Regeling rechtspositie burgemeester en wethouders Altena 2025

Geldend van 01-01-2025 t/m heden

Intitulé

Regeling rechtspositie burgemeester en wethouders Altena 2025

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Altena,

gelezen het voorstel van de teams Bestuursondersteuning en HR van 4 december 2024,

gelet op de artikelen 44 en 66 van de Gemeentewet,

gelet op de artikelen 3.2.10, 3.3.2, 3.3.3, tweede lid en 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers,

gelet op artikel 3.8 van de Regeling rechtspositie decentrale politieke ambtsdragers,

Besluit:

  • 1.

    De Regeling rechtspositie burgemeester en wethouders Altena 2025 vast te stellen.

Artikel 1 Definitiebepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    college: college van burgemeester en wethouders;

  • b.

    burgemeester: voorzitter van het college van burgemeester en wethouders;

  • c.

    secretaris: de secretaris als bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet;

  • d.

    wethouder: lid van het college van burgemeester en wethouders;

  • e.

    rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers: het Koninklijk Besluit van 15 oktober 2018, Stb. 386 en het Koninklijk Besluit van 13 december 2023, Stcrt. 2023, 33221;

  • f.

    regeling rechtspositie decentrale politieke ambtsdragers: het Koninklijk Besluit van 23 november 2018, Stcrt. 66006 en het Koninklijk Besluit van 15 november 2023, Stcrt. 2023, 28233.

Artikel 2 Nadere regels niet-partijpolitiek georiënteerde scholing burgemeester en wethouders

  • 1. College brede ontwikkelactiviteiten en noodzakelijke ontwikkelactiviteiten (een ontwikkelactiviteit die niet-partijpolitiek georiënteerd is en door wet- en regelgeving verplicht is voor de uitvoering van de functie van burgemeester en/of wethouder of een ontwikkelactiviteit die niet partij-politiek georiënteerd is en noodzakelijk is voor de uitvoering van de werkzaamheden in de functie van burgemeester en/of wethouder) worden volledig vergoed. Deze ontwikkelactiviteiten worden gezien als onderdeel van het reguliere werk. Er geldt geen terugbetalingsverplichting.

  • 2. De burgemeester of de wethouder die wil deelnemen aan niet college brede en niet noodzakelijke, niet-partijpolitiek georiënteerde scholing bedoeld in artikel 3.3.3 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, dient daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij de secretaris.

  • 3. Deze aanvraag gaat vergezeld van stukken met inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.

  • 4. De kosten voor ontwikkelactiviteiten als bedoeld in lid 2 worden volledig vergoed tot een bedrag van € 5.000,- per collegelid per jaar. Als de studiekosten meer dan € 5.000,- per collegelid per jaar bedragen, worden over het bedrag boven de € 5.000,- maatwerkafspraken gemaakt over de vergoeding van de kosten.

  • 5. Ontwikkelactiviteiten als bedoeld in lid 2 vinden plaats naast de werkzaamheden als collegelid en op zo’n wijze dat de reguliere taken van het collegelid niet in het gedrang komen.

  • 6. Reiskosten voor ontwikkelactiviteiten (lid 1 en lid 2) worden vergoed conform het fiscaal toelaatbare maximum (artikel 3.6 Regeling rechtspositie decentrale politieke ambtsdragers).

  • 7. De secretaris beslist op de aanvraag op basis van de overlegde stukken. In geval van een negatief besluit kan het betreffende lid van het college om een besluit van het college vragen.

  • 8. De afspraken over studiekosten en studietijd worden vastgelegd in een studieovereenkomst.

  • 9. Als op basis van de maatwerkafspraken meer dan € 5.000,- per kalenderjaar per collegelid r wordt vergoed, geldt de terugbetalingsregeling als bedoeld in lid 10, voor het bedrag dat boven € 5.000,- per kalenderjaar uitkomt.

  • 10. Deze terugbetalingsverplichting is van toepassing op functiegerichte, loopbaangerichte en persoonlijke ontwikkelactiviteiten, in geval gemeente Altena op basis van de maatwerkafspraken meer dan € 5.000,- per kalenderjaar per collegelid vergoedt.

    • a.

      De terugbetalingsregeling geldt als het collegelidmaatschap eindigt vóór het afronden van de ontwikkelactiviteit of binnen 24 maanden na het afronden daarvan.

    • b.

      Het collegelid betaalt het door gemeente Altena betaalde bedrag boven de € 5.000,- per kalenderjaar terug aan gemeente Altena, met dien verstande dat dit bedrag met 1/24 verminderd wordt voor iedere maand die na afronding van de ontwikkelactiviteit verstreken is.

    • c.

      Wanneer het collegelid aanspraak maakt op een APPA-uitkering na beëindiging van het collegelidmaatschap, kan de secretaris bepalen om de terugbetalingsverplichting te verminderen of te laten vervallen.

    • d.

      De terugbetaling moet binnen 6 maanden na het beëindigen van de ontwikkelactiviteit of het beëindigen van het collegelidmaatschap gedaan worden.

Artikel 3 Informatie- en communicatievoorzieningen

  • 1. De burgemeester of de wethouder tekent een bruikleenovereenkomst wanneer hem ten laste van de gemeente voor de duur van de uitoefening van zijn functie informatie- en communicatievoorzieningen ter beschikking worden gesteld als bedoeld in artikel 3.3.2 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers. Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.

  • 2. De burgemeester of de wethouder levert na beëindiging van zijn functie de ter beschikking gestelde informatie- en communicatievoorzieningen in bij de gemeente.

Artikel 4 Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel

  • 1. Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31 , eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen genoemd in artikel 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2. Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in deze regeling, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31 a, tweede lid onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.

Artikel 5 Betaling en declaratie van onkosten

  • 1. Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Regeling rechtspositie decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van kosten die op grond van deze regeling voor vergoeding of tegemoetkoming in aanmerking komen plaats door:

    • a.

      betaling uit gemeentelijke middelen, op basis van een rechtstreeks aan de gemeente toegezonden factuur;

    • b.

      betaling vooruit uit eigen middelen.

  • 2. Een aanvraag om een vergoeding van de onkosten als bedoeld in dit artikel gaat vergezeld van een declaratieformulier en bewijsstukken. Het vereiste om bewijsstukken te overleggen geldt niet wanneer de vergoeding een forfaitair bedrag betreft.

  • 3. Het declaratieformulier en de bewijsstukken worden binnen 3 maanden na factuurdatum of betaling door de burgemeester of wethouder ingediend bij de secretaris.

  • 4. Voor zover van toepassing draagt de gemeente er zorg voor dat de betaling aan burgemeester of wethouders binnen 1 maand na het indienen van de aanvraag wordt overgemaakt.

Artikel 6. Intrekking oude regeling

De Regeling rechtpositie burgemeester en wethouders Altena 2019 wordt ingetrokken.

Artikel 7. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze regeling treedt in werking op de dag na bekendmaking.

  • 2. Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling rechtspositie burgemeester en wethouders Altena 2025.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Altena van 17 december 2024

de secretaris,

P.J.E. Beukers

de burgemeester,

drs. E.B.A. Lichtenberg MCM