Subsidieregeling Varend Erfgoed

1. In deze regeling wordt verstaan onder:

• a)

  restauratie: het treffen van voorzieningen tot opheffen van technische gebreken die noodzakelijk zijn voor de instandhouding van de cultuurhistorische waarde van het vaartuig;

• b)

  onderhoud: werkzaamheden die noodzakelijk zijn om het vaartuig in goede staat te houden en die gericht zijn op het handhaven en herstellen van een cultuurhistorisch verantwoorde staat van het vaartuig en het voorkomen van groot onderhoud en restauratie;

• c)

  kosten: de door het burgemeester en wethouders goedgekeurde bedragen van het plan waarvoor subsidie wordt verstrekt, inclusief niet verrekenbare BTW;

• d)

  plan: de nauwkeurige omschrijving van de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd;

• e)

  monumentenzorg: de inspanning, gericht op behoud, herstel en verbetering van gemeentelijke monumenten;

• f)

  varend monument: een varend monument dat is opgenomen op de gemeentelijke monumentenlijst als bedoeld in de Erfgoedverordening van de gemeente Urk;

• g)

  havenkom: het gedeelte van de Westhaven, (rondom de werf Wijk 1-21a tot aan de vaste plankier), wat is afgezonderd voor het aanliggen/afmeren van varend erfgoed;

• h)

  herstel: hieronder wordt verstaan het vernieuwen of vervangen van onderdelen.

2. Voor de toepassing van deze subsidieregeling wordt onder eigenaar mede verstaan: een rechtspersoon zonder winstoogmerk die op grond van zijn statuten als doelstelling heeft het restaureren van vaartuigen en die tevens als eigenaar- verhuurder fiscaal is vrijgesteld.

1. Een aanvraag voor een subsidie op grond van deze regeling moet worden ingediend bij burgemeester en wethouders met gebruikmaking van een aanvraagformulier welke hiervoor is vastgesteld.

2. De aanvraag wordt voorzien van de volgende gegevens:

• a)

  Omschrijving van de werkzaamheden;

• b)

  Bij vervanging van historische onderdelen aan het vaartuig, een duidelijk beeld of tekening, van zowel de bestaande als de nieuwe toestand.

• c)

  Foto’s van de monumentale onderdelen en eventuele onderhoudsrapporten.

• d)

  De naam en adres van de scheepsbouwer of diegene, die met het uitvoeren van de werkzaamheden is belast.

1. Voor subsidie komen in aanmerking de kosten die direct verband houden met de uitvoering van de activiteit als bedoeld in artikel 3 onder sub a en betrekking hebbende op: restauratie

• a)

  herstel en restauratie van de spanten;

• b)

  herstel en restauratie van de scheepswanden;

• c)

  herstel en restauratie van het dek;

• d)

  herstel en restauratie van roef, stuurhut en masten;

• e)

  herstel en restauratie van roer, rad, zwaarden en vaste onderdelen die behoren tot de basis van een schip;

• f)

  herstel en restauratie van monumentale/ authentieke onderdelen, voor zover niet begrepen onder a tot en met e en zoals opgenomen in de redengevende omschrijving.

2. Voor subsidie komen in aanmerking de kosten die direct verband houden met de uitvoering van de activiteit als bedoeld in artikel 3 onder sub b en betrekking hebbende op: onderhoud

• a)

  teer- olie- en buitenschilderwerken (en daarmede samenhangend binnen);

• b)

  het op de helling zetten voor inspectie en/of onderhoud/restauratie;

• c)

  breeuwwerk;

3. Onder de kosten als bedoeld in het eerste en tweede lid worden in elk geval begrepen de geraamde en door of namens burgemeester en wethouders goedgekeurde bedragen van:

• a)

  De aanneemsom;

• b)

  Het honorarium van adviseurs;

• c)

  De kosten van het dagelijks toezicht;

• d)

  De leges voor de omgevingsvergunning;

• e)

  De verschuldigde btw.

4. Niet voor subsidie in aanmerking komen de kosten (met uitzondering van de kosten voor advies) die door de aanvrager zijn gemaakt vóór de indiening van de aanvraag en voor de beslissing daarop.

5. Niet voor subsidie komen in aanmerkingen de te maken kosten die door een verzekering zijn gedekt en waarvoor de aanvrager een financiële vergoeding kan of heeft ontvangen.

1. De hoogte van de subsidie bedraagt 30% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 9.000,- die direct verband houden met de uitvoering van de activiteit als bedoeld in artikel 3 onder sub a betrekking hebbende op varende monumenten.

2. De hoogte van de subsidie bedraagt 20% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 4.500,- die direct verband houden met de uitvoering van de activiteit als bedoeld in artikel 3 onder sub b betrekking hebbende op varende monumenten.

1. Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt in volgorde van indiening bij burgemeester en wethouders, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

2. Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van indiening van de aanvraag de datum waarop de aanvraag is aangevuld.

3. De uitbetaling van de subsidie vindt plaats nadat de werkzaamheden waarvoor de subsidie is aangevraagd zijn afgerond en opgeleverd.

1. Subsidieverlening wordt geweigerd als:

• a.

  met het treffen van de voorzieningen het belang van het roerend monument niet of in onvoldoende mate wordt gediend;

• b.

  de kosten van de voorzieningen niet in een redelijke verhouding staan tot het te bereiken kwaliteitsniveau en de waarde van het vaartuig;

• c.

  met het treffen van de voorzieningen, waar subsidie voor wordt gevraagd, is begonnen voordat voor de betreffende werkzaamheden een voorlopige toekenning door het college is afgegeven en op de aanvraag nog niet beslist is;

• d.

  de kosten van de voorzieningen, waarvoor subsidie is aangevraagd en subsidiabel zijn, minder bedragen dan € 750,00 inclusief BTW;

• e.

  van het varende monument waaraan, de voorzieningen worden getroffen, redelijkerwijs kan worden aangenomen dat deze binnen afzienbare termijn bestemd is om permanent buiten de gemeentegrenzen van Urk te worden gebracht;

• f.

  in een periode van 5 jaar voor onderhoud en 15 jaar voor restauratie voorafgaand aan de aanvraag voor dezelfde werkzaamheden / onderdelen aan het monument subsidie is verleend;

• g.

  voor het treffen van de voorzieningen, vergunningen zijn vereist en deze niet zijn verleend;

• h.

  het monument na het treffen van de voorzieningen, in zijn geheel beschouwd, niet zal gaan voldoen aan de eisen die volgens wettelijke voorschriften aan het monument moeten worden gesteld.

1. De subsidieontvanger moet voldoen aan de volgende verplichtingen:

• a.

  Binnen 26 weken na het besluit tot verlening van de subsidie moet met de werkzaamheden zijn gestart, vooropgesteld dat benodigde vergunningen onherroepelijk zijn;

• b.

  De werkzaamheden zijn voltooid binnen 18 maanden na verlening van de subsidie;

• c.

  Hij verleent toegang tot de objecten voor het controleren van de uitvoering van de werkzaamheden aan de door burgemeester en wethouders met controle belaste personen op de door die personen te bepalen tijdstippen. Daarnaast verleent hij deze personen op verzoek inzage in de op het treffen van de voorzieningen betrekking hebbende bescheiden en tekeningen;

• d.

  om voor subsidie in aanmerking te komen dient een varend monument minimaal zes maanden per jaar een ligplaats in te nemen in de havenkom van Urk;

• e.

  Hij houdt gedurende vijf jaar na het besluit tot subsidieverlening alle rekeningen en betalingsbewijzen met betrekking tot de werkzaamheden voor controle beschikbaar.

2. Burgemeester en wethouders kunnen, op schriftelijk verzoek van de aanvrager, de in het eerste lid onder a. genoemde termijn tot twee weken na het onherroepelijk worden van de benodigde vergunningen en de in het eerste lid onder b. genoemde termijn met ten hoogste één jaar verlengen.