Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR733462
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR733462/1
Nota waarderings- en afschrijvingsbeleid 2025-2028
Geldend van 01-01-2025 t/m heden
Intitulé
Nota waarderings- en afschrijvingsbeleid 2025-2028Hoofdstuk 1. Algemeen
Artikel 1.1 Inleiding
De Nota waarderings- en afschrijvingsbeleid 2025-2028 legt de beleidskaders vast voor het waarderings- en afschrijvingsbeleid. De nota is bedoeld als instrument ten behoeve van de kaderstellende rol van de raad. Het beleidskader bevat alleen de gemeentelijke uitgangspunten. Het wettelijk kader geldt voor alle gemeenten en is als bijlage toegevoegd.
Aanleiding van het opstellen van deze nota is het verlopen van de huidige Nota waarderings- en afschrijvingsbeleid 2019-2022.
Artikel 1.2 Wettelijk kader
Deze nota betreft een uitwerking van de Gemeentewet (artikel 212), de daarop gebaseerde Financiële Verordening 2024 van de gemeente Buren en het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV). Zie bijlage 1 voor een overzicht van het wettelijk kader.
Inhoudelijk is rekening gehouden met de door de commissie BBV opgestelde notitie materiële vaste activa (november 2019). Stellige uitspraken uit deze notitie zijn overgenomen. Stellige uitspraken geven een interpretatie van de regelgeving en zijn voor gemeenten leidend. In bijlage 2 zijn de stellige uitspraken en aanbevelingen opgenomen en is aangegeven wat met de aanbevelingen uit de notitie is gedaan. Bij aanbevelingen gaat het om uitspraken die ‘steun en richting geven aan de praktijk’. Deze kan de gemeente overnemen, maar zijn niet leidend.
Deze nota gaat alleen in op de gemeentelijke uitgangspunten.
Artikel 1.3 Doelstelling
De doelstelling van deze nota is het formuleren van en vastlegging van uniforme regels voor:
- -
Investeringen
- -
Activering
- -
Waardering van activa
- -
Afschrijvingen
- -
Rente
- -
Onderhoud
- -
Procedures
De uitgangspunten van deze nota worden zichtbaar in de jaarrekening en de begroting. Een eenduidig activa beleid draagt bij aan het inzicht in de financiële positie van de gemeente.
Hoofdstuk 2. Begrippenlijst
In bijlage 3 is een begrippenlijst met toelichting opgenomen.
Hoofdstuk 3. Uitgangspunten gemeente Buren
Artikel 3.1 Algemeen
Er is sprake van een investering als vermogen wordt vastgelegd in objecten waarvan het nut zich over meerdere jaren uitstrekt.
Artikel 3.2 Uitgangspunt investeringsbeleid
- 1.
Vervangingsinvesteringen worden bekostigd uit de vrijval van bestaande kapitaallasten.
Omdat:
• hiermee geen extra of nieuw beslag wordt gelegd op de algemene middelen.
- 2.
Nieuwe investeringen worden bij voorkeur opgenomen in de kadernota.
Omdat:
• in de kadernota een integrale afweging plaatsvindt van baten en lasten.
- 3.
Voor een investering waarvan het investeringskrediet met het vaststellen van de begroting is geautoriseerd mogen in het jaar voorafgaand aan het investeringskrediet maximaal 10% voorbereidingskosten gemaakt worden.
Omdat:
• vaak in het jaar voorafgaand aan het jaar waarvoor het investeringskrediet beschikbaar wordt gesteld al voorbereidingen plaatsvinden en dus kosten gemaakt worden;
• het risico dat de investering niet wordt gedaan nihil is.
Artikel 3.3 Uitgangspunt activeringsbeleid
- 1.
De kosten voor het afsluiten van een geldlening worden direct ten laste van de exploitatie gebracht.
Omdat:
• het BBV de gemeente hier keuzevrijheid geeft wel of niet af te schrijven;
• de kosten vaak een relatief geringe omvang hebben.
- 2.
De kosten van onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief worden geactiveerd als aan de daaraan gestelde voorwaarden uit het BBV wordt voldaan. De voorwaarden zijn opgenomen in artikel 60 van het BBV (zie bijlage 1: wettelijk kader)
Omdat:
• daarmee de druk op de exploitatie afneemt. De lasten over meerdere jaren worden verdeeld.
- 3.
De bijdragen aan activa in eigendom van derden worden geactiveerd indien wordt voldaan aan de daaraan gestelde voorwaarden. De voorwaarden zijn opgenomen in artikel 61 van het BBV (zie bijlage 1: wettelijk kader)
Omdat:
• daarmee de druk op de exploitatie afneemt. De lasten over meerdere jaren worden verdeeld.
- 4.
Activa met een verkrijgingprijs van minder dan € 25.000 worden niet geactiveerd. De totale lasten komen hierbij ten laste van de exploitatie.
Omdat:
• de administratieve last van een investering onder de € 25.000 niet opweegt tegen het voordeel van afschrijven.
- 5.
Gronden en terreinen worden ongeacht het bedrag altijd geactiveerd.
- 6.
Groot onderhoud van vaste activa wordt slechts geactiveerd indien dit leidt tot een nieuwe functionaliteit van het actief of een duidelijke technische verandering die leidt tot levensduurverlenging. In alle andere gevallen dient groot onderhoud ten laste te komen van de exploitatie of een daartoe gevormde voorziening.
Artikel 3.4 Uitgangspunten waarderingsbeleid
- 1.
Compensabele BTW wordt niet geactiveerd.
Omdat:
• BTW compensabel is in het geval de investeringsuitgave een overheidstaak betreft. Indien de gemeente optreedt als onderneming, wordt de te verrekenen btw eveneens niet geactiveerd.
- 2.
Bijdragen van derden, die in directe relatie staan tot het actief, moeten in mindering worden gebracht op de investering.
Omdat:
• dit bijdraagt aan een reëel beeld van de vermogenspositie van de gemeente.
Artikel 3.5 Uitgangspunten afschrijvings- en rentebeleid
- 1.
Immateriële en materiële vaste activa worden lineair afgeschreven zonder een restwaarde. Voor het toepassen van een annuïtaire of andere methode is een expliciet raadsbesluit vereist. Er wordt voor lineair afschrijven gekozen.
Omdat:
• dit een bestendige gedragslijn is;
• dit de voorkeur heeft van de provincie;
• de meest eenvoudige manier van het berekenen van afschrijvingen is.
- 2.
Immateriële en materiële vaste activa worden afgeschreven volgens de termijnen zoals vermeld in de bijlage ‘Richtinggevende afschrijvingstabel activa Gemeente Buren’.
Omdat:
• dit een bestendige gedragslijn is.
- 3.
Het afschrijvingsbedrag wordt berekend op basis van de oorspronkelijke investering gedeeld door de te hanteren afschrijvingstermijn uit bijlage 4 ‘Richtinggevende afschrijvingstabel activa Gemeente Buren.
- 4.
Op gronden en terreinen wordt niet afgeschreven, omdat dergelijke activa geen beperkte gebruiksduur hebben.
- 5.
Het rentepercentage dat aan activa wordt toegerekend wordt jaarlijks geactualiseerd via de renteomslag. Het rentepercentage wordt bepaald door het saldo van de externe rentelasten en rentebaten af te zetten tegen de boekwaarde van de materiële vaste activa op 1 januari. Het percentage wordt ieder boekjaar in de kadernota vastgesteld.
Omdat:
• sprake is van totaalfinanciering. In onze gemeente kunnen afgesloten leningen niet direct gekoppeld worden aan bepaalde investeringen;
• hiermee de feitelijke financieringslasten worden doorberekend;
• via de renteomslag een eerlijke verdeling plaatsvindt;
• voor alle activa hetzelfde rentepercentage geldt.
- 6.
De rekenrente wordt in het jaar van investeren voor 50% over de werkelijke uitgaven doorberekend.
Omdat:
• Investeringen verspreid over het jaar plaatsvinden en het daarom niet redelijk is de rekenrente over het hele jaar toe te rekenen;
• de BBV gemeenten ruimte biedt om hier een eigen keus te maken. 50% is het meest reëel.
- 7.
Afschrijven van een investering begint in het boekjaar volgend op het jaar waarin het actief wordt opgeleverd of in gebruik wordt genomen. Dit geldt ook voor de voorbereidingskosten in de investering.
Omdat:
• dan de investering kan worden afgesloten;
• investeringsuitgaven in meerdere jaren kunnen worden gedaan.
- 8.
De componentenmethode wordt toegepast als een investering bestaat uit onderdelen die een andere economische levensduur en daardoor een andere afschrijvingstermijn hebben.
Omdat:
• per onderdeel van een investering de economische gebruiksduur kan verschillen;
• daarmee de aanbeveling van de commissie BBV wordt gevolgd.
Artikel 3.6 Uitgangspunt bij onderhoud activa
- 1.
Lasten van klein en groot onderhoud mogen niet worden geactiveerd.
Omdat:
• deze gericht zijn op het in goede, oorspronkelijke staat houden of brengen van een object en niet van invloed is op de vooraf bepaalde afschrijvingstermijn.
Artikel 3.7 Uitgangspunt bij procedures
- 1.
Investeringen die niet in de vastgestelde begroting zijn opgenomen moeten gedurende het jaar via separate voorstellen worden voorgelegd aan de raad.
- 2.
Bij de aanvraag van (uitbreiding)investeringen krijgt de raad een voorstel waarbij de (uitbreiding)investering in voldoende mate is onderbouwd.
- 3.
Het is niet toegestaan om tussen investeringen te schuiven. Een voordeel op de ene investering kan niet zonder toestemming van de raad ingezet worden voor een andere investering.
- 4.
De raad beslist bij de jaarrekening of de looptijd van investeringen die ouder zijn dan twee jaar en waar nog geen uitgaven op staan of de investering nog niet volledig is benut, open blijven staan in het volgende dienstjaar.
- 5.
Voorbereidingsbudgetten worden na het beschikbaar stellen van het investeringsbudget opgeheven en samengevoegd met het investeringsbudget.
Ondertekening
Vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 17 december 2024.
De Griffier
R. Kuipers
De voorzitter
H.M. Ostendorp
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl