Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten gemeente Landsmeer 2025

Geldend van 03-01-2025 t/m heden

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten gemeente Landsmeer 2025

De raad van de gemeente Landsmeer;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 19 november 2024;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet,

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten gemeente Landsmeer 2025.

Artikel 1 Definities

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    begraafplaats: de gemeentelijke begraafplaatsen in Landsmeer en Purmerland;

  • b.

    particulier graf. een graf, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • het doen verstrooien van as.

  • c.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • d.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • e.

    urn een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

  • f.

    particulier urnengraf. een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder umen;

    • het doen verstrooien van as.

  • g.

    kindergraf. particulier graf bestemd voor kinderen beneden de leeftijd van 12 jaar;

  • h.

    algemeen urnengraf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

  • i.

    particuliere urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • j.

    particuliere gedenkplaats: een plaats waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend om overledenen te gedenken.

  • k.

    verstrooiingsplaats. een plaats waarop as wordt verstrooid.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Vrijstellingen

De rechten worden niet geheven voor:

  • a.

    het lichten van een stoffelijk overschot, urn of asbus op rechterlijk gezag.

  • b.

    het begraven van doodgeboren kinderen of zuigelingen die met de overleden moeder in één kist worden begraven.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Belastingjaar

  • 1. Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven genoemd in hoofdstuk 5 is het belastingtijdvak gelijk aan een periode van 12 maanden gerekend vanaf de dag van de uitgifte van het graf.

  • 2. Met betrekking tot de rechten die worden afgekochte genoemd in hoofdstuk 5 van de tarieventabel, is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

Artikel 7 Wijze van heffing

  • 1. De onderhoudsrechten. bedoeld in hoofdstuk 5.2 en 5.3 van de tarieventabel, worden geheven bij wege van aanslag.

  • 2. Andere rechten als die bedoeld in hoofdstuk 5.2 en 5.3 van de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

  • 1. De onderhoudsrechten, als bedoeld in hoofdstuk 5.2, en 5.3 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt zijn de rechten bedoeld in 5.2 en 5.3 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten bedoeld in 5.2 en 5.3 van de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven. tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 4,50.

  • 4. Belastingbedragen van minder dan € 4,50 worden niet geheven.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

Andere rechten dan die bedoeld in hoofdstuk 5.2 en 5.3 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 10 Termijnen van betaling

In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 worden de rechten betaald binnen 30 dagen na dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de lijkbezorgingsrechten kan alleen kwijtschelding worden verleend voor de jaarlijkse bijdrage in de kosten van onderhoud als bedoeld in onderdeel 5.2.1 en 5.2.3 van de tarieventabel behorende bij deze verordening.

Artikel 12 Overgangsrecht

  • 1. De ‘Verordening lijkbezorgingsrechten 2024’, zoals laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 21 december 2023, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 13, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2025.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: ‘Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten gemeente Landsmeer 2025’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van 19 december 2024.

De griffier,

De voorzitter,

Tarieventabel

behorende bij de Verordening lijkbezorgingsrechten Landsmeer 2025’.

 

Hoofdstuk 1 Verlenen en verlengen van rechten

Tarief

Tarief

 

 

2024

2025

1.1.1

Voor het verlenen van het uitsluitend recht, voor een periode

 

 

 

van 10 jaar, op een graf wordt geheven:

 

 

 

voor een graf met ruimte voor 3 stoffelijke overschotten

€ 1.247,00

€ 1.271,90

 

voor een graf met ruimte voor 2 stoffelijke overschotten

€ 831,30

€ 847,90

1.1.2

Voor het verlenen van het uitsluitend recht, voor een periode

 

 

 

van 20 jaar, op een graf wordt geheven:

 

 

 

vor een graf met ruimte voor 3 stoffelijke overschotten

€ 2.267,55

€ 2.312,90

 

voor een graf met ruimte voor 2 stoffelijke overschotten

€ 1.591,85

€ 1.623,65

1.2.1.1

Voor het verlenen van het uitsluitend recht tot het doen bijzet-

 

 

 

ten en bijgezet houden van urnen of asbussen wordt geheven:

 

 

 

voor een periode van 10 jaar in een urnengraf

 

 

 

op de begraafplaatsen Landsmeer en Purmerland

€ 727,45

€ 741,95

1.2.1.2

Voor het verlenen van het uitsluitend recht tot het doen bijzet-

 

 

 

ten en bijgezet houden van urnen of asbussen wordt geheven:

 

 

 

voor een periode van 20 jaar in een urnengraf

 

 

 

op de begraafplaatsen Landsmeer en Purmerland

€ 1.279,55

€ 1.305,10

1.2.2.1

Voor het verlenen van het uitsluitend recht tot het doen bijzet-

 

 

 

ten en bijgezet houden van urnen of asbussen wordt geheven:

 

 

 

Voor een periode van 10 jaar in een urnenmuur

 

 

 

op de begraafplaatsen Landsmeer en Purmerland

€ 831,30

€ 847,90

1.2.2.2

Voor het verlenen van het uitsluitend recht tot het doen bijzet-

 

 

 

ten en bijgezet houden van urnen of asbussen wordt geheven:

 

 

 

Voor een periode van 20 jaar in een urnenmuur

 

 

 

op de begraafplaatsen Landsmeer en Purmerland

€ 1.529,20

€ 1.559,75

1.3

Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.1

 

 

 

met 10 jaar wordt een recht geheven gelijk aan het in 1.1.1

 

 

 

vermelde bedrag.

 

 

 

voor een graf met ruimte voor 3 stoffelijke overschotten

€ 1.246,90

€ 1.271,90

 

voor een graf met ruimte voor 2 stoffelijke overschotten

€ 831,30

€ 847,90

1.3a

Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.1

 

 

 

met 5 jaar wordt een recht geheven

 

 

 

voor een graf met ruimte voor 3 stoffelijke overschotten

€ 661,70

€ 674,90

 

voor een graf met ruimte voor 2 stoffelijke overschotten

€ 441,10

€ 449,90

1.3b

Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.1

 

 

 

uitsluitend om de grafrusttermijn van 10 jaar te waarborgen na

 

 

 

een bijzetting, per jaar

 

 

 

voor een graf met ruimte voor 3 stoffelijke overschotten

€ 162,85

€ 166,10

 

voor een graf met ruimte voor 2 stoffelijke overschotten

€ 108,55

€ 110,70

1.4

Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld

 

 

 

in 1.2. met 10 jaar wordt een recht geheven van

 

 

 

Voor een urnengraf

€ 378,45

€ 386,00

 

Voor een columbarium

€ 378,45

€ 386,00

1.4

Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld

 

 

 

in 1.2. met 5 jaar wordt een recht geheven van

 

 

 

Voor een urnengraf

€ 227,45

€ 231,95

 

Voor een columbarium

€ 227,45

€ 231,95

1.4b

Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld

 

 

 

in 1.2 uitsluitend om de grafrusttermijn van 10 jaar te

 

 

 

waarborgen na bijzetting, per jaar

 

 

 

Voor een urnengraf

€ 76,05

€ 77,55

 

Voor een columbarium

€ 76,05

€ 77,55

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 2 Begraven in een particulier graf of algemeen graf

 

 

 

 

 

 

2.1

Voor het begraven van een stoffelijk overschot op werkdagen

 

 

 

tussen 10.00 uur en 15.00 uur worden de volgende rechten

 

 

 

geheven:

 

 

2.1.1

van een persoon van 12 jaar of ouder

€ 1.731,25

€ 1.765,85

2.1.2

van een persoon beneden de 12 jaar

€ 1.527,60

€ 1.558,15

2.2

Voor het begraven van een stoffelijk overschot op andere tijden

 

 

 

en dagen wordt het recht verhoogd met:

 

 

2.2.1

25%, indien de begrafenis plaatsvindt op maandag tot

 

 

 

en met vrijdag

 

 

 

van een persoon van 12 jaar of ouder

€ 2.163,80

€ 2.207,05

 

van een persoon beneden de 12 jaar

€ 1.909,55

€ 1.947,70

2.2.2

75%, indien de begrafenis plaatsvindt op maandag tot

 

 

 

en met vrijdag

 

 

 

van een persoon van 12 jaar of ouder

€ 3.028,90

€ 3.089,45

 

van een persoon beneden de 12 jaar

€ 2.673,35

€ 2.726,80

2.3

Voor het verstrooien van de asresten op werkdagen tussen

 

 

 

10.00 uur en 15.00 uur worden de volgende rechten geheven:

 

 

 

per asbus

€ 311,25

€ 317,45

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 3 Bijzetten van asbussen en urnen

 

 

 

 

 

 

3.1

Voor het bijzetten van een asbus of urn in een particulier graf

 

 

 

op werkdagen tussen 10.00 uur en 15.00 uur wordt geheven:

€ 433,45

€ 442,10

3.2

Voor het bijzetten van een asbus of urn in een particulier graf

 

 

 

op andere tijden endagen wordt het recht verhoogd met:

 

 

3.2.1

25%, indien de bijzetting plaatsvindt op maandag tot

 

 

 

en met vrijdag

€ 541,80

€ 552,60

3.2.2

75%, indien de bijzetting plaatsvindt op zaterdag.

€ 758,50

€ 773,65

3.3.

Voor het plaatsen van een urn op een particulier graf

 

 

 

wordt geheven:

-

€ 215,00

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 4 Inschrijven en overboeken van eigen graven en urnen nissen

 

 

 

 

4.1

Voor het inschrijven en overboeken van eigen graven in een

 

 

 

daartoe bestemd register wordt geheven

€ 5,45

€ 49,00

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 5 Grafbedekking en onderhoud

 

 

 

 

 

 

5.1

Voor het afgeven van een vergunning ter zake van het plaatsen

 

 

 

of vernieuwen van de voorwerpen wordt geheven:

€ 95,60

€ 97,50

5.2

Voor het door de gemeente onderhouden van de begraafplaats

 

 

 

zoals bedoeld in de Verordening op het beheer en het gebruik

 

 

 

van de gemeentelijke begraafplaatsen voor de gemeente

 

 

 

Landsmeer worden rechthebbenden op en en gebruikers van

 

 

 

de graven de volgende rechten geheven:

 

 

5.2.1

voor een particulier graf per paar

€ 161,00

€ 164,20

 

bij afkoop voor meerdere jaren geldt een korting van 25%

 

 

 

5 jaar

€ 644,00

€ 615,75

 

10 jaar

€ 1.127,00

€ 1.231,50

 

20 jaar

€ 2.093,00

€ 2.463,00

5.2.2

voor een algemeen graf, per ingenomen beschikbare ruimte

 

 

 

tot de tijd van ruiming van het graf, eenmalig

€ 408,00

€ 416,15

5.2.3

voor een particulier urnengraf of nis in een urnenmuur, per jaar

€ 53,00

€ 54,05

 

bij afkoop voor meerdere jaren geldt een korting van 25%

 

 

 

5 jaar

€ 212,00

€ 202,65

 

10 jaar

€ 371,00

€ 405,35

 

20 jaar

€ 689,00

€ 810,75

5.3

Wanneer er voor wordt gekozen om op een later tijdstip

 

 

 

alsnog het onderhoud ineens af te kopen wordt voor de

 

 

 

resterende periode een korting van 25% toegepast.

 

 

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 6 Opgraven en ruimen

 

 

 

 

 

 

6.1

Voor het opgraven van een stoffelijk overschot wordt geheven

€ 1.101,05

€ 1.123,05

6.2

Voor het na opgraven weer opnieuw begraven in hetzelfde graf

 

 

 

wordt geheven

€ 1.101,05

€ 1.123,05

6.3

Voor het na opgraven weer begraven in een ander graf wordt

 

 

 

geheven voor één stoffelijk overschot

€ 1.923,40

€ 1.961,85

6.4

Voor het onder 6.2. en 6.3. vermelde recht wordt voor elk

 

 

 

volgend stoffelijk overschot van dezelfde grafruimte of voor elk

 

 

 

stoffelijk overschot dat met een begrafenis of bijzetting

 

 

 

tegelijkertijd wordt herbegraven geheven 50% van het voor

 

 

 

één stoffelijk geheven recht.

 

 

6.5

Voor het opgraven van een urn of asbus wordt geheven

€ 276,25

€ 281,75

6.6

Voor het na opgraven van een urn of asbus en weer opnieuw

 

 

 

bijzetten in hetzelfde graf wordt geheven

€ 276,25

€ 281,75

6.7

Voor het na opgraven weer bijzetten in een ander graf wordt

 

 

 

geheven voor één urn of asbus

€ 276,25

€ 281,75

6.8

Voor het onder 6.6. en 6.7 vermelde recht wordt voor elke

 

 

 

volgende urn of asbus van dezelfde grafruimte of voor elke urn

 

 

 

of asbus die met een begrafenis of bijzetting tegelijkertijd

 

 

 

wordt bijgezet geheven:

 

 

 

50% van het voor één urn of asbus geheven recht

 

 

6.9

Voor het ruimen dan wel samenvoegen van een graf op

 

 

 

verzoek van de belanghebbende wordt geheven

€ 1.096,85

€ 1.118,75

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 7 Overige heffingen

 

 

 

 

 

 

7.1

Voor het afnemen en herplaatsen van voorwerpen

 

 

 

wordt geheven

€ 178,25

€ 181,80

7.2

Voor het gebruik van het gedenkmonument op de

 

 

 

begraafplaats Landsmeer: het bijzetten van een gedenkplaatje

 

 

 

voor een periode van 10 jaar

€ 256,75

€ 261,85