Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR733833
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR733833/1
Regeling vervalt per 01-01-2026
Verordening op de heffing en de invordering van leges 2025
Geldend van 01-01-2025 t/m 31-12-2025 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2025
Intitulé
Verordening op de heffing en de invordering van leges 2025Nummer 598428/598444
De raad van de gemeente Renswoude;
Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 5 november 2024;
gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet, de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet en artikel 13.1a van de Omgevingswet;
BESLUIT:
Vast te stellen de volgende verordening:Verordening op de heffing en de invordering van leges 2025.
Artikel 1 Definities
Deze verordening verstaat onder:
- dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
- jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;
- kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december;
- maand: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;
- week: een aaneengesloten periode van zeven dagen.
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:
a. het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;
b. het verlenen van een dienst op aanvraag; of
c. het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document;
een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Artikel 3 Belastingplicht
Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.
Artikel 4 Vrijstellingen Tarieven
Leges worden niet geheven voor:
a. diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;
b. diensten die ingevolge een wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;
c. stukken of inlichtingen, door openbare besturen, ambtenaren en instellingen in het openbaar belang aangevraagd;
Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven
1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Artikel 6 Wijze van heffing
De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 7 Termijnen van betaling
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 6:
a. mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
b. schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen veertien dagen na de dagtekening van de kennisgeving
c. langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan onverwijld, dan wel als die mogelijkheid wordt geboden binnen 14 dagen na het indienen van de aanvraag langs elektronische weg;
d. langs elektronische weg na indiening van de aanvraag wordt gedaan, binnen 14 dagen na dagtekening van kennisgeving.
3. Met betrekking tot de diensten als bedoeld in Titel 2, omgevingsvergunning, van de bij deze verordening behorende tabel en waarvoor de te heffen leges meer bedragen dan
€ 9.260,-- kunnen de leges worden betaald in drie maandelijkse termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgende op die van de dagtekening van de kennisgeving, de tweede en derde telkens een maand later.
2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Artikel 8 Kwijtschelding
Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 9 vermindering of teruggaaf
Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst, besluit of handeling wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst, besluit of handeling in die tarieventabel opgenomen bepaling.
Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, als de wijzigingen:
a. van zuiver redactionele aard zijn;
b. een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende paragrafen of artikelen van hoofdstuk 1 van de tarieventabel betreft:
1. paragraaf 1.2 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart);
2. paragraaf 1.3 (rijbewijzen);
3. artikel 1.17 (schriftelijke verstrekking uit de basisregistratie personen);
4. artikel 1.25, onder a (verklaring omtrent het gedrag);
5. artikel 1.31 (Wet op de kansspelen);
een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Artikel 11 Overgangsrecht
1. De “Verordening op de heffing en invordering van leges 2024”, zoals laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 12 december 2023, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.
Artikel 12 Citeertitel
1.Deze verordening kan worden aangehaald als de “ Verordening op de heffing en invordering van leges 2025”
Ondertekening
Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Renswoude van 10 december 2024
M. Jansen
de griffierP. Doornenbal
de voorzitter
Bijlage Tarieventabel
Inhoudsopgave
- 1.
- 2.
- 3.
- 4.
- 5.
- 6.
- 7.
- 8.
5.1 Tarief voor begraven van stoffelijke overschotten en het bijzetten van asbussen (artikel 4). 3
- 9.
- 10.
- 11
- 12
- 13
6.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart (paragraaf 1.2). 6
- 14
- 15
6.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens (paragraaf 1.4). 7
- 16
- 17
- 18
- 19
- 20
- 21
- 22
7. Dienstverlening en besluiten in het kader van de omgevingswet (hoofdstuk 2). 14
- 23
- 24
- 25
7.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken (paragraaf 2.3). 16
- 26
7.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed (paragraaf 2.4). 17
- 27
- 28
- 29
- 30
- 31
- 32
- 33
- 34
- 35
- 36
- 37
- 38
- 39
- 40
- 41
- 42
8.8 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit (paragraaf 3.8). 29
- 43
Tarieventabel gemeente Renswoude 2025, behorende bij de belastingen en leges
Belastingtarieven1. Rioolafvoerrecht
bedrijven > 200m3 |
€ 705,87 |
bedrijven < 200m3 |
€ 494,02 |
meerpersoonshuishouden |
€ 275,73 |
eenpersoonshuishouden |
€ 236,79 |
2. Onroerende zaak belasting
eigenaar woning |
0,0618% |
eigenaar niet-woning |
0,1747% |
gebruiker niet-woning |
0,1570% |
3. Afvalstoffenheffing
De afvalstoffenheffing bestaat uit twee delen: |
|
een vast tarief, voor elk huishouden: |
€ 264,90 |
|
|
Een variabel deel, afhankelijk van het aantal keer dat u restafval aanbiedt |
|
Restafval kliko van 240 liter per keer: |
€ 7,58 |
Restafval kliko van 140 liter per keer: |
€ 4,36 |
Gebruik van 60 liter inworp container per keer: |
€ 1,87 |
Gebruik van 30 liter inworp container per keer: |
€ 0,94 |
|
|
Als door een chronische ziekte of handicap meer afval aangeboden moet worden, kan een speciaal tarief voor medisch gebruik aangevraagd worden. Het maakt daarbij niet uit hoe vaak er restafval wordt aangeboden. Het speciaal tarief voor medisch gebruik is: |
€ 315,15 |
4. Toeristenbelasting
Het tarief bedraagt per overnachting: |
€ 0,75 |
5. Begraafplaatsrechten5.1 Tarief voor begraven van stoffelijke overschotten en het bijzetten van asbussen (artikel 4)
Artikel 4 Tarief voor begraven van stoffelijke overschotten en het bijzetten van asbussen |
|
|
I. |
Voor het begraven van een stoffelijk overschot van een persoon van 12 jaar en daarboven wordt geheven: |
€ 1.856 |
II. |
Voor het begraven van overleden kinderen beneden het jaar en van levenloos geborenen en voor het begraven van overleden kinderen van 1 tot 12 jaar wordt geheven: |
€ 626 |
III. |
Voor het begraven van levenloos geboren of kort na de geboorte overleden zuigelingen van een meervoudige geboorte, die in één kist worden begraven, wordt het begrafenisrecht eenmaal geheven terwijl geen recht geheven wordt voor het begraven van stoffelijke resten van kinderen, die kort na de geboorte overleden, in één kist met hun overleden moeder worden begraven. |
|
IV. |
Voor het bijzetten van een asbus in een graf wordt geheven |
€ 1.856 |
V. |
Voor het plaatsen van een asbus in een columbarium wordt geheven |
€ 335 |
VI. |
Voor het plaatsen van een stoffelijk overschot in een grafkelder wordt geheven: Bovendien wordt hier een extra recht geheven ten behoeve van de aanleg van de grafkelder van: |
€ 2.040 € 2.807 |
VII. |
Voor het groen maken van een graf wordt geheven: |
€ 67 |
VIII. |
Voor het opgraven en herbegraven (schudden) van een persoon in hetzelfde graf of in een ander graf, op verzoek van de rechthebbende wordt geheven: |
€ 975 |
5.2 Grafrecht (artikel 5)
I. |
Voor het uitsluitend recht om gedurende een tijdvak van 20 jaar twee stoffelijke overschotten in een bepaald graf te doen begraven en begraven houden wordt boven en behalve het bedrag, genoemd in artikel 4 geheven een recht van zulks met uitzondering van de graven in vak K, bestemd voor het begraven en begraven houden van een stoffelijk overschot van een persoon, jonger dan 12 jaar, waarvoor het recht wordt bepaald op |
€ 1.856 € 618 |
II. |
Voor het uitsluitend recht om gedurende een tijdvak van 20 jaar drie stoffelijke overschotten in een bepaald graf te doen begraven en begraven houden wordt boven en behalve het bedrag, genoemd in artikel 4 geheven een recht van |
€ 2.784 |
III. |
Voor het uitsluitend recht om gedurende een tijdvak van 20 jaar een stoffelijk overschot in een geschud graf te doen begraven en begraven houden wordt boven en behalve het bedrag, genoemd in artikel 4 geheven een recht van |
€ 928 |
IV. |
Voor het uitsluitend recht om gedurende een tijdvak van 20 jaar twee stoffelijke overschotten bij te zetten in een grafkelder en te houden, wordt boven en behalve het bedrag ad € 1.856,00 genoemd in artikel 4, lid 1 een recht geheven per grafkelder, bestemd voor twee stoffelijke overschotten van |
€ 1.856 |
V. |
Voor het uitsluitend recht om gedurende een tijdvak van 20 jaar een asbus of twee asbussen in een bepaald columbarium te doen plaatsen en geplaatst te houden, wordt boven en behalve het bedrag, genoemd in artikel 4, een recht geheven van |
€ 1.856 |
VI. |
Bij elke verlenging van een tijdvak van 10 jaar van het uitsluitend recht van begraven of het plaatsen van een asbus in een bepaald graf, respectievelijk een bepaald columbarium wordt geheven |
€ 335 |
VII. |
Het recht voor het plaatsen van een grafmonument bedraagt |
€ 116 |
VIII. |
Het overboeken van het recht tot begraven in een grafruimte op naam van een ander bedraagt |
€ 10 |
Legestarieven6. Algemene dienstverlening (hoofdstuk 1)6.1 Burgerlijke stand (paragraaf 1.1)
Artikel 1.1 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap |
|
|
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap op: |
|
|
a. |
Op maandag tussen 09.00 12.00 uur |
kosteloos |
b. |
Op maandag tussen 12.00 en 17.00 uur |
€ 320 |
c. |
Op dinsdag t/m vrijdag tussen 09.00 en 17.00 uur |
€ 320 |
d. |
Op zaterdag tussen 10.00 en 16.00 uur |
€ 817 |
e. |
Op zondag of daarmee gelijkgestelde dagen, indien de abs /babs medewerking verleent en indien is aangetoond dat een andere dag onmogelijk is |
€ 1.068 |
f. |
In afwijking van eerdergenoemde uren |
€ 817 |
g. |
Op een aangewezen locatie buiten het gemeentehuis op maandag t/m zaterdag |
€ 320 |
h. |
Op een aangewezen locatie buiten het gemeentehuis op zondag of daarmee gelijkgestelde dagen, indien de abs/babs medewerking verleent en indien is aangetoond dat een andere dag onmogelijk is |
€ 1.068 |
Artikel 1.2 Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk |
|
|
Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk als daarbij gebruik gemaakt wordt van de trouwzaal of een andere door de gemeente hiertoe aangewezen ruimte op: |
|
|
a. |
Op maandag tussen 09.00 12.00 uur |
kosteloos |
b. |
Op maandag tussen 12.00 en 17.00 uur |
€ 320 |
c. |
Op dinsdag t/m vrijdag tussen 09.00 en 17.00 uur |
€ 320 |
d. |
Op zaterdag tussen 10.00 en 16.00 uur |
€ 817 |
e. |
Op zondag of daarmee gelijkgestelde dagen, indien de abs /babs medewerking verleent en indien is aangetoond dat een andere dag onmogelijk is |
€ 1.068 |
f. |
In afwijking van eerdergenoemde uren |
€ 817 |
g. |
Op een aangewezen locatie buiten het gemeentehuis op maandag t/m zaterdag |
€ 320 |
h. |
Op een aangewezen locatie buiten het gemeentehuis op zondag of daarmee gelijkgestelde dagen, indien de abs/babs medewerking verleent en indien is aangetoond dat een andere dag onmogelijk is |
€ 1.068 |
Artikel 1.3 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap in bijzonder huis |
|
|
a. |
Op maandag t/m zaterdag tussen 9.00 en 17.00 uur |
€ 320 |
b. |
Op zondag of daarmee gelijkgestelde dagen, indien de abs/babs medewerking verleent en indien is aangetoond dat een andere dag onmogelijk is |
€ 1.068 |
Artikel 1.4 Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk in bijzonder huis |
|
|
a. |
Op maandag t/m zaterdag tussen 9.00 en 17.00 uur |
€ 320 |
b. |
Op zondag of daarmee gelijkgestelde dagen, indien de abs/babs medewerking verleent en indien is aangetoond dat een andere dag onmogelijk is |
€ 1.068 |
Artikel 1.5 Aanwijzing buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om bij besluit een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand aan te wijzen voor één dag: |
|
|
a. |
als beëdiging bij de rechtbank al heeft plaatsgevonden: |
€ 118 |
Artikel 1.6 Beschikbaar stellen getuige door gemeente |
|
|
Het tarief bedraagt voor het door de gemeente beschikbaar stellen van een getuige voor de huwelijksvoltrekking of de registratie van een partnerschap, per getuige, per kwartier: |
€ 18 |
|
Artikel 1.8 Trouwboekje of partnerschapsboekje en verstrekkingen |
|
|
Het tarief bedraagt voor het verstrekken van: |
|
|
a. |
een trouwboekje of partnerschapsboekje in een normale uitvoering: |
€ 40 |
b. |
een trouwboekje of partnerschapsboekje in een luxe uitvoering: |
€ 45 |
c. |
Voor elk volledig afschrift van een akte van de b.s. (art.28,1e lid boek 1 BW) |
€ 18 |
d. |
Een uittreksel als bedoeld in artikel 28, derde lid Boek 1 van het BW |
€ 18 |
e. |
Een verklaring van huwelijksbevoegdheid art. 49a Boek 1 van het BW |
€ 30 |
f. |
Voor elk meertalig uittreksel uit een akte van de b.s. |
€ 18 |
g. |
Voor elk meertalig modelformulier als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van verordening (EU) nr. 2016/1191 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2016 betreffende de bevordering van het vrije verkeer van burgers door vereenvoudigde overlegging van bepaalde openbare documenten in de Europese Unie tot wijziging van Verordening nr. 1024/2012 |
€ 23 |
h. |
Voor elk meertalig modelformulier als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van verordening (EU) nr. 2016/1191 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2016 betreffende de bevordering van het vrije verkeer van burgers door vereenvoudigde overlegging van bepaalde openbare documenten in de Europese Unie en tot wijziging van Verordening nr 1024/2012 als het betreft een verklaring van huwelijksbevoegdheid Artikel 1 lid 1 onder c legesbesluit akten burgerlijke stand |
€ 23 |
i. |
Het tarief bedraagt voor het doen van naspeuringen in de registers van de burgerlijke stand, voor elk kwartier hieraan besteed |
€ 18 |
j. |
Tot het verkrijgen van een attestatie de vita |
€ 18 |
6.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart (paragraaf 1.2)
Artikel 1.9 Paspoorten of andere reisdocumenten |
|
||
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van: |
|
||
a. |
een nationaal paspoort: |
|
|
|
1. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: |
€ 86 |
|
2. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: |
€ 65 |
b. |
een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel a (zakenpaspoort): |
|
|
|
1. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: |
€ 86 |
|
2. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: |
€ 65 |
c. |
een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort): |
|
|
|
1. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: |
€ 86 |
|
2. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: |
€ 65 |
d. |
een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen: |
€ 65 |
|
* Door of namens de minister bepaald (maximum) tarief; inclusief eventuele rijksleges (afgerond op € 0,10 naar beneden). |
|
||
Artikel 1.10 Nederlandse identiteitskaart |
|
||
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van: |
|
||
a. |
een Nederlandse identiteitskaart: |
|
|
|
1. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: |
€ 78 |
|
2. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: |
€ 42 |
b. |
een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon: |
€ 38 |
|
|
|
||
Artikel 1.11 Modaliteiten |
|
||
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag: |
|
||
a. |
voor de versnelde uitreiking van een in de artikelen 1.9 en 1.10, onder a, genoemd document, zijnde een toeslag op de in die artikelen genoemde bedragen: |
€ 59 |
|
|
|
|
6.3 Rijbewijzen (paragraaf 1.3)
Artikel 1.12 Rijbewijzen |
|
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs: |
€ 52 |
||
Artikel 1.13 Modaliteiten |
|
||
1. |
Het tarief genoemd in artikel 1.12 wordt: |
|
|
|
a. |
bij een spoedlevering vermeerderd met: |
€ 39 |
|
b. |
voor het op schriftelijke aanvraag verstrekken van gegevens uit het Centraal register Rijbewijzen |
€ 9 |
|
|
|
|
2. |
De verhogingen genoemd in het eerste lid zijn in voorkomend geval cumulatief verschuldigd. |
|
|
|
|
|
6.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens (paragraaf 1.4)
Artikel 1.14 Definities |
|
|
1. |
Voor de toepassing van artikel 1.15 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd. |
|
2. |
Voor de toepassing van artikel 1.16 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon die niet zijn opgenomen in de basisregistratie personen. |
|
Artikel 1.15 Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
a. |
tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking: |
€ 18 |
b. |
tot het verstrekken van een meertalig modelformulier woon- en/of verblijfplaats als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van verordening (EU) nr. 2016/1191 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2016 betreffende de bevordering van het vrije verkeer van burgers door vereenvoudigde overlegging van bepaalde openbare documenten in de Europese Unie en tot wijziging van Verordening nr. 1024/2012 (PbEU 2016, L 200): |
€ 18 |
Artikel 1.16 Verstrekking van aangehaakte gegevens |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
a. |
tot het verstrekken van gegevens: per verstrekking |
€ 9 |
Artikel 1.17 Schriftelijke verstrekking |
|
|
In afwijking van de artikelen 1.15 en 1.16 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen: |
|
|
a. |
tot het verstrekken van gegevens: per verstrekking |
€ 9 |
|
|
|
Artikel 1.18 Op aanvraag doornemen basisregistratie personen |
|
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan te besteden kwartier: |
€ 18 |
2. |
Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
6.5 Bestuursstukken (paragraaf 1.5)
Artikel 1.19 Afschriften van bestuursstukken - Gereserveerd |
|
Artikel 1.20 Abonnement op bestuursstukken - Gereserveerd |
|
6.6 Vastgoedinformatie (paragraaf 1.6)
Artikel 1.21 Plan- of kaartinformatie |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een kopie van een ruimtelijk plan of deel daarvan, zoals omgevingsvisie, omgevingsplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in artikel 1.22, onderdeel b: |
|
|
a. |
in formaat A4 of kleiner, per bladzijde: |
€ 2 |
b. |
in formaat A3, per bladzijde: |
€ 4 |
c. |
in formaat A2 of groter, per bladzijde: |
€ 8 |
d. |
in digitale vorm: |
€ 8 |
Artikel 1.22 Informatie uit registers |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of een uittreksel uit: |
|
|
a. |
de gemeentelijke basisregistratie adressen of de gemeentelijke basisregistratie gebouwen, bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen, per adres of object: |
€ 18 |
b. |
de legger bedoeld in artikel 27 van de Wegenwet: |
€ 12 |
c. |
een inschrijving in het rijksmonumentenregister die aan de gemeente verzonden is, als bedoeld in artikel 3.3, vijfde lid, van de Erfgoedwet: |
€ 18 |
d. |
het gemeentelijk erfgoedregister, bedoeld in artikel 3.16 van de Erfgoedwet, per aangewezen cultureel erfgoed: |
€ 18 |
e. |
het gemeentelijke beperkingenregister of de gemeentelijke beperkingenregistratie, bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen, dan wel tot het verstrekken van een aan die registratie ontleende verklaring, als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder c, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen |
€ 18 |
Artikel 1.23 Informatie uit adressenbestanden |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van kopieën van: |
|
|
a. |
het gemeentelijke adressenbestand of delen daarvan, per adres: |
€ 18 |
b. |
het gemeentelijke relatiebestand adres-kadastraal perceel of delen daarvan, per gelegde relatie: |
€ 18 |
c. |
het gemeentelijke adrescoördinatenbestand of delen daarvan, per adrescoördinaat: |
€ 18 |
6.7 Overige publiekszaken (paragraaf 1.7)
Artikel 1.24 Gemeentegarantie - Gereserveerd |
|
|
Artikel 1.25 Overige publiekszaken |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
a. |
tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag: |
€ 41 |
b. |
tot het legaliseren van een handtekening: |
€ 18 |
6.8 Gemeentearchief (paragraaf 1.8)
Artikel 1.26 Naspeuringen in gemeentearchief |
|
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan te besteden kwartier: |
€ 18 |
2. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van: |
|
|
|
€ 2 |
|
|
€ 2 |
3. |
Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
Artikel 1.27 Afschrift of uittreksel uit gemeentearchief |
|
|
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit een in het gemeentearchief berustend stuk: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
2. |
Als een begroting als bedoeld in het eerste lid is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
Artikel 1.28 Uitlenen archiefbescheiden |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het uitlenen van archiefbescheiden, per besteed kwartier: |
€ 18 |
6.9 Bijzondere wetten (Paragraaf 1.9)
Artikel 1.29 Huisvestingswet 2014 |
|
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|
||
1. |
een huisvestingsvergunning als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Huisvestingswet 2014: |
€ 45 |
|
2. |
indeling in een urgentiecategorie als bedoeld in artikel 13, tweede lid, van de Huisvestingswet 2014: |
€ 45 |
|
3. |
Tot het verlenen van een vergunning tot onttrekking van woonruimte aan de bestemming tot bewoning als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder a., van de Huisvestingswet 2014 |
€ 45 |
|
4. |
tot het verlenen van een vergunning tot samenvoeging van woonruimte met andere woonruimte als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder b., van de Huisvestingswet 2014 |
€ 45 |
|
5. |
tot het verlenen van een vergunning tot omzetting van zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimte als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder c., van de Huisvestingswet 2014. |
€ 45 |
|
6. |
het tarief bedraagt voor het in behandeling tot het verlenen van een splitsingsvergunning als bedoeld in artikel 22 van de Huisvestingswet 2014 |
€ 45 |
|
7. |
voor de kosten van het door een keuringsinstantie ten behoeve van de aanvraag uit te brengen medisch advies |
€ 100 |
|
Artikel 1.30 Leegstandwet |
|
||
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|
|
|
a. |
een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet: |
€ 45 |
|
b. |
verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet: |
€ 45 |
Artikel 1.31 Wet op de kansspelen |
|
||
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen: |
|
|
|
a. |
voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat: |
€ 56 |
|
b. |
voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat: |
€ 56 |
|
|
en voor iedere volgende kansspelautomaat: |
€ 34 |
|
c. |
voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd: |
€ 226 |
|
d. |
voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, voor de eerste kansspelautomaat: |
€ 226 |
|
|
en voor iedere volgende kansspelautomaat: |
€ 136 |
2. |
Het eerste lid, onderdelen a en b, is van overeenkomstige toepassing als de vergunning geldt voor een tijdvak korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden maar ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd respectievelijk verhoogd worden. |
|
|
3. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning): |
€ 56 |
|
4. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren of doen exploiteren van een speelgelegenheid als bedoeld in artikel 2:39 van de Algemene plaatselijke verordening: |
€ 56 |
|
Artikel 1.32 Telecommunicatiewet |
|
||
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet: |
|
|
|
a. |
tot 20 meter |
€ 450 |
|
b. |
van 20 tot 100 meter |
€ 600 |
|
c. |
Voor tracés van 100 meter of meer wordt het in subonderdeel 1a en 1b genoemde tarief voor elke 100 meter verhoogd met |
€ 60 |
|
d. |
als de melder verzoekt om een inhoudelijke afstemming bij de beoordeling van aanvragen als bedoeld in artikel 5.5 van de Telecommunicatiewet, verhoogd met: |
€ 210 |
|
|
Het in onderdeel 1 genoemde tarief wordt voor elke te plaatsen handhole, kast of daarmee gelijk te stellen |(ander) distributiepunt verhoogd met |
€ 135 |
|
e. |
als met betrekking tot een melding onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding aan de melder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
2. |
Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel e, is uitgebracht, wordt een melding in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de melder ter kennis is gebracht, tenzij de melding voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
|
|
van de leges zoals deze bij een daadwerkelijke verzoek tot medegebruik overeenkomstig het vierde lid zouden worden vastgesteld. |
|
|
3. |
Het in onderdeel 1 genoemde tarief wordt verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding aan melder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting ter zake door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld indien onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt; indien, gezien de omvang van de werkzaamheden, wijk-en/of gemeente brede communicatie plaatsvindt. |
|
|
4. |
In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een elektronische melding voor het aanleggen van een basisbreedbandnetwerk buiten de bebouwde kom met een tracélengte van tenminste 10 kilometer in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden bedoeld in artikel 5.4 eerste lid, van de Telecommunicatiewet vermeerderd met een bedrag per aansluiting van |
€ 445 € 25 |
|
Artikel 1.33 Wegenverkeerswetgeving |
|
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|
||
a. |
een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990: |
€ 40 |
|
b. |
een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen: |
€ 40 |
|
c. |
verstrekking van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW): |
€ 10 |
|
d. |
voor de kosten van deskundig medisch advies t.b.v. de aanvraag |
€ 80 |
|
e. |
om plaatsing van een bord 54b van bijlage II van het Reglement Verkeersregels en verkeerstekens. |
€ 55 |
|
f. |
ten behoeve van de aanvraag noodzakelijke medische advies |
€ 80 |
|
h. |
het vervangen van een onderbord i.v.m. wijzing kenteken |
€ 25 |
|
g. |
Voor de aanvraag van een ontheffing voor de Route Gevaarlijke Stoffen |
€ 100 |
6.10. Diversen (paragraaf 1.10)
Artikel 1.34 Gewaarmerkte afschriften, kopieën, stukken of uittreksels |
|
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
|
||
a. |
gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina: |
€ 2 |
|
b. |
een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen: |
€ 65 |
|
c. |
stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina: |
€ 2 |
|
d. |
kopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen: |
|
|
|
1. |
in formaat A4 of kleiner, per bladzijde: |
€ 2 |
|
2. |
in formaat A3, per bladzijde: |
€ 4 |
|
3. |
in formaat A2 of groter, per bladzijde: |
€ 8 |
|
4. |
in digitale vorm: |
€ 8 |
Artikel 1.35 Diverse vergunningen of beschikkingen |
|
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
||
a. |
tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in afdeling 4 van de Algemene Plaatselijke Verordening met betrekking tot een onvoorwaardelijke of voorwaardelijke lozingsvergunning, alsmede voor een beschikking, waarbij een tijdelijke vergunning wordt omgezet in een vergunning zonder termijn |
€ 140 |
|
b. |
Voor het verlenen van een tijdelijke lozingsvergunning alsmede voor een verlenging van een tijdelijke vergunning |
€ 45 |
|
c. |
Tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in afdeling 1 van de Algemene Plaatselijke Verordening met betrekking tot een vergunning op Grond van artikel 2 van de Geluidhinderverordening Renswoude |
€ 140 |
|
d. |
Voor het wijzigen van een vergunning krachtens artikel 2 van de Geluidhinderverordening Renswoude op grond van artikel 9 van de verordening |
€ 65 |
|
e. |
Voor het verlenen van een vergunning op grond van artikel 13, lid 1 van de Geluidshinderverordening Renswoude |
€ 45 |
|
f. |
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven van een vergunning tot het maken van muziek door middel van een instrument en langs mechanische weg op of aan de openbare weg per dag |
€ 15 |
|
g. |
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven van een vergunning voor een lichtreclame of verkoopautomaat per aanvraag |
€ 65 |
|
h. |
Voor vergunningen tot handelingen, waarvoor krachtens de wet of gemeentelijke verordening vergunning moet worden gevraagd, voor zover daarvoor geen wettelijke regeling of vrijstelling bestaat of voor zover daarvoor in deze tabel geen bijzondere regeling is opgenomen |
€ 15 |
|
i. |
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot verkoop van consumentenvuurwerk wordt op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening hoofdstuk 2, afdeling 13, artikel 2:71 t/m 2:73 een tarief geheven van |
€ 140 |
|
j. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een inschrijving in het Landelijke Register Kinderopvang van: |
|
|
|
Kinderdagverblijf |
€ 810 |
|
|
Buitenschoolse opvang |
€ 810 |
|
|
Gastouderbureau |
€ 580 |
|
|
Gastouder Opvang |
€ 360 |
|
|
Peuterspeelzalen |
€ 810 |
7. Dienstverlening en besluiten in het kader van de omgevingswet (hoofdstuk 2)7.1 Algemene bepalingen (paragraaf 2.1)
Artikel 2.1 Definities |
|
|
1. |
Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. |
|
2. |
In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. |
|
3. |
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder: |
|
- |
binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan; |
|
- |
binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet; |
|
4 |
In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ wordt onder de in die omschrijving genoemde Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 verstaan de voorwaarden die bekendgemaakt zijn in Staatscourant 2012, 1567. |
|
5. |
De bouwkosten vormen de maatstaf om de leges voor een omgevingsvergunning voor de bouwactiviteit te kunnen vaststellen. Om te kunnen bepalen welke grondslag moet worden gebruikt, moet de aanvrager van een vergunning de bouwkosten opgeven. Om de aannemelijkheid van de opgegeven bouwkosten te kunnen toetsen, wordt uitgegaan van normbouwkosten zoals die staan vermeld in het online calculatieprogramma `Bouwkostenkompas’ (https://www.bouwkostenkompas.nl/). Deze normbouwkosten kunnen worden ingezien op het gemeentehuis van Renswoude. De normbouwkostenberekening zal in de regel afwijken van de opgegeven bouwsom. Een afwijking van minder dan 10% is acceptabel. Bij een grotere afwijking zal op basis van een meer gedetailleerde toetsing moeten worden bepaald of de opgegeven bouwkosten aannemelijk zijn. |
|
6. |
Principeverzoek: een verzoek aan burgemeester en wethouders, voorafgaand aan een vergunningsaanvraag, om voor een ruimtelijk plan te vernemen wat het collegestandpunt hierover is. |
|
7 |
Omgevingstafel: Het bespreken van een plan met de initiatiefnemer en diverse deskundigen, voorafgaand aan een vergunningsaanvraag, waarin de haalbaarheid van het plan wordt beoordeeld en hoe samen tot een aanvaardbaar plan te komen. |
|
Artikel 2.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven |
|
|
|
Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|
a. |
Principeverzoek of omgevingstafel; |
|
b. |
een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit; |
|
c. |
een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet; |
|
d. |
toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet; |
|
e. |
een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning; |
|
f. |
intrekking van een omgevingsvergunning; |
|
g. |
wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d; |
|
h. |
een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g. |
|
Artikel 2.3 Bepalen tarief |
|
|
1. |
De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk. |
|
2. |
Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten. |
|
3. |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.9. |
|
4. |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.10. |
|
5. |
Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning. |
|
6. |
In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. |
|
7.2 Voorfase (paragraaf 2.2)
Artikel 2.4 Principeverzoek |
|
||
1. |
Als de aanvraag betrekking heeft op een principeverzoek over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief: |
|
|
|
1. |
voor plannen met een bouwsom tot € 10.000,00 |
€ 550 |
|
2. |
voor plannen met een bouwsom vanaf € 10.000,00 |
€ 1.100 |
|
Als het principeverzoek aan de omgevingstafel wordt behandeld, wordt het tarief als bedoeld in het eerste lid verhoogd met: |
€ 1.100 |
|
2. |
bij een principeverzoek geldt dat kosten gemaakt door externe partijen, zoals de welstandscommissie, de omgevingsdienst of de agrarische beoordelingscommissie, worden doorberekend aan de initiatiefnemer en deze kosten niet worden verrekend met de eventueel later in te dienen aanvraag omgevingsvergunning. |
|
7.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken (paragraaf 2.3)
Artikel 2.5 Bouwactiviteit (bouwtechnische deel) |
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
a. |
over het deel van de bouwkosten vanaf € 0 tot € 3.500: |
€ 120 |
b. |
over het deel van de bouwkosten vanaf € 3.500 tot € 200.000: |
0,80% |
c. |
over het deel van de bouwkosten vanaf € 200.000 tot € 500.000: |
0,70% |
d. |
over het deel van de bouwkosten vanaf € 500.000 tot € 1.000.000: |
0,60% |
e. |
over het deel van de bouwkosten vanaf € 1.000.000 tot € 2.000.000: |
0,50% |
f. |
over het deel van de bouwkosten vanaf € 2.000.000: |
0,40% |
Artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel) |
|
|
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het te bouwen bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
a. |
over het deel van de bouwkosten vanaf € 0 tot € 3.500: |
€ 120 |
b. |
over het deel van de bouwkosten vanaf € 3.500 tot € 200.000: |
2,50% |
c. |
over het deel van de bouwkosten vanaf € 200.000 tot € 500.000: |
2,20% |
d. |
over het deel van de bouwkosten vanaf € 500.000 tot € 1.000.000: |
1,90% |
e. |
over het deel van de bouwkosten vanaf € 1.000.000 tot € 2.000.000: |
1,80% |
f. |
over het deel van de bouwkosten vanaf € 2.000.000: |
1,60% |
2. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een buitenplanse omgevingsplanactiviteit (bopa), waarbij al dan niet sprake is van een bouwactiviteit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
a. |
Voor bouwen met bouwkosten tot € 3.500: |
€ 220 |
b. |
Voor bouwen met bouwkosten vanaf € 3.500 tot € 200.000: |
€ 550 |
c. |
Voor bouwen met bouwkosten vanaf € 200.000 tot € 500.000: |
€ 750 |
d. |
Voor bouwen met bouwkosten vanaf € 500.000 tot € 1.000.000 |
€ 1.100 |
e. |
Voor bouwen met bouwkosten vanaf € 1.000.000 tot € 2.000.000 |
€ 2.200 |
f. |
Voor bouwen met bouwkosten vanaf € 2.000.000 |
€ 3.300 |
g. |
Voor het wijzigen van gebruik tot 250 m2 bruto vloeroppervlak |
€ 550 |
h. |
Voor het wijzigen van gebruik van 250 m2 bruto vloeroppervlak tot 1.500 m2 bruto vloeroppervlak |
€ 1.100 |
j. |
Voor het wijzigen van gebruik van meer dan 1.500 m2 bruto vloeroppervlak |
€ 3.300 |
k. |
Voor een tijdelijke buitenplanse omgevingsplanactiviteit |
€ 1.100 |
Artikel 2.7 Omgevingsplanactiviteit: Slopen van een bouwwerk |
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 120 |
7.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed (paragraaf 2.4)
Artikel 2.8 Omgevingsplanactiviteit: monumenten |
|
|
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, rijksmonument, voorbeschermd gemeentelijk monument, voorbeschermd provinciaal monument of voorbeschermd rijksmonument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
a. |
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: |
€ 220 |
b. |
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
€ 220 |
Artikel 2.9 Rijksmonumentenactiviteit |
|
|
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
a. |
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: |
€ 220 |
b. |
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
€ 220 |
Artikel 2.10 Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht |
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 120 |
Artikel 2.11 Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed |
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een andere activiteit dan die genoemd in de artikelen 2.8, 2.9 en 2.10 en cultureel erfgoed betreft, waarvoor in het omgevingsplan met het oog op het behoud van cultureel erfgoed een verbod is opgenomen om zonder omgevingsvergunning deze activiteit te verrichten, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 220 |
7.5 Milieubelastende activiteiten (paragraaf 2.5)
Artikel 2.12 Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit |
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 1.600 |
Artikel 2.13 Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen (afdeling 3.2 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten die bedrijfstakken overstijgen als bedoeld in de paragrafen 3.2.1, 3.2.3 tot en met 3.2.15, 3.2.17 tot en met 3.2.19 en 3.2.24 van afdeling 3.2 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
€ 1.600 |
b. |
voor twee of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit: |
€ 1.280 |
Artikel 2.14 Nutssector en industrie (afdeling 3.4 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de categorie nutssector en industrie als bedoeld in de paragrafen 3.4.2, 3.4.4 tot en met 3.4.9 en 3.4.11 van afdeling 3.4 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
€ 1.600 |
b. |
voor twee of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit: |
€ 1.280 |
Artikel 2.15 Afvalbeheer (afdeling 3.5 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector afvalbeheer als bedoeld in de paragrafen 3.5.1, 3.5.4, 3.5.7, 3.5.8 en 3.5.11 van afdeling 3.5 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
€ 1.600 |
b. |
voor twee of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit: |
€ 1.280 |
Artikel 2.16 Agrarische sector (afdeling 3.6 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de agrarische sector als bedoeld in de paragrafen 3.6.1, 3.6.7 en 3.6.8 van afdeling 3.6 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
€ 1.600 |
b. |
voor twee of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit: |
€ 1.280 |
Artikel 2.17 Dienstverlening, onderwijs en zorg (afdeling 3.7 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector dienstverlening, onderwijs en zorg als bedoeld in de paragrafen 3.7.6 en 3.7.10 van afdeling 3.7 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
€ 1.600 |
b. |
voor twee of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit: |
€ 1.280 |
Artikel 2.18 Transport, logistiek en ondersteuning daarvan (afdeling 3.8 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector transport, logistiek en ondersteuning daarvan als bedoeld in de paragrafen 3.8.2, 3.8.3, 3.8.5, 3.8.6, 3.8.8 tot en met 3.8.11 van afdeling 3.8 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
€ 1.600 |
b. |
voor twee of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit: |
€ 1.280 |
Artikel 2.19 Sport en recreatie (afdeling 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving) |
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector sport en recreatie als bedoeld in paragraaf 3.9.1 van afdeling 3.9 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
|
a. |
voor één milieubelastende activiteit: |
€ 1.600 |
b. |
voor twee of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit: |
€ 1.280 |
Artikel 2.20 Samenloop van milieubelastende activiteiten |
|
|
1. |
Als bij de toepassing van de artikelen 2.13 tot en met 2.19 dezelfde milieubelastende activiteit onder meer dan een artikel valt, wordt die milieubelastende activiteit slechts eenmaal in de heffing betrokken, waarbij het voor de belastingplichtige meest gunstige van toepassing zijnde tarief wordt toegepast. |
|
2. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een kernactiviteit in een bedrijfstak gecombineerd met functioneel ondersteunende activiteiten uit andere bedrijfstakken, dan is, in afwijking van het bepaalde in deze paragraaf, op al deze activiteiten het artikel van toepassing waaronder de bedrijfstak die bepalend is voor de kernactiviteit valt. |
|
7.6 Aanlegactiviteiten (paragraaf 2.6)
Artikel 2.21 Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven |
|
|
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het opbreken van de verharding in openbaar gebied of het graven in openbaar gebied, anders dan voor het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 120 |
2. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding in openbaar gebied, niet zijnde kabels als bedoeld in artikel 1.1 van de Telecommunicatiewet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 120 |
3. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het graven in het gebied met archeologische verwachtingen, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 120 |
4. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het graven in het beperkingengebied leidingen, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 120 |
5. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het graven in een bijzonder landschapselement of gebied met aardkundige waarde, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 120 |
Artikel 2.22 Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit |
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een uitrit naar de openbare weg of het veranderen van een bestaande uitrit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 120 |
7.7 Overige activiteiten (paragraaf 2.7)
Artikel 2.23 Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden |
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het kappen van een boom, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 120 |
Artikel 2.24 Andere activiteiten |
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit: |
|
a. |
betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 120 |
b. |
betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 120 |
7.8. Overige tarieven (paragraaf 2.8)
Artikel 2.25 Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit |
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit: |
€ 120 |
Artikel 2.26 Wijzigen omgevingsvergunning |
|
|
|
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft. |
€ 120 |
Artikel 2.27 Beoordeling aanvullende gegevens |
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, in behandeling is genomen: |
€ 120 |
Artikel 2.28 Beoordeling onderzoeksrapporten |
|
|
|
De in artikel 2.32 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning. |
|
Artikel 2.29 Wijzigen van het omgevingsplan |
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan: |
€ 3.300 |
Artikel 2.30 Niet genoemd besluit op aanvraag |
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan: |
€ 120 |
7.9 Modaliteiten (paragraaf 2.9)
Artikel 2.31 Achteraf ingediende aanvraag |
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met: |
25% |
Artikel 2.32 Beoordeling onderzoeksrapporten |
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld: |
|
a. |
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport: |
€ 500 |
b. |
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport: |
€ 500 |
c. |
voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk: |
€ 600 |
d. |
voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport: |
€ 400 |
e. |
voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER): |
|
|
het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, |
|
|
met een maximum van: |
€ 7.000 |
f. |
voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport: |
€ 500 |
Artikel 2.33 Advies |
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet: |
|
a. |
voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening gemeentelijke adviescommissie ruimtelijke kwaliteit dat uitsluitend betrekking heeft op redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet: |
|
|
het tarief als genoemd in de tarieventabel zoals weergegeven in de bijlage 'MooiSticht'. |
|
b. |
voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening gemeentelijke adviescommissie ruimtelijke kwaliteit in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a: |
|
|
het tarief als genoemd in de tarieventabel zoals weergegeven in de bijlage 'MooiSticht'. |
|
|
voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de onderdelen a en b: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten. |
|
7.10 Vermindering (paragraaf 2.10)
Artikel 2.34 Vermindering na principeverzoek |
|
|
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt: |
50% |
|
van de voor het principeverzoek geheven leges. |
|
2. |
Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan: |
|
|
- voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het principeverzoek betrekking had; |
|
|
- in overeenstemming met de uitkomsten van het principeverzoek; en |
|
|
- binnen 6 maanden na het laatste principeverzoek of, als het vooroverleg/principeverzoek volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving |
|
3. |
Bij de toepassing van het eerste lid blijft voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning in ieder geval verschuldigd: |
€ 120 |
7.11 Teruggaaf (paragraaf 2.11)
Artikel 2.35 Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig |
|
|
|
Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bedraagt het tarief: |
€ 120 |
Artikel 2.36 Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten |
|
|
|
Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bedraagt het tarief: |
€ 120 |
Artikel 2.37 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure |
|
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
|
a. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen vier weken na de indiening van de aanvraag: |
75% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|
b. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf vier weken tot na de indiening van de aanvraag: |
50% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|
c. |
als er binnen zes maanden na gehele intrekking van de aanvraag een nieuwe, soortgelijke, aanvraag om omgevingsvergunning voor hetzelfde perceel en dezelfde activiteit is ingediend: |
100% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. |
|
Artikel 2.38 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure |
|
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
|
a. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen vier weken na de indiening van de aanvraag: |
75% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|
b. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf vier weken tot na de indiening van de aanvraag: |
50% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; |
|
c. |
als er binnen zes maanden na gehele intrekking van de aanvraag een nieuwe, soortgelijke, aanvraag om omgevingsvergunning voor hetzelfde perceel en dezelfde activiteit is ingediend: |
100% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. |
|
Artikel 2.39 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure |
|
|
|
Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 6 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: |
25% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. |
|
Artikel 2.40 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten |
|
|
a. |
Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
25% |
b. |
Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak. |
|
Artikel 2.41 Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten |
|
|
|
In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.9. |
|
Artikel 2.42 Minimumbedrag voor teruggaaf |
|
|
|
Een bedrag minder dan € 120,00 wordt niet teruggegeven. |
|
8. Dienstverlening vallend onder de dienstrichtlijn en niet vallend onder hoofdstuk 2 (hoofdstuk 3)8.1 Horeca (paragraaf 3.1)
Artikel 3.1 Exploitatie openbare inrichting |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: |
|
|
a. |
een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening: |
€ 180 |
b. |
een aanvraag om een ontheffing van de sluitingstijd voor een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:29, tweede lid, van de Algemene plaatselijke verordening: |
€ 45 |
Artikel 3.2 Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: |
|
|
a. |
een aanvraag om een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet: |
€ 180 |
b. |
een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de Alcoholwet: |
€ 45 |
c. |
een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet: |
€ 90 |
d. |
een aanvraag om wijziging van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Alcoholwet: |
€ 90 |
e. |
een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet: |
€ 45 |
8.2 Seksbedrijven (paragraaf 3.2)
Artikel 3.3 Vergunning seksbedrijf |
|
||
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning of om de verlenging van een vergunning als bedoeld in artikel [3:3] van de Algemene plaatselijke verordening: |
|
|
|
a. |
voor een escortbedrijf: |
€ 700 |
|
b. |
voor andere prostitutiebedrijven dan bedoeld in onderdeel a: |
€ 700 |
|
c. |
voor andere seksbedrijven dan bedoeld in de onderdelen a en b: |
€ 700 |
2. |
Het bedrag dat op grond van het eerste lid verschuldigd is wordt: |
|
|
|
a. |
voor iedere beheerder die zal worden aangesteld bij het seksbedrijf vermeerderd met |
€ 700 |
|
b. |
als de aanvraag tot het verlenen van de vergunning mede ziet op een seksinrichting vermeerderd met: |
€ 700 |
Artikel 3.4 Wijzigen vergunning seksbedrijf |
|
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een in artikel 3.3 bedoelde vergunning in verband met een wijziging van: |
|
||
a. |
de exploitant aan wie de vergunning is verleend: |
€ 700 |
|
b. |
de op de vergunning vermelde of te vermelden beheerder of beheerders: |
€ 700 |
|
c. |
de activiteit waarvoor de vergunning is verleend: |
€ 700 |
|
d. |
het vaste telefoonnummer dat in advertenties voor het seksbedrijf zal worden gebruikt: |
€ 700 |
|
e. |
het adres waar het seksbedrijf wordt uitgeoefend: |
€ 700 |
|
f. |
het adres van de onder dat seksbedrijf vallende seksinrichting waarvoor de vergunning mede is verleend: |
€ 700 |
8.3 Winkeltijdenwet (paragraaf 3.3)
Artikel 3.5 Ontheffing winkeltijden |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|
|
a. |
een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet, per dag: |
€ 20 |
b. |
wijziging van een in onderdeel a bedoelde ontheffing: |
€ 10 |
c. |
het intrekken of wijzigen van een in onderdeel 3.6.1 bedoelde ontheffing |
€ 10 |
8.4 Organiseren evenement of markt (paragraaf 3.4)
Artikel 3.6 Organiseren evenement |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2.25, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning), als het betreft: |
|
|
a. |
Categorie A regulier evenement tot 500 bezoekers |
€ 150 |
b. |
Categorie B aandacht evenement vanaf 500 tot 2000 bezoekers |
€ 570 |
c. |
Categorie C hoog risico evenement vanaf 2000 bezoekers |
€ 1.150 |
Artikel 3.7 Organiseren markt |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning: |
|
|
a. |
voor het organiseren van een snuffelmarkt als bedoeld in artikel 5:23 van de Algemene plaatselijke verordening: |
€ 275 |
8.5 Standplaatsen (paragraaf 3.5)
Artikel 3.8 Marktstandplaatsvergunningen en andere vergunningen op markt - Gereserveerd |
|
|
Artikel 3.9 Overige administratieve dienstverlening markt - Gereserveerd |
|
|
Artikel 3.10 Losse standplaatsen |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: een standplaatsvergunning als bedoeld in art.5, lid 16 van de A.P.V.. |
|
|
a. |
Geldig voor 1 dag |
€ 20 |
b. |
Geldig voor 1 week |
€ 60 |
c. |
Geldig voor 1 maand |
€ 95 |
d. |
Geldig voor 1 kwartaal |
€ 185 |
e. |
Geldig voor 1 jaar |
€ 385 |
|
Ventvergunningen |
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een ventvergunning als bedoeld in artikel 5: 14 van de Algemene Plaatselijke Verordening |
€ 10 |
8.6 Huisvestingswet 2014 (paragraaf 3.6)
Artikel 3.11 Vergunning onttrekken woonruimte |
|
Artikel 3.12 Vergunning samenvoegen woonruimte |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning om woonruimte met andere woonruimte samen te voegen of samengevoegd te houden, als bedoeld in artikel 21, eerste lid, aanhef en onder b, [respectievelijk tweede lid,] van de Huisvestingswet 2014: |
€ 80 |
Artikel 3.13 Vergunning omzetten zelfstandige in onzelfstandige woonruimte |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning om zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimte om te zetten of omgezet te houden, als bedoeld in artikel 21, eerste lid, aanhef en onder c, [respectievelijk tweede lid,] van de Huisvestingswet 2014: |
€ 80 |
Artikel 3.14 Vergunning verbouwen woonruimte tot meer woonruimten |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning [of ontheffing van het verbod] om woonruimte tot twee of meer woonruimten te verbouwen of in die verbouwde staat te houden, als bedoeld in artikel 21, eerste lid, aanhef en onder d, [respectievelijk tweede lid,] van de Huisvestingswet 2014: |
€ 80 |
Artikel 3.15 Splitsingsvergunning |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning om een recht op een gebouw te splitsen in appartementsrechten, als bedoeld in artikel 22, eerste[, respectievelijk tweede lid,] van de Huisvestingswet 2014: |
€ 80 |
[Artikel 3.16 Vergunning of ontheffing toeristische verhuur - Gereserveerd |
|
[Artikel 3.17 Verhuurvergunning opkoopbescherming - Gereserveerd |
|
[Artikel 3.18 Verhuurvergunning woon- of verblijfsruimte - Gereserveerd |
|
8.7 Ontheffing verbod vuur te stoken (paragraaf 3.7)
Artikel 3.19 Ontheffing verbod vuur te stoken |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een ontheffing van het verbod afvalstoffen te verbranden buiten inrichtingen of anderszins vuur te stoken, als bedoeld in artikel 5:34 van de Algemene plaatselijke verordening: |
€ 30 |
8.8 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit (paragraaf 3.8)
Artikel 3.20 Niet benoemd besluit op aanvraag |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in dit hoofdstuk niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking: |
€ 30 |
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl