Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR733600
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR733600/1
Verordening op de heffing en de invordering van liggelden gemeente Landsmeer 2025
Geldend van 03-01-2025 t/m heden
Intitulé
Verordening op de heffing en de invordering van liggelden gemeente Landsmeer 2025De raad van de gemeente Landsmeer;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 19 november 2024;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b, van de Gemeentewet;
besluit vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en de invordering van liggelden gemeente Landsmeer 2025.
Artikel 1 Definities
In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
- 1.
woonschip: elk vaartuig dat uitsluitend of in hoofdzaak wordt gebezigd als, te oordelen naar zijn constructie of inrichting uitsluitend of in hoofdzaak bestemd is tot, dag- of nachtverblijf van een of meer personen;
- 2.
ligplaats: een gedeelte van het openbaar water, bestemd of geschikt om door een woonschip in de woonschepenhaven Gortesloot te worden ingenomen;
- 3.
dag: een etmaal of gedeelte daarvan;
- 4.
week: een kalenderweek;
- 5.
maand: een kalendermaand;
- 6.
jaar: een kalenderjaar.
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam 'liggeld woonschepen' wordt een recht geheven voor het hebben van een ligplaats voor een woonschip in de woonschepenhaven Gortesloot.
Artikel 3 Ingangstijdstip belastbaar feit
Het liggeld wordt geheven vanaf de dag waarop het verblijf binnen de gemeente met een woonschip een termijn veertien al dan niet achtereenvolgende dagen binnen hetzelfde kalenderjaar te boven gaat.
Artikel 4 Belastingplicht
-
1. Het recht als bedoeld in artikel 2 wordt geheven van degene die de ligplaats heeft. Als degene die de ligplaats heeft wordt aangemerkt de houder van de ligplaats-vergunning, bedoeld in artikel 5 van de Woonschepenverordening Landsmeer.
-
2. Bij gebreke van de in het eerste lid bedoelde vergunninghouder, wordt het recht als bedoeld in artikel 2 geheven van de hoofdbewoner. Wie als hoofdbewoner wordt aangemerkt wordt naar omstandigheden beoordeeld.
Artikel 5 Belastingtarieven
Het recht als bedoeld in artikel 2 bedraagt per strekkende meter:
- 1.
per dag: € 0,30
- 2.
per week: € 0,90
- 3.
per maand: € 3,45
- 4.
per jaar: € 40,70
Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
-
1. Het recht als bedoeld in artikel 2 is verschuldigd bij het begin van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
-
2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, worden de in artikel 5 vermelde tarieven naar evenredigheid van tijdsduur aangepast.
-
3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de resterende periode van dat tijdvak naar evenredigheid van tijdsduur.
-
4. Belastingbedragen van minder dan € 10,00 worden niet geheven.
Artikel 7 Wijze van heffing
Het liggeld als bedoeld in artikel 2 wordt geheven:
- 1.
bij wege van aanslag indien het een liggeld per jaar betreft;
- 2.
door middel van een gedagtekende, schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld, indien het een liggeld per dag, week of maand betreft.
Artikel 8 Termijnen van betaling
-
1. De aanslagen als bedoeld in artikel 7 onder 1 moeten worden betaald binnen twee maanden na dagtekening van het aanslagbiljet.
-
2. In afwijking van het eerste lid geldt dat, ingeval het totaalbedrag van de op een aanslagbiljet verenigde bedragen, of als het aanslagbiljet een aanslag bevat, het bedrag daarvan meer is dan € 100,00 en minder dan € 10.000,00 en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, de aanslagen moeten worden betaald in negen gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de tweede maand volgend op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
-
3. De rechten als bedoeld in artikel 7, onder 2 moet worden betaald binnen een maand na dagtekening van de kennisgeving.
Artikel 9 Kwijtschelding
Bij de invordering van het liggeld wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 10 Overgangsrecht
-
1. De ‘Verordening liggelden 2024’, zoals laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 21 december 2023, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 11, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
-
2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 11, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.
Artikel 11 Inwerkingtreding
-
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
-
2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2025.
Artikel 12 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: ‘Verordening op de heffing en de invordering van liggelden gemeente Landsmeer 2025’.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van 19 december 2024.
De griffier,
De voorzitter,
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl