Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR733870
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR733870/1
Taken en verantwoordelijkheden van het waterschap in (semi) geïsoleerde wateren, 2022
Geldend van 20-02-2024 t/m heden
Intitulé
Taken en verantwoordelijkheden van het waterschap in (semi) geïsoleerde wateren, 2022Het Dagelijks Bestuur van waterschap Aa en Maas;
overwegende dat:
- -
Per 1 januari 2024 de Omgevingswet in werking is getreden en dat verwijzingen naar regelgeving in beleidsnota’s hier op aangepast dienen te worden;
- -
Taken en verantwoordelijkheden van het waterschap in (semi) geïsoleerde wateren, vastgesteld door het dagelijks bestuur in 2008, louter redactioneel aangepast moet worden ten behoeve van de Omgevingswet en de Waterschapsverordening en er geen inhoudelijke wijzigingen noodzakelijk zijn;
B E S L U I T :
- 1.
Taken en verantwoordelijkheden van het waterschap in (semi) geïsoleerde wateren in te trekken;
- 2.
Taken en verantwoordelijkheden van het waterschap in (semi) geïsoleerde wateren 2022 vast te stellen;
- 3.
Dit besluit treedt in werking op 20 februari 2024
Aldus vastgesteld in de vergadering van het dagelijks bestuur d.d. 30 januari 2024,
Het dagelijks bestuur,
de secretaris,
Pieter Sennema
de dijkgraaf,
Mario Jacobs
Taken en verantwoordelijkheden van het waterschapin (semi) geïsoleerde wateren
Vastgesteld door Dagelijkse Bestuur d.d. 2 april 2008
Beleidsneutraal gewijzigde versie t.b.v. inwerkingtreding Omgevingswet vastgesteld door het dagelijks bestuur d.d. 30 januari 2024
Reikwijdte en opzet notitie
Het waterschap is als waterbeheerder verantwoordelijk voor het publiek beheer van het regionaal watersysteem. Hiermee wordt een groot maatschappelijk belang gediend.
Deze notitie gaat bondig in op de taken en verantwoordelijkheden van het waterschap in geïsoleerde en semi-geïsoleerde wateren. Deze notitie geeft het bestaande beleid van de waterschappen op hoofdlijnen weer en bevat dus niet alle specifieke nuances per waterschap en ook geen aanzetten tot nieuw beleid.
De uitgangspunten die het waterschap hierbij hanteert zijn gerangschikt naar de verschillende rollen die het waterschap invult. De uitgangspunten worden in deze notitie nader toegelicht.
Definitie geïsoleerde wateren
Onder geïsoleerde wateren wordt in deze notitie verstaan: Oppervlaktewateren die niet in open verbinding staan met het hoofdoppervlaktewatersysteem. Dit betekent dat geïsoleerde wateren uitsluitend worden gevoed met regenwater en grondwater. In de Nederlandse situatie kunnen de meeste geïsoleerde wateren overtollig water wel afvoeren via een overlaat.
Veel ogenschijnlijk geïsoleerde wateren zijn in feite semi geïsoleerd. Hierbij wordt het water via een regelbaar kunstwerk gescheiden van het hoofdwatersysteem. Semi geïsoleerde wateren kunnen dus ook met oppervlaktewater gevoed worden. Voorbeelden van (semi) geïsoleerde wateren in Brabant zijn: vennen, wielen, zandwinplassen, stadsvijvers en blusvijvers. Hoofdwatersysteem en geïsoleerde wateren maken beide onderdeel van het regionale watersysteem en vallen zodoende onder de waterbeheerstaak van het waterschap. Daarnaast is in gevallen het waterschap naast waterbeheerder ook eigenaar van de ondergrond van het hoofdoppervlaktewatersysteem. Voor geïsoleerde wateren is dit meestal niet het geval.
Waterschap als waterautoriteit
Uitgangspunt 1
Het waterschap neemt geïsoleerde wateren in het waterbeheerplan/-programma op indien hieraan specifieke functies en doelstellingen gekoppeld zijn.
Toelichting
In het kader van de Waterschapswet en de Omgevingswet is het waterschap verantwoordelijk voor het waterbeheer van het regionaal watersysteem. Ongeacht wie hier de eigenaar van is. Het waterbeheer dient planmatig en transparant uitgevoerd te worden. Om die redenen stelt het waterschap eens per zes jaar een waterbeheerplan/-programma op. In het waterbeheerplan/-programma is op hoofdlijnen aangegeven welke functies aan de oppervlaktewateren zijn toegekend, welke doelstellingen worden nagestreefd en wat de bijdrage van het waterschap is om deze doelstellingen te realiseren.
Functietoekenning vindt voornamelijk plaats door de provincie. Voor geïsoleerde wateren spelen reeds aanwezige natuurwaarden of potenties voor natuurontwikkeling een belangrijke rol bij functietoekenning. Voor het toekennen van de gebruiksfunctie zwemwater zijn ook de verplichtingen die voortvloeien uit de zwemwaterrichtlijn en het daadwerkelijk gebruik van het geïsoleerde water als zwemwater van belang.
Uitgangspunt 2
Geïsoleerde wateren met een specifieke functie worden door het waterschap opgenomen in het monitoringsprogramma.
Toelichting
Teneinde vast te kunnen stellen of het gevoerde beleid van het waterschap succesvol is en de oppervlaktewateren aan de gestelde doelstellingen voldoen, heeft het waterschap een monitoringprogramma ingericht. Geïsoleerde wateren waaraan een functie is toegekend maken hier onderdeel van uit. De meetfrequentie in geïsoleerde wateren is over het algemeen laag. Dit betekent dat er veelal een beperkte hoeveelheid informatie beschikbaar is. De geïsoleerde wateren waaraan een zwemwaterfunctie is toegekend, vormen hierop een uitzondering. De provincie heeft als bevoegd gezag voor de wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden de monitoring van de kwaliteit van regionale oppervlaktewateren met de functie zwemwater, onder gebracht bij de waterschappen. Overeenkomstig de wettelijke eisen worden de zwemwateren elk badseizoen onderzocht.
Daar waar geïsoleerde wateren niet aan de functie eisen voldoen, dienen herstelplannen opgesteld te worden. Het waterschap prioriteert deze waar nodig in het waterbeheersplan/-programma.
Uitgangspunt 3
Indien aan een geïsoleerd water een specifieke functie is toegekend waarbij niet aan de functie eisen wordt voldaan, adviseert het waterschap de eigenaar en/of functiehouder over de verdere aanpak
Toelichting
Als regionale waterautoriteit beschikt het waterschap over veel watersysteemkennis. Bij het optreden van beheerproblemen kunnen eigenaren van geïsoleerde wateren in principe een beroep doen op deze deskundigheid. Daar waar het een geïsoleerd water betreft met een specifieke functie die is vastgelegd in het waterbeheerplan/-programma, zal het waterschap altijd adviseren. In het geval van geïsoleerde wateren met een zwemwaterfunctie is er naast een eigenaar ook vaak een functiehouder (badbeheerder). De advisering zal zich in dat geval veelal richten op de functiehouder.
Indien het geïsoleerde wateren betreft waaraan geen specifieke functie is toegekend, maakt het waterschap per geval een afweging in hoeverre aan een dergelijk verzoek gehoor zal worden gegeven. De mate waarin dergelijke wateren openbaar toegankelijk zijn, speelt hierbij een rol. In de meeste gevallen zal de inbreng beperkt blijven tot het ter beschikking stellen van informatie.
N.B.: Op de uitvoerende taken van het waterschap wordt in deze notitie afzonderlijk ingegaan bij de uitgangspunten 6, 7 en 8.
Waterschap als bevoegd gezag
Uitgangspunt 4
Als bevoegd gezag reguleert het waterschap in geïsoleerde wateren activiteiten van derden
Toelichting
In het kader van de Waterschapswet en de Omgevingswet is het waterschap bevoegd gezag voor het regionale watersysteem. Als bevoegd gezag dient het waterschap het publieke belang op het gebied van regionaal waterbeheer. Dit belang is veelal functie afhankelijk en door middel van normen afrekenbaar gemaakt (normen voor aan- en afvoer, wateroverlast, waterkwaliteit). Door middel van schouwvoering, vergunningverlening en handhaving worden activiteiten van derden zodanig gereguleerd dat dit geen afbreuk doet aan de maatschappelijke waterbeheer doelstellingen. In vergelijking met de hoofdwaterlopen zijn de regulerende activiteiten in geïsoleerde wateren over het algemeen beperkt qua omvang.
Uitgangspunt 5
In geval van een calamiteit kan het waterschap als bevoegd gezag handelend optreden in geïsoleerde wateren, dan wel anderen tot handelen dwingen
Toelichting
Overeenkomstig artikel 4.67 Invoeringswet Omgevingswet beschikt het waterschap over een calamiteitenplan. Dit plan vormt het kader voor het optreden van het waterschap bij oppervlaktewater gerelateerde calamiteiten. In geval van een calamiteit is het waterschap bevoegd om handelend op te treden dan wel anderen tot handelen te dwingen. Dit met als doel de schade voor het watersysteem tot een minimum te beperken. Bij het bestrijden van calamiteiten werkt het waterschap nauw samen met anderen (onder ander brandweer en politie). In het geval van stedelijke wateren (inclusief de geïsoleerde wateren in stedelijk gebied) kan het waterschap nadere afspraken maken met de gemeente wie in welke situatie (bijvoorbeeld, vissterfte, botulisme, blauwalgen, zuurstoftekort) handelend optreedt. Indien dergelijke afspraken niet zijn gemaakt kan het waterschap naar bevinden handelen.
Waterschap als uitvoerder
Uitgangspunt 6
Het waterschap zorgt waar mogelijk voor de juiste hydrologische randvoorwaarden van geïsoleerde wateren
Toelichting
Het waterschap is verantwoordelijk voor het peilbeheer in het regionale watersysteem, zowel voor de hoofdwaterlopen als de geïsoleerde wateren. Hiermee zorgt het waterschap waar mogelijk voor de juiste hydrologische randvoorwaarden voor de verschillen (gebruiks)functies. Voor de hoofdwaterlopen staat het instandhouden van de afvoercapaciteit (veelal vastgelegd door middel van leggerafmetingen van waterlopen in de legger) centraal. De uitvoerende taken voor het waterschap zijn hier het maaien, baggeren en herprofileren van leggerwaterlopen en het feitelijk peilbeheer door middel van stuwen en gemalen. Voor de geïsoleerde wateren zijn de mogelijkheden voor peilbeheer over het algemeen beperkt. Het waterschap vult voor geïsoleerde wateren de rol van waterbeheerder vooral in door toezicht te houden op activiteiten van derden die mogelijk van invloed zijn op het waterpeil en de waterkwaliteit (zie bij waterschap als bevoegd gezag).
Uitgangspunt 7
Het waterschap heeft als waterbeheerder geen uitvoerende taak in het regulier onderhoud van geïsoleerde wateren
Toelichting
In geïsoleerde wateren ligt de verantwoordelijkheid voor het in goede staat houden van het water in principe bij de eigenaar. De eigenaar zal regulier onderhoud uitvoeren om het eigendom in goede staat te houden. Voor geïsoleerde wateren waaraan een functie is toegekend, is het “in goede staat houden” in belangrijke mate afhankelijk van de functie-eisen. Het waterschap gaat er vanuit dat de eigenaar hier het reguliere onderhoud uitvoert op basis van een onderhoudsplan.
Om verlanding tegen te gaan dient een geïsoleerd water periodiek gebaggerd te worden. Ook het reguleren van de visstand en het instandhouden van de oevers behoort tot de verantwoordelijkheid van de eigenaar. In de zwemzone van zwemwateren houdt de functiehouder de plantengroei in toom door deze regelmatig te maaien.
Inrichtingsmaatregelen ter versterking van de gebruiksfuncties, zoals het aanleggen van vissteigers, drijflijnen in zwemwateren etc., wordt eveneens tot de verantwoordelijkheid van de eigenaar en/of functiehouder gerekend.
Uitgangspunt 8
Het waterschap draagt bij aan het uitvoeren van herstelmaatregelen in geïsoleerde wateren indien het de reguliere beheertaken van de eigenaar en/of functiehouder overstijgt
Toelichting
Als bij voortduring niet wordt voldaan aan de doelstellingen die aan een geïsoleerd water zijn toegekend, dienen er herstelmaatregelen te worden uitgevoerd. Indien nodig kan hiervoor een herstelplan opgesteld worden. In het geval dat de problemen rechtstreeks het gevolg zijn van het eigen gevoerde beheer (bijvoorbeeld waterkwaliteitsproblemen zoals vissterfte, blauwalgen en stank, als gevolg van achterstallig onderhoud) dient de eigenaar en/of functiehouder zelf de herstelmaatregelen uit te voeren. Daar waar de oorsprong van de problemen buiten de directe beïnvloedingssfeer van de eigenaar liggen (bijvoorbeeld het verzuren en vermesten van vennen als gevolg van atmosferische depositie) en het oplossen van de problemen veel meer vergt dan op basis van het reguliere beheer van de eigenaar gevraagd kan worden, draagt het waterschap bij aan het oplossen van de problemen. Dit kan zowel financieel zijn als uitvoerend. Hierbij wordt per geval gekeken wat de hoogte/omvang van de bijdrage dient te zijn. Voor geïsoleerde wateren met een specifieke functie wordt hierbij meegewogen in hoeverre de eigenaar beschikt over een onderhoudsplan voor het betreffende water en of het onderhoud volgens plan wordt uitgevoerd.
Waterschap als eigenaar
Uitgangspunt 9
Indien het waterschap eigenaar is van een geïsoleerd water, is het waterschap – naast de publiekrechtelijke taken – zelf verantwoordelijk voor het regulier beheer en het oplossen van eventuele knelpunten
Toelichting
In een aantal gevallen is het waterschap niet alleen waterbeheerder maar ook eigenaar van een geïsoleerd water. Uitvoerende taken die bij de eigenaar liggen, komen als gevolg hiervan automatisch bij het waterschap te liggen.
Ondertekening
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl