Verordening Declaratiefonds gemeente Bunnik

Geldend van 01-01-2025 t/m heden

Intitulé

Verordening Declaratiefonds gemeente Bunnik

Intitulé

Verordening Declaratiefonds gemeente Bunnik

De raad van de gemeente Bunnik;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 november 2024;

gelet op:

Artikel 108 en 149 van de Gemeentewet;

Bestluit vast te stellen:

Verordening Declaratiefonds gemeente Bunnik

Artikel 1. Begripsbepalingen

Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet en de Algemene wet bestuursrecht (Awb). In deze verordening wordt mede verstaan onder:

  • a.

    de Wet: de Participatiewet

  • b.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bunnik;

  • c.

    Bijstandsnorm: de norm bedoeld in artikel 5, sub c, van de Wet

  • d.

    Laag inkomen: een (gezamenlijk) inkomen als bedoeld in artikel 32 van de Wet dat gelijk is aan of minder bedraagt dan 130 procent van de geldende bijstandsnorm op het moment van de eerste aanvraag in een kalenderjaar;

  • e.

    Vrij te laten vermogen: een (gezamenlijk) vermogen dat lager is dan het vrij te laten vermogen als bedoeld in artikel 34 van de Wet op het moment van de eerste aanvraag in een kalenderjaar;. Het vermogen uit de eigen woning wordt hierbij buiten beschouwing gelaten.

  • f.

    inwoner: degene die op de datum dat een aanvraag wordt ingediend, is ingeschreven in de basisregistratie personen (BRP) van de gemeente Bunnik en feitelijk woonachtig is in de gemeente;

  • g.

    huishouden: de inwoner en de aanwezige gezinsleden;

  • h.

    gezinslid: de samenwonende partner met wie een liefdesrelatie wordt onderhouden, de gehuwde partner en/of de tot last komende, inwonende kinderen tot en met zeventien jaar van de inwoner;

  • i.

    vergoeding: een bijdrage uit het Declaratiefonds op basis van te declareren kosten van een activiteit of een voorziening.

Artikel 2. Doel

Het Declaratiefonds heeft tot doel het meedoen en maatschappelijk participeren mogelijk te maken voor inwoners met beperkte financiële middelen.

Artikel 3. Doelgroep

  • 1.

    Voor de vergoeding komen in aanmerking de inwoners van achttien jaar en ouder, met een laag inkomen en een vermogen dat niet hoger is dan het vrij te laten vermogen.

  • 2.

    De vergoeding aan de inwoner kan betrekking hebben op de kosten van een gezinslid als bedoeld in artikel 1 sub h.

  • 3.

    Inwonende kinderen in de leeftijd van achttien jaar en ouder, kunnen zelfstandig aanspraak maken op een vergoeding.

  • 4.

    Van een vergoeding zijn de volgende categorieën inwoners uitgesloten:

    • a.

      studenten die een studie volgen waarvoor studiefinanciering op basis van de Wet studiefinanciering 2000 mogelijk is, dan wel inkomen ontvangen op grond van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten;

    • b.

      vreemdelingen zonder rechtsgeldige verblijfstitel;

    • c.

      personen aan wie rechtmatig de vrijheid is ontnomen.

Artikel 4. Vergoeding

  • 1.

    De maximale vergoeding per gezinslid als bedoeld in artikel 1 sub h die op jaarbasis wordt verstrekt, wordt door het college vastgesteld.

  • 2.

    Het bedrag per huishouden kan gebruikt worden voor activiteiten van alle gezinsleden.

  • 3.

    De vergoeding wordt vastgesteld per gezinslid

  • 4.

    Voor vergoeding komen de kosten in aanmerking de volgende activiteiten en voorzieningen:

    • a.

      aanschafkosten laptop voor schoolgebruik;

    • b.

      aanschafkosten fiets;

    • c.

      bezoek toneel/theatervoorstellingen;

    • d.

      bibliotheekabonnement;

    • e.

      bioscoopbezoek;

    • f.

      cursuskosten;

    • g.

      dierenartskosten;

    • h.

      evenementen en attracties binnen en buiten de gemeente Bunnik;

    • i.

      (mobiel) internet abonnement;

    • j.

      lesgelden voor hobby-, muziek- en sportactiviteiten;

    • k.

      kranten/tijdschriften (abonnementen en losse verkoop);

    • l.

      lidmaatschapskosten van één of meer verenigingen;

    • m.

      zwembad entreekaarten.

Artikel 5. Aanvraag

  • 1.

    Om voor een vergoeding in aanmerking te komen, dient de inwoner een aanvraag met bewijsstukken op tijd in te dienen via het daarvoor door het college beschikbaar gestelde aanvraagformulier.

  • 2.

    Een aanvraag voor een vergoeding moet in het kalenderjaar waarin de onkosten zijn gemaakt, worden ingediend.

  • 3.

    Aanvragen die niet compleet zijn, kunnen worden aangevuld tot en met 31 januari van het kalenderjaar, volgend op het kalenderjaar waarin de onkosten zijn gemaakt.

  • 4.

    Aanvragen die niet compleet of tijdig zijn ingediend worden niet in behandeling genomen.

  • 5.

    Betaalbaarstelling van de vergoeding vindt plaats na toekenning op basis van declaratie.

Artikel 6. Aanvullende bepalingen

  • 1.

    Het college verstrekt de vergoeding als de inwoner heeft aangetoond dat de kosten daadwerkelijk zijn gemaakt of gaat maken en op grond van deze regeling heeft gedeclareerd.

  • 2.

    Het college onderzoekt de juistheid en volledigheid van de verkregen gegevens en stelt zo nodig een onderzoek in naar andere gegevens welke noodzakelijk zijn voor de verlening van de aangevraagde vergoeding.

Artikel 7. Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de inwoner afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 8. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Verordening Declaratiefonds gemeente Bunnik.

Artikel 9. Slotbepaling

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2025. Gelijktijdig wordt de Verordening Declaratiefonds Participatie, gepubliceerd op 5 april 2012 ingetrokken.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Bunnik in zijn openbare vergadering van 19 december

2024.

De griffier, de voorzitter,