Verordening op de raadscommissies van de gemeente Urk 2025

Geldend van 03-01-2025 t/m heden

Intitulé

Verordening op de raadscommissies van de gemeente Urk 2025

De raad van de gemeente Urk,

gelezen het voorstel van het presidium d.d. 26 november 2024,

gelet op de artikelen 82, 83 en 149 van de Gemeentewet

besluit

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de raadscommissies van de gemeente Urk 2025

Paragraaf 1. Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Raad:

de gemeenteraad van de gemeente Urk;

  • b.

    Fractie:

fractie als bedoeld in het Reglement van orde voor vergaderingen van de raad van de gemeente Urk;

  • c.

    Presidium:

overleg van fractievoorzitters en de raadsvoorzitter;

  • d.

    Lid van de commissie:

lid van de commissie;

  • e.

    Voorzitter:

voorzitter van een raadscommissie of diens vervanger;

  • f.

    Raadsvoorzitter:

voorzitter van de gemeenteraad of diens vervanger;

  • g.

    Agendacommissie:

commissie als bedoeld in art. 3 Reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de gemeenteraad van Urk 2025;

  • h.

    Raadsadviseur:

adviseur van de raad of diens vervanger;

  • i.

    Raadsgriffier:

griffier van de raad of diens vervanger;

  • j.

    College:

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Urk;

  • k.

    Burgemeester:

de burgemeester van de gemeente Urk;

  • l.

    Informatievergadering:

periodieke bijeenkomst over onderwerpen die de raad aangaan. Ook wel aangeduid als informatieve raadsvergadering;

  • m.

    Reglement van orde van de raad:

Reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de gemeenteraad van Urk 2025

Paragraaf 2. Raadscommissies

Artikel 2 Instelling raadscommissies

  • 1. De raad stelt de volgende raadscommissies in:

    • a.

      de raadscommissie Wonen, Werken en Veiligheid

    • b.

      de raadscommissie Organisatie en Leven

  • 2. De raadscommissie Wonen, Werken en Veiligheid adviseert en overlegt over de volgende onderwerpen:

    • Openbare orde en veiligheid

    • Gebiedsontwikkeling

    • Grondbeleid/grondbedrijf

    • Ruimtelijke ordening en woningbouw

    • Omgevingswet

    • Milieu, duurzaamheid en afval

    • Beheer gemeentelijk vastgoed

    • Beheer openbare ruimte

    • Mobiliteit en bereikbaarheid

    • Arbeidsmarkt

    • Economie en visserij

    • Haven

    • Zwembad

  • 3. De raadscommissie Organisatie en Leven adviseert en overlegt over de volgende onderwerpen:

    • Algemene bestuurlijke zaken

    • Bestuurlijke samenwerking

    • Financiën

    • Dienstverlening

    • Communicatie

    • Onderwijs

    • Sociaal Domein

    • Gezondheidszorg

    • Jeugd en WMO

    • Kunst en cultuur

    • Archief en museum

    • Sport en bewegen

    • Toerisme en recreatie

    • Kinderopvang

    • Leerlingenvervoer

    • Werk en Inkomen

  • 4. Indien een onderwerp meerdere raadscommissies aangaat, wordt het onderwerp behandeld in de raadscommissie die het onderwerp het meest aangaat, tenzij de voorzitters van de betrokken commissies in overleg beslissen een gezamenlijke vergadering van de raadscommissies te beleggen over dat onderwerp.

  • 5. De agendacommissie heeft de bevoegdheid om een onderwerp in bijzondere omstandigheden agenda technisch over te hevelen naar de andere commissie.

  • 6. Elke raadscommissie vergadert volgens een door het presidium vóór het begin van ieder jaar vast te stellen vergaderschema of als tenminste twee fracties schriftelijk, onder opgave van redenen, daartoe de wens te kennen geven.

  • 7. De agendacommissie kan een vergadering annuleren. De agendacommissie dient vooraf haar voornemen om de vergadering te annuleren en de daaraan ten grondslag liggende reden(en) ter consultatie aan de leden van de raadscommissie voor te leggen.

  • 8. Commissievergaderingen vinden in de regel plaats met 19.30 uur als aanvangstijdstip en 22.30 uur als eindtijdstip, met een uitloop naar 23.00 uur indien de voorzitter inschat dat de agenda dan afgewerkt is. De voorzitter bepaalt na overleg met de vergadering hoe niet behandelde agendapunten worden afgedaan.

Artikel 3 Taken raadscommissie

Een raadscommissie:

  • a.

    brengt advies uit aan de raad over die onderwerpen waarop haar werkzaamheden betrekking hebben;

  • b.

    voert overleg met het college of de burgemeester over in ieder geval de door hen verstrekte inlichtingen en het gevoerde bestuur ten aanzien van de onderwerpen bedoeld onder a;

  • c.

    voert onderling debat over standpunten van fracties.

Toelichting

De taken van de raadscommissies zijn vastgelegd in artikel 82, eerste lid, van de Gemeentewet. De raadscommissies bereiden de besluitvorming van de raad voor en overleggen met het college of de burgemeester. De taak om de besluitvorming van de raad voor te bereiden komt tot uitdrukking in de taak advies uit te brengen over een voorstel of onderwerp. Dat is dus niet alleen een beslissing of iets een hamer- of bespreekpunt is, maar ook of het stuk rijp is voor besluitvorming of er wijzigingen aangebracht dienen te worden. De raadscommissie kan ook uit eigener beweging advies aan de raad uitbrengen, ook dit advies kan aanleiding zijn voor besluitvorming in de raad. De taken van de raadscommissie zijn in essentie dezelfde als die van de raad, die van kaderstellend, controlerend en volksvertegenwoordigend orgaan.

De raadscommissie bepaalt evenals de raad haar eigen agenda. Dit betekent dat niet het college maar (de voorzitter van) de raadscommissie bepaalt of een voorstel aan de raadscommissie wordt voorgelegd alvorens het in de raad wordt besproken. In het reglement van orde van de raad is om dit te coördineren een agendacommissie ingericht. Deze commissie is verantwoordelijk voor de inhoudelijke afstemming van raads- en commissievergaderingen. Veelal zal het echter wel zo zijn dat een onderwerp eerst in een raadscommissie wordt besproken.

Artikel 4 Samenstelling, onderzoek en beëdiging commissieleden

  • 1. Een raadscommissie bestaat uit maximaal drie commissieleden per fractie.

  • 2. De raadsleden zijn automatisch lid van de commissies.

  • 3. De commissieleden, niet zijnde raadsleden, worden door de raad op voordracht van de fracties benoemd. Deze commissieleden hebben tijdens de laatste raadsverkiezingen op de kandidatenlijst van de desbetreffende fractie gestaan;

  • 4. De artikelen 10, 11, 12 en 13 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing op een lid van een raadscommissie.

  • 5. Na een raadsverkiezing roept de voorzitter de onder 3 benoemde commissieleden op om in een raadsvergadering de voorgeschreven eed of verklaring en belofte af te leggen.

  • 6. Bij de benoeming van nieuwe commissieleden stelt de raad een commissie in bestaande uit drie raadsleden. Deze onderzoekt de geloofsbrieven en de daarop betrekking hebbende stukken van de nieuw benoemde commissieleden, niet zijnde raadsleden, en brengt vervolgens advies uit aan de raad over de toelating van de nieuw benoemde commissieleden, niet zijnde raadsleden. Indien van toepassing, wordt van een minderheidsstandpunt melding gemaakt in dit advies.

  • 7. Een commissielid kan zich tijdens een vergadering laten vervangen door hem per vergadering aan te wijzen lid van de raad of een commissielid.

Toelichting

De raad bepaalt de samenstelling van de raadscommissies. Wel schrijft artikel 82, derde lid, van de Gemeentewet voor dat de raad moet zorgen voor een evenwichtige vertegenwoordiging van de in de raad vertegenwoordigde politieke fracties. De verhoudingen in de raadscommissies hoeven overigens blijkens jurisprudentie niet exact overeen te komen met de verhoudingen in de raad.

De commissieleden worden door de raad benoemd, op voordracht van de fracties. Dit houdt in dat het aan de fracties zelf is om te bepalen wie de betreffende fractie vertegenwoordigen in de verschillende commissies.

De niet-raadsleden moeten – in verband met de kenbaarheid en kiezerlegitimiteit – wel tijdens de laatste raadsverkiezingen op de kandidatenlijst van de desbetreffende fractie OF een kandidatenlijst gestaan hebben. Om te beoordelen of wordt voldaan aan de eisen van de Gemeentewet, ligt het voor de hand om gebruik te maken van een geloofsbrievenonderzoek. Het verdient aanbeveling dit onderzoek uit te laten voeren door de commissie die voor raadsleden en wethouders het op basis van artikel V 4 van de Kieswet verplichte geloofsbrievenonderzoek uitvoert. De vereisten die onderzocht moeten worden zijn immers gelijk. Dit onderzoek (alleen naar de niet-raadsleden) gaat vooraf aan het raadsbesluit waarmee de commissieleden benoemd worden.

Artikel 5 Zittingsduur en vacatures

  • 1. De zittingsperiode van een commissielid en -voorzitter eindigt in ieder geval met het einde van de zittingsperiode van de raad.

  • 2. Het lidmaatschap van een commissielid eindigt als niet meer voldaan wordt aan de in artikel 4, derde lid, gestelde eisen.

  • 3. De raad kan een commissielid ontslaan op voorstel van de fractie die het lid voor benoeming heeft voorgedragen.

  • 4. De raad kan de voorzitter in zijn functie ontslaan.

  • 5. Een commissielid en -voorzitter kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan de raad. Het ontslag gaat een maand na de schriftelijke mededeling in of zoveel eerder als hun opvolger is benoemd.

  • 6. Als door overlijden of ontslag een vacature ontstaat, beslist de raad zo spoedig mogelijk over de vervulling daarvan.

  • 7. Het lidmaatschap van commissieleden, benoemd op voordracht van een fractie die niet langer vertegenwoordigd is in de raad, vervalt van rechtswege.

Artikel 6 Voorzitter

  • 1. De raad benoemt de voorzitters.

  • 2. De voorzitter is geen lid van de raadscommissie en fungeert als technisch voorzitter.

  • 3. Indien de vaste voorzitter verhinderd is treedt een van de plaatsvervangend voorzitters op, of wijst de raadscommissie uit haar midden een lid aan dat als voorzitter optreedt.

  • 4. De voorzitter is belast met:

    • a.

      het leiden van de vergadering;

    • b.

      het handhaven van de orde;

    • c.

      het doen naleven van deze verordening;

    • d.

      hetgeen deze verordening hem verder opdraagt.

Toelichting

Artikel 82 lid 4 van de wet schrijft voor dat alleen raadsleden voorzitter van een raadscommissie kunnen zijn.

Artikel 7 Raadsadviseur

  • 1. De raadsadviseur is in iedere vergadering van een raadscommissie als secretaris aanwezig.

  • 2. Bij verhindering of afwezigheid wordt de raadsadviseur vervangen door zijn vervanger of een daartoe door de raad aangewezen ambtenaar.

  • 3. De raadsadviseur of diens plaatsvervanger kan op uitnodiging van de voorzitter aan beraadslagingen in vergaderingen deelnemen.

Artikel 8 Burgemeester en wethouders

  • 1. De leden van het college van wie delen van diens portefeuille tot het takenpakket van de commissie behoort, zijn in de regel in de vergadering aanwezig en kunnen, na toestemming van de voorzitter, deelnemen aan de beraadslaging.

  • 2. Indien de burgemeester of een wethouder niet aanwezig kan zijn meldt hij dit aan de griffier of raadsadviseur.

Paragraaf 3. Voorbereiding

Artikel 9 Oproep en agenda

  • 1. De raadsgriffier zendt ten minste veertien dagen voor een vergadering via het Raadsinformatiesysteem de commissieleden een oproep en de voorlopige agenda met de daarbij behorende stukken. De agenda wordt bij aanvang van een vergadering door de raadscommissie vastgesteld.

  • 2. In spoedeisende gevallen kan de voorzitter na het verzenden van een schriftelijke oproep een aanvullende agenda opstellen. Zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk 48 uur voor aanvang van de vergadering, wordt deze met de daarbij behorende stukken aan de leden gezonden.

Toelichting

Het opstellen van de voorlopige agenda gebeurt door de agendacommissie. De instelling en taken van de agendacommissie zijn geregeld in het reglement van orde van de raad.

Artikel 10 Ter inzage leggen van stukken

  • 1. Stukken die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op een agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep op het gemeentehuis ter inzage gelegd. Als na het verzenden van de schriftelijke oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden van de raadscommissie en zo mogelijk door middel van openbare kennisgeving.

  • 2. Digitaal beschikbare stukken worden op de website van de gemeente geplaatst.

  • 3. Op stukken waaromtrent geheimhouding is opgelegd is artikel 8 van het reglement van orde van de raad van toepassing.

Artikel 11 Openbare kennisgeving

  • 1. Commissievergaderingen worden ter openbare kennis gebracht door aankondiging in een plaatselijke krant en op de website van de gemeente.

  • 2. In spoedeisende gevallen kan de openbare kennisgeving uitsluitend langs digitale weg plaatsvinden.

Artikel 12 Technische vragen

  • 1. Technische vragen zijn vragen die zien op het verkrijgen van feitelijke en/of technische informatie. Het is informatie die commissieleden nodig hebben om een voorstel goed te kunnen beoordelen en om tot een afgewogen advisering te kunnen komen.

  • 2. De technische vragen worden vooraf aan de behandeling in de commissie aangeleverd bij de griffie. De griffier brengt de vragen zo spoedig mogelijk ter kennis bij het college.

  • 3. Voor de behandeling in de commissie worden de vragen en de beantwoording gepubliceerd bij het agendapunt.

  • 4. Voor de onder lid 3 genoemde aanlevering en beantwoording geldt een redelijke termijn.

Toelichting

De voorzitter stuurt er op dat technische discussies vermeden worden tijdens de behandeling in de commissie. Technische vragen worden daarom zoveel als mogelijk vooraf ingediend omdat degene die technische vragen het beste kan beantwoorden de inhoudelijk behandelend ambtenaar is.. Technische vragen binnen een redelijke termijn ingediend voor de commissievergadering dienen ook voor de commissievergadering beantwoord te worden. Het college draagt ervoor zorg dat deze vragen zo spoedig mogelijk beantwoord worden (in uiterste geval uiterlijk 24 uur voor de commissievergadering.) Onder de redelijke termijn kan verstaan worden: aanlevering uiterlijk de woensdag voorafgaand aan de vergadering (voor 22.00 uur). Beantwoording uiterlijk de maandag/dinsdag voorafgaand aan de vergadering (voor 18.00 uur).

Paragraaf 4. Vergadering

Artikel 13 Opening vergadering en quorum

  • 1. Een vergadering wordt niet geopend voordat meer dan de helft van de raadsfracties tegenwoordig is.

  • 2. Als op grond van het eerste lid de vergadering niet kan worden geopend, belegt de voorzitter opnieuw een vergadering op een tijdstip dat ten minste vierentwintig uur na het bezorgen van de oproeping is gelegen.

  • 3. Op een vergadering als bedoeld in het tweede lid is het eerste lid niet van toepassing. Een raadscommissie kan echter over andere aangelegenheden dan die waarvoor de ingevolge het eerste lid niet geopende vergadering was belegd alleen beraadslagen of besluiten, als meer dan de helft van de raadsfracties aanwezig is.

Toelichting

Artikel 20 van de Gemeentewet regelt het vergaderquorum van de raad. Voor de raadscommissies ontbreekt een dergelijke bepaling in de Gemeentewet. Dit artikel voorziet hierin. Indien meer dan de helft van de raadsfracties aanwezig is kan worden vergaderd.

Het derde lid voorziet in een regeling voor een nieuwe vergadering indien het quorum niet bereikt is, anders zou de afwezigheid van leden van een raadscommissie de voortgang van werkzaamheden kunnen belemmeren. Uiteraard staat op het moment dat de voorzitter bepaalt op welke datum en tijdstip, nog niet vast op welk moment de schriftelijke oproep uitgaat. Indien er enkele dagen tussen de twee vergaderingen zitten, mag er vanuit worden gegaan dat het mogelijk is om 24 uur van tevoren een schriftelijke oproep te versturen. Overigens ligt het in de rede dat de voorzitter overlegt met de raadscommissie over de datum van een nieuwe vergadering.

Artikel 14 Vragenuur

  • 1. Op de voorlopige agenda voor een reguliere commissievergadering wordt aan het eind van de agenda het agendapunt “Vragenuur” opgenomen.

  • 2. De voorzitter kan een vraag niet toelaten indien er onvoldoende tijd is om alle vragen te behandelen of wanneer de vraag een technisch/informatief karakter heeft.

  • 3. Na de beantwoording door de portefeuillehouder of het bevraagde commissielid krijgt de vragensteller desgewenst het woord om aanvullende vragen te stellen.

  • 4. Vervolgens kan de voorzitter aan andere leden van de commissie het woord verlenen om hetzij aan de vragensteller, hetzij aan de portefeuillehouder vragen te stellen over hetzelfde onderwerp.

  • 5. Per fractie kan tijdens het vragenuur twee onderwerpen aan de orde worden gesteld. In bijzondere gevallen kan de voorzitter hiervan afwijken.

Toelichting

Om het politieke debat over een onderwerp goed te kunnen voeren is het wenselijk dat zowel het onderwerp en de richting / inhoud van de vraag vooraf gedeeld wordt. De griffier toetst in eerste aanleg of een vraag actueel en dringend is, of dat een andere procedure beter past bij het soort vraag en de taak van de raadscommissie. De griffier adviseert de vragensteller en commissievoorzitter hierover. De griffie stuurt de ontvangen vragen door naar de verantwoordelijke portefeuillehouder en ambtelijke dienst, zodat die de beantwoording kunnen voorbereiden.

Artikel 15 Verslag

Van de commissievergaderingen worden beeld- en geluidsopnames gemaakt. Deze opnames worden gearchiveerd en zijn via de website van de gemeente te raadplegen.

Artikel 16 Advies; geen stemmingen

  • 1. Als een raadscommissie een advies aan de raad uitbrengt, beslissen de leden op voorstel van de voorzitter over de inhoud van het advies.

  • 2. In het advies worden de standpunten van alle fracties opgenomen.

  • 3. In een vergadering vinden geen stemmingen plaats, met uitzondering van stemmingen over geheimhouding en met betrekking tot de orde.

Toelichting

Het gebruik van het woord beslissen in het eerste lid kan de suggestie gewekt worden dat in de commissievergadering ook ‘echte’ Awb-besluiten kunnen worden genomen. Dit is echter niet het geval. Een raadscommissie neemt geen beslissingen maar bereidt de besluitvorming in de raad voor en overlegt met het college en de burgemeester. Alleen in de raadsvergadering kunnen besluiten worden genomen. Wel kan een raadscommissie gevraagd en ongevraagd advies uitbrengen aan de raad. Ten behoeve van het debat in de raad en om recht te doen aan de mening van alle fracties, inclusief minderheidsstandpunten, wordt in het advies de standpunten van alle fracties opgenomen. Het ligt voor de hand dat indien een lid het niet eens is met het fractiestandpunt, dat hier afzonderlijk melding van wordt gemaakt in het advies aan de raad.

Artikel 17 Aantal spreektermijnen

  • 1. Beraadslaging over onderwerpen of voorstellen geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de raadscommissie anders beslist.

  • 2. Spreektermijnen worden door de voorzitter afgesloten.

  • 3. Commissieleden voeren in een termijn niet meer dan éénmaal het woord over hetzelfde onderwerp of voorstel.

  • 4. Bij de bepaling hoeveel keer een commissielid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde of bij interrupties.

Toelichting

Het stellen van vragen dient ook als een spreektermijn beschouwd te worden. Een spreektermijn wordt door de voorzitter afgesloten. Dit hoeft overigens niets te veranderen aan de praktijk dat een portefeuillehouder antwoordt na de inbreng van de raadsleden in de eerste en tweede termijn. Een verzoek van een raadslid na afloop van de tweede termijn om nog een korte reactie te geven, hoeft de voorzitter niet te honoreren. Indien de raadscommissie van mening is dat na de tweede termijn verdere beraadslaging nodig is, kan zij daartoe uitdrukkelijk besluiten en meenemen in het advies. In beginsel voert per fractie één lid het woord over het geagendeerde onderwerp.

Artikel 18 Deelname aan de beraadslaging door anderen

Een raadscommissie kan besluiten dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.

Toelichting

Deze bepaling is noodzakelijk in verband met het in artikel 22 van de Gemeentewet geregelde verschoningsrecht, dat in artikel 82, vijfde lid, van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing wordt verklaard op leden van raadscommissies en andere personen die aan de beraadslagingen deelnemen. Het is uiteraard ook mogelijk dat een raadscommissie bepaalt dat een bepaalde functionaris in bepaalde gevallen altijd aan de beraadslaging mag deelnemen). Het gaat in deze bepaling om anderen dan de leden, de voorzitter, de burgemeester en de wethouders. Deze hebben op grond van artikel 82, vijfde lid, van de Gemeentewet de mogelijkheid om aan de beraadslagingen deel te nemen. Op grond van dit artikel kan bijvoorbeeld de secretaris uitgenodigd worden. Uiteraard hebben deze andere sprekers niet dezelfde rechten als de leden. Feitelijk is dit artikel ook niet bedoeld om insprekers te betrekken bij de beraadslaging. Artikel 19 verwoordt daarvoor de regels.

Artikel 19 Spreekrecht burgers

  • 1. Burgers kunnen in een vergadering het woord voeren over onderwerpen die geagendeerd zijn.

  • 2. Het woord kan niet gevoerd worden over:

    • a.

      een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar en beroep openstaat of heeft opengestaan;

    • b.

      benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;

    • c.

      een gedraging waarover een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend.

  • 3. Degene die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit binnen 24 uur voor de aanvang van de vergadering aan de raadsgriffier onder vermelding van zijn naam, adres en telefoonnummer en het onderwerp waarover hij het woord wenst te voeren.

  • 4. De voorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding, tenzij afwijking van die volgorde in het belang is van de orde van de vergadering.

  • 5. De inspreker voert het woord, nadat de voorzitter hem dit heeft verleend. De voorzitter kan de deelnemers aan de vergadering toestaan aan insprekers een korte, verhelderende vraag te stellen. Er vindt geen discussie plaats tussen een inspreker en deelnemers van de vergadering.

  • 6. De voorzitter of een commissielid doet een voorstel voor de behandeling van de inbreng van de inspreker.

Toelichting

Het geven van spreekrecht aan burgers is een manier om burgers meer te betrekken bij de besluitvorming van de raad. Doordat de raadsvergadering het sluitstuk is van het besluitvormingsproces dat lang daarvoor is begonnen is er voor gekozen het spreekrecht op te nemen in de commissieverordening. Op dit moment zijn de fracties nog bezig hun mening te vormen. Een inspreekmogelijkheid tijdens de raadsvergadering is doorgaans minder effectief (‘schijnspreekrecht’). De burgers die wensen in te spreken moeten zich binnen een ‘redelijke termijn’ voor de vergadering melden bij de raadsgriffier.

In het vierde lid is ervoor gekozen om een burger slechts éénmaal het woord te geven en geen discussie te laten plaatsvinden. Afhankelijk van de situatie wordt als richtlijn 5 minuten spreektijd per burger aangehouden. Op voorstel van de voorzitter, die in eerste instantie voor een ordentelijk verloop van de vergadering moet zorgen en dus moet kunnen aanvoelen of een verkorting of verlenging van de spreektijd gewenst is, kan van deze richtlijn worden afgeweken.

Het spreekrecht geldt alleen voor onderwerpen die op de agenda van de commissie staan. De raadsfracties kunnen burgers faciliteren om onderwerpen ook op een andere manier te bespreken met fracties (bijv. politiek uurtje met fracties).

Personen die inspreken, hebben zich te houden aan de richtlijnen voor het spreekrecht en de aanwijzingen van de voorzitter met betrekking tot de maximale spreektijd, sprekersvolgorde, het noemen van namen e.d. Tevens dient men zich te houden aan voorschriften die gelden voor de handhaving van de orde. Er vindt geen discussie plaats tussen een inspreker en deelnemers van de vergadering. Het spreekrecht beperkt zich in principe tot het mondeling toespreken van de raadscommissie. Slechts bij hoge uitzondering kunnen visuele (technische) hulpmiddelen ter ondersteuning van het spreekrecht worden gebruikt, zoals video, beeldmateriaal en presentatiesheets. De voorzitter bepaalt in dezen wat wordt toegestaan.

Artikel 20 Handhaving orde en schorsing

  • 1. De voorzitter handhaaft de orde in de vergadering.

  • 2. Hij kan de raadscommissie voorstellen aan een commissielid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het commissielid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de voorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het commissielid bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.

  • 3. Hij kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en, als na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord, de vergadering sluiten.

  • 4. Hij roept sprekers tot de orde als deze zich in beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen uitlaten, afwijken van het in behandeling zijnde onderwerp, andere sprekers herhaaldelijk interrumperen, dan wel anderszins de orde verstoren. Sprekers die hieraan geen gevolg geven, kunnen door hem het woord ontnomen worden over het aanhangige onderwerp.

Toelichting

Artikel 26 Gemeentewet geeft aan dat de voorzitter bij raadsvergadering bevoegd is om de orde te handhaven. Voor de commissievergaderingen ontbreekt een dergelijke bepaling, deze is daarom hier opgenomen. Om te bevorderen dat leden van raadscommissies zich niet belemmerd voelen om hun mening te uiten bepaalt artikel 82, vijfde lid, van de Gemeentewet bovendien dat artikel 22 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing is op leden van raadscommissies. Hierdoor zijn leden van raadscommissies niet in rechte te vervolgen, aan te spreken of verplicht getuigenis af te leggen over hetgeen zij in de vergadering zeggen of schriftelijk overleggen. Dit geldt voor zowel raadsleden als niet-raadsleden.

Artikel 21 Voorstellen van orde

Commissieleden kunnen tijdens een vergadering mondeling een voorstel van orde betreffende de vergadering doen. De raadscommissie beslist hier terstond over.

Paragraaf 5. Besloten vergaderingen

Artikel 22 Toepassing verordening op besloten vergaderingen

Op besloten vergaderingen is deze verordening van overeenkomstige toepassing voor zover dat niet strijdig is met het besloten karakter van de vergadering.

Artikel 23 Verslag besloten vergadering

  • 1. In afwijking van artikel 15 van deze verordening wordt er van een besloten vergadering geen beeld- en geluidsopname gemaakt. Er zal een schriftelijk verslag worden opgesteld.

  • 2. Het concept-verslag van een besloten vergadering wordt niet verspreid, maar ligt uitsluitend voor de leden ter inzage bij de raadsgriffier.

  • 3. Deze verslagen worden zo spoedig mogelijk in een vergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de raadscommissie een besluit over het al dan niet openbaar maken van het verslag.

  • 4. De vastgestelde verslagen worden door de voorzitter en de raadsgriffier ondertekend.

Artikel 24 Geheimhouding

Artikel 8 van het reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de gemeenteraad van Urk 2025 is van toepassing.

Paragraaf 6; Informatiebijeenkomsten

Artikel 25 Toepassing verordening op informatiebijeenkomsten

Op informatiebijeenkomsten is deze verordening van overeenkomstige toepassing voor zover dat niet strijdig is met het karakter van de vergadering.

Artikel 26 Informatiebijeenkomsten

  • 1. Een informatiebijeenkomst vindt plaats volgens een door het presidium vóór het begin van ieder jaar vast te stellen vergaderschema of als tenminste twee fracties schriftelijk, onder opgave van redenen, daartoe de wens te kennen geven.

  • 2. Het bijeenroepen van een informatiebijeenkomst is een taak van de agendacommissie.

  • 3. Het college kan de agendacommissie tijdig verzoeken via een daarvoor bestemd formulier informatiebijeenkomsten als in het eerste lid te houden.

  • 4. De deelname van ambtenaren geschiedt door tussenkomst van het voor hen verantwoordelijke collegelid.

  • 5. Informatiebijeenkomsten zijn openbaar, tenzij de agendacommissie in overleg met het college oordeelt dat ze niet openbaar zijn.

  • 6. Artikel 4 lid 1 en 2 zijn van toepassing op de informatiebijeenkomsten.

Toelichting

De raad heeft in zijn vergadering van 4 juli 2024 besloten om stapsgewijs ervaringen op te doen met de BOB-vergaderstructuur. De informatiebijeenkomsten worden hiervoor als een soort pilot benut. Omdat de bevoegdheid van het bijeenroepen van een bijeenkomst bij de agendacommissie ligt kan zij ook zelfstandig bijeenkomsten beleggen. Het ligt voor de hand dat daarbij in overleg wordt getreden met het college.

Het systeem van de BOB is duidelijk: informatievoorziening gebeurt voor de formele momenten van commissie en raad. Kern is een open en transparante behandeling in de commissie en gemeenteraad, omdat daar het politieke debat plaatsvindt. In de raad gaat het vooral over de amendementen en moties. Met informatie bijeenkomsten wordt behandeling in commissie en raad vergemakkelijkt. Het kan zijn dat de raad of het college werkbezoeken, workshops of andere externe sessies wil organiseren ten behoeve van de voorbereiding op een onderwerp.

Artikel 27 Onderscheidende informatiebijeenkomsten

Onder een informatiebijeenkomst wordt onder andere verstaan:

  • a.

    een voorbereidend overleg. Tijdens dit overleg laten raadsleden en commissieleden zich informeren over een beleidsvoorstel, -nota of verordening, waarbij ingegaan wordt op specifieke en technische details, ten behoeve van goede besluitvorming;

  • b.

    een technische sessie. Tijdens dit overleg kunnen raadsleden en commissieleden zich kort laten informeren over de feitelijke en technische aspecten van een dossier, de stand van zaken in beleidsuitvoering, de uitkomsten van een onderzoek, of een uitgebracht advies, door zowel interne als externe betrokkenen;

  • c.

    een expertmeeting. In dit overleg wisselen raads- en commissieleden van gedachten met of laten zich voorlichten door externe deskundigen en betrokkenen over een afgebakend onderwerp;

  • d.

    Een opiniërend of kadergevend overleg. In dit overleg stellen raads- en commissieleden het college in de gelegenheid kaders en/of uitgangspunten te vergaren voor nader te nemen besluitvorming.

Artikel 28 Functies van de informatiebijeenkomsten

Een informatiebijeenkomst heeft onder andere de volgende functies:

  • a.

    de raad en commissie in staat te stellen de nodige informatie te vergaren om zich een zo volledig mogelijk beeld en oordeel te kunnen vormen omtrent onderwerpen, zodat de raad daarover in een raadsvergadering een gewogen uitspraak kan doen of besluit kan nemen;

  • b.

    het college in staat te stellen om vooraf informatie, kaders en/of uitgangspunten te vergaren voor nader te nemen besluitvorming;

  • c.

    het geven van opinie over het onderwerp dat is geagendeerd;

  • d.

    het kennisnemen van informatie over onderwerpen gepresenteerd door het college;

  • e.

    het zich laten informeren over het gevoerde bestuur ten aanzien van de hierboven bedoelde onderwerpen;

  • f.

    het zich laten informeren over de voortgang van de voorbereidende werkzaamheden dan wel van de uitvoering van belangrijke projecten;

  • g.

    het zich laten informeren over onderwerpen die meer verkennend van aard en nog niet aan besluitvorming toe zijn. Deze onderwerpen worden voorafgaand aan een reguliere commissievergadering geagendeerd.

Paragraaf 7. Toehoorders en pers

Artikel 29 Toehoorders en pers

  • 1. Toehoorders en vertegenwoordigers van de pers wonen openbare vergaderingen uitsluitend bij op de voor hen bestemde plaatsen.

  • 2. Het blijk geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is hen verboden.

  • 3. De voorzitter is bevoegd, wanneer de orde in de vergadering op enigerlei wijze door toehoorders wordt verstoord, deze en zo nodig andere toehoorders te doen vertrekken.

  • 4. Hij is bevoegd toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering te ontzeggen.

Artikel 30 Geluid- en beeldregistraties

Degenen die van een openbare vergadering geluid- of beeldregistraties willen maken, doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar diens aanwijzingen.

Hoofdstuk 4. Slotbepalingen

Artikel 31 Uitleg verordening

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel over de toepassing van de verordening, beslist de raadscommissie op voorstel van de voorzitter.

Artikel 32 Intrekken oude verordening

De Verordening op de raadscommissies 2022, zoals vastgesteld in de raadsvergadering van 06 oktober 2022, wordt ingetrokken.

Artikel 33 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 01 januari 2025

  • 2. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening op de raadscommissies Urk 2025.

Ondertekening

Urk, 12 december 2024

De raad van de gemeente Urk,

De griffier,

de voorzitter,