Nadere regels gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Houten 2025

Geldend van 03-01-2025 t/m heden

Intitulé

Nadere regels gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Houten 2025

Het college van Houten,

gelet op de Beheersverordening begraven gemeente Houten 2025;

besluit vast te stellen de volgende

NADERE REGELS GEMEENTELIJKE BEGRAAFPLAATSEN GEMEENTE HOUTEN 2025

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • 1. Zie voor de begripsbepaling de Beheersverordening begraven gemeente Houten 2025.

Artikel 2. Openstelling en begraaftijden

  • 1. De begraafplaatsen zijn geopend:

    • a.

      In de wintertijd van maandag tot en met zondag van 08.00 uur tot 16.00 uur.

    • b.

      In de zomertijd van maandag tot en met zondag van 08.00 tot 20.00 uur.

  • 2. De tijd van het begraven van overledenen en het bezorgen van as is op werkdagen van 09.00 uur tot 15.00 uur en op zaterdag van 09.00 tot 15.00 uur.

  • 3. Zowel de begin- als eindtijd van de plechtigheid op de begraafplaatsen dient tussen de in het tweede lid aangegeven tijden te liggen.

  • 4. Voor werkzaamheden op de begraafplaats kan de beheerder de begraafplaats of een deel van de begraafplaats tijdelijk sluiten.

  • 5. Het college kan in bijzondere gevallen van deze tijden afwijken waarbij een extra toeslag in rekening wordt gebracht bij de rechthebbende of belanghebbende van het graf.

Artikel 3. Aantal overledenen en asbussen

  • 1. Per graf mag maximaal worden geplaatst:

    • a.

      particulier graf 2 personen en 2 asbussen

    • b.

      particulier kindergraf 2 personen en 2 asbussen

    • c.

      particulier urnengraf 2 asbussen of urnen

    • d.

      particuliere urnennis in talud of urnenzuil 2 asbussen of urnen

    • e.

      particuliere urnennis in urnenmuur 1 asbus of urn

    • f.

      particuliere urnenkelder 2 asbussen of urnen

    • g.

      algemeen graf 2 personen

    • h.

      algemeen urnengraf 2 asbussen of urnen

  • 2. Het plaatsen van een asbus of urn in een algemeen graf is niet toegestaan.

  • 3. De graven bestaan uit twee lagen. De tweede laag betreft de eerst begravene en de eerste laag de laatst begravene.

  • 4. Bij het samenvoegen van een graf worden de stoffelijke resten onder de tweede begraaflaag begraven. Het college bepaalt of het samenvoegen technisch mogelijk is. Hierbij wordt artikel 5.4 van het Besluit op de Lijkbezorging in acht genomen. Het college compenseert rechthebbenden niet indien er geen mogelijkheid is tot een nieuwe begraving.

Artikel 4. Het verstrooien van as

  • 1. De as van een overledene mag op de volgende bestemde plaatsen verstrooid worden:

    • a.

      algemeen strooiveld begraafplaats Oud Wulven;

    • b.

      particulier (kinder) graf;

    • c.

      particulier urnengraf.

  • Het is niet toegestaan de as uit te strooien op openbare voorzieningen op de begraafplaats zoals paden, groenstroken, inrichtingselementen en gebouwen.

Artikel 5. Graftermijnen

  • 1. Het college verleent, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaatsen dat toelaat, de volgende uitsluitende rechten:

    • a.

      het recht op een particulier (kinder)graf, particuliere urnennis, particulier urnengraf of particuliere urnenkelder voor een termijn van 10, 20 of 30 jaar;

    • b.

      het recht op een reservering van een particulier (kinder)graf, particuliere urnennis, particulier urnengraf of particuliere urnenkelder voor 20 jaar.

  • 2. Het grafrecht bedoeld in lid 1a kan op aanvraag van de rechthebbende worden verlengd telkens met een termijn van 5, 10 of 20 jaar, mits de aanvraag wordt ingediend binnen twee jaar voor het verstrijken van de lopende graftermijn.

  • 3. Het recht bedoeld in lid 1b kan op aanvraag van de rechthebbende worden verlengd telkens met een termijn van 10 jaar, mits de aanvraag wordt ingediend binnen twee jaar voor het verstrijken van de lopende graftermijn.

  • 4. Algemene graven worden ter beschikking gesteld voor een termijn van 10 of 20 jaar. Deze termijn kan niet worden verlengd.

Artikel 6. Afmetingen graf

  • 1. De afmetingen (lengte x breedte) van het grafoppervlak bedragen:

    • a.

      particulier graf 200 x 100 cm

    • b.

      particulier kindergraf 175 x 100 cm

    • c.

      particulier urnengraf 100 x 100 cm

    • d.

      algemeen graf 200 x 100 cm

    • e.

      particuliere urnenkelder 100 x 100 cm

    • f.

      algemeen urnengraf 100 x 100 cm

Artikel 7. Afmetingen gedenktekens

  • 1. De afmetingen van een gedenkteken op een particulier graf op begraafplaats Oud Wulven moeten voldoen aan de volgende eisen: lengte maximaal 200 cm, breedte maximaal 100 cm en hoogte maximaal 150 cm.

  • 2. De afmetingen van een gedenkteken op een particulier graf op begraafplaats Prinses Ireneweg moeten voldoen aan de volgende eisen: lengte maximaal 200 cm, breedte maximaal 100 cm en hoogte maximaal 100 cm.

  • 3. Op één algemeen graf mag per overledene een gedenkteken geplaatst worden, tot een maximum van twee per graf. De afmetingen van een gedenkteken op een algemeen graf moeten voldoen aan de volgende eisen:

    • a.

      Eerst begravene op de achterste helft: lengte maximaal 85 cm, breedte maximaal 100 cm en hoogte maximaal 100 cm

    • b.

      Tweede begravene op de voorste helft: lengte maximaal 85 cm, breedte maximaal 100 cm en hoogte maximaal 50 cm

  • 4. De afmetingen van een gedenkteken op een particulier kindergraf op begraafplaats Oud Wulven moeten voldoen aan de volgende eisen: lengte maximaal 175 cm, breedte maximaal 100 cm en hoogte maximaal 150 cm.

  • 5. De afmetingen van een gedenkteken op een algemeen kindergraf moeten voldoen aan de volgende eisen:

    Eerst begravene op de achterste helft: lengte maximaal 65 cm, breedte maximaal 100 cm en hoogte maximaal 100 cm

    Tweede begravene op de voorste helft: lengte maximaal 65 cm, breedte maximaal 100 cm en hoogte maximaal 50 cm

  • 6. De afmetingen van een gedenkteken op een particuliere urnennis zijn afhankelijk van het type nis. De nis dient te allen tijde ingemeten te worden door een vakkundige partij in opdracht van de rechthebbende.

  • 7. De afmetingen van een gedenkteken op een particuliere urnenkelder moeten voldoen aan de volgende eisen: lengte 49,2 cm, breedte 49,2 cm.

  • 8. De afmetingen van een gedenkteken op een particulier urnengraf moeten voldoen aan de volgende eisen: lengte maximaal 100 cm, breedte maximaal 100 cm en hoogte maximaal 100 cm.

  • 9. Op één algemeen urnengraf mag per overledene een gedenkteken geplaatst worden, tot een maximum van twee per graf. De afmetingen van een gedenkteken op een algemeen urnengraf moeten voldoen aan de volgende eisen: lengte maximaal 100 cm, breedte maximaal 50 cm en hoogte maximaal 50 cm.

  • 10. Zie artikel 8 lid 14 voor aanvullende en afwijkende eisen bij het (bij)plaatsen van stenen bij gedenktekens van graven met bijzondere waarde en/of graven gelegen in de zgn. beschermde historische zones van de begraafplaats Prinses Ireneweg.

Artikel 8. Voorwaarden gedenktekens

  • 1. Op een particulier graf mogen maximaal twee gedenktekens worden aangebracht. Op een particulier graf mag één staand en één liggend gedenkteken of twee liggende gedenktekens worden aangebracht.

  • 2. De tijdelijke betonnen afsluitplaat op een urnenkelder dient bij ingebruikname vervangen te worden door een (niet transparante) afsluitplaat.

  • 3. De tijdelijke betonnen afsluitplaat voor een urnentaludnis dient bij ingebruikname verwijderd of vervangen te worden.

  • 4. Bij urnennissen is een afsluitplaat niet verplicht en zijn transparante afsluitplaten toegestaan.

  • 5. Bij urnentaludnissen zijn grafbedekkingen alleen toegestaan in het verharde gedeelte van de nis.

  • 6. Gedenktekens moeten zodanig worden gefundeerd, dat verzakking niet mogelijk is. Eventuele verbindingen moeten vakkundig worden aangebracht. De fundering dient onder het maaiveld te worden aangebracht. Fundering van het grafmonument met behulp van palen is niet toegestaan op de begraafplaats. Natuursteen banden van een omranding worden gesteld op een bewapende betonfundering van tenminste vijf centimeter dikte.

  • 7. De dikte van staande gedenktekens moet tenminste zes centimeter bedragen. Indien een staand gedenkteken groter is dan één vierkante meter, dan dient de dikte tenminste 10 cm te bedragen. Afdekplaten van (natuur)steen dienen tenminste drie centimeter dik te zijn. Randen van natuursteen dienen een dikte van tenminste zes centimeter te hebben. De onderdelen moeten vast aan het gedenkteken zijn verbonden.

  • 8. Voor de gedenktekens mogen alleen duurzame materialen worden gebruikt, zoals natuursteen, metaal, keramiek, veiligheidsglas, duurzame kunststoffen of een verduurzaamde hout soort.

  • 9. Het gekozen materiaal mag geen afbreuk doen aan het aanzien van de begraafplaats.

  • 10. De lengte en de breedte van het gedenkteken mogen die van het graf, genoemd in artikel 7, niet overschrijden.

  • 11. Sierurnen moeten stevig verankerd worden op een bijpassende grondplaat of sokkel, zodanig dat verwijdering door onbevoegden wordt voorkomen.

  • 12. Het is verboden om een omranding of grind, marmergruis en dergelijke op een algemeen graf aan te brengen. Bij constatering wordt dit verwijderd zonder dat de gemeente daarvoor tot enige schadevergoeding verplicht kan worden.

  • 13. Bij toepassing van grind is een omranding en dichte ondergrond verplicht.

  • 14. Voor gedenktekens van graven met bijzondere waarde en/of graven gelegen in de beschermde historische zones van de begraafplaats Prinses Ireneweg gelden aanvullende voorwaarden ten behoeve van het behoud van het historische karakter van deze begraafplaats, namelijk:

    • gebruik van gepolijste en wit marmeren stenen is niet toegestaan;

    • het gebruik van metalen oplegletters is niet toegestaan;

    • het gebruik van neutrale vormen en kleuren (geen glas);

    • bij bijplaatsing van een nieuwe steen dient deze (qua vorm, kleur en materiaal) een passend geheel te vormen met de historische grafsteen;

    • bij bijplaatsing van een nieuwe steen kan deze plat, schuin (met een maximale hoek van 15 graden) of rechtop voor de historische steen komen; de nieuwe steen mag niet hoger zijn dan een halve meter; een staande steen dient minimaal één meter voor de historische steen te staan;

    • bij een liggende historische steen kan een nieuwe grafsteen achter de historische steen geplaatst worden; de steen mag dan niet breder zijn dan de bestaande steen;

    • een vergunning kan geweigerd worden wanneer er onvoldoende sprake is van het behoud van het historische karakter van het graf of het beschermde gebied.

Artikel 9. Onderhoud en herstel

  • 1. Conform artikel 16 lid 2 van de Beheersverordening begraven is de rechthebbende of de gebruiker verplicht de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen. Er is sprake van onvoldoende onderhoud indien:

    • a.

      een onderdeel van een grafbedekking ten opzichte van andere onderdelen van het graf of het omliggende grondoppervlak meer dan 8 graden scheef staat; of

    • b.

      van een grafsteen, zerk of ander onderdeel van een grafbedekking meer dan 15 procent is afgebroken of beschadigd; of

    • c.

      het graf verzakt is, waardoor (een deel van) de grafbedekking lager is komen te liggen dan de omliggende grond; of

    • d.

      een grafsteen geheel is gebroken; of

    • e.

      gewassen op het graf tot buiten de rand van het graf of tot boven de maximaal toegestane hoogte van de grafbedekking groeien; of

    • f.

      meer dan de helft van de beplanting dood is; of

    • g.

      meer dan de helft van het groenoppervlak bestaat uit onkruid; of

    • h.

      zich op meer dan 20 procent van het hekwerk roest heeft gevormd en het graf hierdoor een verwaarloosde indruk maakt; of

    • i.

      de beschadiging van de grafbedekking gevaar oplevert voor derden; of

    • j.

      door een ondeugdelijk geworden constructie een situatie is ontstaan die gevaar oplevert voor het omvallen of inzakken van een grafbedekking, tombe of grafkelder.

Artikel 10. Losse bloemen en planten

  • 1. Op een graf kunnen potplanten en bloemen in vazen worden geplaatst. Het is toegestaan op een graf losse bloemen te leggen. Op een graf mogen eenjarige gewassen worden geplant.

  • 2. Op de verstrooiingsplaats mogen losse bloemen worden gelegd.

  • 3. Kapotte, niet onderhouden en niet in gebruik zijnde vazen en bloembakken worden verwijderd.

Artikel 11. Beplanting

  • 1. De gewassen die op de graven worden geplant mogen bij volle wasdom de voor het graf beschikbare oppervlakte niet overschrijden of moeten door snoeien binnen de oppervlakte kunnen worden gehouden.

  • 2. De hoogte van de gewassen mag niet meer zijn dan de maximaal toegestane hoogte van een gedenkteken op het graf.

  • 3. Woekerende gewassen, zowel bovengronds als ondergronds zoals bijvoorbeeld bamboe zijn verboden, bij twijfel ter beoordeling van de beheerder.

  • 4. Gewassen op algemene graven mogen niet hoger zijn dan 50 centimeter.

  • 5. Gewassen op graven met bijzondere waarde en/of graven gelegen in de zgn. beschermde historische zones van de Algemene Begraafplaats Prinses Ireneweg mogen niet hoger zijn dan 50 centimeter.

  • 6. Gewassen die buiten bovengenoemde ruimte geplant worden, kunnen van gemeentewege verwijderd worden, zonder dat de gemeente tot enige vergoeding verplicht is.

Artikel 12. Vergunning

  • 1. Voor het plaatsen of vervangen van een gedenkteken is een door het college verleende vergunning verplicht.

  • 2. De rechthebbende van een particulier graf en de belanghebbende van een algemeen graf vragen de vergunning voor het hebben van een gedenkteken aan.

  • 3. Een vergunning voor het plaatsen of vervangen van een gedenkteken dient schriftelijk bij het college te worden aangevraagd. Bij de aanvraag behoort een werktekening in ingediend. Op deze werktekening dienen tenminste voor te komen:

    • a.

      een boven-, voor- en zijaanzicht met alle hoogte- , breedte-, dikte- en lengtematen;

    • b.

      de soort, kleur en bewerking van het te gebruiken materiaal;

    • c.

      de vermelding of de letters etc. ingehakt, opgehakt of van metaal zijn;

    • d.

      de woordindeling van het opschrift en de plaats van figuratie(s);

    • e.

      het materiaal van de fundering en de wijze van bevestiging van het gedenkteken daarop;

    • f.

      de fundering;

    • g.

      het betreffende grafnummer.

  • En aanvullend voor graven met bijzondere waarde en/of gelegen in de zgn. beschermde historische zones van de begraafplaats Prinses Ireneweg (zie bijlage 1), indien van toepassing:

    • a.

      de afmetingen van het bestaande grafmonument;

    • b.

      het materiaal van het bestaande grafmonument

    • c.

      de locatie en ligging van het nieuwe grafmonument ten opzichte van de oude steen.

  • 4. Het is verboden om zonder vergunning van het college een gedenkteken, een plaat ter afsluiting van een urnennis te plaatsen of een urn op een graf te plaatsen.

  • 5. Het college kan de vergunning weigeren indien:

    • a.

      niet voldaan wordt aan de vastgestelde nadere regels in het uitvoeringsbesluit;

    • b.

      de grafbedekking afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats;

    • c.

      de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is;

    • d.

      de constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is;

    • e.

      het ontwerp of tekst kwetsend en of aanstootgevend is.

  • 6. Het besluit op de aanvraag wordt door het college schriftelijk medegedeeld.

  • De kosten voor het verlenen van een vergunning worden voldaan door of in naam van de rechthebbende of belanghebbende.

Artikel 13. Voorwaarden particuliere grafkelder

  • 1. Een particuliere grafkelder dient aan de volgende voorwaarden te voldoen:

    • a.

      de dikte van het beton is minimaal 10 cm;

    • b.

      de kelder is waterdicht.

Artikel 14. Mogelijkheid ontheffing

  • 1. Het college kan in uitzonderingsgevallen ontheffing verlenen voor de toepassing van andere afmetingen en materialen.

Artikel 15. Bijzondere bepalingen

  • 1. De werkzaamheden als hierboven omschreven mogen niet worden verricht: binnen één maand na de begraving en bij slechte terreingesteldheid, bijvoorbeeld vorst in de grond of tijdens opdooi.

  • 2. Afval ontstaan bij de werkzaamheden behoort te worden verwijderd.

  • 3. Gebreken ontstaan ten gevolge van onvakkundig gebruik of plaatsing, behoren op een eerste aanzegging daartoe te worden hersteld.

  • 4. Transport kan niet overal, afzettingen mogen niet worden verwijderd.

  • 5. Schade ontstaan als gevolg van het gebruik van transportmiddelen en of hulpmiddelen wordt hersteld voor rekening van de veroorzaker.

  • 6. Banken of andere zitmeubelen op of naast de graven zijn niet toegestaan en worden meteen verwijderd zonder dat aanspraak gemaakt kan worden op vergoeding.

  • 7. De beheerder is gerechtigd zonder voorafgaande kennisgeving dode en uitgebloeide planten en bloemen en andere ontsierende elementen te verwijderen.

Artikel 16. Slotbepalingen

  • 1. De eerder op 8 mei 2012 vastgestelde Nadere regels voor de openingstijden, graven, asbezorging en gedenkplaatsen op de gemeentelijke begraafplaatsen in de gemeente Houten en de op 18 november 2016 vastgestelde Nadere regels voor grafbedekkingen op de gemeentelijke begraafplaatsen in de gemeente Houten worden ingetrokken.

  • 2. Deze nadere regels treden in werking op dezelfde dag als de ‘Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Houten 2025.

  • 3. Deze nadere regels kunnen worden aangehaald als: “Nadere regels gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Houten 2025”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de collegevergadering van 22 oktober 2024.

de secretaris,

R. van Netten

de burgemeester,

G.P. Isabella

Bijlage 1

Lijst van graven met bijzondere waarde (graven die van historische betekenis zijn of waarvan de grafbedekking een opvallende kwaliteit heeft) + plattegrond begraafplaats Prinses Ireneweg (met daarop ook de beschermde historische zones).

Algemene begraafplaats Prinses Ireneweg te Houten:

  • Vak A:

    Graven 8 (ook gemeentelijk monument), 11, 16, 21, 24, 27, 28, 31, 38, 39, 42, 43, 46, 54, 55 en 59.

  • Vak D:

    Graven 1 t/m 3, 6, 8 t/m 10, 15, 18 t/m 22, 25, 29 t/m 32 en 34 t/m 37. (De stenen grafaanduidingspaaltjes dienen in alle gevallen beschermd te worden. Deze staan onder andere bij de graven D5, D23 en D24 die zelf niet op de lijst staan.)

  • Vak E:

    Graven 1,3, 7, 11 (gemeentelijk monument), 15, 19, 33, 41, 45, 50 en 54.

  • Vak G:

    Graven 1, 2, 4, 20, 80, 88, 94, 103 t/m 105.

  • Vak H:

    Het enige graf van vak H is tevens gemeentelijk monument.

+ Plattegrond begraafplaats Prinses Ireneweg (met daarop ook de beschermde historische zones)