Verordening op de heffing en de invordering van leges gemeente Landsmeer 2025

Geldend van 03-01-2025 t/m heden

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van leges gemeente Landsmeer 2025

De raad van de gemeente Landsmeer;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 19 november 2024;

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet, de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet en artikel 13.1a van de Omgevingswet;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van leges gemeente Landsmeer 2025.

Artikel 1 Definities

Deze verordening verstaat onder:

  • 1.

    'dag': de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • 2.

    'week': een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • 3.

    'maand': het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalandermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • 4.

    'kwartaal': een aaneengesloten periode van 91 dagen;

  • 5.

    'half jaar': een aaneengesloten periode van 183 dagen;

  • 6.

    'jaar': een aaneengesloten periode van 365 dagen;

  • 7.

    'kalenderjaar': de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam 'leges' worden rechten geheven voor:

  • 1.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;

  • 2.

    het verlenen van een dienst op aanvraag; of

  • 3.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document;

een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • 1.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;

  • 2.

    diensten die ingevolge een wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;

  • 3.

    het afgeven van bewijzen van onvermogen;

  • 4.

    het afgeven van stukken nodig voor de ontvangst van pensioenen, lijfrenten, wachtgelden, loon en bezoldiging;

  • 5.

    de aan belanghebbende uitgereikt wordende beschikking of afschrift daarvan, houdende een beslissing op een aanvraag subsidie van de gemeente;

  • 6.

    openbare besturen, ambtenaren of instellingen voor de diensten door hen in het openbaar belang verzocht met uitzondering van de leges genoemd in de hoofdstukken 5 en 6 en hoofdstuk 18, onderdeel 18.6.4, van de tarieventabel en voor zover daarin niet reeds op andere plaatsen in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel is voorzien;

  • 7.

    het in behandeling nemen van een aanvraag van een stichting of vereniging van sociale, pedagogische, sportieve, charitatieve, educatieve en/of culturele aard voor een beschikking waarvan het gebruik bijdraagt aan de cohesie in de gemeenschap en/of waarvan de opbrengsten aangewend worden om de continuïteit van de eigen activiteiten te waarborgen. Enkel verenigingen en stichtingen waarvan uit de statuten de sociale, pedagogische, sportieve, charitatieve, educatieve en/of culturele doelstelling blijkt, komen in aanmerking voor deze vrijstelling. Verenigingen en stichtingen met een commercieel doel in de statuten worden uitgesloten van de vrijstelling. De aanvrager dient op het aanvraagformulier aan te geven dat de organisatie en de activiteit voldoen aan de hierboven gestelde voorwaarden.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieven-tabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 8 dagen na de dagtekening van de kennisgeving;

    • c.

      langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan onverwijld, dan wel als die mogelijkheid wordt geboden binnen 8 dagen na het indienen van de aanvraag langs elektronische weg;

    • d.

      langs elektronische weg na indiening van de aanvraag wordt gedaan, binnen 8 dagen na dagtekening van kennisgeving.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst, besluit of handeling wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst, besluit of handeling in de bij die opgenomen bepaling.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, als de wijzigingen:

    • a.

      van zuiver redactionele aard zijn;

    • b.

      een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende paragrafen of artikelen van hoofdstuk 1 van de tarieventabel betreft:

      • 1.

        paragraaf 1.2 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart);

      • 2.

        paragraaf 1.3 (rijbewijzen);

      • 3.

        artikel 1.19 (papieren verstrekking uit de basisregistratie personen);

      • 4.

        artikel 1.27, onder a (verklaring omtrent het gedrag);

      • 5.

        artikel 1.33 (Wet op de kansspelen);

    een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Overgangsrecht

  • 1. De ‘Verordening Legesverordening 2024’ van 21 december 2023, wordt evenals de tarieventabel 2024, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2025.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: ‘Verordening op de heffing en de invordering van leges gemeente Landsmeer 2025’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van 19 december 2024.

De griffier,

De voorzitter,

Tarieventabel behorende bij behorende bij de ‘verordening op de heffing en de invordering van leges gemeente Landsmeer 2025'

Deze tarieventabel is, qua artikelnummering, gebaseerd op het model van de VNG.

Artikelen waarvoor geen leges worden geheven zijn hierin niet opgenomen.

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE DIENSTVERLENING

Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand

Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

Paragraaf 1.3 Rijbewijzen

Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens

Paragraaf 1.5 Bestuursstukken

Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie

Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken

Paragraaf 1.8 Gemeentearchief

Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten

Paragraaf 1.10 Diversen

HOOFDSTUK 2 DIENSTVERLENING EN BESLUITEN IN HET KADER VAN DE OMGEVINGSWET

Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen

Paragraaf 2.2 Voorfase

Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken

Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed

Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten

Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten

Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten

Paragraaf 2.8 Overige activiteiten

Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften

Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid

Paragraaf 2.11 Overige tarieven

Paragraaf 2.12 Modaliteiten

Paragraaf 2.13 Vermindering

Paragraaf 2.14 Teruggaaf

HOOFDSTUK 3 DIENSTVERLENING VALLEND ONDER DE DIENSTENRICHTLIJN EN NIET VALLEND ONDER HOOFDSTUK 2

Paragraaf 3.1 Horeca

Paragraaf 3.2 Seksbedrijven

Paragraaf 3.3 Winkeltijdenwet

Paragraaf 3.4 Organiseren evenement of markt

Paragraaf 3.5 Standplaatsen

Paragraaf 3.6 Huisvestingswet 2014 [en Wet goed verhuurderschap ]

Paragraaf 3.7 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE DIENSTVERLENING

Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand

€ / %

€ / %

2024

2025

Artikel 1.1 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap

 

 

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap op:

 

 

a. maandag tot en met vrijdag tussen 9.00 en 12.00 uur

€ 161,10

€ 168

b. maandag om 9.00 en dinsdag om 9.00 uur

nihil

nihil

c. maandag tot en met vrijdag tussen 12.00 uur en 16.00 uur

€ 417,95

€ 438

d. zaterdag tussen 10.00 en 16.00 uur

€ 649,85

€ 681

e. zondag tussen 10.00 uur en 16.00 uur

€ 738,80

€ 774

indien het huwelijk wordt gesloten tussen 16.00 en 22.00 uur wordt het tarief bedoeld bij c, d en e verhoogd met:

20%

20%

Artikel 1.2 Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk

 

 

Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk als daarbij gebruik gemaakt wordt van de trouwzaal of een andere door de gemeente hiertoe aangewezen ruimte op:

 

 

a. maandag tot en met vrijdag tussen 9.00 en 12.00 uur

€ 161,10

€ 168

b. maandag om 9.00 en dinsdag om 9.00 uur

nihil

nihil

c. maandag tot en met vrijdag tussen 12.00 uur en 16.00 uur

€ 417,95

€ 438

d. zaterdag tussen 10.00 en 16.00 uur

€ 649,85

€ 681

e. zondag tussen 10.00 uur en 16.00 uur

€ 738,80

€ 774

indien het huwelijk wordt gesloten tussen 16.00 en 22.00 uur wordt het tarief bedoeld bij c, d en e verhoogd met:

20%

20%

Artikel 1.3 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap in bijzonder huis

 

 

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek:

 

 

a. maandag tot en met vrijdag tussen 9.00 en 16.00 uur

€ 417,95

€ 438

b. zaterdag tussen 10.00 en 16.00 uur

€ 649,85

€ 681

c. zondag tussen 10.00 uur en 16.00 uur

€ 738,80

€ 774

indien het huwelijk wordt gesloten tussen 16.00 en 22.00 uur wordt het tarief bedoeld bij a, b en c verhoogd met:

20%

20%

Artikel 1.4 Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk in bijzonder huis

 

 

Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek:

 

 

a. maandag tot en met vrijdag tussen 9.00 en 16.00 uur

€ 417,95

€ 438

b. zaterdag tussen 10.00 en 16.00 uur

€ 649,85

€ 681

c. zondag tussen 10.00 uur en 16.00 uur

€ 738,80

€ 774

indien het huwelijk wordt gesloten tussen 16.00 en 22.00 uur wordt het tarief bedoeld bij a, b en c verhoogd met:

20%

20%

Artikel 1.5 Aanwijzing buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om bij besluit een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand aan te wijzen voor één dag:

 

 

a. als beëdiging bij de rechtbank al heeft plaatsgevonden:

€ 62,90

€ 65

b. als beëdiging bij de rechtbank nog niet heeft plaatsgevonden:

€ 188,85

€ 197

Artikel 1.6 a Beschikbaar stellen getuige door gemeente

 

 

Het tarief bedraagt voor het door de gemeente beschikbaar stellen van een getuige voor de huwelijksvoltrekking of de registratie van een partnerschap, per getuige:

€ 38,60

€ 40

Artikel 1.6 b Alternatieve locatie

 

 

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag voor een huwelijkslocatie, niet zijnde het gemeentehuis

€ 125,90

€ 131

Artikel 1.7 Annuleren of wijzigen datum

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een gereserveerde datum voor de huwelijksvoltrekking, registratie van het partnerschap of omzetting van het geregistreerd partnerschap in een huwelijk te annuleren of te wijzigen binnen een periode van [veertien] dagen voorafgaand aan die gereserveerde datum:

nvt

nvt

Artikel 1.8 Trouwboekje of partnerschapsboekje

 

 

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:

 

 

a. een trouwboekje of partnerschapsboekje in een normale uitvoering:

€ 15,55

€ 16

b. een trouwboekje of partnerschapsboekje in een luxe uitvoering:

€ 37,80

€ 39

Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

Artikel 1.9 Paspoorten of andere reisdocumenten

 

 

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

 

 

a. een nationaal paspoort:

 

 

1. voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 83,85

€ 86*

2. voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 63,40

€ 65*

b. een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel a (zakenpaspoort):

 

 

1. voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 83,85

€ 86*

2. voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 63,40

€ 65*

c. een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

 

 

1. voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 83,85

€ 86*

2. voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 63,40

€ 65*

d. een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen:

€ 63,40

€ 65*

Artikel 1.10 Nederlandse identiteitskaart

 

 

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

 

 

a. een Nederlandse identiteitskaart:

 

 

1. voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 75,80

€ 78*

2. voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 40,90

€ 42*

b. een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon:

€ 36,90

€ 38*

Artikel 1.11 Modaliteiten

 

 

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

 

 

a. voor de versnelde uitreiking van een in de artikelen 1.9 en 1.10, onder a, genoemd document, zijnde een toeslag op de in die artikelen genoemde bedragen

€ 57,05

€ 59*

b. voor het bezorgen van een in de artikelen 1.9 en 1.10 genoemd document, zijnde een toeslag op de in de artikelen 1.9 en 1.10 en onder a genoemde bedragen

nvt

nvt

Paragraaf 1.3 Rijbewijzen

Artikel 1.12 Rijbewijzen

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs:

€ 51,11

€ 52

Artikel 1.13 Modaliteiten

 

 

1.Het tarief genoemd in artikel 1.12 word

 

 

a. bij een spoedlevering vermeerderd met:

€ 39,65

€ 39

Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens

Artikel 1.14 Definities

 

 

1. Voor de toepassing van artikel 1.15 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

 

 

2. Voor de toepassing van artikel 1.16 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon die niet zijn opgenomen in de basisregistratie personen.

 

 

Artikel 1.15 Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

 

a. tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking:

€ 16,60

€ 17

 

 

Artikel 1.17 Schriftelijke verstrekking

 

 

In afwijking van de artikelen 1.15 en 1.16 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen:

€ 8,40

€ 8

Artikel 1.18 Op aanvraag doornemen basisregistratie personen

 

 

1. Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan te besteden kwartier:

€ 17,00

€ 18

2. Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

 

Paragraaf 1.5 Bestuursstukken

Artikel 1.19 Afschriften van bestuursstukken

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

 

a. een afschrift van de gemeentebegroting

€ 63,30

€ 66

b. een afschrift van de gemeenterekening:

€ 37,20

€ 38

c. een afschrift van de perspectiefnota/bestuursrapportage:

€ 12,40

€ 13

Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie

Artikel 1.21 Plan- of kaartinformatie

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een kopie van een ruimtelijk plan of deel daarvan, zoals omgevingsvisie, omgevingsplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in artikel 1.22, onderdeel b:

 

 

a. in formaat A4 of kleiner, per bladzijde:

€ 0,40

€ 0,45

b. in formaat A3, per bladzijde:

€ 0,40

€ 0,45

c. in formaat A2 of groter, per bladzijde:

€ 10,55

€ 11

d. in digitale vorm:

€ -

€ -

Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken

Artikel 1.24 Gemeentegarantie

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

 

a. tot het verstrekken van een gemeentegarantie:

€ 115,75

€ 121

b. tot het instemmen met het wijzigen of omzetten van een door de gemeente gegarandeerde hypothecaire geldlening:

€ 115,75

€ 121

Artikel 1.25 Overige publiekszaken

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

 

a. tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag:

€ 41,35

€ 41,35

b. tot het legaliseren van een handtekening:

€ 6,25

€ 7,00

c. tot een verklaring van huwelijksbevoegdheid:

€ 29,00

€ 30

d. tot het verkrijgen van een bewijs van in leven zijn (attestatie de vita):

€ 16,60

€ 17

Paragraaf 1.8 Gemeentearchief

Artikel 1.26 Naspeuringen in gemeentearchief

 

 

1. Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan te besteden kwartier:

€ 17,00

€ 18

2. Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld.

 

 

Artikel 1.27 Afschrift of uittreksel uit gemeentearchief

 

 

1. Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit een in het gemeentearchief berustend stuk: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

 

2. Als een begroting als bedoeld in het eerste lid is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

 

Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten

Artikel 1.29 Huisvestingswet 2014

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

 

1. een huisvestingsvergunning als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Huisvestingswet 2014:

€ 26,85

€ 28

2. indeling in een urgentiecategorie als bedoeld in artikel 13, tweede lid, van de Huisvestingswet 2014:

€ 98,45

€ 103

Artikel 1.30 Leegstandwet

 

 

1. Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

 

a. een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet:

€ 334,70

€ 350

b. verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet:

€ -

€ -

2. Als aanvragen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en b, gelijktijdig worden ingediend en woonruimten in hetzelfde gebouw, zoals een flat, een school of een kantoor betreffen, worden de in die onderdelen bedoelde leges slechts eenmaal geheven. [Dit geldt ook als het gaat om een geheel van huurwoningen bestemd voor sloop of renovatie waarvoor gelijktijdig aanvragen worden ingediend.]

 

 

Artikel 1.31 Wet op de kansspelen

2024

2025

1. Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

 

 

a. voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat:

€ 56,00

€ 56

b. voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat:

€ 56,00

€ 56

en voor iedere volgende kansspelautomaat:

€ 34,00

€ 34

c. voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd:

€ 226,00

€ 226

d. voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, voor de eerste kansspelautomaat:

€ 226,00

€ 226

en voor iedere volgende kansspelautomaat:

€ 136,00

€ 136

2. Het eerste lid, onderdelen a en b, is van overeenkomstige toepassing als de vergunning geldt voor een tijdvak korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden maar ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd respectievelijk verhoogd worden.

 

 

3. Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning):

€ 34,75

€ 36

4. Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren of doen exploiteren van een speelgelegenheid als bedoeld in [artikel 2:39 van de Algemene plaatselijke verordening]:

€ -

€ -

Artikel 1.32 Telecommunicatiewet

 

 

1. Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet Of art 2.1 lid 1 Algemene verordening ondergrondse infrastructuur Landsmeer 2017

€ 450,60

€ 472

a. als het betreft werkzaamheden in tegel-, klinker- en sierbestratingen, alsmede gesloten verhardingen, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, per strekkende meter sleuf verhoogd met:

-

-

b. als het betreft werkzaamheden in bermen, groenstroken en dergelijke, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, per strekkende meter sleuf verhoogd met:

-

-

c. als met betrekking tot een melding overleg moet plaatsvinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare grond en de aanbieder van het netwerk, verhoogd met:

€ 885,80

€ 928

d. als de melder verzoekt om een inhoudelijke afstemming bij de beoordeling van aanvragen als bedoeld in artikel 5.5 van de Telecommunicatiewet, verhoogd met:

-

-

e. als met betrekking tot een melding onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding aan de melder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

 

2. Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel e, is uitgebracht, wordt een melding in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de melder ter kennis is gebracht, tenzij de melding voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

 

Artikel 1.33 Wegenverkeerswetgeving

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

 

1A. een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 en tevens registratie in het register van ontheffingen van het inrijverbod:

 

 

a. Purmerland per jaar

€ 123,90

€ 129

b. Purmerland per maand

€ 10,40

€ 10

c. Den Ilp per jaar

€ 123,90

€ 129

d. Den Ilp per maand

€ 10,40

€ 10

e. Purmerland als Den Ilp per jaar

€ 205,85

€ 215

f. Purmerland als Den Ilp per maand

€ 17,10

€ 17

1B. ontheffing (naar tijdgsgelang) per kenteken als bedoeld in artikel 87 van het RVV 1990 en tevens registratie in het register van ontheffingen van het inrijverbod:

 

 

Purmerland/Den Ilp voor een zo kort mogelijke periode: per dag

€ 22,20

€ 23

met een maximum voor een aaneengesloten periode van meerdere dagen per ontheffing van

€ 205,85

€ 215

1C. registratie van een kenteken behorend bij een inwoner van Landsmeer in het register van ontheffingen van het inrijverbod Purmerland en/of van het inrijverbod Den Ilp

€ 11,95

€ 12

1D. ontheffing per kenteken bedoeld in artikel 87 van het RVV 1990 en tevens registratie in het register ontheffingen van het inrijverbod Purmerland en/of Den Ilp, indie n het gaat om een bedrijfsvoertuig behorende bij het bedrijf of instelling zoals genoemd in artikel 3 onder c van de 'Verordening op het verlenen van ontheffingen van het inrijverbod Purmerland en/of Den Ilp 2016' vastgesteld d.d. 25 februari 2016

€ 11,95

€ 12

1E. Leges worden geheven voor een ontheffing zoals bedoeld in 1A, indien het gaat om bedrijfsvoertuigen zoals bedoeld in artikel 3 onder d van de ‘Verordening op het verlenen van ontheffingen van het inrijverbod Purmerland en/of Den Ilp 2016’ vastgesteld d.d. 25 februari 2016, alsmede de mantelzorger zoals bedoeld in artikel 4 , lid 2 onder f van de "Verordening op het verlenen van ontheffingen van het inrijverbod

€ 11,95

€ 12

1F. Leges worden geheven voor een ontheffing zoals bedoeld in 1A, indien het gaat om voertuigen van personeel dat werkzaam is bij de gemeente Landsmeer, of werkzaam is bij een andere gemeente of dienst die, ten behoeve van een voorgenomen en/of afgesloten samenwerkingsverband werkzaamheden moet verrichten voor de gemeente Landsmeer

€ 11,95

€ 12

1G. Wijziging van een kenteken doorvoeren door een medewerker

€ 11,95

€ 12

1H. ontheffing voor het berijden van voet en/of fietspaden voor een:

 

 

dag

€ 5,75

€ 6

week

€ 11,55

€ 12

maand

€ 23,00

€ 24

half jaar

€ 32,65

€ 34

jaar

€ 41,45

€ 43

I1. ontheffing voor het berijden van wegen waarvoor een breedte- of wiel(as)drukbeperking geldt voor een:

 

 

dag

€ 16,45

€ 17

week

€ 32,70

€ 34

maand

€ 65,40

€ 68

half jaar

€ 98,05

€ 102

jaar

€ 127,65

€ 133

J1. duplicaatkaart ex artikel 7 van de Ministeriële Beschikking

€ 55,45

€ 58

K1. parkeervergunning als bedoeld in artikel 9 van de Parkeerverordening

€ 55,45

€ 58

2. een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen:

€ -

€ -

3. een verstrekking van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW):

€ 85,40

€ 89

4. een duplicaat gehandicaptenparkeerkaart

€ 25,45

€ 26

5. een autoruitetui (zelfklevend) ten behoeve van een gehandicaptenparkeerkaart

€ 1,20

€ 1,25

Paragraaf 1.10 Diversen

Artikel 1.34 Gewaarmerkte afschriften, kopieën, stukken of uittreksels

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

 

a. gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina:

€ 0,50

€ 0,50

b. een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

€ 43,25

€ 45

c. stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina:

€ 5,60

€ 6

d. kopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

 

 

1. in formaat A4 of kleiner, per bladzijde:

€ 0,50

€ 0,50

2. in formaat A3, per bladzijde:

€ 0,50

€ 0,50

3. in formaat A2 of groter, per bladzijde:

€ 15,80

€ 16

4.in digitale vorm:

€ -

€ -

Artikel 1.35 Diverse vergunningen of beschikkingen

 

 

1. Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

 

a. voor een lozingsvergunning:

€ 427,05

€ 447

b. Indien na het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een lozingsvergunning doch voor het verlenen van de vergunning deze aanvraag wordt ingetrokken, bedragen de leges

€ 111,05

€ 116

2. Het tarief bedraagt voor het verstrekken van formulieren ter verkrijging van een bijdrage voor woningverbetering en/of verbetering woonbuurten:

€ 7,75

€ 8

3. Het tarief bedraagt ter zake van:

 

 

a. het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning tot het laten liggen van een vaartuig in openbaar gemeentewater

€ 10,40

€ 10

b. het verstrekken van twee registratiestickers voor vaartuigen

€ 1,75

€ 2

4. Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een uittreksel uit het register van kinderopvangorganisaties, per pagina:

€ 5,60

€ 6

5. Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag ter verkrijging van een vergunning voor het aanleggen van een weg op grond van artikel 2.11 van de Algemene plaatselijke verordening, niet zijnde een omgevingsvergunning

€ 1.451,55

€ 1.521

HOOFDSTUK 2 DIENSTVERLENING EN BESLUITEN IN HET KADER VAN DE OMGEVINGSWET

Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen

Artikel 2.1 Definities

 

 

1. Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

 

 

2. In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

 

 

3. In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

 

 

- binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan;

 

 

- binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet;

 

 

4. In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ betreffen de in die omschrijving:

 

 

- onder a genoemde Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 de voorwaarden die bekendgemaakt zijn in Staatscourant 2012, 1567;

 

 

- onder b bedoelde bouwkosten de kosten voor de fysieke realisatie (het bouwen) van het bouwwerk;

 

 

- onder c bedoelde prijs de prijs exclusief omzetbelasting.

 

 

[5. In afwijking van bijlage I bij de Omgevingsregeling wordt onder bouwkosten verstaan de normbouwkosten voor de bouwactiviteit, als daarin is voorzien in de bij deze tarieventabel behorende [citeertitel gemeentelijke of regionale normbouwkostenregeling] en de bij de aanvraag opgegeven bouwkosten meer dan [10]% afwijken van deze normbouwkosten.]

 

 

Artikel 2.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven

 

 

Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

 

a. omgevingsoverleg;

 

 

b. een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;

 

 

c. een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;

 

 

d. toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;

 

 

e. een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;

 

 

f. intrekking van een omgevingsvergunning;

 

 

g. wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d;

 

 

h. een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g.

 

 

Artikel 2.3 Bepalen tarief

 

 

1. De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.

 

 

2. Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.

 

 

3. Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12.

 

 

4. Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13.

 

 

5. Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

 

 

6. In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 

 

Paragraaf 2.2 Voorfase

Artikel 2.4 Conceptaanvraag c.q. omgevingsoverleg

 

 

1. Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van omgevingsoverleg over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief:

 

 

a. voor een binnenplanse omgevingsactiviteit (intaketafel)

€ 916

€ 870

b. voor een eenvoudige buitenplanse omgevingsactiviteit (omgevingstafel eenvoudig)

€ 3.665

€ 5.136

c. voor een complexe buitenplanse omgevingsactiviteit (omgevingstafel complex)

-

€ 10.272

d. voor een advies van een ketenpartner (buiten de omgevingstafel)

-

€ 692

Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken

Artikel 2.5 Bouwactiviteit (bouwtechnische deel)

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

 

a. over het deel van de bouwkosten vanaf € 0 tot € 25.000:

0,90%

0,90%

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 125,00

€ 131

b. over het deel van de bouwkosten vanaf € 25.000 tot € 50.000:

0,90%

0,90%

van de bouwkosten;

 

 

c. over het deel van de bouwkosten vanaf € 50.000 tot € 200.000:

0,90%

0,90%

van de bouwkosten;

 

 

d. over het deel van de bouwkosten vanaf € 200.000 tot € 2.500.000:

0,89%

0,89%

van de bouwkosten;

 

 

e. over het deel van de bouwkosten vanaf € 2.500.000:

0,88%

0,88%

van de bouwkosten;

 

 

Artikel 2.7 Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

 

a. voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 1.305,30

€ 1.367

Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed

Artikel 2.8 Omgevingsplanactiviteit: monumenten

 

 

1. Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, voorbeschermd gemeentelijk monument of voorbeschermd provinciaal monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

 

a. voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van artikel [14] van de [citeertitel gemeentelijke erfgoedverordening] in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit:

 

 

1. voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 391,20

€ 409

2. voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 391,20

€ 409

b. voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

 

 

1. voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 391,20

€ 409

2. voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 391,20

€ 409

c. voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

 

 

1. voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 391,20

€ 409

2. voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 391,20

€ 409

 

 

 

2. Als de in het eerste lid bedoelde aanvraag een archeologisch monument betreft, worden de in het eerste lid genoemde tarieven verhoogd met:.

-

-

3. Het eerste lid, aanhef en onder a, en tweede lid, is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot een monument of archeologisch monument dat op grond van de [citeertitel gemeentelijke Erfgoedverordening] is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. De vorige volzin is van toepassing:

 

 

a.     als het gaat om een aangewezen monument of archeologisch monument: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven; en

 

 

b.     als het gaat om een monument of archeologisch monument waarop voordat het is aangewezen de verordening van overeenkomstige toepassing is: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven of het omgevingsplan nog geen voorbeschermingsregel bevat vanwege het voornemen om die functie-aanduiding te geven.

 

 

Artikel 2.9 Rijksmonumentenactiviteit

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

 

a. voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 391,20

€ 409

b. voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 391,20

€ 409

Artikel 2.10 Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht

 

 

1. Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

 

a. voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van artikel [20] van de [citeertitel gemeentelijke erfgoedverordening] in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit:

€ 391,20

€ 409

b. voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€ 391,20

€ 409

c. voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 391,20

€ 409

 2. Het eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing op een sloopactiviteit die wordt verricht op een locatie waarvoor een op grond van artikel 4.35, eerste lid, van de Invoeringswet Omgevingswet als instructie geldende aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet van kracht is, zolang in het omgevingsplan aan die locatie nog niet de functie-aanduiding rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht is gegeven.

 

 

Artikel 2.11 Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een andere activiteit dan die genoemd in de artikelen 2.8, 2.9 en 2.10 en cultureel erfgoed of werelderfgoed betreft, waarvoor in het omgevingsplan met het oog op het behoud van cultureel erfgoed of van de uitzonderlijke universele waarde van werelderfgoed een verbod is opgenomen om zonder omgevingsvergunning deze activiteit te verrichten, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

-

-

Artikel 2.13 Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen (afdeling 3.2 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten die bedrijfstakken overstijgen als bedoeld in de paragrafen 3.2.1, 3.2.3 tot en met 3.2.15, 3.2.17 tot en met 3.2.19 en 3.2.24 van afdeling 3.2 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

 

a. voor één milieubelastende activiteit:

€ 2.132

€ 2.234

b. voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, [in afwijking van artikel 2.3, tweede lid OF per milieubelastende activiteit]:

€ 4.264

€ 4.468

c. voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, [in afwijking van artikel 2.3, tweede lid OF per milieubelastende activiteit]:

€ 6.396

€ 6.703

Artikel 2.14 Nutssector en industrie (afdeling 3.4 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de categorie nutssector en industrie als bedoeld in de paragrafen 3.4.2, 3.4.4 tot en met 3.4.9 en 3.4.11 van afdeling 3.4 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

 

a. voor één milieubelastende activiteit:

€ 4.264

€ 4.468

b. voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, [in afwijking van artikel 2.3, tweede lid OF per milieubelastende activiteit]:

€ 8.528

€ 8.937

c. voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, [in afwijking van artikel 2.3, tweede lid OF per milieubelastende activiteit]:

€ 12.792

€ 13.406

Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten

Artikel 2.21 Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 391,20

€ 409

Artikel 2.22 Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 1.100,00

€ 1.152

Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten

Artikel 2.25 Omgevingsplanactiviteit: geluid weg

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen of wijzigen van een weg als op grond van het omgevingsplan of bij omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit een geluidgevoelig gebouw is toegelaten binnen het aandachtsgebied van die weg, als bedoeld in artikel 22.272 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

 

a. voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 391,20

€ 409

b. voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 391,20

€ 409

Artikel 2.26 Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 391,20

€ 409

Artikel 2.27 Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 391,20

€ 409

Artikel 2.28 Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

 

a. voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 391,20

€ 409

en als moet worden beoordeeld of de in het tijdelijke deel van het omgevingsplan bedoelde aanlegactiviteit niet in strijd is met het in voorbereiding zijnde omgevingsplan respectievelijk het in voorbereiding zijnde omgevingsplan dat voorziet in de bescherming van het stads- of dorpsgezicht, als bedoeld in artikel 22.278, tweede lid, van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, verhoogd met:

€ 391,20

€ 409

b. voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€ 391,20

€ 409

c. voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 391,20

€ 409

Paragraaf 2.8 Overige activiteiten

Artikel 2.30 Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in[artikel 4:11 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 409,75

€ 429

Artikel 2.31 Omgevingsplanactiviteit: reclame

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, als bedoeld in artikel […] van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, en als niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

 

a. als de activiteit bestaat uit het op of aan een onroerende zaak maken of voeren van die handelsreclame:

€ 117,18

€ 122

b. als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat die handelsreclame op of aan die onroerende zaak wordt gemaakt of gevoerd:

€ 117,18

€ 122

Indien daarbij advies van de MOOI Noord-Holland moet worden ingewonnen, wordt het bedrag van het vorige lid verhoogd met:

€ 86,20

€ 85

Artikel 2.32 Omgevingsplanactiviteit: [opslag van roerende zaken OF objecten plaatsen op de weg]

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit de opslag van roerende zaken in een aangewezen gedeelte van de gemeente, bedoeld in artikel [2:10] van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

 

a. als de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken,:

€ 409,75

€ 429

b. als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen:

€ 409,75

€ 429

Artikel 2.34 Andere activiteiten

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit:

 

 

a. betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 546,30

€ 572

Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften

Artikel 2.35 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten

 

 

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouw- of sloopactiviteit, bedraagt het tarief:

 

 

a. voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op:

 

 

1.     het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

 

 

2.     bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

 

 

3.     het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of

 

 

4. het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving

 

 

per maatwerkvoorschrift:

€ 391,20

€ 409

b. in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift:

€ 391,20

€ 409

Artikel 2.36 Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten

 

 

1. Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op:

 

 

a. één milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief:

€ 1.100,00

€ 1.152

b. twee tot vijf milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, [in afwijking van artikel 2.3, tweede lid OF per milieubelastende activiteit]:

-

-

c. vijf of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, [in afwijking van artikel 2.3, tweede lid OF per milieubelastende activiteit]:

-

-

2. Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere milieubelastende activiteit dan bedoeld in het eerste lid, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

-

-

Artikel 2.37 Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten

 

 

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.35 en 2.36, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€ 391,20

€ 409

Paragraaf 2.11 Overige tarieven

Artikel 2.39 Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit:

€ 391,20

€ 409

Artikel 2.40 Wijzigen omgevingsvergunning

 

 

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft.

 

 

Artikel 2.41 Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning:

€ 391,20

€ 409

Artikel 2.42 Intrekken omgevingsvergunning

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning, tenzij artikel 2.58 van toepassing is:

-

-

Artikel 2.43 Beoordeling aanvullende gegevens

 

 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b,

-

-

in behandeling is genomen:

 

 

Artikel 2.44 Beoordeling onderzoeksrapporten

 

 

De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ander besluit.

 

 

Artikel 2.45 Wijzigen van het omgevingsplan

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan:

€ 7.831,50

€ 8.207

Artikel 2.46 Niet genoemd besluit op aanvraag

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan:

€ 96,55

€ 101

Paragraaf 2.12 Modaliteiten

Artikel 2.47 Achteraf ingediende aanvraag

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met:

10%

10%

met een maximum van:

-

-

Artikel 2.48 Uitgebreide voorbereidingsprocedure

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

 

a. een milieubelastende activiteit:

-

-

b. een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 7.831,48

€ 8.207

c. als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a en b:

-

-

Artikel 2.49 Beoordeling onderzoeksrapporten

 

 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld:

 

 

a. voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport:

€ 184,40

€ 193

b. voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport:

€ 184,40

€ 193

c. voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting:

-

-

d. voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk:

-

-

e. voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport:

-

-

f. voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER):

€ 2.500,00

€ 2.620

g. voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport:

€ 184,40

€ 193

Artikel 2.50 Advies

 

 

1. Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:

 

 

a. voor een advies van de gemeenteraad:

€ 273,15

€ 286

b.1. voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening op de gemeentelijke adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit Landsmeer dat uitsluitend betrekking heeft op redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet, bij een bouwsom tot € 20.000:

€ 64,75

€ 50

b.2. indien de aanvraag betrekking heeft op een activiteit waarvoor advies van MOOI Noord-Holland wordt ingewonnen, wordt het overeenkomstig artikel 2.3.2 berekende bedrag verhoogd met:

0,25%

0,30%

van de bouwkosten, met een maximum van:

€ 2.490,00

€ 2.750

Korting bij vooroverleg door MOOI NH supervisor

-

50,00%

c. voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening op de gemeentelijke adviescommissie in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel b:

-

-

d. voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de onderdelen a tot en met c: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

 

2. Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

 

Artikel 2.51 Instemming

 

 

1. Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan:

 

 

het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn.

 

 

2. Het bedrag bedoeld in het eerste lid, onder b, wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

 

Paragraaf 2.13 Vermindering

Artikel 2.52 Vermindering na omgevingsoverleg

 

 

1. Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om een buitenplanse omgevingsplanactiviteit zoals bedoeld in artikel 2.48 onderdeel b verschuldigde leges. De vermindering bedraagt:

50%

50%

van de voor het omgevingsoverleg geheven leges.

 

 

2. Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan:

 

 

a.     voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het omgevingsoverleg betrekking had;

 

 

b.     in overeenstemming met de uitkomsten van het omgevingsoverleg; en

 

 

c.     binnen zes maanden na het laatste omgevingsoverleg of, als het omgevingsoverleg volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving.

 

 

3. Bij de toepassing van het eerste lid blijft voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning in ieder geval verschuldigd:

-

-

Paragraaf 2.14 Teruggaaf

Artikel 2.54 Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig

 

 

Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

85%

85%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

 

 

Artikel 2.55 Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten

 

 

Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt:

85%

85%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

 

 

Artikel 2.56 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure

 

 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 

 

a. bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen vier weken na de indiening van de aanvraag:

75%

75%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

 

b. bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf vier weken tot zes weken na de indiening van de aanvraag:

50%

50%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

 

c. bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken na de indiening van de aanvraag:

25%

25%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 

 

Artikel 2.57 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure

 

 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 

 

a. bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen zes weken na de indiening van de aanvraag:

75%

75%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

 

b. bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken tot achttien weken na de indiening van de aanvraag:

50%

50%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

 

c. bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf achttien weken na de indiening van de aanvraag:

25%

25%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 

 

Artikel 2.58 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

 

 

Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen zes maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

50%

50%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 

 

Artikel 2.59 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

 

 

a. Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

50%

50%

van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges.

 

 

b. Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

 

 

Artikel 2.60 Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten

 

 

In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12.

 

 

Artikel 2.61 Minimumbedrag voor teruggaaf

 

 

Een bedrag minder dan € 125 wordt niet teruggegeven.

 

 

HOOFDSTUK 3 DIENSTVERLENING VALLEND ONDER DE DIENSTENRICHTLIJN EN NIET VALLEND ONDER HOOFDSTUK 2

Paragraaf 3.1 Horeca

Artikel 3.1 Exploitatie openbare inrichting

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

 

 

a. een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 386,10

€ 404

b. een aanvraag om een ontheffing van de sluitingstijd voor een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:29, tweede lid van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 59,70

€ 62

Artikel 3.2 Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

 

 

a. een aanvraag om een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet:

€ 386,10

€ 404

b. een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de Alcoholwet:

€ 59,70

€ 62

c. van een aanvraag voor het wijzigen van de persoon van de leidinggevende, niet zijnde de houder van de inrichting, op een verleende vergunning ingevolge artikel 3 van de Alcoholwet:

€ 85,05

€ 89

d. van een aanvraag voor het wijzigen van de inrichting op een verleende vergunning ingevolge artikel 3 van de Alcoholwet:

€ 85,05

€ 89

e. een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet:

€ 59,70

€ 62

Paragraaf 3.2 Seksbedrijven

Artikel 3.3 Vergunning seksbedrijf

 

 

1. Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning of om de verlenging van een vergunning als bedoeld in artikel [3:3] van de Algemene plaatselijke verordening:

 

 

a. voor een escortbedrijf:

€ 2.375,85

€ 2.489

b. voor andere prostitutiebedrijven dan bedoeld in onderdeel a:

€ 2.375,85

€ 2.489

c. voor andere seksbedrijven dan bedoeld in de onderdelen a en b:

€ 2.375,85

€ 2.489

Artikel 3.4 Wijzigen vergunning seksbedrijf

 

 

1. Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het overschrijven van een vergunning als bedoeld onder 3.3:

€ 131,85

€ 138

Paragraaf 3.3 Winkeltijdenwet

Artikel 3.5 Ontheffing winkeltijden

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

 

a. een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet:

€ 35,60

€ 37

b. wijziging van een in onderdeel a bedoelde ontheffing:

€ 35,60

€ 37

Paragraaf 3.4 Organiseren evenement of markt

Artikel 3.6 Organiseren evenement

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2.25 van de Algemene plaatselijke verordening Landsmeer (evenementenvergunning), als het betreft:

 

 

a. een evenement met een commercieel karakter met minder dan 1.000 deelnemers of bezoekers

€ 109,50

€ 114

b. een evenement met een commercieel karakter met meer dan 1.000 deelnemers of bezoekers

€ 729,55

€ 764

c. een evenement met een commercieel karakter met meer dan 5.000 deelnemers of bezoekers

€ 4.291,45

€ 4.497

Paragraaf 3.5 Standplaatsen

Artikel 3.10 Losse standplaatsen

 

 

1. Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het innemen of hebben van een standplaats (of te venten, op te kopen dan wel op te halen), bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene plaatselijke verordening voor de verkoop van ijs, snacks, vis, bloemen e.d. voor een:

 

 

a. dag

€ 8,95

€ 9

b. week

€ 18,35

€ 19

c. maand

€ 28,05

€ 29

d. jaar

€ 102,70

€ 107

e. onbepaalde duur

€ 166,30

€ 174

2. Het tarief bedraagt voor het waarmerken van een opkopersregister, de kosten van het register niet meegerekend

€ 21,25

€ 22

3. Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag voor een ontheffing van het algemeen sluitingsuur:

 

 

a. voor een dag:

€ 43,25

€ 45

b. voor een jaar tot 1.00 uur

€ 38,50

€ 40

c. voor een jaar tot 2.00 uur

€ 183,20

€ 191

d. voor een jaar na 2.00 uur

€ 279,65

€ 293

4. Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een nachtverblijfregister:

€ 18,30

€ 19

5. Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning voor de verkoop van vuurwerk:

€ 44,05

€ 46

6 .Het tarief voor het in behandeling nemen van een reclamemelding als bedoeld in artikel 2.10 lid 7 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Landsmeer bedraagt voor:

 

 

a. een niet-commercieel publieksevenement c.q. activiteit:

€ 37,20

€ 38

b. een commercieel publieksevenement c.q. activiteit:

€ 123,55

€ 129

7. Het tarief voor het in behandeling nemen van een melding voor het plaatsen van tijdelijke containers, bouwsteigers, chemische toiletten en (schaft)keten op of aan openbare plaatsen als bedoeld in artikel 2.10 lid 11 van de algemene plaatselijke verordening bedraagt:

€ 37,20

€ 38


Noot
*

hiervoor gelden maximum tarieven