Gedragscode gemeenteraad Lansingerland 2024

Geldend van 01-01-2025 t/m heden

Intitulé

Gedragscode gemeenteraad Lansingerland 2024

De gemeenteraad van Lansingerland;

na het lezen van de Gedragscode Gemeenteraad Lansingerland 2010;

na bespreking van het thema integriteit op de raadsdag;

gelet op

  • -

    het belang dat de gemeenteraad van Lansingerland hecht aan de zuiverheid van de gemeentelijke besluitvorming en aan de integriteit van de besluitvorming in de gemeenteraad in het bijzonder;

  • -

    gelet op artikel 15, derde lid, van de Gemeentewet;.

BESLUIT:

De Gedragscode gemeenteraad Lansingerland 2024 vast te stellen en tegelijkertijd de Gedragscode gemeenteraad Lansingerland 2010 in te trekken.

Gedragscode en de kernbegrippen van de gemeenteraad van Lansingerland

Een goed functionerend gemeentebestuur vraagt om een integere en gezaghebbende gemeente-raad. Om gemeenteraadsleden die het algemeen belang voorop stellen en de juiste beslissingen voor Lansingerland proberen te nemen. Dit betekent dat wij, (duo)raadsleden in Lansingerland, de verantwoordelijkheid die met het raadslidmaatschap samenhangt aanvaarden en bereid zijn om daarover ook verantwoording af te leggen.

Als raadslid hebben we een voorbeeldfunctie. Dat realiseren we ons. Ons politieke vak wordt als het ware verricht vanuit een Lansingerlandse kas: iedereen kan bij ons naar binnen kijken en dat willen we ook. Daarom is het belangrijk dat we ons gedragen op een manier waarop niets wat we doen de goede uitoefening of het aanzien van het ambt raadslid schaadt. We voeren onze taken gewetensvol uit en realiseren ons ook dat het zijn van raadslid gedrag vraagt dat zich uitstrekt tot de privésfeer.

Integriteit is het handelen van de gemeente(raad) als geheel en van ieder van ons als individu. Dat doen we volgens de algemeen geldende normen en waarden van goed fatsoen. Kernwaarden van onze gemeente zijn: dienstbaar, duidelijk en daadkracht. Ook wij als gemeenteraad dragen deze kernwaarden uit. Het handelen van een raadslid vraagt hier aanvullend nog verdieping op.

1. Algemeen belang dienen

We handelen altijd en volledig gericht op het algemeen belang van de gemeente Lansingerland, inwoners, organisaties en bedrijven.

2. Functioneel zijn

We handelen herkenbaar met de functie die we vervullen in de raad. Kaderstellend, controlerend en volksvertegenwoordigend.

3. Onafhankelijk handelen

Ons handelen is onafhankelijk, waarmee we bedoelen dat er geen vermenging is met persoonlijke of oneigenlijke belangen of met belangen van relaties. Iedere schijn daarvan vermijden we ook.

4. Open en transparant handelen

We handelen allemaal transparant en open. We kunnen uitleggen en verantwoorden waarom we iets gedaan hebben of niets gedaan hebben en kunnen de overwegingen daarbij noemen. We wegen de belangen van inwoners, organisaties en bedrijven inclusief de voor en tegens op een correcte manier af.

5. Betrouwbaar zijn

Op een raadslid moeten inwoners, organisaties, bedrijven, collega raadsleden, college en medewerkers van de griffie en de gemeentelijke organisatie kunnen rekenen. Dit betekent: afspraak is afspraak.

6. Omgang met respect

Respectvol omgaan met inwoners, organisaties, bedrijven, collega raadsleden, collegeleden en medewerkers van griffie en de gemeentelijke organisatie is de basis van een goede samenwerking en daar heeft de inwoner van Lansingerland baat bij. Iedereen verdient het dat er respectvol met hem, haar, die of hen wordt omgegaan en wij hebben hier een voorbeeldfunctie in. Respect tonen bepaalt sterk het vertrouwen in de overheid.

7. Vertrouwen niet schaden

Informatie die wij specifiek als raadslid krijgen, gebruiken we ook enkel als raadslid. Een raadslid voorkomt (mogelijk) misbruik.

Bij twijfel of bepaald handelen de toets van de integriteit kan doorstaan, wordt aan de veilige kant van de streep gebleven. Twijfel maken we bespreekbaar. Met burgemeester, griffier, maar juist ook met collega raadsleden onderling.

Deze 7 kernbegrippen zijn de toetsstenen voor de nu volgende gedragsafspraken.

Algemene bepalingen

Wettelijke grondslag

De Gemeenteraad stelt een gedragscode vast voor de leden (artikel 15, derde lid, Gemeentewet)

Artikel 1 doel en definitie

  • 1. Deze gedragscode geldt voor de raadsleden en de commissieleden. Dus ook voor duo-raadsleden. Waar hierna wordt verwezen naar raadsleden, worden zij ook bedoeld. De gedragscode richt zich ook tot de raad als bestuursorgaan.

  • 2. Het doel van deze gedragscode is om de integriteit van raadsleden te stimuleren en tot zuivere besluitvorming te komen.

  • 3. De gedragscode is openbaar en via internet beschikbaar.

  • 4. De raadsleden ontvangen bij hun benoeming een exemplaar van deze gedragscode.

  • 5. In gevallen waarin de gedragscode niet voorziet of in geval van twijfel, gaat het raadslid in ieder geval in gesprek met de voorzitter van de raad en de griffier. Zo nodig vindt bespreking in het Presidium plaats.

  • 6. Het is altijd de verantwoordelijkheid van ieder raadslid zelf om aan te geven waar van een mogelijk belangenconflict sprake is en het handelen daarop af te stemmen.

Artikel 2 Respect

  • 1. Raadsleden handelen integer. Deze gedragscode biedt hiervoor een richtlijn.

  • 2. Raadsleden bejegenen elkaar, collegeleden, medewerkers van de griffie en de gemeentelijke organisatie, inwoners, vertegenwoordigers van organisaties en bedrijven waardig, correct en respectvol. Zowel in hun woorden als in hun daden.

Voorkomen van belangenverstrengeling

Wettelijk kader

Afleggen eed of belofte (artikel 14 Gemeentewet)

Alvorens hun functie te kunnen uitoefenen leggen de raadsleden in de vergadering, in handen van de voorzitter, de volgende eed (verklaring en belofte) af: “Ik zweer (verklaar) dat ik om tot raadslid benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd. Ik zweer (verklaar en beloof) dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik zweer(beloof) dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als raadslid naar eer en geweten zal vervullen.”

Persoonlijke belangen (artikel 28 gemeentewet):

  • Een lid van de gemeenteraad neemt niet deel aan de beraadslaging en stemming over:

    • -

      een aangelegenheid die hem rechtstreeks of middellijk persoonlijk aangaat of waarbij hij als vertegenwoordiger is betrokken;

    • -

      de vaststelling of goedkeuring der rekening van een lichaam waaraan hij rekenplichtig is of tot welks bestuur hij hoort

Incompatibiliteiten en nevenfuncties:

  • Verboden overeenkomsten/handelingen: volksvertegenwoordigers mogen in geschillen, waar de gemeente(bestuur) partij is, niet als advocaat, adviseur of gemachtigde werkzaam zijn. Zij mogen bepaalde overeenkomsten, waar de gemeente bij betrokken is, niet rechtstreeks of middellijk aangaan. Van verboden overeenkomsten kan ontheffing worden verleend.

  • (artikel 15 Gemeentewet).

  • Voor raadsleden staat op overtreding van deze bepalingen uiteindelijk de sanctie van schorsing en vervallenverklaring van het lidmaatschap van de gemeenteraad (artikelen X7, X7a en X8 Kieswet)

  • Onverenigbaarheid van functies: het zijn van lid van de gemeenteraad sluit het hebben van een aantal andere functies uit (artikel 13 Gemeentewet. Dat leidt er uiteindelijk toe dat betrokkene ophoudt lid te zijn van de volksvertegenwoordiging (artikel X1 Kieswet)

  • Openbaarmaking nevenfuncties: raadleden maken openbaar welke nevenfuncties zij vervullen. Deze lijst is online op de website van de gemeente Lansingerland te raadplegen (artikel 12 Gemeentewet).

Artikel 3. Belangenverstrengeling

  • 1. Raadsleden vermijden elk persoonlijk belang bij besluiten die door de raad worden genomen.

  • 2. Indien de onafhankelijke oordeelsvorming van het raadslid over een onderwerp in het geding is, doet het raadslid niet mee aan de beraadslaging en besluitvorming. En meldt dit vooraf aan de voorzitter van de raad en de griffier.

  • 3. Een raadslid dat familie- of vriendschapsbetrekkingen of andere persoonlijke betrekkingen heeft met een aanbieder van diensten of goederen aan de gemeente, doet niet mee aan besluit-vorming over de opdracht.

  • 4. Bij juridische geschillen treedt het raadslid niet op als (juridisch) adviseur van de tegenpartij.

  • 5. Een oud-raadslid wordt het eerste jaar na de beëindiging van zijn ambtstermijn uitgesloten van het tegen beloning verrichten van werkzaamheden, diensten en goederen voor de gemeente. Van de werkzaamheden zijn uitgezonderd: burgemeesterschap, wethouderschap en een dienstbetrekking bij de gemeente.

Artikel 4. Nevenfuncties

  • 1. Raadsleden mogen geen nevenfuncties, nevenwerkzaamheden of werk in een eigen bedrijf uitvoeren die strijdig zijn of kunnen zijn met de belangen van de gemeente.

  • 2. Het raadslid levert bij aantreden en tijdens het raadslidmaatschap alle informatie aan de voorzitter van de raad en de griffier aan over (neven)functies. Met vermelding van inhoud, voor welke organisatie de functie wordt verricht en of de functie wel of niet bezoldigd is.

  • 3. De griffier legt een openbaar register aan van nevenfuncties. Het register is op internet beschikbaar. Raadsleden zijn verplicht om wijzigingen door te geven en zijn hier zelf voor verantwoordelijk.

Artikel 5. Andere belangen

  • 1. Een raadslid doet bij de voorzitter van de raad en de griffier opgave van (financiële) belangen in ondernemingen en organisaties waarmee de gemeente zakelijke betrekkingen heeft en geeft daarbij aan op welke manier het handelen hierop wordt afgestemd.

  • 2. Een raadslid maakt het tijdig aan de voorzitter van de raad en de griffier kenbaar als er (financiële) belangen zijn bij aangelegenheden waarover besluitvorming in de raad aanstaande is. Het raadslid geeft daarbij ook aan of er sprake zal zijn van tegengestelde belangen die het functioneren als raadslid mogelijk belemmeren. Ook wordt aangegeven op welke manier het handelen hierop wordt afgestemd.

Toelichting

Het betreft een uitwerking van de wettelijke verplichting om nevenfuncties openbaar te maken. De informatie wordt neergelegd in een openbaar register. Het raadslid is zelf verantwoordelijk voor de tijdige aanlevering van de informatie en voor de actualiteit daarvan. Het doel van het register is om duidelijk te maken of en welke andere belangen elk raadslid heeft.

Het bestaan van andere belangen kan betekenen dat een raadslid niet kan deelnemen aan de beraadslaging en de besluitvorming. Bij twijfels over de vraag of deelname aan de beraadslaging en de besluitvorming integer is, kan het raadslid advies inwinnen bij burgemeester en griffier. Als het raadslid niet aan de beraadslaging of besluitvorming deelneemt, meldt hij/zij/hen dit tijdig aan de voorzitter.

De belangen van partners van raadsleden kunnen ook van invloed zijn op de behartiging van het openbaar belang. Er is geen wettelijke bepaling die openheid over functie van een partner gebiedt. Transparantie ook over die belangen kan voorkomen dat de schijn van niet integer handelen ontstaat.

Om elke schijn van belangenverstrengeling tegen te gaan worden oud-raadsleden gedurende een jaar na het eind van de zittingstermijn uitgesloten van het buiten dienstverband tegen beloning verrichten van werkzaamheden voor de gemeente, uitgezonderd het burgemeester- of wethouderschap en een dienstbetrekking bij de gemeente. Hiermee wordt mogelijke vriendjespolitiek voorkomen en het risico op verstrengeling van persoonlijke en functionele belangen vermeden. Aanvaarding van een dienstbetrekking bij de gemeente, is niet uitgesloten. Uiteraard dienen daarbij de regels van werving en selectie en aanstelling te gelden die er voor iedereen zijn die bij de gemeente gaat solliciteren.

Informatie en social media

Wettelijk kader

Informatieplicht

De gemeenteraad ontvangt alle inlichtingen van het college die de gemeenteraad nodig heeft voor de uitoefening van zijn taak. Zowel actief als passief. En ook als een individuele volksvertegenwoordiger informatie vraagt. De informatie kan alleen worden geweigerd als die in strijd is met het openbaar belang (artikel 169 Gemeentewet)

Geheimhouding

  • -

    Een ieder die is betrokken bij de uitvoering van de taak van een bestuursorgaan en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding van die gegevens, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot mededeling verplicht of uit zijn taak de noodzaak tot mededeling voortvloeit (artikel 2:5 Algemene wet bestuursrecht).

  • -

    De raad, het college, de burgemeester en een commissie kunnen op grond van een belang, genoemd in artikel 5.1, eerste en tweede lid, van de Wet open overheid, een verplichting tot geheimhouding opleggen ten aanzien van schriftelijke informatie die bij dat orgaan berust (hoofdstuk Va Gemeentewet).

  • -

    Voor informatie die in een besloten raadsvergadering ter kennis van aanwezigen komt, geldt van rechtswege een geheimhoudingsplicht (artikel 23 lid 4 Gemeentewet).

  • -

    De geheimhouding duurt voort totdat deze wordt opgeheven. Het schenden van de geheimhoudingsplicht is een misdrijf (artikel 272 Wetboek van Strafrecht).

Artikel 6 Informatie, social media en vertrouwelijkheid

  • 1. Een raadslid gaat zorgvuldig en correct om met gekregen informatie op basis van het lidmaatschap van de raad. Over informatie waar geheimhouding op is gelegd doet een raadslid geen mededelingen aan anderen.

  • 2. Een raadslid zorgt ervoor dat vertrouwelijke en geheime gegevens veilig worden opgeslagen en dat deze informatie alleen voor henzelf toegankelijk is.

  • 3. Een raadslid maakt geen gebruik van gekregen informatie voor eigen voordeel of voor het voordeel van persoonlijke betrekkingen.

  • 4. Een raadslid gaat zorgvuldig om met door de gemeente verstrekte apparatuur en de daarop opgeslagen informatie, met de toegang tot het raadsinformatiesysteem en met het gemeentelijke netwerk.

  • 5. Een raadslid gaat verantwoord en zorgvuldig om met (social) media en de uitlatingen daarop. Het raadslid is altijd zelf verantwoordelijk voor het beheer van eventuele social media-accounts en is aanspreekbaar op gedrag en uitlatingen hierop. Bij uitingen op social media wordt geen onderscheid gemaakt tussen het raadslid en de privépersoon. Op overtreding van dit artikel staat een maximale sanctie conform artikel 9, lid 5, bullet 1: “een openbaar oordeel uitspreken”.

Toelichting

Het is belangrijk dat er maatregelen zijn om te voorkomen dat onbevoegden vertrouwelijke en/of geheime gegevens kunnen bezitten, raadplegen of beschadigen. Daarbij moet in de digitale setting worden gedacht aan de beveiliging van de computer, privé-mailadressen, smartphones e.d. met wachtwoorden en het niet onbeheerd achterlaten van USB-sticks met vertrouwelijke/geheime informatie.

Een raadslid heeft, anders dan een inwoner, de mogelijkheid tot het verkrijgen van geheime of vertrouwelijke informatie. Schending van geheimhouding is strafbaar. In geval van een schending kan aangifte worden gedaan bij de politie.

Geschenken, faciliteiten, diensten, excursies, evenementen en buitenlandse reizen op uitnodiging van derden

Wettelijk kader

De eed of belofte die het raadslid op grond van artikel 14 van de Gemeentewet moet afleggen heeft onder meer betrekking op het geven, aannemen of beloven van giften, gunsten of geschenken. Zie voor de wetstekst inzake de eed of belofte het wettelijk kader onder 2 voor de bepalingen ter voorkoming van belangenverstrengeling.

Artikel 7 Geschenken, diensten en uitnodigingen

  • 1. Een raadslid accepteert geen geschenken, faciliteiten en diensten in welke vorm dan ook als redelijkerwijs aangenomen kan worden dat die de onafhankelijke positie beïnvloedt.

  • 2. Het raadslid kan in de sfeer van representatie, public relations of acquisitie wel kleine attenties die in de openbaarheid worden aangeboden en die een geschatte waarde van € 50,00 of minder hebben, aannemen en houden.

  • 3. Andere attenties worden door een raadslid geweigerd of teruggegeven. Dit wordt gemeld bij de voorzitter van de raad en de griffier. Zij zullen dit het presidium laten weten. Van de melding wordt een openbare registratie bijgehouden. De betrokken relatie wordt schriftelijk ingelicht waarom het geschenk niet is aangenomen of is teruggegeven.

  • 4. Als raadslid accepteer je alleen uitnodigingen voor lunches, diners, excursies, evenementen, buitenlandse reizen, etc., die nodig zijn om je raadslidmaatschap uit te kunnen oefenen en die gezien zullen worden als functioneel. Alle andere uitnodigingen accepteer je niet, omdat het je onafhankelijke positie als raadslid kan schaden. Een raadslid overlegt vooraf bij twijfel over de functionaliteit van uitnodigingen met de voorzitter van de raad en de griffier, waarbij doel en beleidsdoelstellingen worden afgewogen en waarbij het gemeentelijk belang doorslaggevend is.

  • 5. Geschenken en giften worden nooit op het huisadres ontvangen.

Toelichting

In de gedragscode is uitgangspunt dat geschenken, faciliteiten en diensten niet worden geaccepteerd als hiermee de onafhankelijke positie van het raadslid kan worden beïnvloed. Dat is in ieder geval aan de orde in onderhandelingssituaties.

Is daarvan geen sprake dan kunnen om praktische redenen incidentele kleine geschenken (met een geschatte waarde van € 50 of minder) worden aanvaard, echter nooit op het huisadres. Duurdere geschenken worden niet aanvaard. Zij worden teruggestuurd. Mocht dit onmogelijk zijn, worden ze eigendom van de gemeente die zorgt voor een goede bestemming van het geschenk. In een openbaar register wordt opgenomen welke geschenken van meer dan € 50,00 de gemeente heeft aanvaard en welke bestemming daaraan is gegeven.

Vwb excursies, evenementen en buitenlandse reizen gaat het om zaken die betrokkene als raadslid aanvaardt. Excursies, evenementen en buitenlandse reizen in de hoedanigheid van lid van een politieke partij vallen hier dus niet onder.

Uitgaven

Wettelijk kader

Er zijn voor de declaraties van raadsleden voorschriften opgenomen in de verordening rechtspositie raads- en commissieleden over de wijze van declaratie (inclusief het overleggen van bewijsstukken) van vooruit betaalde kosten en over rechtstreekse facturering van kosten.

Artikel 8 Uitgaven en declaraties

  • 1. Uitgaven worden alleen vergoed als de hoogte en de functionaliteit ervan kunnen worden aangetoond.

  • 2. Voor bepaling van de functionaliteit van gemaakte en te declareren kosten worden de volgende kaders gehanteerd:

    • -

      met het maken van kosten is het belang van de gemeente gediend;

    • -

      de te maken kosten vloeien voort uit de uitvoering van het raadslidmaatschap.

  • 3. Een raadslid declareert alleen gemaakte kosten die volgens de geldende administratieve en fiscale regelingen voor vergoeding in aanmerking komen.

  • 4. Een raadslid declareert geen kosten die al op andere wijze worden vergoed.

  • 5. Een raadslid declareert gemaakte kosten binnen twee maanden op het daarvoor vastgestelde declaratieformulier met de originele betalingsbewijzen. De functionaliteit van de uitgave wordt vermeld.

  • 6. In geval van twijfel over een declaratie wordt deze voorgelegd aan het presidium.

Uitvoering

Artikel 9 Aanspreken en naleving

  • 1. De gedragscode is van en voor de raad en haar leden. De leden spreken elkaar aan als de gedragscode niet wordt nageleefd of bij twijfels daarover.

  • 2. De gemeenteraad van Lansingerland zorgt voor een eenduidige interpretatie van deze gedrags-code. Als er hiaten of onduidelijkheden in de gedragscode zijn, worden deze aangevuld of verhelderd.

  • 3. De burgemeester is verantwoordelijk voor het toezicht op de naleving van deze gedragscode. De gedragscode vormt voor de voorzitter van de gemeenteraad de basis bij de beoordeling van gedragingen van leden van de gemeenteraad. De voorzitter kan een vertrouwelijke en/of openbare berisping geven.

  • 4. De raad kan bij schending van de gedragscode besluiten tot een sanctie. Het raadslid in kwestie mag hier zelf niet over stemmen.

  • 5. Als een fractie of een raadslid zich niet aan de gedragscode houdt, kan de raad de volgende sancties toepassen:

    • een openbaar oordeel uitspreken;

    • het ontslaan uit een bijkomende functie die hij als raadslid vervult en waarin hij door de raad is benoemd (m.u.v. artikel 6, lid 5);

    • niet mogen mee doen aan voor de raad georganiseerde activiteiten (m.u.v. artikel 6, lid 5);

    • het afnemen van faciliteiten die aan de fractie of het raadslid door de gemeente ter beschikking zijn gesteld (m.u.v. artikel 6, lid 5);

    • het in rekening brengen van kosten bij misbruik van faciliteiten (m.u.v. artikel 6, lid 5).

Artikel 10 Intrekking

De Gedragscode gemeenteraad Lansingerland 2010 wordt met de inwerkingtreding van deze gedragscode ingetrokken.

Artikel 11 Publicatie

Deze gedragscode treedt een dag na publicatie in werking.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 19 december 2024.

de griffier,

drs. Eveline Hamelink-van Rens

de voorzitter,

drs. Pieter van de Stadt