Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR733661
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR733661/1
Besluit maatschappelijke ondersteuning en jeugd gemeente Urk 2025
Geldend van 03-01-2025 t/m heden
Intitulé
Besluit maatschappelijke ondersteuning en jeugd gemeente Urk 2025Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Urk,
Gelezen het voorstel van 17 december 2025, met als kenmerk nummer
Gelet op de artikelen 5.2.1, vierde en vijfde lid, 6.3.2, derde lid, en 6.4.1, tweede lid van de
Verordening Sociaal Domein gemeente Urk.
Overwegende dat het gewenst is nadere regels vast te stellen ter uitvoering van deze
Verordening, besluit de volgende nadere regels vast te stellen:
Besluit maatschappelijke ondersteuning en jeugd gemeente Urk 2025
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1.1 Begripsbepalingen
-
1. In dit Besluit wordt verstaan onder:
- a.
bijstandsnorm: de van toepassing zijnde bijstandsnorm als bedoeld in paragraaf 3.2 van de Participatiewet waarbij paragraaf 3.3 van de Participatiewet onverminderd van toepassing is,
- b.
diensten: maatwerkvoorziening in de vorm van huishoudelijke ondersteuning, begeleiding, dagactiviteiten en kortdurend verblijf op grond van de Wmo 2015,
- c.
jaarinkomen: het inkomen als bedoeld in paragraaf 3.4 van de Participatiewet,
- d.
pgb: persoonsgebonden budget als bedoeld in artikel 2.3.6 Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 of artikel 8.1.1 van de Jeugdwet,
- e.
tarieven: de bedragen op grond waarvan de hoogte van het pgb wordt vastgesteld,
- f.
verordening: Verordening Sociaal Domein gemeente Urk,
- g.
peildatum: de datum van aanvraag.
- a.
-
2. Alle begrippen die in dit Besluit worden gebruikt en niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en de daarop gebaseerde lagere regelgeving, de Jeugdwet en de daarop gebaseerde lagere regelgeving, de Verordening Wmo, de Verordening Jeugd en de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
HOOFDSTUK 2 PERSOONSGEBONDEN BUDGET WMO
Artikel 2.1 Besteding persoonsgebonden budget buiten Urk en buitenland
-
1. De budgethouder kan het toegekende pgb voor diensten, met uitzondering voor huishoudelijke ondersteuning, voor ten hoogste 13 weken per kalenderjaar inzetten voor de betaling van al toegekende ondersteuning die wordt geboden tijdens het verblijf buiten Urk, mits de noodzaak tot (meer) ondersteuning niet (enkel) voortvloeit uit het verblijf buiten Urk.
-
2. De budgethouder kan het toegekende pgb voor diensten, met uitzondering voor huishoudelijke ondersteuning, voor ten hoogste zes weken per kalenderjaar inzetten voor betaling van ondersteuning te verlenen tijdens verblijf buiten Nederland, mits de noodzaak tot (meer) ondersteuning niet (enkel) voortvloeit uit het verblijf buiten Nederland.
-
3. Het college kan op aanvraag de termijn van zes weken, als bedoeld in het tweede lid, verlengen als bijzondere omstandigheden daartoe aanleiding geven.
-
4. Op de besteding van het pgb blijven alle verplichtingen die rechtstreeks voortvloeien uit het pgb van toepassing.
Artikel 2.2 Persoonsgebonden budget woningaanpassing
Voor het realiseren van een complexe woningaanpassing met een pgb kan het college de volgende kosten in aanmerking nemen:
- a.
de aanneemsom (hierin begrepen de loon- en materiaalkosten) voor het treffen van de woningaanpassing. Indien de woningaanpassing in zelfwerkzaamheid wordt getroffen vervallen de loonkosten,
- b.
het architectenhonorarium, indien dit noodzakelijk is, tot ten hoogste 10% van de aanneemsom met dien verstande dat dit niet hoger is dan het maximale honorarium als bepaald voor de leden van NLingenieurs en BNA in DNR 2011 (De Nieuwe Regeling 2011, herziening juli 2013),
- c.
de kosten voor het toezicht op de uitvoering, indien dit noodzakelijk is, tot een maximum van 2% van de aanneemsom,
- d.
de leges voor de omgevingsvergunning, voor zover deze betrekking heeft op het treffen van de woningaanpassing,
- e.
de door college schriftelijk goedgekeurde kostenverhoging, die ten tijde van de raming van de kosten redelijkerwijs niet voorzien hadden kunnen zijn.
Artikel 2.3 Budgetperiode en instandhoudingskosten hulpmiddelen
-
1. Het pgb is toereikend voor de aanschaf van een aangewezen hulpmiddel volgens de indicatie in natura.
-
2. De budgetperiode (afschrijvingstermijn) wordt vastgesteld in het individuele toekenningsbesluit.
-
3. Bij het vaststellen van de hoogte van het pgb kunnen (reële) instandhoudingskosten in aanmerking genomen worden. Het bedrag wordt opgenomen in het individuele toekenningsbesluit.
HOODFSTUK 3 TARIEVEN EN BEDRAGEN WMO
Artikel 3.1 Huishoudelijke ondersteuning
-
1. Voor schoonmaakondersteuning geldt het bij Verordening bepaalde percentage van € 38,90 per uur.
-
2. Voor ondersteuning regie/zorg geldt het bij Verordening bepaalde percentage van € 38,90 per uur.
-
3. Het bedrag voor schoonmaakondersteuning of ondersteuning regie/zorg als het pgb wordt besteed aan een persoon uit het sociaal netwerk of een persoon die niet als professional als bedoeld in artikel 1.1 van de Verordening wordt aangemerkt bedraagt € 21,40 per uur.
Artikel 3.2 Begeleiding en dagactiviteiten arbeidsmatig
-
1. Voor begeleiding geboden door professionals geldt het bij Verordening bepaalde percentage van een uurtarief.
-
2. Voor begeleiding geldt een uurtarief van:
- a.
€ 66,24 voor professionals met mbo-deskundigheid;
- b.
€ 73,33 voor professionals met hbo-deskundigheid.
- a.
-
3. Voor begeleiding geboden door personen uit het sociaal netwerk en personen die niet als professional worden aangemerkt geldt een uurtarief € 24,97.
-
4. Voor dagactiviteiten arbeidsmatig geldt het bij Verordening bepaalde percentage van een tarief van € 46,23 per dagdeel. Een dagdeel bestaat uit drie tot vier uur.
-
5. Voor vervoer dagactiviteiten arbeidsmatig gelden de volgende tarieven naar en van de locatie waar de dagactiviteiten arbeidsmatig worden geboden (eens per etmaal):
- a.
zonder rolstoel € 10,95,
- b.
met rolstoel € 24,33.
- a.
Artikel 3.3 Dagactiviteiten overig
Voor dagactiviteiten belevingsgericht en dagactiviteiten niet aangeboren hersenletsel (NAH) geldt het bij Verordening bepaalde percentage van een tarief van € 46,23 per dagdeel. Een dagdeel bestaat uit drie tot vier uur.
Artikel 3.4 Kortdurend verblijf
Voor kortdurend verblijf geldt het bij Verordening bepaalde percentage van € 308,18 per etmaal.
Artikel 3.5 Financiële tegemoetkoming
-
1. De hoogte van de financiële tegemoetkoming voor een verhuizing naar een:
- a.
gelijkvloerse woning bedraagt €1.625,00
- b.
eengezinswoning bedraagt €3.116,00.
- a.
-
2. De hoogte van de financiële tegemoetkoming voor:
- a.
het gebruik van een (eigen) auto bedraagt maximaal € 513,55 per jaar,
- b.
het gebruik van een rolstoeltaxi bedraagt maximaal € 2.046,00 per jaar,
- c.
het gebruik van een individuele taxi bedraagt maximaal € 1.365,71 per jaar.
- a.
-
3. Het college kan de hoogte van de tegemoetkoming in het tweede lid onder a, b, of c afstemmen op de samenvallende vervoersbehoefte van de echtgenoten of daarmee gelijkgestelden.
-
4. Vallen de vervoersbehoeften als bedoeld in het vorige lid samen, dan verstrekt het college slechts een keer het bedrag genoemd in het tweede lid onder a, b of c.
-
5. Vallen de vervoersbehoeften als bedoeld in het vorige lid niet of slechts ten dele samen, dan kan aan elke bedoelde persoon een tegemoetkoming worden verstrekt welke tezamen niet meer bedragen dan 1,5 maal het bedrag genoemd in het tweede lid onder a, b of c.
Artikel 3.6 Primaat van verhuizen
Bedragen de kosten van een woningaanpassing waaronder een traplift € 8.000,00 of meer, dan overweegt het college of het primaat van verhuizen kan worden toegepast. Kosten die in de nabije toekomst in de woning gemaakt moeten worden kunnen daar onder dit bedrag vallen.
HOOFDSTUK 4 TEGEMOETKOMING MEERKOSTEN
Artikel 4.1 Doelgroep en aanvraag
-
1. De persoon met een beperking of chronisch psychisch of psychosociaal probleem kan op aanvraag op grond van artikel 2.1.7. van de wet in aanmerking komen voor een tegemoetkoming in de met die beperking of chronisch psychisch of psychosociaal problemen verband houdende aannemelijke meerkosten er ondersteuning van de zelfredzaamheid en participatie als:
- a.
het (gezins)inkomen lager is dan 120% van de bijstandsnorm, en
- b.
er aannemelijke meerkosten zijn als rechtstreeks gevolg van een beperking, chronisch psychisch of psychosociaal probleem, en
- c.
de hoogte van de Tegemoetkoming arbeidsongeschikten (UWV) niet meer bedraagt dan de hoogte van de tegemoetkoming meerkosten als genoemd in artikel 4.2.
- a.
-
2. Van aannemelijke meerkosten is sprake als deze op jaarbasis ten minste ter hoogte zijn van de kosten van het verplicht eigen risico als bedoeld in de Zorgverzekeringswet in het jaar waarop de tegemoetkoming meerkosten betrekking heeft.
-
3. Het inkomen wordt op de peildatum als volgt vastgesteld.
- a.
bij regelmatige inkomsten: het inkomen in de maand voorafgaande aan de maand van ontvangst van de aanvraag;
- b.
bij onregelmatige inkomsten: het gemiddelde inkomen in de drie maanden voorafgaande aan de maand van ontvangst van de aanvraag;
- c.
bij een inkomen uit zelfstandigheid wordt het inkomen aan de hand van de laatste kwartaalcijfers eerst geschat en achteraf definitief vastgesteld.
- a.
-
4. De aanvraag voor de tegemoetkoming meerkosten wordt met een daartoe bestemd aanvraagformulier ingediend in het kalenderjaar waarop de aannemelijke meerkosten betrekking hebben.
-
5. In afwijking van het vierde lid dient de persoon die aanspraak heeft op de Tegemoetkoming arbeidsongeschikten (UWV) een aanvraag in tussen 1 augustus en 31 december in het kalenderjaar waarop de aannemelijke meerkosten betrekking hebben.
Artikel 4.2 Hoogte tegemoetkoming meerkosten
-
1. De hoogte van de tegemoetkoming meerkosten is € 250,00 per kalenderjaar.
-
2. In afwijking van het eerste lid bedraagt de hoogte van de tegemoetkoming meerkosten voor een persoon die aanspraak heeft op de Tegemoetkoming arbeidsongeschikten (UWV) het verschil tussen de tegemoetkoming meerkosten en de Tegemoetkoming arbeidsongeschikten (UWV). Voor de berekening wordt uitgegaan van het bedrag Tegemoetkoming arbeidsongeschikten zoals het in 2024 gold.
Artikel 4.3 Uitbetaling tegemoetkoming meerkosten
De tegemoetkoming wordt uitbetaald nadat het college de aanvraag om de tegemoetkoming meerkosten heeft toegekend.
HOODFSTUK 5 TARIEVEN JEUGDHULP
Artikel 5.1 Begeleiding individueel
-
1. Voor begeleiding individueel geldt het bij Verordening bepaalde percentage van € 73,33 per uur.
-
2. Voor begeleiding individueel specialistisch geldt het bij Verordening bepaalde percentage van € 114,73 per uur.
Artikel 5.2 Begeleiding groep
Voor begeleiding groep geldt het bij Verordening bepaalde percentage van € 61,64 per dagdeel (exclusief vervoer). Een dagdeel bestaat uit drie tot vier uur.
Artikel 5.3 Kortdurend verblijf
Voor kortdurend verblijf (extra zwaar) geldt het bij Verordening bepaalde percentage van het volgende tarief per etmaal (exclusief vervoer) € 308,18.
Artikel 5.4 Vervoer
Voor vervoer gelden de volgende tarieven naar en van de locatie waar de jeugdhulp wordt geboden (eens per etmaal):
- a.
zonder rolstoel € 10,95,
- b.
met rolstoel € 24,33.
HOOFDSTUK 6 SLOTBEPALINGEN
Artikel 6.1 Citeertitel en inwerkingtreding
-
1. Dit Besluit treedt in werking op 1 januari 2025 onder gelijktijdige intrekking van het Besluit maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp gemeente Urk 2024.
-
2. Dit Besluit wordt aangehaald als: Besluit maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp gemeente Urk 2025.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 20 december 2024.
De gemeentesecretaris,
de burgemeester
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl