierin wordt de huidige onderhoudstoestand van de waterlopen en de hierin aanwezige kunstwerken vastgelegd. In het beheerregister kunnen uit beheeroogpunt ook andere, niet-legger gegevens worden vastgelegd, zoals ecologische kenmerken van de watergangen. Op basis van de gegevens uit het beheerregister kan het groot onderhoud op planmatige wijze worden uitgevoerd. Het beheerregister is daarmee een beheer ondersteunend instrument. Dat is de reden dat het beheerregister oppervlaktewateren, in tegenstelling tot de legger oppervlaktewateren, geen wettelijk status heeft.
Uitgangspunt 1
Het waterschap beschikt over een visie op de inrichting van het watersysteem.
Toelichting
Een goede inrichting van de waterlopen is van essentieel belang om te komen tot een duurzaam en veerkrachtig watersysteem. De legger is hiervoor een belangrijk instrument. In de legger legt het waterschap de gewenste inrichting van de waterlopen vast. Deze is richtinggevend voor het planmatig uitvoeren van beheer en onderhoud.
Onze omgeving verandert snel (beleidswijzigingen, ruimtelijke en technologische ontwikkelingen). Bovendien is niet zeker hoe het klimaat zich de komende jaren gaat ontwikkelen. Het waterschap gaat een visie op de inrichting van het watersysteem opstellen om zo adequaat mogelijk in te kunnen springen op toekomstige veranderingen. Deze visie bepaalt mede de randvoorwaarden waaraan watergangen dienen te voldoen. Veranderingen aan de watergangen, indien nodig, worden in de regel bij groot onderhoud of herinrichting doorgevoerd. Een en ander loopt via een vergunning eigen dienst of projectbesluit waarbij de nieuwe afmetingen in de legger worden vastgelegd.
Uitgangspunt 2
Het waterschap beschikt over een altijd actuele en digitaal toegankelijke legger.
Toelichting
Overeenkomstig artikel 5.21 omgevingsverordening dient het waterschap te beschikken over een legger waarin de dwarsprofielen van de oppervlaktewateren onder beheer van het waterschap zijn vastgelegd.
Leggerwijzigingen als gevolg van het uitvoeren van werken en verleende ontheffingen worden zo spoedig mogelijk doorgevoerd in de legger. Hierdoor beschikt het waterschap over een continu actuele legger. Via de website van het waterschap zal de legger voor een ieder toegankelijk zijn om te raadplegen.
Uitgangspunt 3
Tot de vrij meanderende wateren worden gerekend alle beken met de functie waternatuur en verweven.
Toelichting
De Omgevingsverordening geeft voor zogenaamde “vrij meanderende wateren” een vrijstelling van de wettelijke verplichting om de vorm en afmeting van een waterloop vast te leggen in de legger. De ligging van deze wateren kan worden aangegeven door middel van een zone waarbinnen de waterloop zich feitelijk kan bevinden. Voor “vrij meanderende wateren” met een maatgevende afvoer van 30 liter per seconde of meer, dienen wel de ondersteunende kunstwerken, te worden omschreven. Het waterschap is bevoegd om aan te geven welke wateren in het beheergebied worden gerekend tot de “vrij meanderende wateren”.
Voor een aantal beken met de functie “waternatuur” of de functie “verweven” geldt een inrichtingsopgave voor beekherstel. Betreffende beken mogen in meer of mindere mate meanderen als gevolg van natuurlijke processen. Omdat daarmee de vorm en afmeting van de waterloop beperkt vastligt, maakt het waterschap gebruik van de mogelijkheid om deze wateren als “vrij meanderende wateren” aan te merken. In totaal betreft het circa 200 km van de in totaal circa 2800 km leggerwaterlopen (huidige situatie). De betreffende waterlopen zullen als zodanig op de legger worden opgenomen zodra het inrichtingsplan bestuurlijk is vastgesteld. Ook de noodzakelijke afvoercapaciteit van deze waterlopen zal in de legger opgenomen worden. Het onderhoud van het waterschap is er op gericht deze afvoercapaciteit in stand te houden.
Uitgangspunt 4
Het waterschap neemt in de legger voor de categorie A waterlopen een ontwerpmaat en een ingreepmaat op.
Toelichting
In de huidige situatie zijn waterlopen met één maat (de zogenaamde “leggerafmetingen”) vastgelegd in de legger. Strikt genomen dienen uit oogpunt van peilbeheer de leggerwaterlopen altijd aan deze leggerafmetingen te voldoen. In de praktijk is dat niet het geval en ook niet nodig. Omdat namelijk veel van de leggerwaterlopen voldoende ruim gedimensioneerd zijn, is er pas een noodzaak voor groot onderhoud als een deel van het leggerprofiel reeds met bagger en/of grond is gevuld. Het tijdstip van groot onderhoud wordt daarbij op basis van een beheerderoordeel bepaald. Dit oordeel is weliswaar deskundig maar onvoldoende transparant en afrekenbaar. Want hoe kan een aanliggende eigenaar in zo’n situatie vaststellen of het waterschap de waterloop op de gewenste afmetingen heeft?
Het waterschap hecht eraan om het groot onderhoud meer transparant en afrekenbaar uit te voeren. Hiertoe zal het waterschap per categorie A waterloop zowel een ontwerpmaat als een ingreepmaat vastleggen. Hierbij is de ontwerpmaat de oorspronkelijke ontwerp afmeting en de ingreepmaat de minimale afmeting van de waterloop uit oogpunt van aan- en afvoer van water. De ingreepmaat wordt mede op basis van het beheerderoordeel per waterloop bepaald. Introductie van de ingreepmaat heeft geen effect op de omvang van de baggerachterstanden die zijn ontstaan als gevolg van jarenlang te beperkt baggeren. Het waterschap blijft de komende jaren dan ook onverminderd energie steken in het wegwerken van deze achterstanden.
Ondertekening
BIJLAGE 1
OMGEVINGSWET
Artikel 2.39 Legger
- 1.
De beheerder van waterstaatswerken stelt een legger vast, waarin is omschreven waaraan die waterstaatswerken naar ligging, vorm, afmeting en constructie moeten voldoen.
- 2.
Het eerste lid is niet van toepassing op waterstaatswerken die op grond van artikel 2.18, tweede lid, of 2.20, derde lid, in beheer zijn bij een ander openbaar lichaam dan een waterschap of het Rijk.
- 3.
Als bijlage bij de legger wordt voor primaire waterkeringen of waterkeringen waarvoor omgevingswaarden zijn vastgesteld als bedoeld in artikel 2.13, eerste lid, onder a, of 2.15, eerste lid, onder e, een technisch beheerregister opgenomen, waarin de voor het behoud van het waterkerend vermogen kenmerkende gegevens van de constructie en de feitelijke toestand nader zijn omschreven.
- 4.
Bij of krachtens omgevingsverordening of, voor waterstaatswerken in beheer bij het Rijk, algemene maatregel van bestuur, kan vrijstelling worden verleend van de in het eerste lid bedoelde verplichtingen voor waterstaatswerken die zich naar hun aard of functie niet lenen voor het omschrijven van die elementen, of die geringe afmetingen hebben.
WATERSCHAPSWET
Artikel 78 lid 2
Tevens stelt het algemeen bestuur vast de legger waarin de onderhoudsplichtigen en de onderhoudsverplichtigen worden aangewezen.
BIJLAGE 2
OMGEVINGSVERORDENING
Artikel 5.21 Aanvullende bepalingen waterstaatswerken
Lid 1
De legger bevat in aanvulling op artikel 2.39 van de wet in ieder geval:
- a.
het lengteprofiel en dwarsprofielen van de primaire- en regionale waterkeringen;
- b.
het dwarsprofiel van de oppervlaktewaterlichamen onder beheer van het waterschap.
Lid 2
De waterschapsverordening bevat als werkingsgebied van waterstaatswerken met de daarbij behorende beschermingszone voor de primaire waterkeringen het profiel van vrije ruimte.
Artikel 5.22 Maatwerkregel leggerplicht voor oppervlaktewaterlichamen
Lid 1
De verplichting, bedoeld in artikel 2.39 van de wet, met betrekking tot omschrijving van de vorm, afmeting en constructie van het oppervlaktewaterlichaam is niet van toepassing op oppervlaktewaterlichamen met een maatgevende afvoer van minder dan 30 liter per seconde.
Lid 2
De verplichting, bedoeld in artikel 2.39 van de wet, met betrekking tot omschrijving van de vorm en afmeting van het betreffende oppervlaktewaterlichaam, is niet van toepassing op vrij meanderende oppervlaktewaterlichamen. De ondersteunende kunstwerken, die deel uitmaken van vrij meanderende oppervlaktewaterlichamen met een maatgevende afvoer van 30 liter per seconde of meer, worden wel omschreven.
Lid 3
Het waterschapsbestuur stelt een overzichtskaart vast van:
- a.
de oppervlaktewaterlichamen, bedoeld in het eerste lid, weergegeven als lijnelement; en
- b.
de vrij meanderende oppervlaktewaterlichamen, bedoeld in het tweede lid, weergegeven door een zone waarbinnen het oppervlaktewaterlichaam zich feitelijk kan bevinden.
Lid 4
De verplichting bedoeld in het derde lid geldt niet voor oppervlaktewaterlichamen met een maatgevende afvoer van minder dan 10 liter per seconde.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl