Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR733517
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR733517/1
Besluit van burgemeester en wethouders van de gemeente Amstelveen tot vaststelling van de Beleidsregels ondersteuning gedupeerden kinderopvangtoeslagaffaire Amstelveen
Geldend van 01-01-2025 t/m heden
Intitulé
Besluit van burgemeester en wethouders van de gemeente Amstelveen tot vaststelling van de Beleidsregels ondersteuning gedupeerden kinderopvangtoeslagaffaire AmstelveenZaaknummer: Z24-115461
Burgemeester en wethouders van de gemeente Amstelveen;
gelezen het advies van afdeling Werk en Inkomen van 16 december 2024;
gelet op artikel 160 van de Gemeentewet, gelet op 2.21 van de Wet hersteloperatie toeslagen;
en overwegende dat;
- 1.
in de periode tussen 2004 en 2019 heeft de Rijksbelastingdienst (hierna: RBD) in voorkomende gevallen niet juist gehandeld bij de uitvoering van de Kinderopvangtoeslag. Ouders moesten daardoor onterecht veel geld terugbetalen en kwamen in grote problemen. Ouders die benadeeld zijn met kinderopvangtoeslag hebben recht op herstel;
- 2.
in de landelijke samenwerkingsafspraken die zijn gemaakt tussen de Vereniging Nederlandse Gemeenten en de Rijks Belastingdienst is afgesproken dat gemeenten zorgen voor zorgvuldige, effectieve en efficiënte hulp aan gedupeerden die dat nodig hebben op de leefdomeinen financiën, gezin, werk, wonen en zorg ;
- 3.
het college zoveel mogelijk probeert bij te dragen aan het herstel en behoud van vertrouwen van gedupeerden in de overheid;
besluiten vast te stellen de:
Beleidsregels ondersteuning gedupeerden kinderopvangtoeslagaffaire Amstelveen
Artikel 1 Begrippen
In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
- a.
brede ondersteuning: ondersteuning die ziet op het kunnen maken van een nieuwe start op de leefgebieden financiën, gezin, werk, wonen en zorg;
- b.
college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amstelveen;
- c.
gedupeerde: ouders die zich hebben aangemeld bij het UHT als mogelijk gedupeerde ouder van de toeslagenproblematiek en de definitieve beoordeling (beschikking) hebben ontvangen en daarin zijn aangemerkt als erkend gedupeerde en waarin wordt aangekondigd dat ze de eenmalige tegemoetkoming gaan ontvangen. Tevens worden als gedupeerde aangemerkt: de kinderen, pleegkinderen of voormalig pleegkind van de erkend gedupeerde ouder die de eenmalige tegemoetkoming hebben ontvangen. In een aanvullend wetsvoorstel zijn op 15 juli 2023 daaraan de ex-toeslagpartners van erkend gedupeerde ouder(s), nabestaanden van een overleden erkend gedupeerde aanvrager of een overleden kind van een erkend gedupeerde ouder aan toegevoegd;
- d.
gezin: Bij de omschrijving van het begrip ‘gezin’ wordt aangesloten bij het begrippenkader van artikel 4 van de Participatiewet. Per rechthebbende zal moeten worden beoordeeld welke personen tot het gezin kunnen worden gerekend van degene die aanspraak maakt op brede ondersteuning;
- e.
niet-gedupeerde: de ouder die een eindbeschikking na de integrale beoordeling heeft ontvangen waarin de UHT heeft vastgesteld dat de ouder niet gedupeerd is;
- f.
plan van aanpak: Het college verleent de brede ondersteuning op basis van een plan van aanpak dat ziet op het kunnen maken van een nieuwe start en die is opgesteld door het college in samenspraak met de gedupeerde die in aanmerking komt voor brede ondersteuning. Het plan van aanpak is een beschikking conform de Awb;
- g.
UHT: Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagenaffaire dit is een apart onderdeel van Toeslagen van de Belastingdienst, opgericht om gedupeerde ouders te begeleiden naar herstel;
- h.
zelfmelder: de ouder die zich heeft gemeld bij de UHT, de gemeente heeft de gegevens van de ouder ontvangen, maar de integrale beoordeling van de UHT loopt nog.
Artikel 2 Rechthebbende
- 1.
De volgende inwoners van de gemeente Amstelveen komen in aanmerking voor brede ondersteuning en worden aangeduid als rechthebbende:
a. een aanvrager van de kinderopvangtoeslag die zich heeft gemeld bij UHT voor herstel, maar nog niet definitief beoordeeld is;
- b.
een aanvrager van de kinderopvangtoeslag die zich heeft gemeld bij UHT voor herstel en erkend is als gedupeerde ouder;
- c.
een ex-toeslagpartner die door UHT als zodanig is erkend en in aanmerking komt voor compensatie;
- d.
een kind dat in aanmerking komt voor de tegemoetkoming in het kader van de kindregeling;
- e.
een nabestaande die in aanmerking komt voor compensatie of tegemoetkoming.
- b.
- 1.
De brede ondersteuning wordt ook geboden aan het gezin van de rechthebbende. Het moment van melden bij het college is leidend voor het bepalen wie er binnen de gezinsdefinitie van de rechthebbende op brede ondersteuning valt.
- 2.
In beginsel wordt de brede ondersteuning geboden aan de rechthebbende, zoals beschreven in dit artikel, die in de gemeente Amstelveen woonachtig is. Er zijn uitzonderlijke situaties denkbaar die het wenselijk maken om brede ondersteuning aan te kunnen bieden aan een rechthebbende die voldoet aan een van bovenstaande criteria, maar niet woonachtig (meer) is in de gemeente. In die gevallen zal in afstemming met de betreffende woongemeente en de rechthebbende naar een oplossing worden gezocht.
- 3.
Minderjarige jongere:
- a.
Een handelingsbekwame minderjarige jongere die in aanmerking komt voor de kindregeling – en daarmee een rechthebbende op brede ondersteuning is - kan te allen tijde zelf een beroep doen op de brede ondersteuning door de gemeente. Een jongere die de leeftijd van 16 jaar heeft bereikt, wordt geacht handelingsbekwaam te zijn.
- b.
Een handelingsonbekwame minderjarige jongere die in aanmerking komt voor de kindregeling – en daarmee een rechthebbende op brede ondersteuning is – kan terecht bij de gemeente in de woonplaats van degene die het gezag over hem uitoefent. Oefenen beide ouders tezamen het gezag over hun minderjarige kind uit, maar hebben zij niet dezelfde woonplaats, dan volgt het kind de woonplaats van de ouder bij wie het feitelijk verblijft op grond van de Basisregistratie Personen.
- a.
Artikel 3 Doelstelling en ondersteuning
- 1.
Het college stelt zich tot doel om met de ondersteuning van gedupeerden daar waar mogelijk een nieuwe start te faciliteren.
- 2.
De ondersteuning van het college is aanvullend op de eigen inzet van het gezin en het sociale netwerk.
- 3.
De brede ondersteuning zoals omschreven in het plan van aanpak is gericht op het faciliteren van het kunnen maken van een nieuwe start (voor zover mogelijk) of de juiste richting hiertoe te vinden op de vijf leefgebieden genoemd onder a tot en met e. De daarbij omschreven doelstellingen op de leefgebieden bieden een beschrijving van de situatie die de betrokkene naar het oordeel van het college in staat stelt om een nieuwe start te kunnen maken voor zover haalbaar op individueel niveau van rechthebbende. De doelstellingen hebben betrekking op de volgende leefgebieden;
- a.
financiën: de doelstelling ten aanzien van financiën is om in staat te kunnen zijn een financiële gezond huishouden te kunnen voeren;
- b.
gezin: de doelstelling ten aanzien van gezin betreft het kunnen samenleven en opgroeien in een veilige omgeving waarbinnen kinderen zich kunnen ontwikkelen;
- c.
werk: de doelstelling ten aanzien van werk is het duurzaam kunnen participeren in een arbeidsproces met minimaal de beschikking over een startkwalificatie.
- d.
wonen: de doelstelling ten aanzien van wonen betreft een veilige en betaalbare plek om te wonen;
- e.
zorg: de doelstelling ten aanzien van zorg is het welzijn vanuit lichamelijke en geestelijke gezondheid;
- a.
- 4.
Middelen worden alleen ingezet als dit nodig is voor én langdurig bijdraagt aan het gestelde doel. De middelen die nodig zijn om het gestelde doel te bereiken worden binnen een half jaar na het eerste gesprek ingezet en maken onderdeel uit van het plan van aanpak.
- 5.
Het college kan bij een eventuele verstrekking met de financiële draagkracht van de rechthebbende rekening houden.
- 6.
Om de noodzaak van maatwerk te kunnen beoordelen kan het college inzicht vragen in de financiële situatie van de inwoner. Dit is met name bedoeld om te kunnen achterhalen of de geboden maatwerkvoorziening een duurzame oplossing is.
- 7.
Het college verleent geen compensatie voor directe of indirecte materiële en immateriële schade aan gedupeerden omdat deze taak belegd is bij de landelijke Commissie Werkelijke Schade, tenzij het een acute situatie betreft en een oordeel van de Commissie Werkelijke Schade niet kan worden afgewacht. Er dient een directe relatie te zijn met de benadeling door de wijze van uitvoering van de Kinderopvangtoeslag.
- 8.
Bij een vergoeding van kosten wordt uitgegaan van de goedkoopst adequate oplossing.
- 9.
Eventuele periodieke kosten komen in beginsel 6 maanden voor vergoeding in aanmerking.
- 10.
Waar nodig en mogelijk worden voorliggende voorzieningen ingezet binnen de gebruikelijke regelgeving en werkwijzen.
- 11.
Het college hanteert bij de vergoeding van kosten de richtlijnen van het NIBUD, tenzij er gemeentelijke bepalingen over de hoogte van een verstrekking in het gemeentelijk beleid zijn opgenomen.
- 12.
Als een door de ouder gewenste oplossing niet (meteen) haalbaar is, bijvoorbeeld vanwege wachtlijsten, wordt besproken welke alternatieven wel haalbaar zijn.
- 13.
Bij het bepalen welke voorzieningen worden ingezet voor de betrokkene, wordt onderscheid gemaakt tussen wens en noodzaak. De inzet van voorziening(en) en/of middelen moet redelijkerwijs noodzakelijk zijn om het gestelde doel te bereiken. Wordt het doel niet bereikt als het middel of de voorziening niet wordt ingezet, dan wordt vervolgens redelijkerwijs bekeken naar de meest adequate manier om dit doel te bereiken.
Artikel 4 wijziging of herziening plan van aanpak
- 1.
Terugkerende aanvragen voor voorzieningen of middelen worden getoetst aan de eerder vastgestelde doelstellingen in het plan van aanpak.
- 2.
Het plan van aanpak kan alleen tussentijds worden aangepast indien dit in lijn is met de eerder vastgestelde doelstellingen op de vijf leefgebieden zoals omschreven in artikel 3 lid 3.
- 3.
In tegenstelling tot hetgeen staat aangegeven onder lid 1 en 2 kan het plan van aanpak alleen gewijzigd worden wanneer er sprake is van nieuwe feiten en omstandigheden die een wijziging van de eerder vastgestelde doelstellingen rechtvaardigt.
Artikel 5 Beëindiging ondersteuning
- 1.
De ondersteuning wordt beëindigd binnen 2 jaar na het formeel vaststellen van het plan van aanpak of indien naar het oordeel van het college;
- a.
de uitvoering van het plan van aanpak en de nazorg met de ouder(s) succesvol is afgerond;
- b.
de hulpverlening, gelet op de persoonlijke omstandigheden van de ouders, niet (langer) passend is;
- c.
de ondersteuning door het college niet (langer) noodzakelijk wordt geacht;
- d.
als de inwoner niet meewerkt aan het opstellen of uitvoeren van het plan van aanpak.
- a.
- 2.
Het college beëindigt de ondersteuning als de RBD de ouder afwijst als gedupeerde na de integrale beoordeling door de UHT. Waar nodig en mogelijk worden ouders warm overgedragen aan reguliere hulpverlening.
- 3.
Wanneer er blijvende ondersteuning nodig is na de termijn zoals genoemd in lid 1 vindt er in overleg met de rechthebbende overdracht plaats naar de reguliere gemeentelijke hulpverlening.
Artikel 6 Onvoorziene omstandigheden
In alle gevallen waarin deze beleidsregels niet voorzien of toepassing daarvan niet overeenkomt met de bedoeling van deze regels, beslist het college.
Artikel 7 Hardheidclausule
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbenden afwijken van de bepalingen in de beleidsregels, indien strikte toepassing ervan tot onbillijkheden van overwegende aard zou leiden.
Artikel 8 Inwerkintreding en citeertitel
- 1.
Deze beleidsregels treden in werking per 1 januari 2025 en worden aangehaald als "Beleidsregels ondersteuning gedupeerde kinderopvangtoeslagaffaire Amstelveen ”.
- 2.
Op het tijdstip genoemd in het eerste lid wordt het document "Beleidsregels KOT”, zoals vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van 15 maart 2022, ingetrokken.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de vergadering van 24 december 2024.
De secretaris,
Bert Winthorst
De voorzitter,
Tjapko Poppens
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl