Besluit van het algemeen bestuur van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag tot vaststelling van de Bijdrageregeling versterking economisch vestigingsklimaat Metropoolregio Rotterdam Den Haag 2025

Geldend van 01-01-2025 t/m heden

Intitulé

Besluit van het algemeen bestuur van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag tot vaststelling van de Bijdrageregeling versterking economisch vestigingsklimaat Metropoolregio Rotterdam Den Haag 2025

Het algemeen bestuur van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag;

gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van 27 november 2024 agendapunt 2.1;

gelet op de artikelen 3.1 en 3.3 van de Gemeenschappelijke regeling Metropoolregio Rotterdam Den Haag;

besluit vast te stellen de Bijdrageregeling versterking economisch vestigingsklimaat Metropoolregio Rotterdam Den Haag 2025:

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Definities

In deze regeling en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

bestuurscommissie: bestuurscommissie Economisch Vestigingsklimaat van de MRDH;

MRDH: gemeenschappelijke regeling Metropoolregio Rotterdam Den Haag;

project: in de tijd begrensde activiteit;

projectbesluitronde: jaarlijks door de bestuurscommissie vastgestelde datum van de vergadering(en) tijdens welke aanvragen voor een bijdrage kunnen worden behandeld;

strategische agenda: strategische agenda als bedoeld in artikel 3:2 van de Gemeenschappelijke regeling Metropoolregio Rotterdam Den Haag 2014.

Artikel 2. Reikwijdte

Deze regeling is van toepassing op de verstrekking van bijdragen door de bestuurscommissie op het terrein van de verbetering van het economisch vestigingsklimaat.

Artikel 3. Bevoegdheid bestuurscommissie

De bestuurscommissie is bevoegd deze regeling uit te voeren.

Artikel 4. Doel

Het verstrekken van bijdragen heeft tot doel bij te dragen aan het realiseren van de doelstellingen op het gebied van de verbetering van het economisch vestigingsklimaat die zijn vastgesteld in de strategische agenda.

Hoofdstuk 2. Aanvraag en verlening van de bijdrage

Artikel 5. Bijdrageactiviteiten

  • 1. De bestuurscommissie kan een bijdrage verstrekken in de vorm van een geldbedrag voor projecten die bijdragen aan het realiseren van een of meer doelstellingen op het gebied van de verbetering van het economisch vestigingsklimaat die zijn vastgesteld in de strategische agenda.

  • 2. Een bijdrage wordt verstrekt voor een termijn van maximaal 3 jaar. In afwijking hiervan kan de bestuurscommissie een bijdrage verstrekken voor een termijn van maximaal 4 jaar als dat naar het oordeel van de bestuurscommissie noodzakelijk is in verband met de omvang, reikwijdte of inhoud van het project en die noodzakelijkheid redelijkerwijs door de aanvrager kan worden aangetoond.

Artikel 6. Doelgroep

Een bijdrage kan alleen worden verstrekt aan een gemeente die deelneemt aan de Gemeenschappelijke regeling Metropoolregio Rotterdam Den Haag 2014.

Artikel 7. Conceptaanvraag

  • 1. Een conceptaanvraag voor een bijdrage wordt ingediend voordat de aanvrager een formele aanvraag voor een bijdrage indient en uiterlijk 12 weken voor een projectbesluitronde van de bestuurscommissie.

  • 2. De aanvrager gebruikt voor het indienen van een conceptaanvraag het formulier dat hiervoor beschikbaar is gesteld. De bestuurscommissie wijst aan op welke wijze een conceptaanvraag voor een bijdrage ingediend kan worden en doet hiervan mededeling op de website van de MRDH. De bestuurscommissie kan nadere eisen stellen aan de wijze van verzenden.

Artikel 8. Reactie op de conceptaanvraag

De conceptaanvraag wordt getoetst aan deze regeling om de kansrijkheid van een formele aanvraag voor een bijdrage te beoordelen. De aanvrager ontvangt van het resultaat van deze beoordeling bericht.

Artikel 9. Formele aanvraag

  • 1. Een aanvraag voor een bijdrage wordt ingediend uiterlijk 6 weken voor een projectbesluitronde van de bestuurscommissie.

  • 2. De aanvrager gebruikt voor het indienen van een aanvraag het formulier dat hiervoor beschikbaar is gesteld. De bestuurscommissie wijst aan op welke wijze een aanvraag voor een bijdrage ingediend kan worden en doet hiervan mededeling op de website van de MRDH. De bestuurscommissie kan nadere eisen stellen aan de wijze van verzenden.

  • 3. Bij de aanvraag verstrekt de aanvrager in ieder geval de volgende gegevens:

    • a.

      een beschrijving van de projectactiviteiten waarvoor een bijdrage wordt aangevraagd;

    • b.

      de doelen en resultaten die met die projectactiviteiten worden nagestreefd, en hoe de projectactiviteiten daaraan bijdragen;

    • c.

      een begroting van en een dekkingsplan voor de kosten van deze projectactiviteiten, uitgesplitst per projectactiviteit. Het dekkingsplan bevat een sluitende opgave van de kostenelementen die ten laste van de aanvrager of projectpartners zelf komen, de eventueel bij anderen aangevraagde subsidies of vergoedingen ten behoeve van dezelfde projectactiviteiten en alle eventuele overige te verwachten projectopbrengsten, uitgesplitst per projectactiviteit, onder vermelding van de stand van zaken;

    • d.

      als de projectactiviteiten of de resultaten daarvan een structureel karakter hebben, een beschrijving van hoe deze blijvend kunnen worden verricht na afloop van de termijn waarvoor een bijdrage wordt verstrekt.

  • 4. Bij de aanvraag voor een bijdrage van € 125.000,-- en hoger verstrekt de aanvrager ook een intentieverklaring van de projectpartners. De aanvrager gebruikt voor het verstrekken van de intentieverklaring het formulier dat hiervoor beschikbaar is gesteld.

  • 5. In aanvulling op dit artikel kunnen ook andere gegevens en bescheiden worden gevraagd die voor de beslissing op de aanvraag voor een bijdrage nodig zijn.

Artikel 10. Beslistermijn

  • 1. De bestuurscommissie beslist op een aanvraag voor een bijdrage tijdens de eerstvolgende projectbesluitronde nadat een aanvraag voor een bijdrage is ingediend en maakt het besluit uiterlijk binnen 4 weken na de projectbesluitronde bekend.

  • 2. De voorzitter van de bestuurscommissie kan de beslissing op een aanvraag voor een bijdrage uitstellen tot een volgende projectbesluitronde van de bestuurscommissie en deelt dit voor het verstrijken van de beslistermijn aan de aanvrager mee.

Artikel 11. Bijdragecriteria

  • 1. Om voor een bijdrage in aanmerking te komen, voldoet een project in ieder geval aan de volgende criteria:

    • a.

      het project draagt naar het oordeel van de bestuurscommissie voldoende bij aan het realiseren van de doelstellingen op het gebied van de verbetering van het economisch vestigingsklimaat die zijn vastgesteld in de strategische agenda, op basis van een toetsing aan het beoordelingskader dat in de bij dit artikel behorende bijlage Beoordelingskader Bijdrageregeling versterking economische vestigingsklimaat Metropoolregio Rotterdam Den Haag 2025 is opgenomen;

    • b.

      het project (of de resultaten daarvan) heeft (hebben) een regionaal effect;

    • c.

      het project start binnen 6 maanden nadat de bijdrage is verleend;

    • d.

      bij een bijdrage:

      • i.

        lager dan € 125.000,-- dragen de aanvrager en/of projectpartners minimaal 50% van de projectkosten bij in natura of in de vorm van een geldbedrag;

      • ii.

        van € 125.000,-- en hoger dragen de aanvrager en/of projectpartners minimaal 50% van de projectkosten bij, waaronder in ieder geval 10% van de projectkosten in de vorm van een geldbedrag;

    • e.

      als de projectactiviteiten of de resultaten daarvan een structureel karakter hebben, kan redelijkerwijs voldoende worden aangetoond dat deze structureel kunnen worden verricht na afloop van de termijn waarvoor een bijdrage wordt verstrekt.

  • 2. De bestuurscommissie is bevoegd om het beoordelingskader als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, te wijzigen.

Artikel 12. Weigeringsgronden

  • 1. De bijdrage kan in ieder geval worden geweigerd indien een gegronde reden bestaat om aan te nemen dat:

    • a.

      de projectactiviteiten niet of niet geheel zullen plaatsvinden;

    • b.

      de aanvrager niet zal voldoen aan de aan de bijdrage verbonden verplichtingen;

    • c.

      de aanvrager niet op een behoorlijke wijze verantwoording zal afleggen omtrent de verrichte projectactiviteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten, voor zover deze voor de vaststelling van de bijdrage van belang zijn.

  • 2. De bijdrage kan in ieder geval ook worden geweigerd als:

    • a.

      het project naar het oordeel van de bestuurscommissie onvoldoende bijdraagt aan het realiseren van de doelstellingen op het gebied van de verbetering van het economisch vestigingsklimaat die zijn vastgesteld in de strategische agenda;

    • b.

      het algemeen bestuur onvoldoende gelden ter beschikking heeft gesteld voor verstrekking van bijdragen op basis van deze regeling;

    • c.

      het verstrekken van een bijdrage in strijd is met Europeesrechtelijke bepalingen ter voorkoming van ongeoorloofde staatssteun; of

    • d.

      voor zover al door de bestuurscommissie een bijdrage is verstrekt ten behoeve van dezelfde projectactiviteiten;

    • e.

      voor zover al door een ander subsidie of een vergoeding is verstrekt voor dezelfde kosten van dezelfde projectactiviteiten.

  • 3. De bijdrage wordt in ieder geval geweigerd:

    • a.

      als de aanvraag voor een bijdrage is ingediend nadat de aanvrager is gestart met de uitvoering van de projectactiviteiten waarvoor de bijdrage wordt aangevraagd;

    • b.

      als de te verstrekken bijdrage minder zou bedragen dan € 50.000,--.

Artikel 13. Kosten

Kosten kunnen voor een bijdrage in aanmerking komen voor zover deze noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de bijdrage zijn.

Artikel 14. Hoogte van de bijdrage

  • 1. De hoogte van de bijdrage bedraagt per project maximaal 50% van de projectkosten, minimaal € 50.000,-- en maximaal € 1.000.000,--.

  • 2. In afwijking van het eerste lid kan de bestuurscommissie een hogere bijdrage verstrekken als die hogere bijdrage naar het oordeel van de bestuurscommissie noodzakelijk is in verband met de omvang, reikwijdte of inhoud van het project en die noodzakelijkheid redelijkerwijs door de aanvrager kan worden aangetoond.

Artikel 15. Wijze van bijdrageverstrekking

  • 1. De bestuurscommissie verstrekt bijdragen lager dan € 125.000,-- in de vorm van een vast bedrag per te verrichten projectactiviteit of projectactiviteiten.

  • 2. De bestuurscommissie verstrekt bijdragen van € 125.000,-- en hoger op basis van de te verrichten projectactiviteiten en werkelijke kosten.

Artikel 16. Voorschot

Het voorschot voor bijdragen bedraagt maximaal 50% van het bijdragebedrag, tenzij bij voorschotverlening een hoger bedrag tot maximaal 80% van het bijdragebedrag is bepaald.

Hoofdstuk 3. Bijdrageverplichtingen

Artikel 17. Algemene verplichtingen

  • 1. Het project wordt uitgevoerd overeenkomstig de bij de aanvraag om een bijdrage overgelegde gegevens.

  • 2. Het project start binnen 6 maanden nadat de bijdrage is verleend.

  • 3. Het project wordt uitgevoerd binnen de bij bijdrageverlening opgenomen termijn. De bestuurscommissie kan deze termijn maximaal 1 keer met maximaal 1 jaar verlengen.

Artikel 18. Meldplicht

  • 1. Als aannemelijk is dat een of meer van de projectactiviteiten waarvoor de bijdrage is verleend niet, niet tijdig of niet geheel zullen worden verricht of dat niet, niet tijdig of niet geheel aan de aan de bijdrage verbonden verplichtingen zal worden voldaan, meldt de bijdrageontvanger dat onverwijld schriftelijk aan de bestuurscommissie.

  • 2. Een bijdrageontvanger informeert de bestuurscommissie onverwijld schriftelijk over:

    • a.

      beslissingen of procedures die zijn gericht op de beëindiging van de projectactiviteiten waarvoor de bijdrage is verleend;

    • b.

      relevante wijzigingen in de financiële en organisatorische verhouding met derden;

    • c.

      ontwikkelingen die ertoe kunnen leiden dat de bijdrageontvanger de aan de bijdrage verbonden verplichtingen niet, niet tijdig of niet geheel zal kunnen nakomen.

Artikel 19. Tussentijdse rapportage

  • 1. Bij bijdragen:

    • a.

      lager dan € 125.000,-- wordt aan de bijdrageontvanger de verplichting opgelegd tot het tussentijds afleggen van verantwoording over de tot dan verrichte projectactiviteiten en de tot dan behaalde resultaten die met de projectactiviteiten worden nagestreefd;

    • b.

      van € 125.000,-- en hoger wordt aan de bijdrageontvanger de verplichting opgelegd tot het tussentijds afleggen van verantwoording over de tot dan verrichte projectactiviteiten, de tot dan behaalde resultaten die met de projectactiviteiten worden nagestreefd en de werkelijke kosten, tenzij bij bijdrageverstrekking anders is bepaald.

  • 2. De verantwoording, bedoeld in dit artikel, wordt jaarlijks uiterlijk op 20 januari ingediend, tenzij bij bijdrageverstrekking anders is bepaald of de aanvraag om bijdragevaststelling al is of moet worden ingediend. Als 20 januari op een zaterdag, zondag of algemeen erkende feestdag valt, wordt de verantwoording ingediend op de eerstvolgende dag na 20 januari die niet een zaterdag, zondag of algemeen erkende feestdag is.

Artikel 20. Aan een bijdrage te verbinden bijzondere verplichtingen

  • 1. Een bijdrageontvanger werkt op verzoek van de bestuurscommissie mee aan kennisdelingsactiviteiten.

  • 2. Bij bijdrageverlening kunnen aan een bijdrageontvanger ook andere verplichtingen worden opgelegd, voor zover deze strekken tot verwezenlijking van het doel van de bijdrage.

Hoofdstuk 4. Verantwoording en vaststelling van de bijdrage

Artikel 21. Eindverantwoording bijdragen lager dan € 125.000,--

  • 1. Bij bijdragen lager dan € 125.000,-- dient de bijdrageontvanger uiterlijk 6 maanden nadat de projectactiviteiten zijn verricht een aanvraag tot bijdragevaststelling in.

  • 2. De aanvraag bevat een inhoudelijk verslag waaruit blijkt in hoeverre de projectactiviteiten zijn verricht, de resultaten die met de projectactiviteiten worden nagestreefd zijn behaald, en aan de bijdrageverplichtingen is voldaan.

  • 3. Als een aanvraag tot bijdragevaststelling niet voor het in het eerste lid bedoelde tijdstip is ingediend, kan de bestuurscommissie de bijdrageontvanger schriftelijk een nieuwe termijn stellen.

Artikel 22. Eindverantwoording bijdragen van € 125.000,-- en hoger

  • 1. Bij bijdragen van € 125.000,-- en hoger dient de bijdrageontvanger uiterlijk 6 maanden nadat de projectactiviteiten zijn verricht een aanvraag tot bijdragevaststelling in.

  • 2. De aanvraag bevat:

    • a.

      een inhoudelijk verslag waaruit blijkt in hoeverre de projectactiviteiten zijn verricht, de resultaten die met de projectactiviteiten worden nagestreefd zijn behaald, en aan de bijdrageverplichtingen is voldaan;

    • b.

      een overzicht van de aan de projectactiviteiten verbonden uitgaven en inkomsten dat aansluit op de begroting en het dekkingsplan die bij de aanvraag voor een bijdrage zijn verstrekt (financieel verslag);

    • c.

      bij bedragen vanaf € 125.000,-- en lager dan € 200.000 een beoordelingsverklaring bij het financieel verslag, opgesteld door een onafhankelijk accountant;

    • d.

      bij bedragen van € 200.000 en hoger een controleverklaring bij het financieel verslag, opgesteld door een onafhankelijk accountant.

  • 3. Als een aanvraag tot bijdragevaststelling niet voor het in dit artikel bedoelde tijdstip is ingediend, kan de bestuurscommissie de bijdrageontvanger schriftelijk een nieuwe termijn stellen.

Artikel 23. Vaststellen van de bijdrage

  • 1. De bestuurscommissie stelt bijdragen lager dan € 125.000,-- vast op basis van de verrichtte projectactiviteiten.

  • 2. De bestuurscommissie stelt bijdragen van € 125.000,-- en hoger vast op basis van de verrichtte projectactiviteiten en de werkelijke kosten van de projectactiviteiten waarvoor een bijdrage is verleend. Kosten die in redelijkheid niet als noodzakelijk kunnen worden beschouwd worden bij de vaststelling van de bijdrage niet in aanmerking genomen.

Artikel 24. Beslistermijn bijdragevaststelling

  • 1. De bestuurscommissie stelt een bijdrage vast binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag tot bijdragevaststelling.

  • 2. De voorzitter van de bestuurscommissie kan de beslissing met ten hoogste 13 weken uitstellen en deelt dit voor het verstrijken van de beslistermijn aan de aanvrager mee.

  • 3. Als een aanvraag tot bijdragevaststelling niet binnen de in artikel 21 of 22 bedoelde termijn is ingediend, kan de bestuurscommissie, na het eenmaal een nieuwe termijn stellen als bedoeld in die artikelen, overgaan tot ambtshalve vaststelling van de bijdrage.

Artikel 25. Lager vaststellen van de bijdrage

De bijdrage kan lager worden vastgesteld als:

  • a.

    de projectactiviteiten waarvoor een bijdrage is verleend niet of niet geheel hebben plaatsgevonden;

  • b.

    de bijdrageontvanger niet heeft voldaan aan de aan de bijdrage verbonden verplichtingen;

  • c.

    de bijdrageontvanger onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beschikking op de aanvraag tot bijdrageverlening zou hebben geleid, of

  • d.

    de bijdrageverlening anderszins onjuist was en de bijdrageontvanger dit wist of behoorde te weten.

HOOFDSTUK 5 Intrekken en wijzigen van de bijdrage

Artikel 26. Intrekking en wijziging van de bijdrageverlening

  • 1. Zolang de bijdrage niet is vastgesteld kan de bestuurscommissie de bijdrageverlening intrekken of ten nadele van de bijdrageontvanger wijzigen, als:

    • a.

      de activiteiten waarvoor een bijdrage is verleend niet of niet geheel hebben plaatsgevonden of zullen plaatsvinden;

    • b.

      de bijdrageontvanger niet heeft voldaan aan de aan de bijdrage verbonden verplichtingen;

    • c.

      de bijdrageontvanger onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beschikking op de aanvraag tot bijdrageverlening zou hebben geleid;

    • d.

      de bijdrageverlening anderszins onjuist was en de bijdrageontvanger dit wist of behoorde te weten, of

    • e.

      een beroep wordt gedaan op de voorwaarde dat voldoende gelden ter beschikking worden gesteld.

  • 2. De intrekking of wijziging werkt terug tot en met het tijdstip waarop de bijdrage is verleend, tenzij bij de intrekking of wijziging anders is bepaald.

Artikel 27. Intrekking en wijziging van de bijdragevaststelling

  • 1. De bestuurscommissie kan de bijdragevaststelling intrekken of ten nadele van de ontvanger wijzigen:

    • a.

      op grond van feiten of omstandigheden waarvan het bij de bijdragevaststelling redelijkerwijs niet op de hoogte kon zijn en op grond waarvan de bijdrage lager dan overeenkomstig de bijdrageverlening zou zijn vastgesteld;

    • b.

      indien de bijdragevaststelling onjuist was en de bijdrageontvanger dit wist of behoorde te weten, of

    • c.

      indien de bijdrageontvanger na de bijdragevaststelling niet heeft voldaan aan de aan de bijdrage verbonden verplichtingen.

  • 2. De intrekking of wijziging werkt terug tot en met het tijdstip waarop de bijdrage is vastgesteld, tenzij bij de intrekking of wijziging anders is bepaald.

  • 3. De bijdragevaststelling kan niet meer worden ingetrokken of ten nadele van de ontvanger worden gewijzigd indien vijf jaren zijn verstreken sinds de dag waarop zij is bekendgemaakt dan wel sinds de dag waarop de handeling in strijd met de verplichting is verricht of de dag waarop aan de verplichting had moeten zijn voldaan.

Artikel 28. Intrekking en wijziging lopende bijdrageverlening

  • 1. Zolang de bijdrage niet is vastgesteld kan de bestuurscommissie de bijdrageverlening met inachtneming van een redelijke termijn intrekken of ten nadele van de bijdrageontvanger wijzigen:

    • a.

      voor zover de bijdrageverlening onjuist is;

    • b.

      voor zover veranderde omstandigheden of gewijzigde inzichten zich in overwegende mate tegen voortzetting of ongewijzigde voortzetting van de bijdrage verzetten.

  • 2. Bij intrekking of wijziging op grond van dit artikel vergoedt de bestuurscommissie de schade die de bijdrageontvanger lijdt doordat hij in vertrouwen op de bijdrage anders heeft gehandeld dan hij zonder de bijdrage zou hebben gedaan.

Artikel 29 Ambtshalve vaststelling bijdrage

De bestuurscommissie kan de bijdrage geheel of gedeeltelijk ambtshalve vaststellen als de beschikking tot bijdrageverlening of bijdragevaststelling wordt ingetrokken of ten nadele van de bijdrageontvanger wordt gewijzigd als bedoeld in dit hoofdstuk.

Hoofdstuk 6. Slotbepalingen

Artikel 30. Afwijkingsbevoegdheid

De bestuurscommissie is bevoegd deze regeling geheel of gedeeltelijk buiten toepassing te laten of daarvan af te wijken:

  • a.

    wanneer dat nodig is in verband met regels die het Rijk stelt in het kader van het beschikbaar stellen van uitkeringen aan een gemeente als bedoeld in de Gemeenschappelijke regeling Metropoolregio Rotterdam Den Haag 2014 voor specifiek aangewezen activiteiten;

  • b.

    voor zover dit voor de bijdrageverstrekking noodzakelijk is gelet op:

    • i.

      een wet of een daarop gebaseerde regeling;

    • ii.

      op bepalingen inzake Europese cofinanciering;

    • iii.

      Europeesrechtelijke bepalingen ter voorkoming van ongeoorloofde staatssteun.

Artikel 31. Hardheidsclausule

De bestuurscommissie kan de bepalingen gesteld bij of krachtens deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing, gelet op het belang van de verbetering van het economisch vestigingsklimaat, naar haar oordeel leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 32. Intrekken Bijdrageregeling versterking economisch vestigingsklimaat MRDH 2020

De Bijdrageregeling versterking economisch vestigingsklimaat MRDH 2020 wordt ingetrokken.

Artikel 33. Overgangsrecht

Op bijdragen die zijn verstrekt voor de datum van inwerkingtreding van deze regeling blijft de Bijdrageregeling versterking economisch vestigingsklimaat MRDH 2020 van toepassing.

Artikel 34. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2025.

Artikel 35. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Bijdrageregeling versterking economisch vestigingsklimaat MRDH 2025.

Ondertekening

Aldus besloten door het Algemeen Bestuur van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag in de openbare vergadering van 6 december 2024.

de secretaris,

Christel van Mourik

de voorzitter,

Carola Schouten

Bijlage, behorende bij artikel 11 van de Bijdrageregeling versterking economisch vestigingsklimaat MRDH 2025

Beoordelingskader Bijdrageregeling versterking economische vestigingsklimaat Metropoolregio Rotterdam Den Haag 2025

 
  • A.

    Effectiviteit: Regionale uitvoeringskracht

  • B.

    Doelmatigheid: Efficiënte besteding

  • C.

    Hardheid

Weging

40%

40%

20%

Criteria

  • 1.

    Het project draagt bij aan het realiseren van een of meer doelstellingen op het gebied van de verbetering van het economisch vestigingsklimaat die zijn vastgesteld in de strategische agenda:

    • a.

      integraal: impact op economie, verstedelijkings- en bereikbaarheids- opgaven;

    • b.

      impactindicatoren economisch vestigingsklimaat-opdrachten;

    • c.

      brede welvaart (kwalitatief).

  • 1.

    De bijdrage (middel) staat in verhouding tot wat het oplevert (doel) voor de MRDH.

33 ⅓ %

Tijdige realisatie:

het project kan op tijd van start gaan en volgens planning gerealiseerd worden.

 
  • 2.

    Meerwaarde van de bijdrage:

    Het project kan niet gerealiseerd worden zonder bijdrage van de MRDH of kan door de bijdrage aanzienlijk sneller gerealiseerd worden.

33 ⅓ %

  • 3.

    Schaalbaarheid: het project is geografisch en/of financieel opschaalbaar.

33 ⅓ %