Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR733713
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR733713/1
Treasurystatuut gemeente Midden-Delfland
Geldend van 03-01-2025 t/m heden
Intitulé
Treasurystatuut gemeente Midden-DelflandBurgemeester en wethouders van de gemeente Midden-Delfland;
gelet op de Wet financiering decentrale overheden en de Financiële verordening Midden-Delfland;
overwegende dat de gemeente Midden-Delfland haar activiteiten op het gebied van treasury op een zo transparant en beheersbaar mogelijke wijze wil inrichten;
besluiten de volgende regeling vast te stellen:
Treasurystatuut gemeente Midden-Delfland
Hoofdstuk 1 Algemeen
Artikel 1. Begripsbepalingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
- -
begrotingstotaal: de totale lasten van de begroting;
- -
daggeldlening: opgenomen of uitgezette middelen voor onbepaalde tijd die dagelijks gewijzigd kunnen worden;
- -
derivaten: financiële instrumenten die hun bestaan ontlenen aan een bepaalde onderliggende waarde. De onderliggende waarden kunnen financiële producten zijn, zoals leningen of obligaties. Derivaten worden onder andere gebruikt om renterisico’s te sturen en financieringskosten te minimaliseren;
- -
financiering: het aantrekken van benodigde financiële middelen voor een periode van minimaal één jaar. Deze middelen kunnen bestaan uit zowel eigen vermogen als vreemd vermogen;
- -
geldstromenbeheer: activiteiten die nodig zijn om liquiditeiten over te dragen bij betalingsverkeer, zowel binnen de organisatie zelf als tussen de organisatie en derden;
- -
het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Midden-Delfland
- -
intern liquiditeitsrisico: de risico’s van mogelijke wijzigingen in de liquiditeitsplanning en meerjaren investeringsplanning, waardoor financiële resultaten kunnen afwijken van de verwachtingen;
- -
kasgeldlimiet: een bedrag op basis van de Wet Fido ter grootte van een percentage van het begrotingstotaal van de gemeente bij aanvang van het jaar;
- -
koersrisico: het risico dat de financiële activa van de organisatie in waarde verminderen door negatieve koersontwikkelingen;
- -
kredietrisico: de risico's op de waardedaling van een vordering door het niet na kunnen komen van de verplichtingen door de tegenpartij als gevolg van insolventie of kastekort;
- -
liquiditeitenbeheer: het financieren en uitzetten van middelen voor een periode tot één jaar;
- -
liquiditeitenplanning: een gestructureerd overzicht van de toekomstige inkomsten en uitgaven van de gemeente ingedeeld per tijdseenheid;
- -
publieke taak: de taak van de gemeente tot het dienen van het openbare belang, zoals gedefinieerd in de taakomschrijving van de gemeente in de Gemeentewet;
- -
renterisico: het gevaar van ongewenste veranderingen van de financiële resultaten van de gemeente door rentewijzigingen;
- -
renterisiconorm: een bij de aanvang van enig jaar op basis van de Wet Fido gefixeerd percentage van het begrotingstotaal van de gemeente. Wegens de renterisiconorm mogen de jaarlijkse verplichte aflossingen en de renteherzieningen niet meer bedragen dan het gefixeerde rentepercentage van het begrotingstotaal;
- -
rentetypische looptijd: het tijdsinterval gedurende de looptijd van een geldlening, waarin op basis van de voorwaarden van de geldlening sprake is van een door de verstrekker van de geldlening niet beïnvloedbare, constante rentevergoeding;
- -
rentevisie: toekomstverwachting over de renteontwikkeling;
- -
saldobeheer: het beheer van de dagelijkse saldi op de rekeningen;
- -
schatkistbankieren: het aanhouden van overtollige middelen in de schatkist bij het Ministerie van Financiën;
- -
treasuryfunctie: alle activiteiten die zich richten op het besturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële stromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. De treasuryfunctie bestaat uit vier deelfuncties: risicobeheer, gemeentefinanciering, kasbeheer en debiteuren- en crediteurenbeheer;
- -
uitzetting: het tijdelijk toevertrouwen van liquiditeiten aan derden tegen vooraf overeengekomen condities en bedingen. Kortlopende uitzettingen hebben betrekking op een periode tot één jaar en langlopende uitzettingen op een periode van één jaar of langer;
- -
Wet fido: de Wet financiering decentrale overheden.
Artikel 2. Doelstellingen treasuryfunctie
De treasuryfunctie van de gemeente dient tot:
- 1.
het verzekeren van duurzame toegang tot financiële markten tegen acceptabele condities;
- 2.
het beschermen van gemeentelijke vermogens- en (rente-)resultaten tegen ongewenste financiële risico’s, zoals renterisico’s, koersrisico’s, kredietrisico’s en liquiditeitsrisico’s;
- 3.
het zorgen dat voor de lopende verplichtingen benodigde liquiditeiten beschikbaar zijn;
- 4.
het minimaliseren van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities;
- 5.
het optimaliseren van de renteresultaten binnen de kaders van de Wet Fido en de limieten en richtlijnen van dit treasurystatuut.
Hoofdstuk 2 Risicobeheer
Artikel 3. Uitgangspunten risicobeheer
-
1. Bij risicobeheer gelden de algemene uitgangspunten dat:
- a.
de gemeente leningen of garanties uit hoofde van de “publieke taak” uitsluitend mag verstrekken aan door de Gemeenteraad goedgekeurde derde partijen;
- b.
de gemeente middelen kan uitzetten uit hoofde van de treasuryfunctie, als deze uitzettingen een veilig karakter hebben en niet zijn gericht op het genereren van inkomen door het lopen van overmatig risico. Het veilige karakter van deze uitzettingen wordt gewaarborgd middels de richtlijnen en limieten genoemd in dit treasurystatuut.
- a.
-
2. Bij het uitgangspunt in lid 1, onder a.:
- a.
wordt de Notitie uitgangspunten publieke taak leningen en garanties gemeente Midden-Delfland in acht genomen;
- b.
wordt vooraf informatie ingewonnen over de financiële positie en de kredietwaardigheid van de betreffende partij als bedoeld in de Beleidsregels publieke taak leningen en garanties gemeente Midden-Delfland.
- a.
Artikel 4. Renterisicobeheer
Het renterisicobeheer kent de volgende uitgangspunten:
- 1.
De kasgeldlimiet en renterisiconorm worden conform de Wet Fido niet overschreden.
- 2.
Nieuwe leningen of uitzettingen worden afgestemd op de bestaande financiële positie en de liquiditeitenplanning.
- 3.
De rentetypische looptijd en het renteniveau van een lening of uitzetting wordt zoveel mogelijk afgestemd op de actuele rentestand en rentevisie.
- 4.
De rentevisie van de gemeente wordt vastgelegd in de paragraaf financiering van de begroting en jaarrekening.
Artikel 5. Koersrisicobeheer
De gemeente beperkt de koersrisico’s op uitzettingen door:
- 1.
uitsluitend producten te hanteren die bij de Wet Fido zijn toegestaan;
- 2.
de looptijd van de uitzettingen af te stemmen op de liquiditeitenplanning bedoeld in artikel 7 van deze regeling.
Artikel 6. Kredietrisicobeheer
Bij het uitzetten van middelen uit hoofde van treasury gelden de uitgangspunten dat:
- 1.
uitzettingen uitsluitend plaatsvinden bij:
- a.
Nederlandse overheden en andere publiekrechtelijke lichamen voor wiens waardepapier een solvabiliteitsratio van 0% geldt;
- b.
financiële instellingen met ten minste een AA-rating van de ratingbureaus Moody’s, Standard & Poors of Fitch IBCA;
- a.
- 2.
bij het verstrekken van leningen of garantstelling uit hoofde van de publieke taak zoveel mogelijk zekerheden of garanties worden geëist;
- 3.
er geen gebruik wordt gemaakt van derivaten.
Artikel 7. Intern liquiditeitsrisicobeheer
De gemeente beperkt haar interne liquiditeitsrisico’s door haar treasuryactiviteiten te baseren op een recente liquiditeitenprognose.
Artikel 8. Valutarisicobeheer
Valutarisico’s worden in de gemeente uitgesloten door uitsluitend leningen te verstrekken, aan te gaan of te garanderen in de euro.
Artikel 9. Relatiebeheer
De gemeente beoogt gunstige respectievelijk marktconforme condities te realiseren voor af te nemen financiële diensten. Hiervoor gelden de volgende uitgangspunten:
- a.
Bankrelaties en hun bancaire condities worden ten minste eens in de vijf jaar beoordeeld;
- b.
Bankrelaties dienen wat betreft hun kredietwaardigheid minimaal te voldoen aan de eisen genoemd in artikel 6;
- c.
Tussenpersonen dienen geregistreerd te staan bij de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en daarvan een vergunning als makelaar te hebben ontvangen.
Hoofdstuk 3 Financiering
Artikel 10. Geldstromenbeheer
Om de kosten van het geldstromenbeheer te minimaliseren wordt:
- a.
het liquiditeitsgebruik beperkt door de geldstromen op gemeenteniveau op elkaar af te stemmen. Hierbij wordt erop toegezien dat de liquiditeitspositie voldoende is om te garanderen dat de verplichtingen tijdig kunnen worden nagekomen;
- b.
het betalingsverkeer zoveel mogelijk elektronisch uitgevoerd door één bank.
Artikel 11. Financiering
Bij het aantrekken van financieringen gelden de volgende uitgangspunten:
- 1.
financieringen worden aangetrokken voor de uitoefening van de publieke taak;
- 2.
een lening aangetrokken specifiek voor de financiering van een project of activiteit* worden benoemd als projectfinanciering;
- 3.
voordat langlopende leningen worden aangetrokken, wordt bij minimaal twee financiële instellingen een offerte aangevraagd;
- 4.
de offertes moeten door de financiële instelling schriftelijk aan de gemeente worden voorgelegd;
- 5.
financiering met externe financieringsmiddelen wordt zoveel mogelijk beperkt door primair de beschikbare interne financieringsmiddelen te gebruiken om het renteresultaat te optimaliseren;
- 6.
geld wordt uitsluitend aangetrokken op basis van een recente liquiditeitenprognose;
- 7.
in de begroting en de jaarrekening wordt in de paragraaf financiering het geprognosticeerde financieringsbeleid toegelicht respectievelijk verantwoording afgelegd.
* Een voorbeeld hiervan is een grondaankoop voor uitgiften op basis van erfpacht.
Hoofdstuk 4 Uitzettingen
Artikel 12. Uitzettingen
Voor het uitzetten van financiële middelen gelden conform de Wet Fido de volgende richtlijnen:
- a.
overtollige financiële middelen worden aangehouden in ’s Rijksschatkist;
- b.
de middelen tot het drempelbedrag zijn uitgezonderd van de verplichting om overtollige middelen in ’s Rijksschatkist aan te houden.
Hoofdstuk 5 Administratieve organisatie en interne controle
Artikel 13. Uitgangspunten administratieve organisatie en interne controle
Bij de treasuryfunctie gelden de volgende algemene uitgangspunten op het gebied van administratieve organisatie en interne controle:
- a.
De verantwoordelijkheden en bevoegdheden van treasuryactiviteiten zijn op eenduidige wijze schriftelijk vastgelegd;
- b.
Bij de uit te voeren treasuryactiviteiten is functiescheiding doorgevoerd, met als belangrijkste voorwaarden:
- 1.
iedere transactie wordt door minimaal twee functionarissen geautoriseerd;
- 2.
de uitvoering en de controle gebeuren door afzonderlijke functionarissen;
- 3.
de uitvoering en de registratie in de financiële administratie gebeuren door afzonderlijke functionarissen.
- 1.
Hoofdstuk 5 Slotbepalingen
Artikel 14. Slotbepalingen
- 1.
Het Treasurystatuut gemeente Midden-Delfland 2022 wordt ingetrokken.
- 2.
Deze regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.
- 3.
Deze regeling wordt aangehaald als: Treasurystatuut Midden-Delfland.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in openbare raadsvergadering van 17-12-2024.
De voorzitter,
F.I. Noordermeer – van Slageren
De griffier,
A. de Vos
Bijlage 1: Verantwoordelijkheden en taken
In de onderstaande tabel staan de verantwoordelijkheden en taken weergegeven.
Functie |
Verantwoordelijkheden |
Gemeenteraad |
|
College van burgemeester en wethouders |
|
Teamleider Financiën/Belastingen |
|
Medewerker treasury |
|
Budgethouders |
|
Consulenten afdeling Financiën |
|
Medewerker financieel beheer |
|
Medewerker interne controle |
|
Extern accountant |
|
Bijlage 2: Bevoegdheden
In de onderstaande tabel staan bevoegdheden met betrekking tot treasuryactiviteiten en de daarbij benodigde fiattering weergegeven.
Activiteit |
Looptijd |
Omvang |
Bevoegde functionaris (1e handtekening) |
Autorisatie (2e handtekening) |
|
Saldo-, liquiditeiten- en geldstromenbeheer |
|||||
1. |
Uitzetten van geld |
< 1 jaar |
€ 5 miljoen |
Medewerker treasury |
College |
2. |
Uitzetten van geld |
< 1 jaar |
€ 5 miljoen |
Medewerker treasury |
College |
3. |
Aantrekken van geld |
< 1 jaar |
€ 5 miljoen |
Medewerker treasury |
Teamleider Financiën/Belastingen |
4. |
Aantrekken van geld |
< 1 jaar |
€ 5 miljoen |
Medewerker treasury |
College |
5. |
Betalings- en invorderingsopdrachten voorbereiden en versturen |
Medewerker financieel beheer/ Medewerker treasury |
Teamleider Financiën/Belastingen |
||
6. |
Het aanhouden/ opheffen van een kas |
College |
|||
Financiering en uitzetting |
|||||
7. |
Afsluiten van kredietfaciliteiten |
Medewerker treasury |
Teamleider Financiën/Belastingen |
||
8. |
Uitzetten van geld |
> 1 jaar |
Medewerker treasury |
||
9. |
Aantrekken van geld |
> 1 jaar |
Medewerker treasury |
||
Bankrelatiebeheer |
|||||
10. |
Bankrekeningen openen/wijzigen/ opheffen |
Medewerker treasury |
College/burgemeester |
||
11. |
Bankcondities en tarieven afspreken |
Medewerker treasury |
Teamleider Financiën/Belastingen |
Bijlage 3: Informatievoorziening
Bij treasuryactiviteiten dienen de betreffende functionarissen tenminste de in de onderstaande tabel opgenomen informatie te verstrekken.
Informatie |
Frequentie |
Informatieverstrekker |
Informatieontvanger |
|
1. |
Gegevens over toekomstige uitgaven en ontvangsten voor de liquiditeitsplanning |
Indien van toepassing/ incidenteel |
Budgethouders |
Medewerker treasury |
2. |
Liquiditeitsplanning |
Jaarlijks |
Medewerker treasury |
Teamleider Financiën/Belastingen |
3. |
Rapportage debiteurenportefeuille |
Jaarlijks |
Medewerker Financieel beheer |
Teamleider Financiën/Belastingen |
4. |
Beoordeling bankrelaties |
Vijfjaarlijks |
Medewerker treasury |
College |
5. |
Beleidsplannen treasury in de paragraaf financiering van de begroting |
Jaarlijks |
College |
Gemeenteraad |
6. |
Evaluatie treasury-activiteiten in paragraaf financiering jaarrekening |
Jaarlijks |
College |
Gemeenteraad |
7. |
Informatie aan derden conform artikel 8 Wet fido |
Jaarlijks |
Medewerker financieel beheer |
Toezichthouder en CBS |
Toelichting bij het Treasurystatuut Midden-Delfland
Algemene toelichting
In de Wet fido worden de kaders gesteld voor een verantwoorde, veilige en professionele inrichting en uitvoering van de treasuryfunctie van decentrale overheden.
De Wet fido definieert de treasuryfunctie daarbij als: het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op: de financiële vermogenswaarden, de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s.
De gemeente Midden-Delfland onderkent het belang van een verantwoord en adequaat beheer van haar financiële middelen. De gemeente Midden-Delfland maakt daartoe gebruik van een tweetal instrumenten op het gebied van treasury.
Allereerst het treasurystatuut. Hierin wordt de ‘beleidsmatige infrastructuur’ van de treasuryfunctie vastgelegd. Het statuut maakt een objectieve en transparante verantwoording vooraf en achteraf mogelijk. Ten tweede neemt de gemeente jaarlijks een paragraaf financiering op in zowel de begroting als de jaarrekening. Hierin worden de specifieke beleidsvoornemens vastgelegd, respectievelijk de uitvoering van het beleid op het gebied van treasury verantwoord.
Bij het opstellen van het treasurystatuut is rekening gehouden met de wettelijke kaders. Dit zijn onder meer:
- -
de Gemeentewet;
- -
de Wet fido;
- -
de Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo);
- -
het Besluit leningvoorwaarden decentrale overheden;
- -
de Uitvoeringsregeling financiering decentrale overheden.
Om de transparantie van het treasurystatuut te bevorderen is tevens aansluiting gezocht bij de door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties opgestelde Handreiking Treasury.
In het treasurystatuut worden allereerst het begrippenkader en de doelstellingen van de treasuryfunctie van de gemeente geformuleerd. Deze worden vervolgens geconcretiseerd voor de verschillende deelgebieden van treasury: risicobeheer, gemeentefinanciering en kasbeheer. Daarna worden de organisatorische randvoorwaarden van de treasuryfunctie weergegeven. Daarbij ligt het accent op de helderheid betreffende de verdeling van de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden. Tot slot worden de uitgangspunten vastgelegd voor de informatie die noodzakelijk is om het gehele proces beheersbaar en meetbaar te maken en te houden.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl