NADERE REGELS WERKZAAMHEDEN KABELS EN LEIDINGEN MIDDEN-GRONINGEN 2024

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze Nadere regels en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

• •

  Aanbieder: een partij of entiteit die verantwoordelijk is voor het leveren, beheren, en/of onderhouden van kabels en leidingen. Dit kan betrekking hebben op verschillende soorten infrastructuren, zoals elektriciteitskabels, telecommunicatielijnen, waterleidingen, gasleidingen, en rioleringssystemen.

• •

  Netbeheerder: een organisatie die verantwoordelijk is voor het beheer, onderhoud, en de ontwikkeling van een netwerk van kabels en leidingen. Dit kan betrekking hebben op verschillende soorten infrastructuurnetwerken, zoals elektriciteitsnetwerken, gasleidingen, waterleidingen, telecommunicatiekabels, en rioleringen.

• •

  VCA: staat voor Veiligheid, Gezondheid en Milieu Checklist Aannemers. Het is een certificeringssysteem dat in Nederland en België wordt gebruikt om bedrijven en hun medewerkers te helpen veilig en gezond te werken, vooral in risicovolle omgevingen zoals de bouw en de industrie. Het doel van VCA is om het aantal ongevallen op de werkvloer te verminderen door te zorgen dat iedereen goed op de hoogte is van de veiligheidsvoorschriften en -procedures. Bedrijven die aan VCA-eisen voldoen, kunnen een VCA-certificaat behalen, wat aantoont dat ze voldoen aan de gestelde normen op het gebied van veiligheid, gezondheid en milieu.

• •

  Voorschouw: een inspectie of controle die voorafgaand aan graafwerkzaamheden wordt uitgevoerd.

• •

  LTC Platform: is een vergunningen platform voor meldingen, calamiteiten, vergunningen en instemmingsbesluiten voor kabels en leidingen in de openbare ruimte.

De begrippen uit de Telecommunicatiewet en de Verordening werkzaamheden kabels en leidingen Midden-Groningen 2019 zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 2. Leidraad en aanvullende eisen

De aanbieder of netbeheerder voert de werkzaamheden uit conform de “Leidraad voor gemeenten en nutsbedrijven” (VNG, september 1990), inzake (her-) straatwerkzaamheden. De gemeente kan aanvullende eisen stellen.

Artikel 3. Aanwijzingen en geboden

Mondelinge en schriftelijke (ook per e-mail) aanwijzingen en geboden van medewerkers van de gemeente die voortvloeien uit de Verordening werkzaamheden kabels en leidingen Midden-Groningen 2019 of uit deze Nadere regels worden onverwijld opgevolgd.

Artikel 4. Verzekeringen

• 1.

  De aanbieder of netbeheerder sluit een verzekering af die voldoende dekking biedt voor:

• •

  beschadiging, verlies of vernietiging van het werk, waaronder de voor het werk bestemde materialen;

• •

  het risico van aansprakelijkheid voor schade aan goederen van derden, en de daaruit voortvloeiende gevolgschade, alsmede voor het overlijden of lichamelijk letsel van personen, veroorzaakt door de uitvoering van het werk.

• 2.

  De dekking van de verzekering loopt tenminste vanaf de dag dat het werk start tot en met de dag van oplevering van de werkzaamheden.

Artikel 5. VCA-certificering

De aanbieder of netbeheerder is VCA-gecertificeerd.

Artikel 6. Melden storingen

• 1.

  De aanbieder of netbeheerder meldt storingen of schades aan gas- elektriciteitsvoorzieningen bij het nationale nummer 0800-9009.

• 2.

  Hij meldt storingen of schades aan kabels en/of leidingen van overige disciplines bij de betreffende netbeheerders.

Artikel 7. Omgevingswet

De aanbieder of netbeheerder is verantwoordelijk voor de aanvraag van vergunningen, het doen van meldingen en het verstrekken van de gegevens en bescheiden van alle in het werk voorkomende milieubelastende activiteiten via het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO). Hieronder valt ook het verkrijgen van de benodigde onderzoeken en milieuverklaringen.

Artikel 8. Voorschouw

De aanbieder of netbeheerder kan aan de gemeente voorstellen een voorschouw van het tracé te doen. Als er geen voorschouw plaatsvindt gaat de gemeente ervan uit dat er geen schades, verzakkingen, of andere afwijkingen waren.

Artikel 9. Opruimen niet meer gebruikte kabels en leidingen

De gemeente kan van de aanbieder of netbeheerder verlangen dat deze zijn niet meer gebruikte kabels en leidingen opruimt.

Artikel 10. Uitvoering van het werk algemeen

• 1.

  De aanleg van kabels en leidingen wordt op kruisingen van wegverhardingen uitgevoerd middels een sleufloze techniek, loodrecht op de wegas.

• 2.

  De aanbieder sluit mantelbuizen aan beide kanten af om eventuele verzanding of verzakking van het wegdek te voorkomen. De minimale dekking van deze mantelbuizen, gerekend vanaf de onderkant van de verharding, bedraagt 0,70 m. De buis ligt minimaal 0,30 m buiten de kantopsluiting(en) van de weg.

• 3.

  De minimale dekking van kabels en leidingen is 0,60 m.

• 4.

  De afstand van kabels en leidingen tot voorzieningen ten behoeve van de riolering is minimaal 1,50 m, gerekend vanaf de zijkant van de bestaande rioolbuis.

• 5.

  Er mag niet meer dan één dagproductie aan straatwerk openliggen.

• 6.

  De aanbieder of leidingbeheerder vult sleuven en breekgaten aan het eind van iedere werkweek of voor feestdagen aan en straat deze tijdelijk dicht. Het overtollige materiaal wordt aan het einde van iedere werkweek of voor feestdagen afgevoerd. In de nabijheid van winkels en woonzorglocaties dient het aanvullen van sleuven en breekgaten en het afvoeren van overtollig materiaal iedere dag te gebeuren.

• 7.

  De minimale afstand vanaf de insteek van de sleuf of het kopgat tot aan de kantopsluiting van de weg is gelijk aan de diepte van de ontgraving.

• 8.

  Bij de aanvraag geeft de aanbieder of leidingbeheerder aan welk bedrijf het herstel van elementenverhardingen uitvoert.

• 9.

  De aanbieder of leidingbeheerder zorgt er voor dat huishoudelijk afval door de inzamelaar afgevoerd kan worden wanneer het afval niet dicht bij de reguliere aanbiedpunten ingezameld kan worden.

Artikel 11. Grondwerk

• 1.

  Teelaarde, zand, funderingsmateriaal en andere bouwstoffen worden gescheiden ontgraven. De materialen worden in de oorspronkelijke lagen en laagdikten teruggebracht.

• 2.

  De werkzaamheden vinden plaats in een droge sleuf.

• 3.

  Alle aanvullingen worden laagsgewijs verdicht met maximaal 0,30 m per laag. Het verschil in de gemeten waarden via een (hand)sondering in, en direct naast de aangevulde sleuf, bedraagt maximaal 15%.

Artikel 12. Bouwstoffen

• 1.

  De aanbieder of netbeheerder is verantwoordelijk voor de uit het werk komende bouwstoffen en straatmeubilair. Beschadiging, verlies of vernietiging van deze bouwstoffen en dit straatmeubilair is tot het moment van gereedmelding voor rekening van de aanbieder.

• 2.

  De aanbieder of netbeheerder voert na afloop van zijn werkzaamheden overtollig materiaal (zand, grond, puin, kapotte bestratingsmaterialen etc.) voor zijn rekening af en levert het werkterrein schoon op.

• 3.

  Wanneer de aanbieder of netbeheerder van mening is dat uitkomende grond of bouwstoffen niet geschikt zijn voor aanvulling, is hij verantwoordelijk voor de levering van grond of bouwstoffen die wel voldoen alsmede voor de afvoer van de niet meer geschikte grond of bouwstoffen. Dit in overleg en met toestemming van de gemeente.

Artikel 13. Milieu

• 1.

  Wanneer er door reguliere werkzaamheden of tijdens een calamiteit een verontreiniging wordt ontdekt (toeval vondst) van de bodem of van grond- en oppervlaktewater, treft de aanbieder of netbeheerder terstond maatregelen om verdere verspreiding van de verontreiniging tegen te gaan en de bodem te saneren. De aanbieder belt tegelijkertijd de Milieuklachtenlijn (050 – 318 00 00)

• 2.

  Als er milieukundig onderzoek uitgevoerd wordt stuurt de aanbieder of netbeheerder een kopie van de resultaten van dit onderzoek naar de gemeente (gemeente@midden-groningen.nl) in zowel PDF-als XML-formaat.

Artikel 14. Archeologie

Voor de aanleg van nieuwe kabels en leidingen in nog niet bestaande sleuven behoort rekening te worden gehouden met archeologisch waardevol gebied. Als op basis van archeologische verwachtingen, aangegeven in het omgevingsplan, een archeologisch onderzoek moet worden uitgevoerd, stuurt de aanbieder of netbeheerder de resultaten van dit onderzoek, uitgevoerd door een erkend bureau, naar de gemeente (gemeente@midden-groningen.nl)

Artikel 15. Flora en fauna

De aanbieder of netbeheerder dient erop toe te zien dat werkzaamheden, die door haar medewerkers of in haar opdracht worden uitgevoerd, zo min mogelijk negatieve effecten hebben op beschermde en/of bedreigde planten en dieren. Daartoe doet zij alles wat redelijkerwijs mogelijk is om schade te voorkomen en daar waar dit niet of niet voldoende mogelijk blijkt, te compenseren. Overeenkomstig het gestelde in de Omgevingswet (Wet natuurbescherming) dient de aanbieder of netbeheerder de werkzaamheden uit te voeren volgens een door het bevoegd gezag (Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit/ Rijksdienst voor Ondernemend Nederland) goedgekeurde gedragscode. Op welke wijze de aanbieder of netbeheerder zijn verantwoordelijkheid invult dient te worden verantwoord in een Ecologisch werkprotocol (Plan van Aanpak), in te dienen bij de gemeente (gemeente@midden-groningen.nl).

Artikel 16. Communicatie

De aanbieder of netbeheerder wijst een medewerker aan die voorafgaand aan, tijdens en tot de oplevering van het werk het contact met de gemeente onderhoudt.

Artikel 17. Indiening via LTC-programma

De aanbieder of netbeheerder dient meldingen en aanvragen in via het LTC-programma van de gemeente.

Artikel 18. Bereikbaarheid voorzieningen

Tijdens de uitvoering van het werk treft de aanbieder of de netbeheerder dusdanige maatregelen dat brandkranen, afsluiters, meters, transformatorruimten, kabelverdelers en dergelijke altijd goed bereikbaar zijn.

Artikel 19. Kabel- en leidingstroken

• 1.

  Ten behoeve van het leggen van kabels en leidingen wijst de gemeente een kabel- en leidingstrook aan.

• 2.

  De gemeente geeft aanwijzingen over het te hanteren sleufprofiel.

Artikel 20. Werktijden

Onder normale omstandigheden zijn de werktijden van 7.00 tot 17.00 uur op de werkdagen maandag tot en met vrijdag.

Artikel 21. Verkeersmaatregelen

• 1.

  Bij een noodzakelijke afzetting of gedeeltelijke stremming van wegen, legt de aanbieder of netbeheerder de gemeente vier weken voorafgaande aan de start van de werkzaamheden een omleidingsplan voor ter goedkeuring. Dit kan opgestuurd worden naar verkeersloket@midden-groningen.nl. Na goedkeuring van het verkeersplan door de gemeente dient de aanbieder of netbeheerder deze in Melvin aan te bieden. De aanbieder of netbeheerder mag 2 weken later starten met de werkzaamheden.

• 2.

  De aanbieder of netbeheerder informeert de hulpdiensten.

• 3.

  Bij verkeershinder handelt de aanbieder of netbeheerder conform de richtlijn ‘Maatregelen bij werken in uitvoering op niet-autosnelwegen en wegen binnen de bebouwde kom’, vervat in publicatie 96B van het CROW.

• 4.

  De aanbieder of netbeheerder zorgt voor de voorzieningen die verband houden met de uitvoering van het werk en mogelijke stremmingen en omleidingsroutes en houdt deze in stand.

• 5.

  Afhankelijk van de situatie kan de gemeente extra eisen stellen aan de bereikbaarheid en de manier waarop het werk wordt uitgevoerd.

• 6.

  Bij geval van incident/spoedwerkzaamheden moet er zo spoedig mogelijk afstemming plaatsvinden met de gemeente om een zo veilig mogelijk werkvak en eventuele omleiding op te zetten, hiervoor kan contact opgenomen worden via verkeersloket@midden-groningen.nl of 0598-37 37 37.

Artikel 22. Informatie omwonenden

Een week voordat het werk begint informeert de aanbieder of netbeheerder schriftelijk alle bewoners en bedrijven die hinder kunnen ondervinden van deze werkzaamheden over de tijdsduur, de werkplanning en de afhandeling van klachten. De gemeente ontvangt ook een exemplaar voor plaatsing op haar website.

Artikel 23. Omgang met kabels en leidingen in verontreinigde grond

De aanbieder is verantwoordelijk voor het veilig werken in (eventueel) verontreinigde bodem. De aanbieder volgt de werkwijze zoals beschreven in de meest recente druk van de CROW-publicatie 400. Informatie over mogelijke verontreinigde locaties en uitgevoerde bodemonderzoeken en saneringen is te vinden via de link: www.bodemloket.nl. Of stuur een informatieverzoek per mail naar gemeente@midden-groningen.nl.

Gemeentelijk beleid is opgenomen in de Nota bodembeheer 2021-2026 gemeente Midden-Groningen, inclusief bodemkwaliteitskaarten.

Artikel 24. Omgang met kabels en leidingen rond watergangen

• 1.

  Indien leidingen door een watergang worden aangelegd dient dit te gebeuren door middel van een (boog)zinker of boring, waarbij een minimale dekking onder de vaste bodem dient te worden gerealiseerd van 1 meter.

• 2.

  Kabels en leidingen mogen niet worden bevestigd aan een brug of duiker.

• 3.

  Toestemming moet tevens worden verkregen van het waterschap.

Artikel 25. Bermen en gazons

• 1.

  De aanbieder of netbeheerder maait vooraf het gras in bermen en overig landschappelijk gras en voert het maaisel af. Huurders van een grasstrook krijgen voorafgaand aan de werkzaamheden de gelegenheid het gewas te maaien en af te voeren.

• 2.

  De aanbieder of netbeheerder gebruikt het gazon niet als opslagplaats.

• 3.

  De aanbieder of netbeheerder levert de berm en het gazon op, vrij van stenen, aangevuld, geëgaliseerd, onder profiel en vrij van oude zoden.

• 4.

  Het standaard graszaadmengsel dat gebruikt dient te worden is B3.

Artikel 26. Beplantingen en bomen

• 1.

  De aannemer of netbeheerder mag slechts in overleg met de gemeente beplanting/bomen verwijderen of opnemen. Het oordeel van de gemeente is leidend.

• 2.

  Herplant door, of in opdracht van de gemeente, vindt plaats in het daaropvolgende seizoen. Incl. 3 jaar nazorg en garantie zijn voor rekening van de veroorzaker, lees initiatienemer.

• 3.

  Voor het werken, graven van sleuven in de directe omgeving van bomen is de bomenposter van normen instituut bomen 2022 van toepassing. Inclusief de uit te voeren maatregelen en eisen afkomstig uit de bomenposter.

• 4.

  Particulieren die een groenstrook in gebruik hebben van de gemeente krijgen de gelegenheid de beplanting voor aanvang van de werkzaamheden te rooien. De gerooide beplanting wordt op hun verzoek afgevoerd door de aanbieder of netbeheerder. Na beëindiging van de werkzaamheden mogen deze particulieren de groenstrook voor eigen rekening herplanten.

• 5.

  Beplanting die terug geplant wordt in bestaande vakken moet van dezelfde grootte en kwaliteit zijn. Bij 50% of meer rooien van een beplanting vak dient het gehele vak te worden geherplant op kosten van de veroorzaker.

• 6.

  Ten aanzien van bermen is de beleidsnotitie Bermen en Sloten gemeente Midden-Groningen (college 2019) van toepassing.

Paragraaf 1. Algemeen

Paragraaf 2. Tijdelijk herstel van gesloten verhardingen

Paragraaf 3. Tijdelijk herstel van elementenverhardingen

Artikel 32. Slotbepaling

• 1.

  Deze nadere regels treden in werking op 1 januari 2025.

• 2.

  Op die datum vervalen de “Nadere Regels verordening werkzaamheden Kabels en Leidingen 2019”.